bouwmeestersoppad.reismee.nl

(2) NAMIBIË, BOTSWANA, ZIMBABWE 2008

Deel 2

Dinsdag 15 april.

Alles verliep weer op rolletjes. Om 6.05 uur verlieten we het kamp, het ontbijt ingepakt op de achterbank. Het zonnetje kwam net op. Nu, vandaag zou het gaan gebeuren, de olifant! Jaap had die bovenaan zijn verlanglijstje staan voor deze reis en hij schitterde nog steeds door afwezigheid. Ze moeten er toch zitten...Hij reed vaak zelf, dus had het ook zelf in de hand...We kwamen een afslag tegen, een klein ommetje van een km of 10. Misschien daar dan?Plotseling rook ik een brandlucht, onopvallend even een blik geworpen op de handrem. Nee, die was het niet. Jaap ontdekte toen dat het lichtje van de accu brandde... Nee, hè niet weer iets met die K auto, dacht ik nog. Een blik onder de motorkap zei voldoende (voor de kenners)! Geen olifanten vandaag...

Harm werd een beetje wit om de neus, iedereen uit de auto terwijl overal werd gewaarschuwd dat niet te doen. Hij klom onmiddellijk op het dak om te waarschuwen voor naderend wild. Daar stonden we dan op een achteraf weggetje en ook nog eens geen telefoonbereik, goede raad was even niet voorhanden..... We zochten de sleepkabel op maar dit was duidelijk geen gewilde route, het eerste uur kwam er niemand langs. Gaan lopen was ook geen optie. Alle adviezen van de Britz maar naast ons neergelegd en toch maar gestart en geprobeerd met de auto een wat meer favoriete route te bereiken. Vol spanning gingen we stapvoets door kuilen en riviertjes, heuveltje op en af en ja, daar was hij dan, een doorgaande weg.

Gehaald, we slaakten een zucht van verlichting, ikke wel in ieder geval. Nu was het wachten en de eerste de beste auto vroegen we om ons naar Namutoni terug te slepen. Gelukkig was dat geen probleem. Daar neergezet konden we bij de receptie naar Britz bellen. Ze gingen het bekijken en ons terugbellen op ons mobiel. Er werd een nieuwe kaart aangeschaft om de telefoon op te waarderen. We wilden goed bereikbaar zijn. Tijd voor een bakkie koffie in het Fort waar we die dag tevoren nog zo lekker hadden gegeten. Omdat we niets hoorden van Britz slenterden we terug naar de auto.Daar kwam meteen iemand van de receptie ons roepen. Britz had ons niet kunnen bereiken, maar de auto zou in de garage van Namutoni worden gerepareerd.

Het was inmiddels half elf toen we daarheen gesleept werden. De monteur meteen onder de auto en wij op een stoepje in de schaduw ervoor. Van alle kanten werd het probleem bekeken. Het werd etenstijd voor de monteurs, en voor ons. De jongens en ik hadden ons intussen bij het zwembad geposteerd en trokken af en toe een baantje in een prima zwembad. We genoten van de Banded Mangoose die met een 40 tal onder de plankiers van het zwembad huisden. Tegen 13.00 uur werd de diagnose gesteld: er was wieltje dat de V- snaar op spanning moest houden afgebroken, dus daar moest een nieuwe opgezet worden. Op het park hadden ze die niet in voorraad, daarom werd er weer contact opgenomen met Britz.

Uiteindelijk werden we door een sleepwagen van een garage uit Tsumeb opgehaald. Gert en ik voorin de sleepwagen. Harm en Jaap met de hulpmonteur in het bakkie. Zo verlieten we Etosha N.P. We reden in anderhalf uur de 120 km. naar TSUMEB.Daar bogen zich meteen drie monteurs over het probleem, het was al 17.00 uur en al snel bleek dat het niet meer ging lukken die dag. Bij nader onderzoek bleek ook de waterpomp nog te lekken. Naar de banden werd ook hoofdschuddend gekeken. Absoluut niet geschikt voor de Caprivistrip! Weer werd contact opgenomen met Britz, ditmaal voor een vervangende auto. Onze auto werd weer aan de sleepwagen gehangen en zo reden we in het donker met zwaailichten de camping van Tsumeb op!

Wat een vreemde dag was het uiteindelijk geworden en triest voor Jaap, nog steeds geen olifanten...(had hij de auto ook maar niet kapot moeten maken...) We maakten ons maaltje klaar en Harm bracht het overschotje naar de nachtwaker die met een groot geweer die nacht voor onze veiligheid ging zorgen. Het was intussen een goed gebruik geworden om de maaltijd te besluiten met koffie en Amarula. Morgen uitslapen...want de garage komt ons morgen pas om 9.00 uur ophalen. Na drie dagen opstaan om 5.15 uur was dit wel een luxe!

Woensdag 16 april.

Omdat ik me een uur had vergist was ik toch weer vroeg op. Ik was alvast wat spulletjes gaan inpakken, omdat alles overgepakt moest worden naar de andere auto. Gert was ook al in actie toen er om 7.00 uur een grote oplegger de camping opreed met daarop eenzelfde auto als we al hadden. Het nummerbord was precies één nummer hoger.Deze auto was net uit de garage en er lag een gereviseerde motor in werd ons verteld. Hij zag er niet uit, deuk in de deur en het zeildoek van de tenten gescheurd.Nee, Britz staat bij ons niet op nummer 1. Maar goed, het was niet anders, de jongens wakker gemaakt, die lagen nog lekker te knorren.Toen alles naar de 'nieuwe' auto verhuist. We moesten nog even langs de garage om het slot van de keukenla te laten openbreken, daar was de sleutel namelijk niet van meegekomen. In de tussentijd werd er bij de Wimpy de internetsite bijgewerkt. Zo bleven de thuisblijvers ook op de hoogte van onze belevenissen.

In Tsumeb deden we nog inkopen bij de Spar, zodat we er weer voor een paar dagen tegen konden. Wel hielde we ons een beetje in met het vlees, want we moesten weer door het hek. We rekenden 872 N$ af. Het maakt geen verschil of je in Namibische dollars of in Zuid Afrikaanse Rand betaalt, beide worden geaccepteerd. Instappen voor GROOTFONTEIN. Dat bleek een grote stad, we hoefden er alleen maar doorheen naar RUNDU. De afstand van Grootfontein naar Rundu is ongeveer 250 km.De auto reed goed, we picknickten onderweg en waren tegen tweeën in Rundu.

Het hek werd gepasseerd, er werd niets gecontroleerd. Hadden we toch in Tsumeb lekkere biefstukken in kunnen slaan.... We hadden camping Kaisosi uitgekozen uit de Bradt. Een kilometer of negen buiten Rundu aan de Okovangorivier. Het bleek een prachtig terrein met lodges en in het midden een prachtig grasveld voor de kampeerders. Harm en Jaap kregen de sleutel voor een eigen sanitairruimte, en wij ook. Daarin een wastafel, toilet en douche. Luxe hè! We waren meer dan tevreden. Nu deze tenten voor de eerste keer open. De buitenkant beloofde niet veel goeds maar het viel mee. We moesten nu aan dezelfde kant in en uitstappen. En toen de ritsen, Jaap liet die van hen al lekker heen en weer ritsen. Helaas deed de onze het net zo slecht als bij de vorige auto. Daar moesten we nog wat op zien te vinden met het waterrijke en dus muggenrijke gebied van de Caprivistrip.

We vonden het wel een mooie tijd en plek voor een glaasje. Er hoorde ook een tafel en twee banken bij ons kampeerplek, dus dat was een mooie plek om neer te strijken Meteen kwam er ook een groep van negen pauwen de nieuwkomers bekijken. We hadden een boottocht afgesproken en die begon om 16.30 uur. Op de Okovangorivier zagen we het zonnetje ondergaan. We waren nu weer dicht bij Angola. Die avond aten we op het terras dat boven de rivier was gebouwd. Voor we daar naar toe gingen zagen we de pauwen een slaapplaats zoeken in de bomen tegenover onze tenten. Toen Gert per abuis het autoalarm liet afgaan sloegen ze meteen alarm. Zouden ze dat morgenochtend ook doen??? Er stonden lampen op de rivier en honderden kikkers verzorgden een concert.

Donderdag 17 april.

Goed geslapen bij een aangename temperatuur van 17°C. Ik was het eerste wakker en ben op het terras van gisteren mijn dagboek bij gaan werken. De vogels waren al aan het zingen. Het water begon te dampen en toen kwam het zonnetje op boven de rivier. Heerlijk zo'n land waar iedere dag het zonnetje weer opkomt. De pauwen waren verder rustig gebleven vannacht. We genieten weer van een heerlijk ontbijt en van het gezelschap van elkaar. Het is ook allemaal heel speciaal wat we doen en meemaken zo samen. Daar zijn we ons alle vier ook echt van bewust! We vertrekken weer, in Rundu doen we nog wat kleine boodschapjes. De jongens zoeken nog Billtong, maar kunnen het hier nergens meer krijgen. Het lijkt of we Namibië al een beetje hebben verlaten. Dan draaien we de asfaltweg op naar MAHANGO Park. Dit ligt aan het begin van de CAPRIVISTRIP. Ongeveer 200 km voor de boeg. We hebben Ngepi Camp uitgezocht om te kamperen. Dit ligt tegen het park aan. In het park zelf liggen geen campings. Eenmaal de afslag genomen, vanaf de doorgaande weg naar de camping, is het een ware toer om er te komen. Los zand, bochten, kuilen, smalle betonnen bruggetjes zonder zijkanten. Wel staan er langs het pad steeds aanmoedigingen in de trant van: U zit nog op de goede weg en waarschijnlijk gaat U het wel halen. Het werd nog een stuk ingespannen rijden voor Jaap. We kregen plaats nummer 8. Wel aan de rivier, maar niet veel zicht erop door hoge bossen langs de rand. Er was geen plaats om de auto op de plek te zetten die moest op de weg ernaast blijven staan. Het was even wennen maar dat lukte wel. We waren druk aan het installeren toen de buurman ons attent maakte op vier olifanten die aan de overkant aan de rivier liepen. Het was ver weg maar met de verrekijker goed te zien.

Als Harm 's avonds z'n kampvuurtje weer aan heeft, de maaltijd klaar is en weer goed smaakt en als dan bij wijze van toetje een nijlpaard in de rivier begint te briesen, dan gaat dat wennen wel gemakkelijk en is het weer genieten.

Het sanitair was hier wel heel bijzonder, zelfs een bad met uitzicht op de rivier. Zo was er een toilet ingebouwd in een houten troon. Je voelde je alsof je de Staten Generaal moet openen als je daar op zat. De ministers en leden van de Staten Generaal die dan voor je zitten zijn hier de nijlpaarden en de krokodillen.... Verder was er nog een echte oerwoudbadkamer...

De kranen voor de douche zaten in de boomstam.. Het is een beetje vreemd dat het hier een uur vroeger is dan in de rest van Namibië, tijd van Botswana en Zuid-Afrika. We zaten hier aan de westkant van de Caprivistrip, helemaal in het noordoosten van Namibië. Het zag er hier meer 'Afrikaans' uit dan wat we tot nu toe van Namibië zagen. We zien dorpjes met ronde rieten hutten, kleine kralen, meer dieren en mensen die water en hout op het hoofd vervoeren. Langs de weg, worden groente, fruit en houtsnijwerk verkocht. Het lijkt of dit deel meer bij Botswana hoort, vandaar misschien ook dat hier de Botswanatijd wordt gehanteerd. Na de maaltijd werd het gebruikelijke patroon weer gevolgd. Wij naar bed en Harm en Jaap de bar in.

Vrijdag 18 april.

Het inpakken was intussen al routine voor we 's ochtends voor een game-drive gaan. Het was hier even rekenen hoe laat dat we op moesten, omdat we de klok een uur hebben moeten verzetten! We moesten die vervelende weg weer nemen naar de doorgaande route. Nu viel hij eigenlijk wel mee. Gert betaalde 40N$ pp plus 10 N$ aan entree voor het Mahango N.P. Hij kreeg een route mee met aangekruist waar de leeuwen en de olifanten konden voorkomen. Natuurlijk hadden we die dag daarvoor al vier volwassen dieren gezien aan de rivier. Maar we wilden ze graag zelf ontdekken en wel vanuit de auto. We zagen Kudu's, Impala's, Roan antilopes en Sabelantilopes. Nadat we een mega baobab hadden bewonderd en op het keerpunt koffie hadden gedronken, natuurlijk met Harm op de uitkijk op de auto, passeerden we een hippo, heel dichtbij in het struikgewas. Hij aarzelde even of hij ons zou gaan verjagen, maar besloot gelukkig om dat niet te doen...En een klein stukje verder liep een leeuw vlak naast het pad op weg naar z'n wijfje. We konden ze mooi bekijken, een jong koppel. Toch vreemd om ze zo'n vijf meter van je open raam te zien zitten. Op dezelfde hoogte. Hij keek me ook echt aan met die gele ogen van hem. Maar toen nog die dikhuiden, die we zo graag wilden, niets hoor! Een mens is ook niet snel tevreden blijkt wel...

We deden nog een extra rondje naar een waterhole maar nee, geen olifanten. Op het kamp meldden de mannen zich aan voor de mokorotocht van die middag om16.00 uur. We hadden ruim tijd voor een lekkere lunch en wat bladzijden in een leesboek of een dagboek. De bijzondere badkamers werden op dit rustige uur uitgebreid bezocht. Ik zwaaide de mannen uit en had toen een paar uurtjes voor mezelf.

Tegen half zeven hoorde ik ze weer terugkomen op de rivier langs ons campingplek. Ze bleven nog wat nakletsen bij de bar en daar ben ik toen mee aangeschoven. Het was er gezellig. Ze hadden wat vogels gezien en een enkele hippo, maar niets spectaculairs, wel genoten en veel uitleg gekregen over de natuur hier, begreep ik. Rondom de braai, bordje op schoot, gegeten. De maan gaf nu veel licht; daardoor nam het aantal sterren duidelijk af. 's Avonds moesten we een truitje aan!

Zaterdag 19 juli.

Deze ochtend weer vroeg op, niet voor een game-drive maar voor een bird-walk. Deze ging vanaf de camping door de weilanden richting swamp. We zagen de Senegal Cockoo, de African Fish Eagle, verschillende tokken, Drongo's, de Jacana, mooi in het zonnetje, hij deed zijn Nederlandse naam eer aan en liep inderdaad over de waterleliebladeren. Verder nog het stompe staart vogeltje...? Verschillende reigers, waarvan de Goliath zeker vermeld moet worden. En dan nog Kievieten, de Black Smith Plover en de Spurwinged Plover. En als laatste nog een mooie Sunbird. Onze gids vertelde ons ook de namen van de bomen, waarvan alleen de Marula en de Mango zijn blijven hangen. We leerden niet veel van hem, het was een beetje een eigenwijs mannetje, maar de wandeling was wel leuk. We liepen ook nog langs een huttendorp waar verschillende jongens de koeien aan het melken waren. Terug op het kamp hadden we ons ontbijt nog tegoed. Nadat alles weer ingepakt was stond MUDUMU N. P. op het programma. Om daar te komen moesten we zo'n 100 km de Caprivi Highway rijden en volgens ingewijden kun je die niet rijden zonder olifanten te zien. Nou, dan kennen ze ons nog niet.

Jaap reed niet te hard en speurde links en rechts, wij deden ook ons best maar niets hoor. We stopten in KWANDO. Daar lag, net buiten het dorp, een lodge aan de rivier en er was ook ruimte om te kamperen. De huisjes, mooi gelegen aan de rivier, bleken onbereikbaar i.v.m. de hoge waterstand. Wij waren de enige campinggasten. Na enig puzzelen vonden we de beste plek voor de auto. Tegen de avond gingen we in de bar een borreltje drinken. Een wit wijntje hadden ze niet, wel bier en limonade. Het terras lag zwevend boven de rivier. Op het terras stond een grote schaal waar een vuurtje op gemaakt werd en later werd daar ook het vlees geroosterd. Prachtige ambiance. Wij kookten ons eigen potje, bij de tenten. Ook prima! Morgen is Mudumu N P. aan de beurt. Zou het daar dan gaan gebeuren???

Zondag 20 april

Vandaag onze laatste game-drive met de 'eigen' auto. We lagen nog op bed toen we de nachtzwaluwen hoorden roepen. Gert dacht dat hij ook nijlpaarden hoorde, maar ik denk dat dat het gesnurk in de tent naast ons was. De boterhammetjes gingen weer gesmeerd mee de auto in. Na een kopje thee/koffie vertrokken we naar het Mudumu N.P. Jaap reed en ik zag bij hem in ieder oog een olifantje...Na wat heen en terug rijden vonden we met enige moeite het kantoor. In een boom bij het hek zaten Velvet Monkeys. Op het moment dat hij wegliep zag ik z'n blauwe ballen. We kregen een advies over de te volgen route, maar al heel snel dachten we het pad kwijt te zijn. We kwamen er al snel achter dat in dit park de weg gewoon moeilijk te vinden was. Het gras groeide hoog naast, maar ook op de weg. We belandden meerdere keren in erg los zand waar de motor ons met moeite doorheen trok. We waren blij met de nieuwe motor in deze auto. Jammer, maar wel bijzaak was dat de vering compleet versleten was.

We moesten er niet aan denken dat we hier vast zouden komen te zitten, want we hadden namelijk nog geen enkele andere auto gezien in het park. We waren eensgezind van mening dat dit geen weg was toen Jaap ons onderbrak: Olifanten links van de weg...Het was een groepje van vier met één jong erbij en ook mooi dichtbij! Eindelijk, onze eigen olifanten!

Meteen was de stemming in de auto veranderd, we gingen er weer voor. We dwaalden van waterhole naar....weer hetzelfde waterhole, toen liepen we weer vast op de rivier. We dreigden nog vast te komen zitten, maar op de lage giering kwamen we er toch weer uit. Dit was het moment om te stemmen; gaan we nog naar de hippopool of niet.Met drie voor en één tegen gingen we. Toen kwamen we pas in het mooie deel van het park. Impala's, zebra's zonder tussenstreepje, weer een olifant, warthogs, bavianen en weer olifanten. Het kon niet op. Ook het landschap was prachtig

.

We verdwaalden nog een keer en reden ineens op een start-landingsbaan. Een Cesna stond net klaar om op te stijgen.... Ook stuitten we op een chique Lodge. We besloten daar een Cola te gaan drinken. Het bleek niet gebruikelijk dat er mensen zomaar aankwamen. Hier werden alleen Amerikaanse gasten ontvangen die werden ingevlogen en vervolgens per boot op de Lodge werden afgezet. Na enig heen en weer gevraag onder het personeel was de Cola toch mogelijk. Bij het afrekenen deed zich nog een klein probleempje voor. De prijzen waren namelijk alleen bekend in Amerikaanse Dollars. Zo maak je in een wildpark nog eens wat mee!De middag brachten we door op het kamp.Harm bouwde 's avonds een reuze kampvuur, we gingen niet naar de bar, maar maakten onze eigen voorraden op. Net voor we voor de laatste keer de tent indoken vloog er nog een enorme vleermuis over. Spanwijdte 30 cm? Hij landde in een boom en werd niet meer gezien.

Het koelde hier behoorlijk af 's nachts dus de slaapzak werd meteen maar dicht geritst.

Maandag 21 april.

Dit werd de dag van afscheid nemen van Namibië, van de auto en de tenten....Dus alles weer herschikken, alle levensmiddelen en aangeschafte keukenspulletjes in dozen gedaan. De laatste keer dat de tenten dicht gingen werd gefilmd! Op de weg stopten we bij een craftshop en er werden nog wat souvenirs aangeschaft: een olifant, een schaaltje en een mandje. Nog voor we de grens over gingen deden we een huttendorpje aan en hebben we de ingepakte dozen met spulletjes afgegeven. Deze werden dankbaar aanvaard: Thank you Mama, thank you! De jongens deden nog een spelletje voetbal met wat knullen, de bal bleef natuurlijk ook daar en dat was dan meteen onze laatste actie in Namibië. De grensovergang ging soepel, het kostte niet eens zo heel veel tijd. Wel moesten we onze schoenen en de wielen van de auto ontsmetten. We stapten daarna weer met die schone schoenen op dezelfde automat waar we voor de grens ook op hadden gestaan. Maar volgzaam als we zijn... Meteen bij de grens stonden al prachtige baobabs, enorme bomen zijn dat toch.

Nog maar net BOTSWANA binnen en daar liepen ze, zomaar over de doorgaande autoweg: een grote groep olifanten! Ze treuzelden wat, steken we wel of niet over, zo hadden we de tijd om ze goed te bekijken. Daar hadden we nu dagen en dagen naar lopen speuren! Ons reisdoel was KASANE. Vanaf de grens was het nog 70 km rijden door het CHOBE N.P. Bij Ngoma gate lieten we ons inschrijven en bij de Sedudu Gate lieten we ons weer uitschrijven. Daarna was het nog zo'n 15 km naar Kubu Lodge. Chobe National Parc heeft een oppervlakte van 12.000 km² en is niet omheind. De dieren migreren vrijelijk tussen Chobe, Moremi en de delta in Botswana, Hwange in Zimbabwe en de natuurreservaten Mamili en Mudumu in Namibië, waar we dus net vandaan kwamen. Chobe is voor het overgrote deel vlak en de vegetatie bestaat voornamelijk uit mopane en teakbossen, afgewisseld met grote grasvlaktes. Het meeste wild bevindt zich in het noorden van Chobe, bij de rivier die een belangrijke watervoorziening vormt voor het wild.

Hier komen alle dieren voor die in zuidelijk Afrika leven, de enige uitzondering is de neushoorn. Die komt hier niet meer voor. Even na tweeën stapten we de lodge binnen. We werden ontvangen of we de eerste gasten sinds weken waren, dat was niet zo, maar we kregen wel het gevoel. Miles Travel had alles goed geregeld. Maar als we gedacht hadden ons hier even op ons gemakje te kunnen installeren dan was dat mis. We kregen te horen dat we al waren ingeschreven voor een game-drive om 15.00 uur. Ja maar, we moeten de auto nog inleveren..., geeft niet, dat doen wij wel! Hebben jullie al geluncht? Nee, dan ga ik even regelen dat jullie nog terecht kunnen in het restaurant... Dat werd haasten, alles uit de auto halen, koelkastje leegmaken, bagage naar het huisje, oeps, wat voor munteenheid hebben ze hier voor de fooi voor de kruier... Ergens diep ik nog een euro op, later hoor ik dat Gert hetzelfde had gedaan, mooi, had de kruier ook een goede dag! Heerlijk geluncht en we waren precies op tijd bij de ingang om kennis te maken met Chris, onze chauffeur en gids voor Chobe. N.P. Het was een half uur rijden van de lodge naar de ingang van het park. Daar aangekomen zagen we grote aantallen olifanten. Grote, kleine in alle maten. Zeer dichtbij, er was er zelfs een, een puber, die een aanval uitvoerde op de jeep voor ons, met getrompetter en al. Prachtig!

Jaap kon hem bijna aanraken... Ook Guinea Falws zagen we mooi dichtbij. Het wild was hier duidelijk meer gewend aan auto's en zodoende beter en van dichterbij te bekijken. We zagen Bavianen, spelend door de bomen. Impala's, de visarend, verschillende reigerssoorten en strandlopers, een krokodil van wel vijf meter lang lag op een eiland in de Chobe rivier. Op datzelfde eiland liep ook een olifant met vijf poten bij en jonge meid... En ook nog een nieuwe soort bij de antilopes, een Puku, lijkt een beetje op de Uganda Kob, blijkt er dan ook familie van te zijn. Bij de rivier kregen we een drankje aangeboden en even na zessen waren we na een koude rit in de open jeep weer terug op de lodge. Het was wel weer een leuke ervaring om nu niet zelf te rijden en een gids bij te hebben . Zo dicht bij de olifanten met de motor af, dat hadden wij zelf nooit gedurfd.

Wat weer minder is is dat je meteen als er iets te zien is, dan ook met meerdere jeeps ter plekke bent, veel klikken van de camera's, mensen praten en roepen. We zagen meer op deze manier, maar anders. Ook genieten.. dat zeker wel! Tegen zevenen gingen we aan tafel, buiten op het terras, op de achtergrond nog net zichtbaar de rivier. Geen buffet, jammer voor de jongens, maar wel een prima kok die overheerlijke dingen bereidde. We konden kiezen uit vlees of vis. Voor de jongens was het wel jammer dat het niet druk was in de lodge en zodoende ook niet in de bar. Het kwam voor hen neer op snel een slaapmutsje scoren en naar bed. Na een warme douche in een verlichte badkamer schoven Gert en ik in het ruime twee persoonsbed. Af en toe waren we elkaar gewoon kwijt! Wat een ruimte hadden we nu en niet alleen in bed. Toch had het tentje ook veel charme!

Dinsdag 22 april.

's Nachts een paar keer wakker geworden van briesende nijlpaarden. Het was aan het grasveld tussen de huisjes en de rivier, 's morgens, te zien dat de nijlpaarden hadden lopen grazen. Gelukkig dat we hier gewoon een toilet in het huisje hebben...flitst er dan even door je heen! Om zes uur moesten we ons weer melden bij de ingang. Het was nog donker, pakje drinken en sultana's in de zak. Extra trui aan, want we wisten het nog goed van de terugtocht van de dag daarvoor. Richard, een charmante oudere heer, was onze chauffeur en gids. We waren nog maar net in het park toen we al een leeuw hoorden brullen. En, ja hoor, we zagen hem snel tussen de struiken lopen met een geweldig ochtendhumeur, scheen het. Hij brulde en mopperde tenminste flink. Misschien was het alleen maar om aan de vrouwtjes duidelijk te maken dat er gejaagd moest gaan worden, omdat de heren honger hadden... Het werd een ware strijd tussen een achttal jeeps wie er het eerste bij was en wie vooraan kon staan.

Later hoorde Richard van een andere gids, dat er een kill was geweest. Een impala was het slachtoffer geworden. Er werd veel heen en weer gereden, maar het was niet te ontdekken waar de maaltijd plaatsvond. Richard vertelde ook veel over het leven van de dieren in het park, voedingsgewoontes, groepssamenstelling, paringsgedrag etc. Dat gaf echt een meerwaarde. Harm realiseerde zich nu pas goed hoe speciaal het toch was geweest dat wij in Mahango parc zo, vanuit ons eigen auto, de leeuwen konden bekijken. De rest kon dat alleen maar beamen. Toen we vertrokken van de lodge was het flink koud, 13°C. Dat lijkt op zich wel mee te vallen, maar er stond een felle wind, in een open auto met een vaartje van 70 km per uur. Dan kom je bij het hoofdstuk gevoelstemperatuur! Richard had ons allemaal een deken gegeven.

Onderweg, tijdens de game-drive kregen we nog een bakkie thee/koffie en koekjes. Daarna reden we door en langs de rivier terug naar de uitgang. We zagen nog van zeer dichtbij een Lilac Brested Roller, die natuurlijk door Gert nog even op de gevoelige plaat werd vastgelegd.

Terug op de lodge schoven we aan voor het ontbijt, op het terras in het zonnetje. Trui na trui ging al snel uit. Nu was er wel een buffet, veel fruit, sapjes, muffins, bruinbrood, zoet en natuurlijk 'how do you want your egg this morning'? Ik heb dan meteen een melodietje in mijn hoofd..... De vrije tijd werd gevuld met lezen, internetten op een trage computer en een wandelingetje in de tuin van de lodge, dutje. Toen was er wel weer genoeg honger voor een drie gangen lunch... Deze keer in de schaduw op het terras, het zonnetje had inmiddels veel kracht gekregen.

Om drie uur konden we ons weer melden aan de poort voor een boottocht op de rivier. Tom was onze kapitein en gids. Wat was dat en mooie ervaring. We zagen de dieren heel dichtbij. Ze werden niet verstoord, omdat ze de boot eigenlijk niet opmerkten. Roodkeelbijeneters bij hun nesten in een zandwand. IJsvogels, met een prooi die eigenlijk net te groot was, op een tak. Krokodillen, buffels, kudu's, monitor lizzards en hippo's aan de kant liggend in het zonnetje met koereigers op de rug. Maar ook zwemmend in de rivier dicht bij de boot. Gert genoot volop van zijn nieuwe camera. Maar het mooiste spektakel was op het einde, in het avondlicht. Een flinke groep olifanten die zich uitleefden in de rivier. Wat een waterdieren zijn het.Die grote kolossen die zich links- en rechtsom wentelen in het water, alleen het puntje van de slurf nog zichtbaar.

En wat we ook nog nooit hadden gezien; een olifant die aan de rand van de rivier net zo lang met een poot in het zand heen en weer schraapte tot hij een prettig modderbad had gemaakt. Toen de blub eenmaal de goede samenstelling had, werd het heel enthousiast met de slurf over de rug gesproeid. Ook de buik kreeg nog een beurt. Als je er goed over nadacht was dit eigenlijk dezelfde huidbehandeling die de Himbavrouwen ook toepasten.

We hadden echt uitgebreid de tijd om te genieten en om foto's te maken en te filmen. Even in m'n arm geknepen en ja, ik was er echt, ik droomde het niet! Puur genieten! We sloten af met een prachtige zonsondergang die de rivier dieprood kleurde. Er was weer een dag toegevoegd aan de lange reeks bijzondere vakantiedagen.Terug op de lodge konden alle batterijen aan het oplaadstation en na een voortreffelijk diner zochten we ons huisje weer op. Nog wat gelezen en geschreven, ik zat zo vol van alle mooie ervaringen, het moest meteen opgeschreven worden.Toen konden we elkaar weer gaan zoeken op het bed. Het was breder dan het lang was. In tentmaten gemeten dus eigenlijk driepersoons. Mooi wit beddengoed en een zeer ruime klamboe.

niet slecht hè?

Het viel hier trouwens enorm mee met de muggen, ik had er in ieder geval geen last meer van....

Woensdag 23 april.

De wake-up call was om 5.30 uur, want we gingen weer op pad met Richard. We waren de enige deelnemers aan de tocht, dus een privé behandeling. De ochtend drive is speciaal gericht op de katachtigen, misschien een jachtluipaard of een luipaard vandaag? We scoorden wel weer een nieuwe antilopensoort: de waterbok. Ik dacht gisteren al dat Richard niet meer een van de jongste was, maar hij blijkt 71 te zijn. Daar ziet hij toch niet naar uit. Hij was tot zijn pensioen ranger. Hij blijkt alle parken van Botswana goed te kennen. Hij heeft een zoon die in Leiden gestudeerd heeft voor dierenarts. Toen we langs de rivier reden zagen we een Blacksmith Plover die haar nest had aan de rand van de rivier, drie eitjes erin. Maar helaas, het water was hoger gekomen en nu dreigde het nest te overstromen. Ze was druk bezig takjes aan het nest toe te voegen, maar wij hadden niet het idee dat ze het kon redden. We lieten haar maar alleen met haar probleem. Ook vandaag gaf Richard ons weer veel informatie over het park en de dieren. Helaas geen grote katten gezien maar wel een erg leuke drive gehad. Jammer dat het weer voorbij is, maar we hoeven maar even aan het wachtende ontbijtbuffet te denken, dat maakt dat we niet te lang treuren. Later dronken we koffie op ons eigen terras, van het huisje, deden een wandeling rondom de lodge, maar door het hoge water was een deel niet bereikbaar. Het leverde een nieuwe specht op en wat veertjes.

Op het terrein van de lodge lopen apen en banded mangoose die erg leuk met elkaar spelen. Het waren echter nog wel wilde dieren die ons van ons eigen trap af joegen met hun geblaas en dreigende houding. Het is gek, maar ik ging toch lopen voor zo'n klein beestje. En dan, erg decadent waren we weer klaar voor de drie gangen lunch...heerlijk in de schaduw, glaasje wijn erbij... Hoe lang zou een mens dit leven vol kunnen houden? Twee keer per dag en game drive, drie keer per dag een heerlijke maaltijd. Altijd mooi weer, prima kamer, lekker bed en goed gezelschap. Ik weet het niet maar dit was de laatste dag hier en we genoten er met volle teugen van. Om drie uur moesten we weer aantreden voor de game-drive met Chris, of we het ook druk hadden...Ook hier waren we de enigen die meegingen en het werd dan ook een leuke tocht. In alle rust genoten we van vogels, hamerkop, het gedrag van guinea fawls.

Allerlei lopertjes aan de rivier en badende olifanten. Chris zocht plaatsjes waar we alleen waren met de dieren, geen storende andere jeeps. Ook hij vertelde veel bijzonderheden van de dieren en waarom ze in een bepaald biotoop voorkwamen. Hij vertelde ook van ons te genieten, omdat we zo anders waren dan alle andere gasten. Omdat we geïnteresseerd waren in alles, ook de kleine dieren en de tijd namen om hun gedrag te bekijken. Hij was meer gewend aan mensen die het liefst alleen de grote dieren wilden zien, een foto maakten en dan weer snel door wilden naar de volgende... We zagen nog een waterdikkop met een krab tussen z'n snavel zijn jongen gaan voeren.

. Een stuk verder waren 2 giraffemannen aan het 'vechten' om een vrouwtje. Het leek wel een ballet in slow-motion zoals ze met de koppen en lange nekken om elkaar heen draaiden, elkaar steeds wat wegduwend met de billen... En daarna nog olifanten en olifanten en nog meer olifanten. Het werd op het laatst een spelletje. Een van ons riep 'een olifant' daarop riep de volgende dan 'twee' en een ander 'drie' en zo kwamen we soms tot 12. We stapten nog uit voor een koel drankje en moesten toen op het laatst nog racen om op tijd weer bij de gate te zijn. Het werd een hartelijk afscheid van Chris en bij de receptie hoorden we dat we de volgende ochtend om 11.00 uur opgehaald gingen worden voor de transfer naar Vic Falls. De laatste etappe van onze reis. Maar eerst gingen we dan nog de ochtend-drive met Richard doen.

Donderdag 24 april.

De dag werd begonnen met Richard. Helaas waren er weinig dieren te zien. Het blijft een kwestie van geluk of je ze tegenkomt. We zijn inmiddels ook al redelijk bedreven in het sporen lezen, maar ze waren er echt niet. Om toch iets te kunnen laten zien reed hij langs een betonnen plaat waar een grote tent had gestaan. Daar was Elisabeth Taylor met Richard Burton getrouwd in de jaren 70.Verder was er nog en ruïne van een huis met een verhaal. Toen de grenzen van het park werden bepaald moesten een aantal dorpjes verdwijnen en werden de bewoners elders ondergebracht. In deze ruïne woonde een blanke Engelsman die geweigerde had te vertrekken. Hij was daar uiteindelijk met toestemming van het gouverment blijven wonen en was 90 jaar geworden. Hij was bij zijn huis, nu ruïne, begraven.

Dat zijn van die dingen waar je eigenlijk niet bij stil staat als je een wildpark bezoekt, dat daar dorpjes in hebben gelegen die ontruimd zijn geworden en dat de bewoners daar waarschijnlijk niet blij mee waren...Hopelijk was er een goede regeling voor hen.We zagen nog wel dat de Blacksmith Plover nog op haar eitjes zat. Wel met de buik in het water. Maar ze had het toch nog één dag langer gered... En daarna keken we nog naar een giraffe en een groep grazende wrattenzwijnen (warthogs). Als die grazen zakken ze door hun voorpoten. Ze schijnen geen nekwervels te hebben en kunnen dus hun nek niet buigen. Bij het afscheid van Richard gaf ik hem de sleutelhanger met de hollandse klompjes eraan. 'Die zal ik aan m'n vrouw geven' zei hij en toen was het weer tijd voor 'how do you want your egg in the morning'.

Onze spulletjes werden door een kruier opgehaald en toen konden we plaatsnemen in een minibus. Deze bracht ons naar de grens met ZIMBABWE. We kregen er een mooi plaatje in het paspoort bijgeplakt en we werden al weer opgewacht door het busje van de volgende lodge. En, het werd al een goed gebruik, meteen na de grensovergang zagen we weer een hele kudde olifanten die links en rechts van de weg stonden te grazen. Er was nog een jong bij dat onder de buik van zijn moeder door kon lopen. Wij hadden hier geleerd dat ze dan nog geen jaar oud zijn. We reden in ruim één uur van de grens naar Lokuthula Lodge. We reden door het stadje VICTORIA FALLS. We werden weer vriendelijk ontvangen met koude limonade en nadat de formaliteiten waren afgehandeld werden we voor ons huisje afgezet. Deze keer met z'n viertjes in een groot huis met twee verdiepingen. De jongens hadden hun slaapkamer boven. Het zag er allemaal goed uit.

In plaats van ramen en deuren naar buiten zat hier zwaar tentdoek dat je kon oprollen en dichtritsen. Als we al de doeken hadden opgerold hadden we een prachtig uitzicht op een stukje brousse van Zimbabwe en achter de rivier lag Zambia. We hadden ook een complete keuken. Wat boodschappen hadden we bij de receptie besteld. Die zouden ze nog komen brengen. We namen de tijd om wat spulletjes een plek te geven en alles eens uitgebreid te bekijken. Er lagen ook folders van allerlei activiteiten die we nog konden gaan doen. O.a. de mogelijkheid om te gaan olifant rijden tussen de leeuwen. Nu leek ons dat niet erg gepast om dit te gaan doen nu we zo hadden genoten van deze dieren in hun natuurlijke omgeving. We hadden het gevoel dat dit een beetje dieronterend zou zijn. Hetzelfde gold voor de activiteit: wandelen met tamme leeuwen....

Onder het genot van een koel drankje werd alles eens bekeken en besloten we naar het stadje te gaan en de volgende dag de Falls te bezoeken. Er was een shuttle van het hotel op de lodge naar het stadje. We begonnen op de markt waar allerlei handwerk werd verkocht. Er waren daar op dat moment geen andere toeristen en we werden werkelijk belaagd. Ongeveer 30 stalletjes en ze verkochten allemaal ongeveer hetzelfde. Voor de verkopers een soort struggle for life. Door de problemen rondom de verkiezingen met Mugabe was het toerisme sterk afgenomen. Hierdoor hadden deze verkopers ook vrijwel geen klanten meer en dus geen inkomen. De druk om iets te kopen werd behoorlijk opgevoerd en met name Harm vond het maar niets. Na een overzichtsrondje langs alle 30 stalletjes kochten we op een paar plaatsen wat.Het geeft ook een onbevredigend gevoel als je dan gaat afdingen maar 's lands wijs... Ze bleven ons maar aanklampen en wilden eigenlijk geen geld meer hebben voor hun spulletjes, maar onze sokken, schoenen, t-shirts en noem maar op, het geld was immers toch niets waard en morgen waarschijnlijk nog minder...

Na met deze harde werkelijkheid te zijn geconfronteerd gingen we bij de Wimpy een broodje hamburger eten en moesten daar 1.840.000.000. Z$ voor betalen. Dat was dan ook wel voor vier personen! Wat een groot probleem heeft dit land. Wij hoorden dat nu Mugabe de verkiezingen heeft verloren er nieuwe verkiezingen komen, maar dat hij eerst de militairen een geweldrondje op het platte land heeft laten maken om mensen met geweld te dwingen op hem te stemmen... Op het eind van de middag namen we de shuttlebus terug naar de lodge en namen een pilsje in de tuin en kletsten nog wat na over alles wat we hadden beleefd in Zimbabwe tot nu toe. Er kwam nog en berichtje van de receptie dat niet alle bestelde boodschappen geleverd konden worden. Ook in het stadje hadden we lege supermarkten gezien dus het verbaasde ons niet. De maaltijd hadden we gepland in het BOMA restaurant hier op het terrein. Toen we er naar toe liepen hoorden we op afstand de djembé's al roffelen. We kregen allemaal een Afrikaanse doek omgeknoopt en een witte stip op de wang geverfd.

Nadat we ons tafeltje toegewezen hadden gekregen werd er traditioneel gemaakt bier geserveerd. Dit was gemaakt van maïs, millet en suiker om te fermenteren. Het smaakte niet. Daarna werden wat voorgerechtjes geserveerd, allemaal lokale gerechten. Daar zaten wel lekkere dingen bij, niet altijd even duidelijk te herleiden wat het was. Verder was er een enorm buffet, heel veel locale gerechten, veel groenten, een vegetarische hoek en dan nog heel veel vlees wat je kon laten grillen. Er was keuze uit eland, warthog, pork, sirloin, kudu, krokodil. Maar ook vis was er volop. De mannen liepen heel wat keertjes, eindelijk, dat grote buffet! Ik keek vol verbazing toe toen ze dat alles afsloten met een bord chocolademousse. Tijdens de maaltijd was er een optreden van een muziek- en dansgroep. Later kwam er nog een groep djembéspelers achteraan. Er werden overal in het restaurant aan de gasten ook djembé's uitgedeeld en het werd een samenspel van de profs met de zaal. Gert en ik trommelden ons partijtje mee, de jongens moesten nog eten... Ze hadden tussendoor ook nog hun diploma mopane-rups-eten gehaald. Het was een zéér gezellige Afrikaanse avond. Thuis werd nog een kopje koffie gemaakt, maar dat heb ik niet meer langs zien komen, de ogen waren al dicht!

Vrijdag 25 april.

Er was afgesproken om 8 uur op te staan. Het ontbijt deden we in de tuin. Geroosterd brood en de mannen gingen aan de eieren. Jaap was van de honger wakker geworden, zei hij...!!?? Daarna volgde een discussie over het avondeten maar de jongens boden nog een avondje BOMA aan, dus daar hoefde dan niet verder over gepraat te worden. Rond onze braai scharrelden een groep warthogs. De mannen wisten nu hoe ze smaken! Op weg naar de Falls, in de bus vertelde een Amerikaan dat hij er al was geweest. Een poncho of paraplu was echt niet nodig zei hij. Het was indrukwekkend, wat een water valt daar naar beneden!

En wat een lawaai maakt dat, echt oorverdovend. Nu zaten onze oren ook al snel vol met water, want die Amerikaan had het helemaal mis gehad. Door zijn advies hadden we maar een poncho gehuurd en dat was duidelijk te weinig. We werden gewoon zeiknat, omdat de wind vanaf de Falls op het wandelpad ertegenover stond. Het was eigenlijk niet mogelijk om op de uitkijkpunten te komen, zo waaide het water over het pad.

Maar je bent er maar een keer en we hebben het geriskeerd om toch wat foto's en film te maken. Halverwege zijn we omgedraaid en ben ik nog even langs het standbeeld van Dr. David Livingstone gelopen. Hij was de eerste blanke die, in de 19e eeuw, de watervallen aanschouwde. Hij was er zo van onder de indruk dat hij ze naar de toenmalige koningin noemde ( hij had geen vrouw, want hij was missionaris). De 'Victoria Falls'. De lokale Kololostam had de watervallen een meer poëtische naam gegeven 'Mosi-oa-Tunya' wat betekent: 'Rook die dondert'. Hij had een mooi standbeeld gekregen.

We waren inmiddels zo koud en nat dat we een plekje op een zonnig grasveldje zochten, de schoenen leeggoten en de sokken uitwrongen. Met de bus reden we weer terug naar het stadje waar we onze internetpagina weer bijwerkten. Meteen konden we het laatste nieuws uit Nederland lezen. Dat ging in 30 minuten voor 2 US$. Intussen gingen Jaap en Gert op zoek naar kaartjes voor een helikoptervlucht. Ze kwamen terug met één kaartje, dus Jaap ging in z'n eentje, althans zonder familie de lucht in. We hadden nog tijd voor een broodje en een bakkie koffie op een terrasje. De straatjochies die op straat steeds met ons meeliepen keken op een afstand toe.Dat was teveel voor mij. Zitten eten met twee hongerlapjes op afstand. Dus ik heb mijn broodjes in een servetje gewikkeld en ze waren er reuze blij mee!

Harm enGert gingen terug naar de lodge en ik ging met Jaap mee naar de helihaven. Daar probeerde ik nog even of ik toch niet alsnog een kaartje kon kopen, maar helaas. Ik zwaaide Jaap uit en een 20 minuten later was hij weer terug, zeer enthousiast, met prachtige foto's. Hij had nu een mooie indruk van de grootte van de Falls. Wij werden netjes afgezet op de lodge waar we in ons eigen tuin een drankje namen. Tegen de avond liepen Jaap en ik naar het terras van het hotel waar je een mooi uitzicht had over een waterhole en de omgeving. We beleefden samen onze allerlaatste zonsondergang van deze vakantie. Een heel speciaal moment! Eigenlijk namen we toen daar al een beetje afscheid van Afrika en onze vakantie. We hadden natuurlijk nog wel een echte Afrikaanse avond in de Boma tegoed.

Het was weer net zo'n leuke en lekkere ervaring als de dag daarvoor. Het eten was weer prima en overdreven veel, zeker als je weet hoe het er buiten dit resort aan toe gaat... We speelden natuurlijk een stuk beter op de djembé en tussendoor haalde ik ook mijn diploma mopane-rups-eten. Bij thuiskomst zat er ter verwelkoming een spin ter grootte van mijn handpalm op onze slaapkamerdeur. Gert probeerde hem te pakken maar hij viel en we zagen hem ineens nergens meer. We hadden een grote klamboe om ons bed, dus ik kon met een gerust hart gaan slapen....

Zaterdag 26 april.

Bij het opstaan zag ik de hele grote spin, die we de vorige avond niet meer terug konden vinden, onder de klamboe op weg naar mijn bed. Hij heeft het niet mogen overleven. We konden het rustig aan doen. Pas om 11 uur werden we opgehaald met onze spulletjes bij het huisje.

Toen begon de lange reis terug naar huis. We vlogen in 2 uur van Vic. Falls naar Johannesburg. We wierpen nog een blik op de Falls die zelfs op deze hoogte goed zichtbaar waren. In Johannesburg dachten we ruim tijd te hebben om te eten en te shoppen, maar een slechte service aan de KLM balie maakte dat we daar drie en een half uur moesten wachten op onze boardingscards. Uiteindelijk schoven we nog net op tijd een restaurant binnen voor een maaltijd, de eerste na het ontbijt. Daarna zijn we snel nog op zoek gegaan naar een muziekwinkel om te zoeken naar Afrikaanse en liefst Namibische muziek voor de film. Net op tijd, want winkels en restaurants gingen al sluiten.

Toen zat het erop, 23.30 uur stegen we op en 11 uur laten zetten we weer voet op Nederlandse bodem.Toen was het inmiddels

Zondag 27 april geworden.

Traditiegetrouw eerst een bakkie bij de Delifrance voor we de weg naar huis opreden, aan de goede kant van de weg....

Els Bouwmeester, augustus 2008.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!