UGANDA --- RWANDA 2007 reisorganisatie: HABARI TRAVEL
Vrijdag 27 juli 2007. Met een thuis, van het Internet, uitgeprinte boardingcard vertrokken we met de trein naar Schiphol. Het liep op rolletjes. 15 minuten hadden we nodig om de bagage in te leveren en door de douane te gaan. Nog tijd genoeg voor een bakkie en een krantje. We gaan op pad naar Uganda en Rwanda. Deze landen liggen in Centraal Afrika met als buurlanden Tanzania, Dem.Rep. Congo, Burundi, Soedan en Kenia.
Uganda wordt doorsneden door de evenaar. Het is 3,5 keer zo groot als België en Nederland samen. Het heeft 21,3 miljoen inwoners. De officiële taal is Engels. De gemeenschappelijke taal, die in een groot deel van Oost- Afrika wordt gesproken, is het Swahili. 85% van de bevolking in Uganda heeft een Christelijke godsdienst; 13% is moslim. De munteenheid is Ugandese shilling: 1 Euro is ca. 2500 Ugandese shillings.
Tegen 11.30uur vertrokken we met enige vertraging van Schiphol. Om 20.00 uur landden we op Entebbe Airport. Nadat we onze bagage hadden verzameld maakten we buiten kennis met Lydia en Isma en de reisgenoten. We stapten daar voor de eerste keer in de grote truck en keken wat onwennig naar elkaar. Het einddoel van die dag was het Guesthouse van Bart Munting in Entebbe. Hij zorgde dat iedereen een kamer en een drankje kreeg. We zaten aan een lange tafel in een tuin die in het donker al prachtig leek. De temperatuur was zeer aangenaam en het bed even later ook!
Zaterdag 28 juli. Vroeg op, want deze dag ging onze reis beginnen. Het ontbijt werd geserveerd in het restaurant. We kregen nog wat uitleg en instructies van Bart. Daarna werd onze bagage in en op de truck geladen. We werden uitgezwaaid door Bart. Onderweg werd bij een marktje gestopt. Daar werd een flinke partij fruit ingekocht die de komende dagen bij het ontbijt en de lunch gegeten zou gaan worden. Lydia kocht ook nog warme cassave waar iedereen van kon proeven. Lekker! Het smaakt wat naar aardappel, maar dan wat zoeter. En omdat we nu toch bezig waren, testten we meteen ook maar of dat de kleine banaantjes inderdaad zo lekker waren als in onze herinnering. We reden naar het noorden en onze eerste stop was Budunga Forrest. Het landschap was inmiddels heuvelachtig geworden.
Dit bos was een regenwoud en we gingen hier in 3 groepjes op zoek naar chimpansees. Na ongeveer 15 minuten lopen hoorden we veel herrie en gekraak van takken. We zagen een groep hoog in de bomen. Wij keken naar hen en zij keken naar ons en dat was onze eerste kennismaking met chimpansees in het wild. Het begon al te schemeren toen we aankwamen bij ons einddoel Paraa Tented Camp, ongeveer 300 km van Kampala.
De chauffeurs hielpen ons met de tent opzetten. Mooie stevige tenten met zware buizen. Het was voor ons even puzzelen hoe het systeem werkte. Maar de chauffeurs hielpen een handje en net voor het donker werd lagen onze spulletjes erin. We aten in het restaurant van de camping. Het was druk op het kamp, dus dat werd slapen met de oordopjes in. Daar kreeg ik later wel weer spijt van, want zodoende heb ik ook de hippo's, die op het kamp liepen te grazen, niet gehoord!
Zondag 29 juli. Het ontbijt werd in het ochtendschemer bij de truck genuttigd.Vandaag stond er eerst een game-drive met de truck op het programma. Murc hisons Falls Parc is het grootste Nationale Park van Uganda. Rond 1908 brak in dit gebied de slaapziekte uit. Dit maakte veel slachtoffers. De regering besloot tot evacuatie van alle inwoners uit dit gebied. Als gevolg daarvan kon het wildleven en de natuur zich zonder belemmering ontwikkelen. Het gebied maakte daarna nog eens een moeilijke periode door in de tijd van Idi Amin. Maar dankzij inspanning van overheidswege is het nu een prachtig park met veel wild. We zagen o.a.buffels, olifanten, giraffes en veel bokken. Er is veel begroeiing en het ziet er allemaal groen uit. Ja, we zijn weer in het 'echte' Afrika!
Maar ook veel vogels, African fisheagle, de wevers, bijeneters, sunbirds, arenden, gieren en trappen. Ook apen waren te zien in de bomen; bavianen en franjeapen. De chauffeur reed nog wat te hard naar onze zin. Moest nog even wennen denk ik. Het was een welbestede ochtend. We gebruikten de lunch op de camping en om 14.00u. meldden we ons weer voor een boottocht over de rivier. De Victoria Nijl, waarin zich de watervallen bevinden waaraan het gebied zijn naam dankt, doorkruist het park over een lengte van 120 km.nWe zagen aan de rivieroever grote groepen olifanten en buffels, prachtig te fotograferen. In het water veel nijlpaarden. Ook weer veel vogels, de bonte ijsvogels vlogen in grote getale rond, af en toe een visje verschalkend uit de rivier. Prachtige rode bijeneters die hun nesten hadden in de hoge zandoever. En natuurlijk kon die niet ontbreken: de Nijlkrokodil op de oever. Forse exemplaren in groepen bij elkaar.
Toen betrok de lucht, het werd donker en bliksemflitsen schoten door de lucht. We voeren tot bij de waterval. Vanwege de sterke stroming bleven we op veilige afstand. Morgen zullen we wandelend wel dichterbij kunnen komen. Ik probeerde om voor het diner nog een douche te nemen, maar het was erg druk, tengevolge van het weekend hoorden we later, en het putje zat verstopt. Dus dat opfrissen lukte niet echt....Het eten smaakte ons heerlijk, een soort linzen in rode tomaten-chilisaus met rijst. En nog warme bananenpudding toe. De reisbegeleidster zat bij ons aan tafel en vertelde al heel wat bijzonderheden over haar land. Lydia is een vogelaarster en een prima meid!
Ik vond het een goed gevoel geven dat deze drie mensen (Lydia, Isma en zijn assistent) ons hun land lieten zien en daar alles over vertelden.
Maandag 30 juli. Om 5.45 uur liep de wekker af. Nog helemaal donker buiten. Vannacht werden we wakker van de nijlpaarden die grazend voor onze tent langs liepen. Zo dichtbij dat ik ze had kunnen aanraken! Nu was het volle maan, ze aten erg hoorbaar dus je kon ze bijna niet missen. Verder liepen er ook nog wrattenzwijnen rond de tent te grazen, maar die zag je enkel overdag. We moesten zo vroeg opstaan voor weer een boottocht, maar nu in tegenovergestelde richting. De kant van Lake Albert en Congo. We zagen hier lage oevers en veel papyrusgras. En grazend langs de oevers zagen we buffels, water- en bushbokken. Maar vooral veel vogels met als hoogtepunt, toen we de heuvels van Congo al in de verte zagen liggen, de schoenbekooievaar.
Dit was voor Gert een nieuwe soort en het is in de vogelclub gebruikelijk dat als iemand een nieuwe soort scoort diegene dan op appeltaart trakteert. Hij was zo blij dat hij hem zag dat hij er dus meteen 'appeltaart' uitflapte. Dat vroeg dus wel om enige uitleg aan de groep. Lydia had het meteen door en vanaf dat moment probeerde ze hem zoveel mogelijk nieuwe soorten te laten zien. Ze hield duidelijk ook wel van appeltaart. Gert was de enige vogelaar in de groep, dus terwijl Gert met Lydia naar vogels speurde hield de groep zich bezig met de vraag welke ingrediënten we al bij ons hadden om op de camping een taart te kunnen bakken. Dit bleef de hele vakantie een uitdaging....
Verder zagen we de Goliath Herron nog prachtig staan. En natuurlijk weer de African fisheagle, ijsvogels, bijeneters en veel slangenhalsvogels. We hadden een goede kapitein die steeds alert was op wat de groep wilde zien en daarvoor eventueel een extra rondje wilde varen. We vertrokken in een plensbui, maar het klaarde al snel op. Het zonnetje liet zich jammer genoeg niet meer zien.
's Middags stond er een wandeling op het programma. We reden met de truck naar de watervallen. Ze zijn 60 meter breed en wel 45 meter hoog. We liepen eerst naar boven om goed zicht te hebben op de bovenloop. Daarna daalden we af tot het water, dat met een grote kracht langs ons heen denderde. Het was een indrukwekkend gezicht. De wandeling was niet erg zwaar en we werden door Isma weer teruggebracht naar het kamp. We vulden de tijd met een borreltje en dat was een mooie gelegenheid om de groepsgenoten wat beter te leren kennen
Dinsdag 31 juli. Ook vandaag weer vroeg uit de veren. De tent moest weer opgevouwen worden, want het werd een reisdag. Isma had weinig vertrouwen in onze wekker, want al om kwart over vijf zette hij de truck met draaiende motor tussen onze tenten.En dat geeft op dat tijdstip enorm veel herrie! Het werkte wel, want we vertrokken nu ongeveer een half uur voor de geplande tijd. Wel moet gezegd dat de chauffeurs erg goed hielpen bij het opvouwen en inpakken. Het had de hele nacht geregend maar bij het opstaan was het gelukkig weer droog. De reis ging naar het zuiden via Fort Portal naar Kibale Forest.
We stopten aan het begin van de reis bij een supermarktje om wat te kopen voor de lunch die we in de truck gingen eten. Vanwege de lengte van de reis werd er zoveel mogelijk doorgereden. Wij kochten ook meteen maar een paar voetballen, die komen meestal wel van pas onderweg! We hotsten en botsten van de ene Pi-stop naar de andere. De omgeving was mooi. Veel bloeiende bomen, gele, blauwe en rode. Bloeiende canna's. Hoog in de bomen groeiden grote varens die op afstand wel wat op onze hertshoorn leken. Verder veel paarse bloemen en roze hibiscus. De huisjes zijn van gebakken stenen. Deze stenen worden tussen de huizen gemaakt en ook gebakken. Er wordt aarde in mallen geperst en daarna in grote stapels gezet. Er is dan, in de stapel, nog een ruimte middenin waar dan een vuur wordt gestookt. Zo worden ze gebakken. Na het bakken zijn ze weer net zo rood als de aarde waar ze van zijn gemaakt. De bevolking woont in kleine huisjes ter grootte van een Nederlands schuurtje. Soms zijn ze gebouwd met drie, soms ook met een hele rij aan elkaar.
Het landschap werd tijdens de rit alleen maar mooier. Een rode zandweg slingerde zich omhoog en omlaag door het land. De bevolking zag er armoedig uit. De kinderen liepen echt in lompen. De vrouwen die aan het werk waren op het land maakten naar ons het gebaar van eten en honger. Dit vond ik wel erg schrijnend met een zak brood en chips op schoot, en geen honger.... Tegen het eind van de rit kwamen we in een gebied met theeplantages. Dit gaf een mooi uitzicht. Helaas regende het flink en moest het raamplastic naar beneden. Tegen zessen kwamen we aan in Fort Portal. De planning was om daar thee te drinken. Nu begon het al te schemeren, de weg was door de regen nat en glibberig geworden. We besloten een cola te drinken en dan snel weer door te gaan; nog een uurtje volgens Isma. Het regende inmiddels goed door en de weg liep schuin af naar de kant dus het passeren van tegenliggers was een linke zaak. De truck slipte regelmatig en het werd donker en stil achter in de truck. De weg ging steeds verder omhoog en net toen het helemaal donker was arriveerden we op de kampeerplaats in de stromende regen. De poncho's werden opgezocht en met man en macht werden in no-time de tenten opgezet en lag de bagage erin. We hadden allemaal bewondering voor de chauffeurs die na een zodanig zware en lange rit meteen weer zo hulpvaardig waren bij het opzetten van de tenten! Lydia ging alle tenten langs met de menukaart en bestelde alvast voor ons in het restaurant. Gelukkig was er geen douche, want daar had ook niemand nog zin in. Het eten smaakte ons prima en we dronken er, heel luxe, zelfs een wijntje bij!
Woensdag 1 augustus. Heerlijk geslapen, de regen tikte op de tent. We ontbeten bij de truck. De stoelen kwamen er voor de eerste keer uit.Degelijk materiaal net als de tenten en ze zaten prima. Lydia bakte pannenkoeken en maakte een heerlijke fruitsalade van verse ananas, banaan, passievrucht en papaya. Na deze zegeningen gingen we naar het hoofdkantoor van Kibale Forest.
We kregen uitleg over het park. Het bestaat hoofdzakelijk uit bossen en dan vooral regenwoud. In dit park leven 60 verschillende diersoorten. Ze zijn erg moeilijk te zien vanwege de dichte begroeiing. We gingen vol verwachting op pad. We hoopten allemaal op een ontmoeting met chimpansees. Wij liepen door het regenwoud, de bladeren glommen van het vocht. Er vielen overal nog druppels, hoewel het niet meer regende. We zagen verschillende paddestoelen op dode takken en op de grond. De paden waren ook flink glibberig. De gids hield het tempo hoog en had contact met de andere groepen met een mobile phone. We zagen een paar maal een groep chimps hoog in de bomen. Ze waren een beetje moeilijk te fotograferen vanwege het tegenlicht. Maar hier moesten we het toch mee doen.
Na een voortreffelijke lunch in het nieuwe restaurant op de camping vertrokken we in de middag voor een swamb-walk. Deze wandeling was zeer de moeite waard. We zagen wel vier verschillende soorten apen. We ontmoetten veel kinderen die, met de schoolboeken nog in de hand, allemaal in waren voor een praatje. Een van de groepsleden had een polaroid camera bij zich en maakte direct klaar foto's.Dat was een groot succes.De route liep voor een deel over houten plankiers door het moeras. We zagen daar ook veel vlinders! Langs de route zaten ook kinderen die hun zelfgemaakte, gebakken kleiwerkjes verkochten. Leuke eenvoudige beeldjes.
We hadden een goede plaatselijke gids bij ons, die behalve van apen en planten ook veel vogelkennis had. Daardoor zagen we ook veel vogels en ook weer een nieuwe soort voor Gert. The shining blue kingfisher. Het appeltaartrecept werd meteen weer behandeld.... Terug op het kamp nog even een douche genomen. Ze bleken er toch een te hebben. Hij was eenvoudig maar zeer functioneel. Warm water werd gemaakt door op een gemetselde stenen zuil een grote oliedrum vol water te leggen. Onderin deze stenen toren brandde een houtvuur en zo konden we met warm water douchen in deze verder open bush-douche. Wij waren wat aan de late kant, het vat was al ver leeg. Hierdoor hadden we wel een zeer warme douche....Maar het blijft een speciale ervaring om zo in de natuur te douchen. Ook de toiletten waren hier prima en schoon, misschien wat ver lopen maar dat krijg je als je in de natuur wilt kamperen. Na weer een goed diner werd de rekening voldaan: 25 euro voor 2 diners, een lunch en de nodige pilsjes en wijntjes; dat was niet duur.
Lydia sprak het programma voor de volgende dag met ons door en het beste nieuws daarin was dat we mochten uitslapen! Breakfast at eight o'clock!!!
Donderdag 2 augustus. Wij waren een vroege groep. Altijd ruim voor de afgesproken tijd was alles weer ingepakt. De chauffeurs hielpen ons weer mee. Lydia bakte op bestelling omeletten en had ook al weer een heerlijke fruitsalade klaarstaan.Het brood was intussen wel oud geworden; we moesten eerst de schimmelplekken eraf snijden....We vertrokken dus weer mooi op tijd richting Fort Portal. De weg was nu opgedroogd en goed berijdbaar. De ramen konden nu open en we genoten van de mooie uitzichten op de theeplantages. Onderweg altijd roepende en zwaaiende kinderen. Soms zag je ze niet eens staan. Maar je hoorde ze wel roepen en gillen...MZUNGO...en dus zwaaide je maar. Zij zien jou schijnbaar wel. Als je terugzwaait en in je handen klapt beginnen ze vaak te dansen en te zingen. Het is een prachtig gezicht om die vrolijke toetjes dan te zien genieten. Dit maakt het reizen een stuk aangenamer want de wegen zijn vaak allerbelabberdst.
In Fort Portal werd op de markt inkopen gedaan. Voor het ontbijt van de komende dagen brood, fruit en eieren. Op een van de volgende campings was geen restaurant, dus ook de ingrediënten voor het avondeten werden hier aangeschaft tot en met de kaarsjes voor de sfeerverlichting! In deze plaats was een internetcafé. Dus hier konden we voor de eerste keer het thuisfront op de hoogte stellen van het verloop van onze reis. Iedereen had zelf iets voor zijn lunch gekocht. Het moment dat we de evenaar passeerden was een goede gelegenheid om te gaan lunchen.
Onze nieuwe camping lag in het noorden van het Queen Elisabeth Parc. Dit park is bijna 2.000 km² groot. Het landschap is heuvelachtig. Ook hier heeft de Tsetse vlieg (de overbrenger van de slaapziekte) in het verleden veel slachtoffers gemaakt onder de bevolking. We reden al 40 km door het park voor we op de camping arriveerden. Dus het was goed opletten of we al wild konden spotten. De camping was mooi gelegen met uitzicht op het Kazinga channel en Lake Edward onder handbereik. De wrattenzwijnen scharrelden rond de tent. We mochten de tent niet te dicht tegen de begroeiing zetten, omdat we hier weer kans maakten op nachtgasten! Bijvoorbeeld nijlpaarden en bush- en waterbokken die komen grazen. Maraboes zag je overal op de camping. Vreemde niet echt aantrekkelijke vogels, ook niet van dichtbij!
We hadden na aankomst een uurtje over en dat werd benut door de handen in het (koude) sop te steken en een wasje te doen. Lijntjes werden gespannen tussen de tenten en dat gaf wel een mooi plaatje die schone was met de grazende wrattenzwijnen ertussen. Apart zoals die op hun 'knieën' lopen te grazen. We besloten de dag met een game-drive met plaatselijke gids. We zagen veel vogels, roofvogels, veel Coucals, Mousebirds, Guineafowls en Francolins. En ook een olifant! We besloten de dag in het restaurant van de camping aan een buffet. Het smaakte weer goed. Een paar mensen moesten de was nog even uit de week halen en ophangen. Daarna hoorde je al snel weer de bekende slaapgeluiden om je heen.
Vrijdag 3 augustus. We stonden weer op zo'n tijd op dat we het zonnetje konden zien opkomen. Vandaag staat een game-drive op het programma in de richting van Lake George. Dit ligt aan de andere kant van de asfaltweg, die het Queen Elisabeth Parc doorsnijdt, dan de route van gisteren. De Ugandakob werd veel gezien. Deze antilopensoort komt alleen voor in het westen van Uganda en het oosten van Congo. Het is 'mating season' zodoende zien we veel mannen bezig hun territorium te verdedigen. We stopten bovenop een heuvel en hadden daar een mooi zicht op een kratermeer dat in de diepte lag. Er liggen hier zeven van die meren in de omgeving. Ze bevatten veel alkali en zien er dus leeg uit. Een klein groepje flamingo's stond er te foerageren. Verder troffen we nog buffels met jongen, roofvogels en weer een olifant. Al met al een wat mager resultaat voor 5 uur rondtoeren. Terug op het kamp sloeg de stemming weer snel om bij het zien van een heerlijk ontbijt wat Lydia voor ons had gemaakt. Ze liet ons Jackfruit proeven. Verder zagen we gekookte eieren, warme worstjes , passievruchten alle soorten zoetbeleg en onbeschimmelt brood! We genoten lekker in het zonnetje rondom een soort van open hut met dak. Deze stonden op iedere camping de groepen kunnen hier hun kooktoestellen, tafels en stoelen zetten, eten bereiden en ook overdekt eten als dat nodig is. We waren nog maar net klaar met het ontbijt toen de juf van een schooltje ons op kwam halen. We hadden met Lydia afgesproken dat zij een bezoek aan een schooltje zou regelen tijdens deze reis. Dit omdat we allemaal wat spullen bij ons hadden om weg te geven en het ons maar het beste leek om dit centraal op één plaats te doen. Dit om het bekende schooien langs de weg niet aan te moedigen. We werden ontvangen door de kinderen met liedjes, gedichtjes en een dansdemonstratie. Het was goed verzorgd en we hadden de indruk dat ze blij waren met onze spulletjes.Prachtige foto's hebben we kunnen maken van deze spelende en zingende kinderen.Na dit bezoek moesten we ons al weer snel melden voor een boottocht op Kazinga Chanel.
Hier was het overweldigend wat we aan wild en vogels zagen. De gids die tevens vogelaar was wees ons iedere soort aan. Veel, echt heel veel nijlpaarden in het water, waar we op korte afstand langs voeren. Buffels en olifanten liepen op de oever. Grote groepen van 2 soorten pelikanen stonden samen met aalscholvers te drogen op een uitloper van de oever. Gert werd helemaal enthousiast toen hij een grote groep schaarbekken ontdekte. De vissers waren net hun vangsten aan het uitladen. Zij woonden in een dorpje wat hoger gelegen op de oever. Na de tocht was iedereen zéér tevreden! We gingen een borreltje drinken in de luxe Mweya lodge. Meteen bood dit de mogelijkheid om niet alleen onze batterij maar ook die van de apparatuur weer op te laden. Met allerlei dubbelstekkers werden de stopcontacten optimaal benut. En natuurlijk allemaal gauw even gebruik maken van de prachtige toiletten! We hadden een prachtig uitzicht over het Lake Edward dus we bleven daar tot het zonnetje achter de horizon wegzakte.
Het maal genoten we weer in het restaurant en Isma reed ons met de truck naar de tent, want vanwege allerlei wild, dat op het kamp vrij rondliep, mochten we dit kleine stukje niet te voet doen.... Ik werd nog een paar maal wakker van nijlpaarden en wrattenzwijnen. Ook floot er een vogel heel hard, maar die kon ik niet thuisbrengen.
Zaterdag 4 augustus. Het was weer een verplaatsdag dus alles werd weer ingepakt. We werden al wat handiger met de tenten! Het was even doorhebben hoe je moest vouwen... Lydia had het ontbijt al weer klaarstaan voor ons. Na in alle rust te hebben gegeten zochten we ons plaatsje in de truck weer op. De bestemming van deze dag was het Kigezi wildreservaat. Dit ligt in het zuiden van het Queen Elisabeth Parc. De natuur is hier duidelijk uitbundiger en de temperatuur wat lager, omdat dit deel wat hoger ligt. In het gebied komen tientallen meertjes voor, wat aantrekkelijk is voor vogels en vogelaars! Onderweg stopten we in Maramagamboforest. We bekeken daar een vleermuizengrot, wandelden erdoorheen en beleefden de ervaring van tientallen vliegende vleermuizen om ons hoofd. Het merendeel bleef aan het plafond hangen. Het waren Egyptian Fruit Bats, die ook overdag uitvliegen om te gaan eten. In een diepe holte nog net zichtbaar lag een dikke python nog uit te buiken van een lekker maaltje vleermuis. Die leefde daar echt in de hof van Eden....We reden verder en er stonden veel plassen op de wegen.Daar zagen we veel vlinders omheen zwermen, groot en klein in allerlei prachtige kleuren. Onderweg zagen we een enkele olifant, veel topi's en Ugandakobs.
Gert was heel tevreden met een gespotte Martial eagle op zijn nest. We eindigden onze reisdag op Ishasha River Camp. En dat moment hadden de weergoden uitgekozen om de hemelsluizen open te zetten. Gelukkig begon het zachtjes, dus de tent werd nog zonder problemen opgezet. De rangers van het kamp maakten een groot kampvuur. Wij werden aan het werk gezet voor het diner. Groenten wassen en snijden. Lydia zat achter het kookstel. De chauffeurs deden de vuile vaat van gisteren. Het was een gezellige bedoening en het resulteerde in een heerlijke maaltijd, in de kookhut, met kaarslicht. Het kampvuur deed zijn stinkende best om niet uit te gaan in de hevige regen. We sliepen met het geluid van de regen op onze tent. Tot een uur of 5, want toen kreeg een grote groep bavianen ruzie op het kamp en dat ging er niet zachtjes aan toe!
Zondag 5 augustus. Het kampeerterrein lag er prachtig bij. Een mooi groen grasveld omzoomt door bomen. Aan een zijde lag het aan een wild stromende rivier (de grens met Congo). We zagen en hoorden daar regelmatig nijlpaarden. De sanitaire voorzieningen waren niet bijzonder. Maar daar begonnen we al aan te wennen. Iedere dag werden we een beetje minder fris... Deze dag begonnen we met een game-drive van half acht tot elf uur. We hoopten de boomklimmende leeuwen te ontdekken. Deze komen alleen in Uganda voor.We zagen heel veel bomen maar helaas geen leeuwen daarin. Verder was er ook weinig wild. Het was inmiddels wel droog geworden maar zwaar bewolkt en druilerig. Zo was de stemming ook! Maar Lydia was weer de reddende engel. Ze had een prima ontbijt klaarstaan en een gevulde maag zorgde meteen ook weer voor een beter humeur. In de rivier waren twee nijlpaarden aan het stoeien en dat gaf en hoop gebrul en gespetter.
Een reisgenote was deze ochtend met buikklachten op het kamp gebleven.Tijdens onze afwezigheid was ze naar een dokter gebracht. Die kon haar niet helpen. Uiteindelijk kwam ze in het ziekenhuis van Kampala terecht. Eerst nog onder begeleiding van Lydia. Isma nam haar taak zolang over. En daarna nam Bart de begeleiding van de zieke weer van haar over. Dat was toch wel een groot voordeel van een Nederlandse reisorganisator die in dit land woont en werkt. Na een paar dagen ziekenhuis in Kampala werd ze doorgevlogen naar Nairobi ( Kenia) We hebben haar en haar man tijdens de reis niet meer gezien. UIteindelijk kwam ze, volledig hersteld, een paar dagen na ons weer in Nederland aan.
Na het ontbijt werden de tenten weer ingepakt. We vertokken voor een lange rit naar Lake Bunyonyi. Dit is een meer of eigenlijk een merengebied, in het zuiden van Uganda, tussen Kabale en Kisoro. Het werd een monsterrit van 7 uur! Maar voor we het Queen Elisabeth Parc uit waren ontdekte Lydia vanuit de rijdende truck een luipaard in een boom. Wat een ogen heeft die meid! Hij was prachtig te bekijken en te fotograferen. Daarna ging het verder, maar niet zo heel veel want Isma vond toch nog een boom met vier leeuwen. Nu ging iedereen wel uit zijn dak en was de ellende van 's morgens weer vergeten.
Maar toen werd de reis toch serieus begonnen. De weg was weer enorm slecht dus het was weer hotsen en schudden. Het vlotte dan ook niet erg. We reden over hoge bergtoppen en de weg was vaak glibberig. Isma was een prima chauffeur die zeker geen risico's nam. De uitzichten waren prachtig op een heuvelrijk landschap. Het waren steile hellingen die kort bij elkaar lagen. Deze waren tot aan de top in cultuur gebracht. Men verbouwde er bananen, thee, rietsuiker, casave, boontjes, een soort couscous en mais. Bloeiende bomen in prachtige kleuren en ook koffieplanten. Langs de riviertjes die door de dalen stroomden groeiden lange rijen datura's, wit en geel. De schemering begon al te vallen toen we ze ontdekten, dus ze geurden al heerlijk! Het was inmiddels half acht en Isma stopte in Kabale om brood te kopen voor de volgende dag. Nog een half uurtje rijden, beloofde hij, en dan zijn we bij Bas.Bas was de beheerder van het kamp 'Kalebas' aan het meer. Nederlander, getrouwd met een Ugandese, die geweldige pizza's kon bakken.
Toen we aankwamen op het kamp stond hij al met de menukaart in de hand te wachten. We konden meteen onze bestelling doorgeven. In de tijd dat wij de tenten opzetten werden de pizza's gebakken. De 'meisjes' in de groep deden luxe en namen een kamer dus die waren snel klaar. We waren toe aan een hapje, want na de pannenkoeken 's morgens hadden we niet meer gegeten. Het was genieten, met voor de liefhebbers een koud pilsje of wijntje erbij. We sliepen in met het geluid van wel honderd kwakende kikkers voor onze tent.
Maandag 6 augustus. Nu zagen we, bij daglicht, waar we terecht waren gekomen. Prachtig zag het er uit. Een groot meer en wij stonden met tentjes op een mooi groen grasveld op de oever. Veel bloeiende planten om ons heen. Hetsanitair was goed. Deze morgen stond een kanotocht op het programma. De kano's zijn uitgeholde boomstammen. Het was even tricky om in te stappen maar daarna was het genieten. We lieten ons roeien op het immense meer waar allemaal eilanden in liggen die ook weer bewoond zijn. Het was die dag marktdag dus was er veel vaarverkeer op het meer. Er waren veel volgeladen kano's op weg naar de markt. Een heel kleurig schouwspel. Jammer dat ook vandaag het zonnetje zich weer schuil hield achter de wolken. Alles ziet er altijd zoveel mooier uit in het zonlicht!
We voeren ongeveer anderhalf uur en toen gingen we aan land. We liepen terug nar de camping, wat een hele mooie wandeling was. Johnson, onze gids deed erg zijn best ons alles te laten zien. Hij legde voor ons contact met de vrouwen die op het land werkten en met schoolkinderen die weer op weg waren naar huis. We genoten van de uitzichten op het meer, die zo vanaf de wal nog mooier waren dan vanuit de boot. In het meer zaten otters die we af en toe boven zagen komen. Helaas waren ze te snel voor een foto. Weer terug bij Bas deden we nog even het marktje aan. Het was echt erg klein. Veel westerse kleding te koop die wij herkenden van enkele jaren terug, ook schoenen. En verder was er veel houtskool te koop. De markt was duidelijk ook een heel sociaal gebeuren. Je zag overal groepen mensen staan kletsen. Ook werd er zelf gebrouwen bier gedronken. Na de lunch zwommen we nog een rondje in het meer en verder hebben we gerelaxed in de tuin van Bas. Ook wel eens lekker!
Dinsdag 7 augustus. Vandaag werd de tent weer ingepakt en namen we afscheid van Bas.We gingen een wandeling van ± 14 km doen rond het meer. Het pad was soms een beetje stijgend maar meestal dalend. Er liepen steeds weer kinderen met ons mee. Hier in Uganda is het al net als overal. ' In Africa you never walk alone'. De uitzichten waren werkelijk fantastisch. Op de hellingen werd door vrouwen op het land gewerkt.Er werd geschoffeld tussen de casave en de zoete aardappelen.Vroeger was dit een groot bos, maar omdat de bevolking zo snel groeit is er veel gekapt en wordt het nu voor landbouw gebruikt. Het was duidelijk oogsttijd en er werd gedorst. De sorghum stond in schoven op het land. De maïs was al geoogst. Rond de hutten stonden veel bananenbomen. Verder zagen we veel bloeiende planten. Onbekende, maar ook bekende zoals de datura, lantana en de winde. De weg was onverhard en in het zand zagen we veel afdrukken van blote voeten. Na vier uur flink doorstappen kwamen we weer bij de truck die alvast vooruitgereden was. Vanaf dit punt gingen we verder met de truck op weg naar Kisoro. We waren het er allemaal over eens dat dit de slechtste weg was die we ooit hadden gehad! We hadden twee en een half uur nodig voor een afstand van 31 km. We reden naar het uiterste zuidwesten van Uganda, de uitzichten waren prachtig. Vanaf een bergpas zagen we een vlakte met daarin oprijzend de vulkanen van het Virungagebergte. Dit gebergte ligt zowel in Rwanda, Uganda en in de Congo.
Het stadje Kisoro ligt aan de voet van die vulkanen. We logeerden in Travellers Rest. Een mooie verblijfplaats in een aardig stadje. De kamers lagen rondom een binnentuin waar we konden lunchen en 's middags rustig zitten lezen. Het was ineens wel erg luxe na die weken kamperen. Fris opgedekte bedden, een badkamer met een schoon eigen toilet, een wastafel en een douche voor onszelf met koud en warm stromend water. Het laat zich raden wat we het eerste gingen doen. Hier kwam Lydia ook weer terug bij de groep. We hoorden van haar het nieuws en de belevenissen van de zieke. Toen werd het tijd om te gaan internetten in het stadje. Het viel niet mee, de verbinding was erg traag en van het toetsenbord waren de meeste letters afgesleten. Geen probleem voor de mensen die blind konden typen.....! Het diner werd gezamenlijk met alle gasten genuttigd in de eetzaal. Het was allemaal heel smaakvol ingericht met Afrikaanse kunst en maskers aan de muren en op de tafels. Na de maaltijd gingen we in de lounge nog wat drinken en nakletsen. De open haard was aangestoken, want het koelde hier 's avonds flink af.
Woensdag 8 augustus. Lydia was weer terug, dus ze regelde meteen weer een programma. Na een ontbijt om je vingers bij af te likken...3 verschillende soorten pan-cakes...eieren op 6 verschillende manieren bereid, je kon maar kiezen, gingen we op pad voor de village-walk. Het was een flink stuk rijden voor we aankwamen bij een klein dorp. Daar werden we hartelijk ontvangen. We zagen hoe sorghum werd vermalen zodat er pap of bier van kon worden gemaakt. We bekeken wat huisjes. Iedereen was vriendelijk en we mochten foto's maken. Via een gids konden we met de bewoners praten. Het geld wat we aan deze excursie betaalden, werd aan de bewoners van het dorp gegeven, zodat zij er ook beter van werden. Habari bezoekt zo steeds een ander dorp.
Aan het eind van het bezoek mochten we gaan zitten en namen er enkele vrouwen tegenover ons plaats. Zij wilden verschillende dingen van ons weten over het leven in Holland. Zij vroegen zich o.a. af hoe het nu moest met het land bewerken nu wij weg waren. Ze waren ook erg benieuwd naar onze leeftijd... Na dit dorp bezochten we nog een huis om bananenbier te proeven. Iedereen was het erover eens dat een Jupiler honderd maal beter smaakt. Die middag gingen we winkelen en wat souvenirs aanschaffen. Nu begon het ook weer tegen te avond te onweren. Dit lijkt een beetje een vast patroon te worden. Meestal maar korte buien. Deze avond waren we voor de laatste keer met de hele groep bij elkaar, want de volgende dag zouden er al twee personen door gaan naar Rwanda voor een gorillatracking.
De andere drie gaan dat doen vanuit Kisoro. Ze waren erg gespannen en deden flink inkopen voor het geval ze erg lang onderweg zouden zijn om een groep gorilla's te vinden.
Donderdag 9 augustus. Na weer zo'n heerlijk ontbijt gingen we met drieën en Lydia op stap voor een bird-walk. We kregen een plaatselijke gids mee die beslist geen aanwinst was. Hij wist weinig van vogels. Verder irriteerde hij ons door steeds te vertellen dat hij er trots op was dat een man niet werkt in Uganda. Dat doen de vrouwen! De mannen gaan alleen maar naar de bar om bier te drinken en spelletjes te doen.... Gelukkig konden Lydia en Gert wel heel wat vogels spotten. We zagen de kroonkraanvogel, het symbool van Uganda, prachtig van dichtbij. Prachtige meren met blauwe waterlelies. Veel wevernesten in de struiken. Terwijl de anderen druk waren met het determineren van de vogels leerde ik twee kinderen vliegeren. Ik had een vlieger meegenomen uit Nederland en hier bij het meer waaide het goed. Het duurde wel even voor ze het door hadden.
Al met al zagen we veel kinderen op de wandeling. Ze waren slecht gekleed en hadden duidelijk honger en gingen niet naar school. Ze vroegen ons om eten en geld. Ik leidde ze af door ze te leren fluiten. Binnen 5 minuten floot de hele groep het melodietje na. Terug naar Kisoro ging we over dezelfde slechte weg als heen. Ongeveer een uur rijden. Onderweg passeerden we veel vrouwen met mooie omslagdoeken in felle kleuren, baby's op de rug en een hoge stapel bagage op het hoofd. Op blote voeten liepen ze zo naar Kisoro, waar het die dag markt was. En dat over een weg die vol lag met scherpe lavastenen. Na de lunch wandelden ook wij naar de markt. We werden aangestaard of we de eerste blanken waren die men ooit zag... Het was een zeer grote markt, waar ook spullen te koop waren uit Congo en Rwanda. Vrouwen waren uren aan het lopen met hun koopwaar op het hoofd. We zagen 's middags tegen 4 uur nog steeds mensen aan komen lopen. En zo moesten ze al die uren ook weer terug! Maar het was een prachtig gezicht, al die kleurrijke vrouwen rondom hun koopwaar. Veel enorme witte kolen, ook suikerriet, aardappelen, tomaten, aubergines, passievruchten. Veel huishoudelijke artikelen en rekken vol met kleurige lappen stof. Niemand wilde op de foto. Alleen als je wat kocht kon je dat soms bij de prijs bij bedingen. Terug op Travellers Rest namen we afscheid van de Rwandagangers.
Vrijdag 10 augustus. Vroeg op, want de beklimming van de Mgahinga stond op ons te wachten. We namen veel water en een lunchpakket mee. Over een zeer slechte weg reden we naar het Mgahinga National Parc waar de vulkaan in ligt. Op het infocentrum kregen we eerst een breefing van Michael, onze gids van die dag.
Het Mgahinga National Parc ligt op het grensgebied met Rwanda en R.D. Congo en maakt deel uit van het National Parc des Volcans in Rwanda en het Parc de Virungas in R.D. Congo. Het bestaat uit tropisch regenwoud en is bergachtig. Dit park heeft veel te lijden gehad van oorlogen en stropers. Het aantal berggorilla's is nog maar een fractie van het aantal dat er oorspronkelijk leefde. Het Bamboebos is erg in trek als voedsel voor deze dieren. Er leven nog drie andere soorten primaten in het park, de zeldzame golden monkey en twee subsoorten van de blue monkey. Qua planten zijn er de speciale heidebomen en de giant lobelia's, en veel vogelsoorten. We moeten speuren naar de Augar Buzzard en de Fiscal Shrike. Na de uitleg gingen we op pad. Er ging vanwege de aanwezige buffels een ranger mee met geladen geweer, Mister Habib.
Het was wat druilerig weer. Onze gids Michael was de kleinzoon van een medicijnvrouw. Hij vertelde over het medicinale gebruik van veel planten. De uitleg was erg interessant maar vormde ook steeds een welkome pauze tijdens het klimmen. Het ging in een behoorlijk tempo. De paden waren in het bamboebos goed. Daarboven was het vooral glad en glibberig. Op steile stukken stonden gladde trapjes, van takken gemaakt. Gelukkig waren de dragers jong en behulpzaam en hield Mister Habib ook alles goed in de gaten. We moesten 1100 m. stijgen om op de top van 3474m hoogte te komen. Daar zou ons een prachtig uitzicht op het kratermeer wachten... Helaas, ook hier veel bewolking en geen zicht. We aten onze lunch op in een koud windje, daarna gingen we snel weer op pad voor een spannende terugtocht. Want ook bij het dalen waren die trapjes enge dingen... We kwamen weer heel beneden en hadden in totaal 6 uur over de wandeling gedaan! Eenmaal beneden keken we nog eens vol verbazing om naar de afstand die we die dag hadden gewandeld. En alsof hij ons wilde groeten kwam de top nog even uit de wolken. We namen afscheid van onze begeleiders en de taxi stond al weer op ons te wachten. Het vervoer van en naar de excursies was steeds geregeld door Habari Travel; het enige wat wij daar nog aan hoefden bij te dragen was een fooi voor de chauffeur.
Een lekkere warme douche in Travellers Rest was meer dan welkom. Daarna moesten we nog even het stadje in om de T-shirts, die we als groep hadden laten bedrukken, op te halen. Na de maaltijd werden ze in de bar ook uitgedeeld aan de chauffeurs en was het tijd voor een 'groene' groepsfoto. De volgende dag moesten we weer van 2 mensen uit de groep afscheid gaan nemen. Zij gingen niet mee naar Rwanda en vertrokken eerder dan wij naar Nederland.
Zaterdag 11 augustus. We vertrokken met maar 4 mensen in de grote truck naar Rwanda. Dus iedereen kon languit. In een goed half uur waren we bij de grens. De gebruikelijke verplichtingen werden gedaan. Kaartjes invullen langs de politie, langs de douane, stempels halen en weer langs de politie... Het is altijd een heel ritueel waarbij iedereen heel ernstig kijkt. Toen waren we in Rwanda. Het land met een heel beladen naam voor veel mensen. Maar nu een rustig land met een goede infrastructuur. Het was opmerkelijk dat we, na alle slechte zandwegen in Uganda, meteen vanaf de eerste meter in Rwanda schitterende asfaltwegen hadden.
Rwanda is het dichtstbevolkte land van het continent Afrika en dat was op de wegen goed te zien aan een ononderbroken rij van lopende mensen. Met takken of manden op het hoofd, of met een ezel beladen met bagage. En de vrouwen met een baby op de rug en de anderen aan de hand. Ook zagen we dragers met een zelfgemaakte draagbaar van 2 stokken en een doek zieken naar een dokter of ziekenhuis brengen. Dit is het land van de duizend heuvels en dat geeft een prachtig landschap. De hellingen zijn vrijwel allemaal in cultuur gebracht met veel gegraven kanaaltjes voor de bevloeiing. Dit geeft mooie mozaïeken. Genietend van de uitzichten hoorden we de enthousiaste verhalen van de gorillatrack van Willem en Yvonne. We hadden hen, samen met Lydia, bij de grens weer opgepikt. Na een vrij korte klauterpartij waren ze gestuit op een groep van 18! De kleintjes nog aan de borst en een mooie silverback als beschermer van de groep. Prachtige foto's hadden ze gemaakt. Ook zij kregen hun groene shirt en hoorden er meteen weer bij.
Ons lunchpakketje werd opgegeten in de rijdende truck. Het landschap was afwisselend en mooi. Onderweg zagen we verschillende Memorials van de genocide. Na een koude rit van 10 uur kwamen we aan bij het Guesthouse dat is gelegen aan het grootst aaneengesloten tropisch regenwoud van Afrika: Nyungwe Forest. We kregen een kamer toegewezen en konden snel aan tafel. Beef en kip met frites. En een pot mayonaise die snel leeg raakte tot verbazing van Mister Eric, de eigenaar van het Guesthouse. We borrelden nog na bij het kampvuur in de tuin en rolden daarna naar elkaar toe in het tweepersoonsbed.
Zondag 12 augustus. Een ontbijtje met een soort rijstpap! Gelukkig ook toast met jam, duo penotti en zo'n heerlijk klein banaantje. Dat was een goede basis voor de wandeling die we met een gids gingen maken. Je kon kiezen uit verschillende wandelingen, de waterval, het swamb, orchideeën of een primatenwandeling. Wij gingen voor de vogeltocht. Ook hier liep de gids weer met een geweer, want er leven behalve 13 primatensoorten ook nog luipaarden, de Golden Cat; Serval's en wilde katten in het bos. We zagen veel bloeiende planten en ook orchideeën. Mooie rupsen en de Rwenzori Turaco bleek de vogel van de dag. De wandeling voorde ons ook nog door het Swamb (moeras) waar we op houten plankiers liepen.Terug in het Guesthouse werd ons een lichte lunch geserveerd. Dat licht hadden ze bij de aankondiging wel weg kunnen laten, want we kregen een heerlijke gebonden soep met kaastosti's en ananas toe.
's Middags wandelden we naar het dorpje. Daar waren ze duidelijk geen toeristen gewend, want we werden echt aan- en nagestaard. De kinderen hadden duidelijk wat minder reserves en liepen meteen met ons mee. Ze waren in voor spelletjes, liedjes (vader Jacob in het Frans, Nederlands, en Rwandees) En veel dierengeluiden bleken in Rwanda hetzelfde als bij ons. Zo werd het een gezellige wandeling die we, samen met de dag, afsloten bij het kampvuur.
Maandag 13 augustus. We zaten al weer bepakt en bezakt in de truck toen de zon opkwam boven de theeplantages. Zaterdag waren we van het uiterste zuidwesten van Uganda naar het uiterste zuidwesten van Rwanda gereden. Aan de westkant hadden we zicht op Dem.Rep. Congo en in het zuiden keken we naar Burundi. In het Nyunwe Forest liepen, met het oog op deze grenzen, veel militairen in het park. Nu reisden we naar het noordoosten. We hadden meteen weer mooie vergezichten, maar ditmaal in het ochtendzonnetje. De eerste stop was in Butare . We kochten daar iets voor de lunch onderweg en bezochten daar het Nationaal museum van Rwanda. We zagen daar veel over de gebruiken van het land. De gereedschappen, de manier van wonen. De parken en de dieren. Buiten zagen we mensen aan het werk in nagebouwde hutten en werk-ruimtes. Ze vlochten manden en maakten sierraden etc. Ook was er nog een Botanische tuin. Verder ging de reis naar Kigali, de hoofdstad van Rwanda. Grenzend aan de stad ligt een heuvel die door de Unesco helemaal is volgebouwd voor mensen die terugkeerden na de genocide. We bezochten er ook het Memorial. Hier kregen we wat meer inzicht in de enorme ramp die zich hier heeft voltrokken meteen nadat President Habyarimana werd vermoord in 1994. In 3 maanden tijd werden er meer dan één miljoen mensen vermoord en was er zeker eenzelfde aantal mensen op de vlucht. Het waren schokkende foto's. We lazen hoe een en ander in de geschiedenis was te herleiden en zagen beelden van de berechting van daders achteraf. We bezochten in de tuin het kerkhof en daar waren we in gedachten even bij alle slachtoffers en nabestaanden. Het is vreemd als je dan je weg weer vervolgd door een stad die leeft en functioneert als iedere grote stad. Je zoekt op straat nog even of je inderdaad een Hutu of eenTutsi kunt herkennen aan hun lichaamsbouw.
Maar toen nam het vakantigevoel het weer over. We zagen dat er in deze stad heel veel ambassades zijn. Gevestigd in grote moderne gebouwen. Dit was de eerste grote stad na weken, dus we keken onze ogen uit en waren blij dat we er alleen maar doorheen reden op weg naar het volgende natuurpark. Het was nog drie uur rijden naar Akagera N.P. waar we dan ook in het donker aankwamen. Het was een lange reisdag met veel indrukken. We sliepen in een groot hotel en schoven 's avonds aan aan het dinerbuffet.
Dinsdag 14 augustus. En ook het ontbijt was in de vorm van een buffet. Zeer uitgebreid! We vertrokken weer op tijd. Het hotel lag een uur rijden van het Park. We kregen weer een plaatselijke gids mee. De voertaal in Rwanda is Frans. Onze gids sprak een mengeling van Frans en Engels en was niet altijd goed te volgen... We zagen niet veel dieren, wel redelijk wat vogels maar de gids was helaas geen vogelaar. Het park grenst aan Tanzania. Een groot deel van het park werd aan de bevolking gegeven voor de terugkerende vluchtelingen. In het overgebleven gebied leven toch nog wel veel soorten zoals olifanten, buffels, giraffes, zebra's, impala's luipaarden etc. Wij zagen als enige van al deze soorten de giraffe en die liet zich dan ook mooi fotograferen. Het landschap was mooi, heuvelachtig.De middag werd besteed aan wat wandelen rond het hotel. Er was een zwembad in de tuin, maar daar was het wat te koud voor.
Woensdag 15 augustus. We pakten onze koffers weer in en gingen weer op pad. Onze truck was weer schoongemaakt, ontdaan van alle bladeren, takken en rood zand van de game-drive van de vorige dag. Het was vier uur rijden naar de grens met Uganda bij het plaatsje Mirama. Al na goed anderhalf uur rijden moesten we een garage opzoeken omdat er problemen waren met de versnellingsbak. Dit moest ter plekke gerepareerd worden. Meteen verzamelden zich een groep kinderen rond de truck die om allerlei zaken gingen vragen. Gelukkig hadden we nog een voetbal in de truck en daar waren ze wel voor in. Eenmaal bij de grens voltrok zich het bekende ritueel weer. Stempels, politie en douane en 50$ betalen. De klok kon weer een uur vooruitgezet en de taal was weer Engels. En de wegen weer van zand met kuilen! We hadden nog een lange weg te gaan. Af en toe een Pi-stop en we lunchten deze keer in een restaurant waar de mannen nog een biljart ontdekten. We reden langs Brahama waar de huidige president Yoweri Kagutu Museveni woont. In het gebied na de grensovergang was opvallend veel bananenteelt. Vrachtwagens vol, maar ook veel fietsen volgehangen met bananen. Al game-drivend kwamen we op onze plaats van bestemmig: Lake Mburo N.P. We scoorden onze eerste zebra's en impala's van deze reis. Dit park is het kleinste N.P. van Uganda. Vroeger woonde hier het Bahimavolk, veehoeders. Maar ook in dit gebied werden de mensen verjaagd door de slaapziekte. Pas rond 1960 was de tsee-tseevlieg afdoende bestreden en keerden de Bahima's terug. Het wildleven had zich inmiddels flink uitgebreid dus de nieuwe bewoners begonnen op grote schaal te stropen om hun vee te beschermen. De Ugandese overheid stak hier een stokje voor en maakte een wildreservaat van het gebied. Inmiddels is besloten dat een kleine groep Bahima's in het gebied kan blijven wonen, voornamelijk om te kunnen blijven vissen. Maar tijdens een game-drive kun je ook kuddes 'gewone' koeien tegenkomen. In dit park leeft ook de eland antilope, luipaarden en veel bavianen. Op de camping zat al hoog in de bomen een koppel African Fish Eagles op ons te wachten.
De camping lag aan de rivier en je hoorde de hippo's brullen en stoeien in het water achter de bosjes. Wel spannend want het sanitair was van zo'n kwaliteit dat wij ook af en toe achter die bosjes moesten....Het diner hadden we in een open gebouwtje op de camping. Voor omgerekend 4 euro hadden we een prima maal in een prima omgeving; gewoon de vrije natuur om ons heen met alle daarbij horende geluiden. De kampwachters hadden een kampvuur aangemaakt tussen de tenten om 's nachts ongewenste viervoeters af te schrikken.
Donderdag 16 augustus. Om 5.00 uur werd ik wakker, het waaide hard, het vuur brandde nog. Ik hoorde de krekels en af en toe een hippo. Buiten zag ik voor de eerste keer deze reis een mooie sterrenhemel. De hele vakantie hadden we steeds veel bewolking. Gisteren hadden we onderweg zelfs nog een flinke regenbui! We begonnen de dag met een game-drive. We mochten kiezen lopen of met de truck. Wij besloten tot die laatste mogelijkheid. We vertrokken nog in het donker. In de verte kleurde de hemel rood. Prachtige luchten vanwege de inmiddels weer aanwezige bewolking. In het ochtendschemer zagen we als eerste een groep impala's. Wat stonden ze daar mooi in het ochtendlicht We konden daar alleen maar van genieten want het was nog te donker om te fotograferen. Daarna doken de buffels op met jongen en een hele grote vaderbuffel op de uitkijk! Ook de topi's waren mooi te bekijken, ook deze groep had jongen. Verder nog waterbokken, en ook zebra's met jongen. Af en toe grote groepen apen ruziënd in de bomen en een grote groep koeien met enorme horens. Het werd inmiddels tijd voor ons ontbijt. Na het eten zei Isma nog een keer CHOP-CHOP en opgevoed als we inmiddels waren wisten we wat er dan van ons verwacht werd...vertrekken...! De bagage ging in de truck, de tenten werden voor de laatste keer ingepakt. Zo begon onze laatste rit, terug naar Bart in Entebbe. De route liep via Masaka en Kampala. We lunchten in een souvenirwinkel en we stonden weer op de evenaar. De bekende proefjes lieten we voor wat ze waren en er werden nog even souvenirs aangeschaft in de stalletjes rondom. Vandaar was het nog een lange rit. Af en toe een Pi-stop en een lege tank. Echt Afrikaans komt er dan uit het niets toch weer iemand met een jerrycan diesel aangelopen en waren wij weer gered tot de volgende benzinepomp.
We reden door de voorsteden van Kampala en het zag er zwart van de mensen... Het had net geregend dus stonden er overal plassen op de zandwegen tussen de winkeltjes die soms niet meer waren dan een open container. Heel veel uitlaatgassen en modder! We keken onze ogen uit en lieten meteen het plan varen om de volgende dag te gaan winkelen in Kampala. Na drie weken in de natuur werden we nu weer geconfronteerd met de dagelijkse leefwereld van de grote stad. Tegen 19.00 uur reden we het terrein van Entebbe's Guesthouse weer op en was het rondje compleet.
De tafel stond al klaar in de tuin. De crew werd bedankt, mooie gemeende woordjes werden gezegd en de enveloppen werden uitgedeeld. Lydia deed nog een woordje terug. Zij bedankte ons ook, ze had zich samen met Isma 'part of the family' gevoeld. Het diner werd binnen geserveerd, want buiten werd je zelf het avondmaal voor de vele muggen. En wat kregen we als toetje? Appeltaart!! Geregeld door de twee meiden die eerder naar huis gingen en dus ook een paar dagen voor ons al bij Bart waren.
Vrijdag 17 augustus. Onze laatste dag in Uganda en een vrije dag. We besloten naar de botanische tuin te gaan en dat bleek een goede beslissing. Het kon te voet want het lag op loopafstand van ons guesthouse. Daar zagen we veel terug van wat we ook tijdens de reis al waren tegengekomen. De apen klommen vrij door de bomen. Diverse aparte vogels vlogen in verschillende landschappen. Zelfs het tropisch regenwoud was aanwezig met reuze varens en tilantia hangend in de bomen.Het was een ontspannen wandeling. We hadden nog wat tijd over, dus liepen we van hier naar de ZOO. Daar zagen we nog de laatste van onze Big Five, de neushoorn.En ook nog een groep chimpansees spelend op de grond. Nog snel even wat foto's gemaakt!
Zo was het een heel gezellige dag waarin we alvast begonnen herinneringen op te halen. Bart verraste ons nog met een heerlijk laatste avondmaal . Allemaal een grote Tilapia uit het Victoriameer. Verser hadden we die nog nooit op! We bekeken nog de foto's die Lydia tijdens de reis met een digitale camera van Bart had gemaakt. We kregen allemaal een c.d. mee naar huis.Zo konden we thuis meteen wat foto's laten zien; service van Bart. Lydia kwam nog voor een laatste groet 'on the African way', ze ging naar huis. En om 19.00 uur was het ook onze tijd om te gaan. Zonder problemen checkten we in voor de nachtvlucht.
Zaterdag 18 augustus. De vlucht verliep voorspoedig. Bij het ontbijt kregen we wentelteefjes. We landden om half zes op Schiphol. We vlogen in acht uur 6375 km in de airbus A330- 200. De klok ging weer 1 uur terug en om negen uur waren we weer thuis, in Teteringen. We hebben een prima reis gehad in Uganda en Rwanda. Een goed gezelschap, zeer eensgezind en allemaal in voor een grapje. Ook allemaal de instellig; ‘Niet zeuren..GENIETEN. We waren allemaal ervaren reizigers en Afrikagangers. De reisdagen waren soms erg lang, de wegen slecht, vaak heel slecht!
Het weer werkte lang niet altijd mee. Maar de natuur was prachtig. Schitterende landschappen. Veel bloemen. Veel vogels. Wat minder groot wild, alleen soms wel bij de tent! Super vriendelijke bevolking, zowel in Uganda als in Rwanda. Zelfs winkelen is hier een genot. Je loopt zonder dat een opdringerige verkoper je hindert zo winkel in, winkel uit. En, last but not least een perfecte crew. Isma had goede manieren, was een prima chauffeur en hij stond altijd klaar, ook na een inspannende reis om weer te helpen met het opzetten of afbreken van de tenten.Zijn lach was heerlijk en het CHOP-CHOP zullen we niet vergeten. En Lydia was een prima meid, regelde alles goed en gaf ons heel veel informatie over haar land en cultuur. Ik ga haar en haar land niet snel vergeten....
Augustus 2007 Els Bouwmeester.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}