bouwmeestersoppad.reismee.nl

(1) Zuid ETHIOPIË 2011. Reisorganisatie: SAWADEE

Deel 2 van een rondreis door ETHIOPIË

Dag 13 Lalibela - vlucht naar Addis Abeba
Vandaag vliegen we in circa tweeënhalf uur naar Addis Abeba. Hier overnachten we in het ons bekende hotel. 's Middags kun je nog een bezoek brengen aan het museum of aan één van de vele prachtige of kerken die Addis Abeba rijk is. Ook op culinair gebied kun je vandaag je hart ophalen in een van de vele restaurants die Addis rijk is.

We vertrokken tegen negen uur weer naar het vliegveld. De reis door het noorden werd vandaag afgesloten enwe vlogen terug naar Addis Ababa. Het vliegtuig vertrok wat eerder zo waren we ook mooi op tijd in Addis. Ik had vanmorgen al een verslagje geschreven voor de site en had mijn hoop gevestigd op deze stad. Alles bij de hand, verhaal op het stickie, foto's ook, dubbel verkleind! Eerst hebben we het internet in het hotel geprobeerd. Na 45 minuten en één mailtje verder heb ik het opgegeven. Toen zijn we op zoek gegaan naar het internetcafe in de stad. Dat hadden we al snel gevonden... No power... We dronken ergens een glaasje cola en toen we in de supermarkt wat water kochten zagen we daar de lampen branden. Terug naar het internetcafe en ja, ze hadden weer power! Maar nu bleek dat ik mijn stickie niet mocht gebruiken. Ze waren bang voor een virus. Er zat een jong stelletje met een laptop die de documenten van mijn stickie wel op een cd wilden branden en dan kon ik die gaan gebruiken... Na veel geprobeer en een cd rijker bleek dat ook niet te werken... Mijn humeur was inmiddels heel ver gedaald! Terug in het hotel hebben we het daar ook nog eens geprobeerd. Uiteindelijk is het zo afgelopen dat we weer een uur verder geen foto's maar wel het verslagje naar Jaap hebben gemaild. Nu maar hopen dat het goed is aangekomen! We gaven het verder op en namen een drankje in de bar!

's Avonds hebben we met Els en Thea gegeten in het restaurantje van de allereerste avond. Het eten was heerlijk en er werd weer gezongen en gedanst. Het dansen was deze keer erg leuk. We gingen met de taxi heen en terug voor 60 Birr per rit. (3 euro)

Dag 14 Addis Abeba - Arba Minch
Vroeg in de morgen vertrekken we naar het zuiden. We rijden naar de aan een prachtig meer gelegen stad Arba Minch. Dit is de laatste echte stad voor de bush begint. Onze uitvalsbasis in dit bijzondere gebied is een hotel in Arba Minch met schitterend uitzicht over de twee meren Abaya en Chamo.

Om half acht vertrokken we met vier 4-wheel drives naar het zuiden! De tenten in de jeeps en de benzine in grote jerrycans bovenop. Het zag er heel echt uit! Het tweede deel van onze reis was begonnen! Het waren comfortabele auto's. De eerste 2 uur reden we door een redelijk vlak landschap ten zuiden van Addis Ababa. We dronken een bakkie koffie, lekker in het zonnetje, zodat de chauffeurs hun ontbijt nog konden nemen. Na de koffie veranderde het landschap. Het werd wat groener en we zagen veel bananenplantages. De hutten waren mooi, met een ruim erf eromheen. De hutten waren een maatje groter dan we anders zien en rondom de deuren waren mooie patronen geverfd in de kleuren wit, zwart, oker en donkerbruin.

Je kon aan alles zien dat de mensen het hier wat beter hebben. We passeerden verschillende grote steden die er weer uitzagen als alle grotere steden. Veel winkeltjes, klein en vaak van golfplaten,het is er vaak rommelig en je zag er veel mensen op straat. Het was ook goed te zien dat we nu in een gebied waren waar meer moslims wonen. We zagen het aan de kleding van de vrouwen en het aantal moskeeën. We lunchten in een hotel, allemaal aan de spaghetti, dat was nml. snel klaar. Onze rit ging verder de Rift Valley in. Het is nu heel duidelijk dat de grond hier erg vruchtbaar is en dat er genoeg water voorhanden is. Alle soorten fruit zagen we hier, mango's, bananen en papayas. Ook suikerriet en veel graanvelden, en velden vol katoen, het was net oogsttijd, dus de planten zaten vol grote witte dotten. We sliepen die nacht in Arba Minch. Het was een apart hotel, losse kamers in een rijtje in de tuin en een schitterend terras met zicht op de twee meren, Abayo en Chamo. Eenieder liet zich het koele biertje goed smaken! We waren 9 uur onderweg geweest maar toch waren we nog redelijk fit. In zo'n auto is het reizen veel minder vermoeiend dan in een bus en we stopten regelmatig voor een pauze. We merkten meteen dat het een stuk warmer was, we zaten nu ook niet meer op hoogte en... we gingen onder de klamboe!

Dag 15 Arba Minch - optionele boottocht op Lake Chamo
Vandaag is een dag met diverse mogelijkheden. 's Ochtends brengen we een bezoek aan de Kamu of Dorze nabij het dorpje Chencha. De Dorze staan bekend om hun metershoge hutten van hout en bamboe in de vorm van bijenkorven en om hun weefcapaciteiten. We maken een korte wandeling door het dorp en krijgen hier een uitleg over de cultuur. De mensen die toe zijn aan een rustige ochtend kunnen er ook voor kiezen op eigen gelegenheid Arba Minch te ontdekken of relaxen op het terras van het hotel met uitzicht over de meren. 's Middags kunnen we een boottocht maken over Lake Chamo naar de zogenaamde 'crocodile market'. Dit is een absolute aanrader: waarschijnlijk zag je nooit eerder zoveel grote krokodillen van zo dichtbij! Ook kun je nijlpaarden, visarenden, pelikanen en Guji vissers zien.

We stonden op tijd op voor de zonsopgang. Dat was niet echt een straf want het was warm geweest vannacht! Onder de klamboe... Hier is het echt malariagebied en er zaten dan ook veel muggen! Ook deze morgen was er weer wat misgegaan met de bestelling. Er bleven 3 omeletten over... Wel sneu voor de bediening maar ze schreven het ook echt niet goed op.We reden een uurtje bergop. Onderweg stonden er steeds kinderen, soms met tweeën, soms met een hele groep, te dansen, en acrobatische toeren uit te halen. Veel gezwaai en lachende toetjes, maar ook wel steeds de vraag: 'you,you,you give me money, give me one birrr!'. We kwamen bij het dorp Cencha en bezochten een huis bij de Dorze stam. Deze mensen leven in hutten die tot de grond bekleed zijn met reepjes bananenblad. Er is ter plaatse een organisatie aan het werk die gidsen heeft opgeleid om toeristen rond te leiden. Steeds is een ander gezin aan de beurt voor een bezoek. Eerst bekeken we de hut. Een ruime hut met een vuurtje in het woongedeelte waar ook banken zijn. Gewoonlijk koken ze buiten! De kip ligt met haar kuikens onder een bank. Er is een afscheiding naar de slaapkamer waar het hele gezin slaapt. Verder is er nog een bijkamer waar nu een koe met 2 kalfjes stond. De kalfjes waren nog afhankelijk van de moeder voor de melk daarom verbleven ze nog in de hut. Daarna lieten ze ons zien hoe ze van bananenblad ( False banana's) draden trokken die ze kunnen gebruiken als touw. De merg wordt uit de stelen van het blad gehaald. Dit wordt gewikkeld in bananenblad, weggelegd onder een paar stenen. Dit mengsel gaat fermenteren, een beetje zoals onze zuurkool. Na een paar weken is het dan een soort kaas geworden. Het rook er nu zelfs al naar!

Er werd voor ons een voorraadje opgegraven van een dikke grijze brij. Op een ijzeren schaal ging eerst een bananenblad en daar ging de dikke deegplak op. Op een houtskoolvuur werd er zo een soort van pizzabodem van gebakken. Ze werd later geserveerd met een sausje van rode peper, knoflook en ui. Pittig maar lekker. We mochten er een slokje bier bij drinken, zelfgemaakt van graan en ook nog een hele sterke gestookte jenever. Het was sterk maar ook lekker. Ik heb met de kinderen nog wat gebellenblaasd, dat doet het altijd, ze leken het niet echt te kennen en zelfs de tieners wilden het graag een keertje proberen... De twee kleinsten kregen van mij een muts. Ze werden uitgebreid gefotografeerd, voor Ine. De handel was ondertussen uitgestald en opgehangen dus ik kocht nog twee sjaals, mooi, het lijkt wel zijde. Op de terugweg naar de auto passeerden we nog een schooltje waar de kinderen spontaan begonnen te zingen! Na een bakje koffie in de lodge die hetzelfde project daar heeft gebouwd, gingen we een hapje eten in de stad. Ik nam een injera met een bonensaus.

Tegen half drie gingen we op pad voor een boottocht op het Chamo meer. Een van de twee meren die hier tegen Arba Minch aanliggen. We zagen al snel krokodillen net boven het water drijven. We begonnen trouwens al goed met twee visarenden boven in een boom, daarna stond er de Goliath Herron langs de kant tussen het riet. We voeren naar een eiland waar veel pelikanen en krokodillen lagen. Enorm grote beesten, die krokodillen maar ook de pelikanen mochten er zijn, een extra grote soort! De nijlpaarden lagen in een clubje bij elkaar en af en toe deed de grootste zijn bek wagenwijd open voor een enorme gaap! We kregen de tijd om ze goed te bekijken, Gert en Eric hielden zich bezig met de vogels! We waren rond half zes weer terug op het kamp en het is een heerlijke dag geweest!


Dag 16 Arba Minch - Konso - New York Canyon
Vandaag gaan we heel vroeg op pad richting Konso. De weg wordt omzoomd met enorme bananenplantages en onze jeeps worden regelmatig omringd door enorme kuddes koeien, die door de veehoudende stammen naar de veemarkten in de steden worden gedreven. De Konso staan bekend om de houten totems die als eerbewijs op graven van 'helden' werden geplaatst. De totems symboliseren de held, zijn vrouwen en de gecastreerde vijanden die hij tijdens zijn leven heeft gedood. Ook de ommuurde dorpen van de Konso zijn heel bijzonder: een doolhof van kleine paadjes en steegjes, met overal gemeenschapshuizen en hutjes binnen kleine familie-erfjes. De mannen dragen vaak felgekleurde hoedjes, terwijl de vrouwen opvallen door hun kleurrijke shirts en strak naar achteren gevlochten haar, soms vastgezet met metalen pijpjes. De terrassen op de heuvels zijn beplant met 'sorghum', waarvan dit volk een eigen bier brouwt. Op zaterdag is het marktdag, en zie je van heinde en verre de vrouwen in hun karakteristieke kleurrijke shirts naar de markt wandelen.
Na een bezoek aan de Konso bezoeken we het prachtige geërodeerde landschap van de Canyon ‘New York' en indien de tijd het toelaat ook een traditioneel dorpje in de omgeving. We verblijven vannacht in een zeer eenvoudig hotel.

Op tijd opstaan! Deze dag staat een o.a. een bezoek aan een Konsodorp op het programma. We rijden van Arba Minch naar Konso. Het was ruim 2 uur rijden, een mooie rit met genoeg te kijken! Eerst krijgen we de kamers in het zéér eenvoudige hotel. Onze Erik, de reisleider, heeft op een smeuïge manier de meest verschrikkelijke dingen vertelt over dit nieuwe hotel. De huisjes liggen om een soort van binnenplein met allerlei barretjes en terrasjes. Daar kan tot laat in de nacht flink gefeest worden... En zeker op zaterdag. Volgens hem kan het zomaar gebeuren dat er een stelletje besluit om na al het feesten de kamer naast de jouwe te nemen en daar dan nog ff door te feesten... Ieder kamer heeft een douche en toilet maar of dat werkt en of er ook water uit de kraan komt is maar afwachten. Na al deze waarschuwingen viel het allemaal mee. Het was wel zaterdag maar nog middag, er werd nog niet gefeest... En we zorgden zelf voor bekende buren.. Ik heb eerst de dekens van het bed gehaald, daar ben ik altijd vies van. Ik gebruik meestal mijn eigen lakenzak. Ook de kleedjes voor het bed schuif ik er meteen onder. Wij hadden geen huisdieren op de kamer, maar ik hoorde van de anderen van dikke kakkkerlakken en een paar hadden in het vorige hotel vlooien in het bed.. Wij zijn nog even gespaard! !De spulen werden op de kamer gelegd en het was meteen weer verzamelen voor een bezoek aan een Konsodorp.

We waren al gewaarschuwd. Fotograferen kost hier geld en ze zouden ons alleen zien als een wandelende Birrbuidel. Na de slecht onderhouden weg door de bush en langs de landbouwgewassen staan we voor een omheining gemaakt van stokken, staken, basaltsteen en gedroogde aarde. De Konso beschermen hun dorpen op deze manier tegen wilde dieren en modderstromen. Vroeger had deze omwalling ook een defensieve functie. Meteen komen vrouwen en kinderen aangelopen met allerlei vaak zelfgemaakte spulletjes en kralen. Met de gids wordt afgesproken om pas dingen te gaan kopen nadat we het dorp hebben gezien.

Binnen de omheining staan de hutten dicht tegen elkaar. Op sommige plaatsen overlappen de lage strodaken elkaar zelfs. Het is een wirwar van muurtjes, gangetjes en paadjes. Er was ook een groot plein, daar stond een enorm hoge boom. Toen we wat dichterbij kwamen zagen we dat er meerdere boomstammen tegen elkaar waren gebonden. Bij de uitleg horen we dat er iedere zeven jaar weer een nieuwe stam bij wordt gebonden. Hier ontmoet men elkaar, worden feesten gevierd en ook hier ligt een grote steen. Een jongeman moet hem kunnen optillen over zijn schouder. Lukt dat dan mag hij een bruid uitkiezen en trouwen, zoniet, dan moet hij een jaar wachten voor hij het opnieuw mag proberen.We struikelden bijna over de mensen. Sommige waren druk om ons allerlei ambachten te laten zien. En inderdaad, de mensen waren er echt op uit dat er een foto van ze gemaakt zou worden. Ze gingen op mooie plekjes staan, gingen zitten spinnen of een muziekinstrument bespelen. Het was alleen jammer dat ze zich vliegensvlug verplaatsen om iets verderop weer dezelfde handeling te verrichten en dan nogmaals hun hand op te houden. Er waren kinderen die een zelfgemaakte bril op hadden, alles om maar gefotografeerd te worden en een birretje te vangen...

Een Konsogezin bestaat gemiddeld uit 5 personen. Ze wonen op een stukje grond wat omheind is met een muurtje. Binnen de afscheiding is de plek voor het vee door een tweede muurtje afgescheiden. Er staan een of twee hutten voor bewoning en een aantal kleinere als opslagplaats. De hutten zijn laag, rond van vorm en in het midden bevindt zich een paal. Bovenop het strodak staat een voorwerp van aardewerk ter versiering. Alle ruimte wordt optimaal benut. Zelfs in de ruimte tussen de muurtjes is nog sorghum aangeplant. Ieder dorp heeft een mannenhuis. Dit is een grote open hut die aan het begin van het dorp staat.Daar slapen de ongetrouwde mannen van het dorp vanaf de tienerleeftijd. Zo kunnen zij meteen het dorp bewaken.

De Konso zijn voornamelijk landbouwers. Ze verbouwen gierst, sorghum, katoen en maïs. Ze doen dit tegen de berghellingen waar ze een soort terrassen hebben gemaakt. Van een afstand zien deze landbouwgronden er prachtig uit. Ze lopen trapsgewijs en zijn afgeschermd met stenen muurtjes om de aarde tegen te houden. De Konso mannen en vrouwen werken beiden even hard. Ze bewerken samen het land, spinnen en weven, maken aardewerk en legen kalebassen om er melkkommen of boterbakjes van te maken. Deze producten worden op de lokale markten verkocht. De mensen waren mooi gekleed. De mannen dragen felblauwe hoedjes terwijl de vrouwen opvallen door hun rokken waar aan de bovenkant een gekleurde strook gerimpeld zit. Ze hadden ook mooie kralen om.

Gert was snipverkouden en maakte niet veel foto's en ik filmde. De bevolking van Konso is Protestant, de missionarissen hebben dat 60 jaar geleden gebracht. Ze leven in negen verschillende dorpjes, die ieder weer bestaan uit negen families.Wel mogen de mannen, ook al zijn ze christelijk, 2 á 3 vrouwen hebben. Ze hebben zelf scholen en aan het hoofd van ieder dorp staat een chief en aan het hoofd van alle dorpen staat de koning!

Vanaf dit dorp werden we naar het museum gebracht en daar konden we veel lezen over hun leefwijze, geboorte, sterven en alles ertussenin. Ze hadden er prachtige waga's (houten totems) staan die orgineel op de graven van de doden werden gezet. Er waren prachtige waga's bij. Heel summier bewerkt maar ze verbeelden prachtige mannen. De ogen waren vaak stukjes ivoor of schelpen. Er waren er veel te bekijken in het museum. Dit is vanwege het trieste feit dat, nu hier meer toeristen komen er zoveel waga's van de begraafplaatsen gestolen worden dat er nog maar weinig overgebleven zijn. In het museum kunnen ze gemakkelijker beschermd worden. De koning wordt gemummificeerd als hij dood is, er wordt 9 jaar en 9 maanden en 9 dagen over hem gerouwd en daarna wordt er een plechtigheid gehouden en is het afgelopen, dan hoort hij bij het rijk van de doden. Verder lazen we over alle rituelen die nog steeds plaatsvinden bij het volwassen worden bij jongens en meisjes. En het geloof is wel protestant maar allemaal zijn ze ook animistisch en worden nog veel dingen aanbeden zoals bijv. bomen. Het was wel mooi om zo wat meer te lezen over de achtergrond en leefwijze van deze mensen want terwijl wij door het dorp liepen was er niet veel mogelijkheid voor een gesprek.

Na dit bezoek lunchten we met een heerlijke salade, het eerste kunstje van onze eigen kok. Heerlijk, na al die tijd lekkere rauwe groenten. Daarna hadden we nog een druk programma.Er was nog een half uurtje over en toen moesten we ons al weer melden voor een bezoek aan de koning. Het was een aardige man die wat vertelde over de structuur van zijn beleid. Zijn volk is wel 300.000 mensen groot, dus het is een hele taak om te zorgen dat alle tradities goed in stand blijven en nagevolgd worden. Bij conflicten doet hij ook de rechtspraak. Dat gebeurt wel samen met de familie en vrienden van de 2 partijen. Soms lost het probleem zich dan vanzelf al op alleen al door het samenbrengen van deze mensen. Ook heeft hij de gave om met allerlei hulpmiddelen en rituelen te zorgen dat er regen komt.De koning is een man van rond de veertig, hij heeft aan verschillende universiteiten van Ethiopië gestudeerd. Hij is afgestudeerd als civiel ingenieur. Hij vertelde wel dat hij na zijn studie een moeilijke tijd had gehad om weer terug in de bergen te zijn en zijn taak op zich te nemen. Hij woont geisoleerd van de andere dorpen alleen met zijn gezin. Hij gaat niet naar de dorpelingen toe, zij komen naar hem. Hij is de twintigste in de lijn van Koningen. De oudste zoon volgt altijd de vader op en nooit een dochter. Een koning mag alleen eten wat speciaal voor hem is klaargemaakt. Dit geldt ook als hij op reis is. Zijn vrouw is hem toegewezen en uitgezocht door zijn vader en een paar wijze mannen. We mochten hem verder nog van alles vragen en we vroegen hem natuurlijk of hij niet liever zelf een vrouw had gekozen. Zijn antwoord was dat hij het zelf niet beter had kunnen doen. Er volgden nog vragen over de opleiding van de mensen in zijn dorp, over ruzies en meningsverschillen.

En over de plaats van de vrouw in de Konsosamenleving. Het bezoek werd afgesloten met een rondleiding langs zijn hut, keuken, houten badkuip, en de mummiehut. In deze mummiemut blijft de gestorven koning 9 maanden op zijn stoel zitten , daarna wordt hij, ook in zittende houding begraven. Er liepen ook een aantal schapen, geiten en kippen op het erf. We namen afscheid van de koning en gingen in het bos nog kijken naar de waga's van zijn grootvader en vader. Daarna hadden we een mooie rit naar de New York Canyon.

Eigenlijk heette het New work omdat er nog veel werk aan was om het in gebruik te gaan nemen... Het was een prachtig gezicht, rode zandsculpturen, mooie vormen gekregen door het wegspoelen va het zand. Als we wilden konden we afdalen naar beneden. Een groep ging dat doen, maar omdat ons verteld was dat het een behoorlijk steile klim naar beneden was en weer een moeilijke klim naar boven over losliggende stenen, sloot ik me aan bij de marktgangers. Dat was wel ontspannend. Het was voornamelijk een markt van granen en gebruiksvoorwerpen. Het was ook prachtig om die vele mensen in hun mooie kleren zwaarbeladen te zien teruglopen naar hun dorp. In het late middagzonnetje en in dat in het donkerrode zandlandschap. Prachtig uitgelicht.

We waren op tijd weer terug voor een douche voor we weer een heerlijke maaltijd kregen voorgeschoteld door onze kok. Vanwege stroomstoringen werden de muziek en het feesten wat gematigd en konden wij op tijd de slaap vatten. Oh, nog even over de kamer, we hadden dus een werkende warme douche! Alleen het toilet konden we wel doortrekken maar de stortbak zat niet aangesloten op het toilet. Daar kwam je pas achter als je wilde doortrekken en de hele stortbak zich leegde op jouw voeten....

Dag 17 Konso - Turmi
Op weg naar Turmi rijden we door een landschap met verschillende soorten acacia's, wonderlijke 'olifantsvoet-bloemen' en metershoge termietenheuvels. Je merkt al snel dat de wegen in dit gedeelte steeds slechter worden en dat ook het landschap steeds kaler en ruiger wordt. Dit gebied is het domein van de (semi-) nomadische veetelers en hun enorme kuddes koeien en geiten. Hier leven meer dan tien verschillende stammen met elk hun eigen uiterlijke kenmerken, animistische religies en typische culturele tradities. Na een stop in Weyto brengen we een bezoek aan de Erbore stam. In de loop van de middag komen we aan in Turmi. In de omgeving wonen de trotse en vriendelijke Hamar. De vrouwen lopen in met kralen en kaurischelpen versierde geitenvellen en hebben hun haar in kleine vlechtjes. Ze dragen metalen banden om hun armen, benen en nek en hebben vaak littekenweefsel als versiering op buik en schouders. De mannen scheren hun haar in uitzonderlijke kapsels, doen er klei in, verven dit met beige en oranje kleuren en stoppen er struisvogelveren in. Bij Turmi kamperen we tweemaal in onze tenten op een camping langs een (meestal droge) rivierbedding.

Zondag, 30 januari. Alle spullen werden weer ingepakt en rond 8 uur gingen we op pad naarTurmi. We waren net lekker op weg toen we door een rivierbedding naar de andere kant moesten. Dat gebeurt regelmatig. Het is nu het droge seizoen dus alles, ook de rivierbedding is gortdroog. Helaas was er deze keer een probleem. Een vrachtauto was blijven hangen toen hij omhoog moest. En nog wel midden op de weg. Onze chauffeur, wij zaten bij de hoofdchauffeur in de eerste auto, keek eens links en eens rechts. Ons leek het aan beide kanten niet echt mogelijk om de vrachtauto te passeren maar de chauffeur uit auto 3, nogal een opgewonden standje..'kom maar, kom maar' zei hij. Wij stapten uit en onze chauffeur vertrouwde hem en ja, hij kwam vast te zitten tussen de hoge kant met een boom en de vrachtwagen aan de andere kant. We hingen daar schuin en konden niet meer voor of achteruit...Al snel kwamen er van alle kanten mensen en iedreen had een goed advies, vooruit, achteruit... een paar begonnen al de hoge kant af te graven... Van alle kanten kwamen auto's en bussen en alle pasagiers gingen zich er ook nog mee bemoeien. Er ging toch nog een auto langs de andere kant en die nam de spiegel van de vrachtwagen mee. Kortom, het was een hele consternatie. De souvenirverkopers roken handel en liepen met hun spulletjes te leuren. De passagiers uit de bus, gingen pootje baden in een kleine plas langs de weg waar ook een meisje probeerde haar was te doen... Uiteindelijk lukte het onze jeep om achteruit te rijden. Toen werd er een lange ketting gevormd van de toeschouwers. Zij probeerden met een touw de vrachtwagen omhoog te trekken... Dat lukte niet maar tot ons aller verbazing startte de vrachtwagen zijn motor en liet hij hem achteruit de helling afzakken. De weg was weer vrij, iedereen stapte in zijn vervoermiddel en vertrok... Het was een leuke onderbreking van de reis die ons wel ruim een uur kostte. Maar, een Afrikaan heeft de tijd...

Wij hadden nog een flink stuk te gaan, onderweg dronken we nog een bakkie koffie of thee. We reden door een landschap met verschillende soorten acacia's en we zagen regelmatig bloeiende olifantsbloemenstruiken (scrabble!). Ook verschenen er termietenheuvels in beeld. Metershoog! De wegen werden slechter en het landschap kaler en ruiger. Dit is het gebied van de semi-nomadische veetelers met enorme kuddes koeien en geiten. Hier leven meer dan tien verschillende stammen, elk met hun eigen uiterlijke kenmerken en tradities. Ook zagen we een enkele Dik-Dik de weg oversteken. Het zijn kleine antilopes van ongeveer 40 cm hoog.Wat ook prachtig was waren de bloeiende Jacarandabomen die we overal in Ethiopië zagen. De Jacaranda bloeit met prachtige paars-blauwe bloemtrossen. De bloemen zitten vol nectar dus je ziet altijd wel honigzuigers in deze bomen.

Toen stopten we in het dorpje Erboré. Dat zullen we niet snel vergeten. Iedereen wilde op de foto en wilde Birrs. We hadden even nodig om eraan te wennen maar toen konden we er toch wel een lolletje mee maken.....

We lunchten onder een boom, de kok had koude couscous gemaakt. Het was niet heel bijzonder. Daarna begonnen we aan het laatste stukkie. De weg was onverhard en het werd een stoffige bedoening. Maar omdat wij auto 1 waren hadden we daar niet al te veel last van en ineens stonden we aan een droge rivierbedding van Turmi en daar stonden het onder de bomen helemaal vol met tenten. Het zag er eigenlijk niet uit.. Er was niet echt plaats voor ons en ook niet voor onze kok...

Erik had gehoord dat er 30 km verderop een bullfight was en die wilde zo snel mogelijk met ons op pad. Allerlei knullen die er rondliepen zouden onze tenten opzetten en wij gingen weer op pad... Dwars door de velden, omhoog en omlaag over paadjes die eigenlijk geen paadjes waren... Zand en losse stenen.. Na anderhalf uur hadden we 20 km afgelegd. Toen stuitten we op een viertal jeeps die vast zaten in het losse zand. Er werd overleg gepleegd en uiteindelijk besloten om om te keren. De Bullfight begon pas om 18 uur. Dus dat werd sowieso terugrijden in het donker.. Ik vond het ook niet zo erg want het was nu helemaal niet de periode dat er bulljumpings worden gehouden. Eigenlijk net na de regentijd als er voldoende te eten en drinken is. In deze tijd doen ze het wel eens in de hoop toeristen te trekken die er goed voor betalen, zo kunnen ze dan het eten en het drinken bekostigen. Al die tentjes op de camping waren leeg en 's avonds werd bevestigd dat al die mensen uit die tentjes naar deze bulljumping waren. Dus echt een spektakel opgevoerd voor de toeristen.. En daar ben ik nu net niet zo gek op. Een bull-jumping hoort bij de culturele traditie van de Hamar tribe. Bij een bulljumping moet een jonge man bewijzen dat hij klaar is om te trouwen door naakt over de ruggen van een groep stieren lopen. De stieren staan dan met de flanken tegen elkaar aan. De mannen die de stieren in bedwang houden zijn Maz, mannen die al wel over de stieren gelopen hebben maar nog niet getrouwd zijn. De jongen en de maz worden opgehitst en uitgedaagd door jonge vrouwen die willen dat ze hun roedes gebruiken om hen op de rug te slaan. Dat resulteert in diepe wonden die naderhand opvallende littekens veroorzaken. De vrouwen zijn zeer trots op deze littekens die ze hun leven lang zullen dragen, ze getuigen immers van moed en genegenheid voor de familie. De vrouwen ondergaan de slagen dan ook zonder een krimp te geven. Lukt het de jongen om zonder te vallen drie keer over de stierenruggen te lopen dan mag hij een bruid uitkiezen.

Wij waren nu op tijd op de camping terug en hadden tijd om de tent in te ruimen, en veel, veel te drinken. Iedereen had een niet te lessen dorst.We kletsten wat met elkaar en Gert ging met Erik in de rivierbedding proberen wat vogels te scoren. We dineerden op de heuvel onder een mooie sterrenhemel. We aten spaghetti met véél groenten. Het is een echte pastakok... Het bleef nog heel lang onrustig op de camping. Mensen van alle nationaliteiten praatten nog luid en auto's reden tussen de tenten door. En al om 4.30uur waren de eerste groepen weer in de benen om te vertrekken... Tussendoor sliepen we goed!

Dag 18 Turmi
Je hebt een ontspannen ochtend waarbij je eventueel eerst een vroege wandeling door de droge rivierbedding met bavianen en colobusapen kunt maken. De markt in het midden van het dorp begint rond een uur of elf en is een ontmoetingspunt voor de Hamar uit de wijde omgeving. Er zijn allerlei lokale producten te koop: onbewerkte honing, allerlei soorten bonen, rauwe boter, geurige kruiden, zure lokale yoghurt, tella (lokaal bier) en uiteraard vee. Groenten en fruit zijn in dit droge gebied niet of nauwelijks te vinden.
Al heel vroeg waren we weer wakker omdat er al een groep vroeg op pad ging. We gaan hier natuurlijk ook al vroeg erin dus slaap krijg je wel genoeg... Maar het is dan nog donker dus veel kun je niet doen. We zitten hier echt in het zuiden en hebben geen bereik meer met de telefoon. We aten om half zeven en een half uur later gingen we naar de Omovallei. We gingen een dorpje bezoeken met mensen van de Dassennash stam.

We reden 2 uur tot we bij een rivier kwamen. Met een motorboot en een kano werden we overgezet en toen waren we meteen bij de bewoners van deze stam. De mensen en de hutten in het dorp deden ons erg aan de Samburustam in Kenia denken. De vrouwen hadden mooie halskettingen en ook hun haar en voorhoofd waren versierd met kralen en metalen plaatjes. Soms ook veren op het hoofd. Ze hadden wel een rok aan, vaak van geitenvel. De borsten waren bloot. Door de onderlip was vaak een dun stokje gestoken. Het waren vriendelijk mensen die natuurlijk ook weer graag op de foto gingen. Het zijn veehoeders. Er groeit hier vrijwel niets dus ze leven van het vee, vlees, melk en bloed.

Het was een prettig bezoek en we konden goed afspraken maken over de foto's. Ze waren ook wel in voor een grapje. Op een bepaald moment ging ik op m'n hurken voor de ingang van zo'n hut zitten en riep tegen Gert foto! Net zoals hun dat doen eigenlijk. Toen de foto klaar was vroeg ik 2 Birr. In eerste instantie keken ze even verbaasd maar toen moesten ze toch erg lachen. Dit dorp ligt maar 25 km van de grens met Kenia en Sudan. We zijn echt naar het diepe zuiden afgezakt.We namen de boot weer terug en op de andere oever, alleen een rivier ertussen, waren we ineens weer in de 'bewoonde' wereld! Hier waren weer gewoon winkels en een benzinepomp... We reden weer in twee uur terug. Onderweg zagen we twee soorten guineafowls, the helmeted en the vulturine, een greater kudu, een gerenuk, dikdiks, de carmine bee-eater, een mongoose, de dark en the pale chanting goshawk, batteleur en crowned plovers.

We waren op tijd in Turmi voor de markt. Daar liepen veel Hamarvrouwen. De lucht deed erg denken aan de geur bij de Himba's. Ze leken er ook wel wat op qua kleding en haardracht. Veel kleine vlechtjes, helemaal met rode klei bedekt Ook hun halssierraden zaten onder de rode klei. Ze wilden wel op de foto maar waren helemaal niet opdringerig. We konden heerlijk relaxed over de markt lopen en zelfs grapjes maken met de verkoopsters. We gingen aan het eind van de markt nog een cola drinken met zo'n vrouwtje en dat leverde weer mooie foto's op. Ik heb hier heel wat mutsen van Ine kunnen uitdelen en meteen mooie foto's kunnen maken. We hadden een late lunch op het kamp en pas om half vijf gingen we weer een dorpje bezoeken.

Gert en ik wandelden door de rivier. We kwamen verschillende kinderen tegen. De kleine kinderen lopen gewoon in hun blootje. Soms hebben de jongetjes een kralenkleedje om hun middel hangen. Het geeft wel echt het gevoel diep in Afrika te zitten als er steeds van die diepzwarte kinders in hun blootje om je heen springen. Zij wilden ook wel graag op de foto maar snapten ook wel dat je daar niet echt voor wilt betalen. In de bomen zagen we de colobusapen met hun mooie franjestaarten. Het was echt erg warm, de veertig graden halen we vast wel en we zijn inmiddels in een voortdurende staat van dorst. Het lijkt wel of we niet bijgedronken komen. Het water is erg lauw en lest de dorst niet echt. De zoete limonades trouwens ook niet!

Het dorpje met de Hamar bevolking viel erg tegen. De meeste mensen waren nog op de markt dus we troffen er alleen de achterblijvers! De Hamar zijn half nomadische veetelers. In het leven van de Hamar draait alles om het vee. De status en de rijkdom van de man wordt afgemeten aan de grootte van zijn veestapel. De runderen delen mee in het uiterlijk vertoon en worden vaak met een scheermes van decoratiemotieven voorzien. Ook de oren moeten het ontgelden en krijgen meerdere inkepingen. Als de Hamar niet rondtrekken verbouwen ze sorghum. Ze wonen in hutten van gevlochten takken. Er waren eigenlijk alleen veel kinderen en moeders met baby's in het dorp. Het waren duidelijk niet de gezelligste mensen die achtergebleven waren...

Ze wilden eigenlijk alleen maar op de foto, of je sjaal en t-shirt. Ook vroegen ze om zeep en creme. Uiteindelijk heb ik nog wel met wat kinderen een schrijfspelletje gedaan. We schreven en tekenden met een stok en steen in het zand. Na het eten heb ik mijn verslag weer bij kunnen werken. Gisteren was het 30 graden toen we gingen slapen.

Dag 19 Turmi - Jinka
Vandaag een lange dag over slechte wegen door gebieden waar de Tsemay en de Banna stammen leven. We nemen voor twee nachten onze intrek in een hotel in het dorp Jinka.

We mochten uitslapen tot 7 uur. Helaas vertrokken onze overburen weer om 4.30 u. dus van toen af was het liggen en draaien en draaien en liggen. De wekker gaf aan dat het 26 graden was! Toen het begon te schemeren hebben we de tas ingepakt en konden om 7.30 u. aan het ontbijt.De kok had pannenkoeken gebakken. Heerlijk, met nutella! Dat is pas vakantie! De tenten werden door de hulpjes ingepakt en bleven daar op het kamp. De groep waar Marianne (reis India) mee reist gaan ze over een week gebruiken. Ik hoorde het pas toen we al weg waren, het was leuk geweest om een berichtje achter te laten...

We reisden weer langs een nieuw aangelegde weg. Die is nog niet helemaal klaar en hij ligt vol met grote keien om het verkeer te weren. Het lijkt wel of ze in heel Ethiopie aan de weg bezig zijn! Met name chinezen hebben het wegenbouwproject hier in handen. Onderweg deden we een eerste stop in een klein dorpje, we konden kiezen, of koffie drinken of naar de markt. We hadden meteen al aan iedere hand een kind die ons de weg wezen naar de markt. We moesten ongveer het hele dorp door en daar aan de buitenrand was een piepklein marktje Ze verkochten er wat kralen en leren kledingstukken versierd met kralen.Het ziet er allemaal leuk uit en als je hier zo midden tussen deze mensen staat die deze kledingsstukken dragen ga je serieus twijfelen om er toch wat van te kopen. Maar uiteindelijk toch maar niet gedaan!

Na een uur of twee stopten we weer voor de lunch, de kok had een koude rijstsalade klaargemaakt. Met kikkererwten, vis, krenten, olijven. Het smaakte wel pittig. De fles PiriPiri stond op tafel voor de echte pikanten. Nog anderhalf uur rijden en we arriveerden bij ons nieuwe hotel, in Jinka. Erik had er weer voorzichtig over gedaan maar het zag er prima uit. Na twee dagen konden we weer lekker douchen en de batterijen weer opladen. Nog snel een wasje gedaan en toen het dorp Jinka verkennen. Veel internetcafe's. Maar helaas weinig met ook een verbinding. Dat is toch echt een probleem hier in Ethiopie. Het hele dorp bleek per mobiel via een provider te internetten... Ik had net een hele mail geschreven aan Jaap met het verzoek die op de site te zetten. Net klaar, ik klik op versturen en lauw, loenen.. geen verbinding meer! We hebben nog wat gewacht terwijl een jonge knul toch nog probeerde wat te fixen. Maar we gingen onverichterzake weer verder. Al wandelend kwamen op de markt terecht. Geen toeristen, allemaal vrouwtjes met dezelfde groenten en fruit naast elkaar. We zagen dat iedereen op mango's liep te knabbelen. Dus wij ook aan het fruit: 6 bananen voor 1 birr, 4 mango's voor 2 birr en 8 passievruchten voor 2 birr. Dus voor 40 cent hadden we onze tas vol met fruit. Gert had zijn zakmes in het hotel in Addis Ababa laten liggen dus we kochten er ook maar een mes bij. Terug in het hotel heb ik heerlijk zitten genieten, de passievruchten waren snel verorberd. Gert ging een pilsje pakken, ik deed nog een rondje internetcafe's, maar nog steeds geen verbinding. Nu zit ik op het terras het verslag bij te werken. Lekker vers mangosapje erbij, dus het blijft genieten!

Dag 20 Jinka, bezoek aan Mursi-stam
Weer een vroege start voor een avontuurlijke reisdag. We doorkruisen een ruig landschap met slechte wegen en drooggevallen rivierbeddingen en gaan op zoek naar de beroemde, nog steeds geïsoleerd levende Mursi. In een Mursi dorpje bewonderen we de Mursi vrouwen die als teken van schoonheid en status grote ronde kleischijven in hun onderlip dragen.

2 februari. Op tijd gingen we op weg naar de Mursi Tribe, twee uur rijden door een natuurpark, het Mago Nationaal Park. In 1974 is dit een N.P. geworden om de olifanten en de giraffes te beschermen tegen de intensieve jacht van de inheemse volkeren. Toch jagen de bewoners in en rond dit park nog steeds, ondanks het verbod en de sancties die er op staan. Een van de redenen is dat de oogsten vaak onvoldoende zijn om de volledige gemeenschap te kunnen voeden en door het jagen kan het menu worden aangevuld.De dieren in het park zijn daardoor erg schuw en laten zich nauwelijks zien. De bevolking hier in het zuiden loopt ook standaard met een kalashnikov of een groot mes. We gingen weer bergop en af. Ook door rivieren, in het eerste stuk had het nog geregend dus moesten we diep door het water. Deze stam leeft echt ver van de stad en in de regentijd als de rivieren vol water staan zullen ze wel geïsoleerd liggen! We waren vroeg, dat had Erik goed geregeld want dan zijn er nog geen andere toeristen. We hadden een gids mee en een ranger. De Mursi staan bekend als een vechtlustig volk. De kinderen werden geslagen als ze portefeuilles steelden. Maar als ze niets steelden werden ze ook geslagen. Dus hoe dan ook slaag kregen ze altijd. We kwamen de eerste bewoners onderweg al tegen. In het dorp werden we meteen aangeklampt door vrouwen en kinderen, foto, foto, foto! Het dorp is niet groot en onze gids en ranger gaan eerst prijsafspraken met de mannen maken. Eigenlijk is het te gek voor woorden en we hebben in dit soort situaties ook altijd gemengde gevoelens. Aan de ene kant zouden we ze met rust moeten laten maar aan de andere kant vinden we het ook bijzonder interessant hoe deze mensen leven. Ondertussen was het dorp leeggelopen om ons te bekijken. Er stonden iglo-achtige grashutten. De lage ingang is bewust zo aangebracht en biedt net zoals de donkerte in de hutbbescherming tegen indringers. In gebogen houding is een ongenode gast niet sterk en een overgang van licht naar donker heeft als resultaat dat de ogen zich eerst moeten aanpassen. Voordat dit is gebeurd heeft hij al een flinke tik in de nek ontvangen.... De mensen lopen allemaal met ons mee, ze zijn niet vriendelijk, sommigen zien er zelfs angstaanjagend uit. Er zijn vrouwen die hun gezicht wit beschilderd hebben en een kap van leer en ijzer op hun hoofd dragen.

Als teken van schoonheid en status dragen de vrouwen grote ronde schotels van klei in hun onderlip. Als een Mursimeisje de huwbare leeftijd heeft bereikt krijgt zij een inkeping in haar onderlip die steeds groter gemaakt wordt. Eerst stopt men er een houten stokje door en daarna verschillende houten of kleischijfjes totdat de gewenste opening is verkregen. Ook worden de twee middelste tanden uit de onderkaak getrokken. De vrouw draagt de schijf tot de menopauze of totdat men vindt dat ze voldoende kinderen heeft gekregen. Hoe groter de schijf, hoe meer de familie van de vrouw kan eisen als bruidsschat. Zo'n bruidsschat bestaat uit een hoeveelheid runderen en geiten en een vuurwapen. De versiering van de oren begint al jonger en heeft hetzelfde principe als de lip. Ook de oorlel wordt uitgerekt tot er een kleischotel in past. De vrouwen hebben over het algemeen een kaal hoofd of in motieven gesneden gemillimeterd haar wat ze met scheermesjes bijhouden. Ze dragen stukken blik op hun hoofd en de nek is versierd met schelpenkettingen. Om de polsen en ellebogen zijn alluminium ringen geschoven. Een leren lap dient als rok. De mannen zijn slank en zij bedekken hun huid, die vol met littekens van gestreden gevechten zit spaarzaam. De Mursi leven nog in harmonie met hun omgeving. Ze leven van het verbouwen van mais en sorghum, het houden ven vee en van de bijenteelt. Ook jagen en verhandelen ze producten van wilde dieren. Ze leven geisoleerd van de andere volkeren in de streek. Ze bestrijden andere etnische groepen indiien nodig met lans en kalashnikov.

Er was vrijwel geen andere conversatie mogelijk. De gids vertelde niets over hun leefwijze of gebruiken. Het ging duidelijk en alleen om op deze manier aan geld te komen. Het lijkt hun enige bron van inkomsten. De birretjes die ze van ons ontvingen werden weer gebruikt om de ranger te betalen die o.a. zeep en limonade bij had. Uiteindelijk vertrok de ranger met de meeste van onze birren. Ze hebben ook eigenlijk geen mogelijkheid om verder ergens inkopen te doen dus misschien is het zo wel goed geregeld. Ik had alle hotelzeepjes van deze reis opgespaard en heb die aan de vrouwen gegeven.

Daar waren ze wel blij mee en toen bleek dat het geen betaalmiddel was voor foto's kwam er wel even een meer ontspannen sfeer. Gert bleek erg aantrekkelijk met zijn grote camera, hoewel hij zelf een beetje het idee had dat het ergens anders door kwam... Hij moest twee keer door de ranger worden ontzet uit een hele kluwen vrouwen die aan zijn armen hingen. Ach, het was heel bijzonder om deze stam, met die grote schotels door hun lip van zo dichtbij te kunnen meemaken. Ze hadden niet allemaal hun schotel in en dan hangt er zo'n raar flubbertje i.p.v. een onderlip. De onderste snijtanden zijn ook verwijderd omdat anders zo'n ronde schotel niet geplaatst kan worden. Alleen vrouwen dragen deze schotels. In de puberteit wordt het eerste sneetje bij de onderlip gemaakt en langszaam wordt die dan opgerekt. De mannen hadden flinke gaten in hun oorlellen die met steeds grotere ronde stokjes werden opgerekt. Verder hadden zowel mannen als vrouwen littekens op hun armen, borst en rug van messneden die ter versiering waren aangebracht. Er wordt een snee gezet in de huid en in de wond wordt dan as gewreven zodat het een flink litteken wordt. Zo kunnen ze dan laten zien dat ze flink zijn....! Ja, we wisten het al maar zagen het hier in het zuiden van Ethiopië weer, Onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers.

Na afloop deden we nog het etnologisch museum in Jinka waar we een en ander konden lezen over de leefwijze en gebruiken van deze mensen.

We lunchten weer in het hotel, een lekkere salade van rauwkost, het zal voorlopig wel weer de laatste rauwkost zijn tot we weer thuis zijn... Erik, de reisleider kan heerlijk verhalen van zijn eerdere reizen. Hij heeft veel gevoel voor humor en dat Belgische taaltje maakt het nog eens extra smeuïg. Hij is een prima reisleider maar eveneens een gezellige reisgenoot! We hadden geen programma tot drie uur en deden nog even de markt. We haalden weer van die lekkere passievruchten, die van gisteren waren namelijk zo op! Later vertrokken we naar een dorpje van de Ari Tribe.

Het was een een half uurtje rijden van de stad. De Ari's leven op de noordelijke zijde van het Mago N.P. Ze produceren grote hoeveelheden honing om te handelen. De vrouwen dragen unieke rokken gemaakt van speciale planten. Omdat ze niet gemakkelijk zijn om te dragen, worden ze alleen bij speciale gelegenheden aan gedaan. Ons bezoek was kennelijk niet zo'n gelegenheid want we hebben ze niet gezien. Ari's leven van vele soorten gewassen. Het land van de Ari stam is dan ook erg groen. De daken van de huizen zijn bedekt met gras en de muren zijn gedecoreerd met mooie wandschilderingen in natuurlijke kleuren. Dit is de taak van de vrouwen. Geen lipschotels, geen grote littekens, geen ijzeren banden om de nek of voeten... Maar gewoon, gezellige mensen en ontzettend veel kinderen... We hadden een gids die de kinderen goed onder controle had zodoende konden we er ook leuke foto's maken. Die werden ook niet per foto betaald maar de gids gaf het geld aan de mensen. We zagen hoe injera's gebakken werden, jenever gestookt, manden gevlochten, kleipotten gemaakt, en messen gesmeed. Het was zeer de moeite waard, iedereen had er van genoten! Daarna smaakte het koude pilsje op het terras iedereen weer best. Gert diepte nog wat Duijvispinda's op uit zijn bagage! Ook deze dag kan weer worden bijgeschreven als geslaagd. We hebben heel bijzondere stammen bezocht en langs de weg veel vriendelijke, zwaaiende en lachende mensen gezien. We hadden gehoord van een agressieve benadering van kinderen maar gelukkig hebben we daar nog niets van gemerkt!

Dag 21 Jinka - Yabello, bezoek markt van Key Afer
Vandaag hebben we een lange dag voor de boeg. We maken we een korte stop op de markt in Key Afer (donderdag) waar diverse stammen zoals de Ari, Banna en Tsemay hun waren verhandelen. We rijden daarna door een schitterend heuvelachtig landschap naar Yabello dat in het gebied van de Borana ligt. De Borana zijn een islamitisch volk dat door de kleurige gewaden en zilveren juwelen van de vrouwen en door zijn kamelen enigszins doet denken aan de Somali's. We overnachten in een hotel buiten de stad.

We vertrokken om 9 uur. Wel begonnen we al om half acht aan het ontbijt maar dat kwam omdat de kok tijd nodig had voor de afwas en om alles weer in zijn kookkist te pakken. Wij liepen nog even het stadje in om te kijken of er nog een mogelijkheid was voor internet. Gisteren hadden we gejuichd toen we zagen:'bericht verzonden' maar nu hoorden we van Jaap dat er helemaal geen tekst in stond... We vonden er een, maar die kon geen verbinding met de provider maken, dus gingen we onverrichter zake weer terug naar het hotel. Het Orit hotel in Jinka ligt aan de landingsbaan van de vliegtuigen. Deze ligt echt midden in het dorp, een grote brede zandvlakte met aan beide zijden winkeltjes en hotels.... Het schijnt dat deze landingsstrip tot voor kort twee maal in de week werd gebruikt. Nu was het gewoon een wat breed uitgevallen lange straat. Het deed ons een beetje denken aan El Rocio, het paardenstadje in Zuid-Spanje, zoveel zand! We reden over prima asfaltwegen weer terug richting Konso. We stopten in Key Afer. Daar hadden we een paar dagen geleden geluncht, nu gingen we er onder begeleiding van een plaatselijke gids, Mamush, de lokale markt bezoeken. Hij liet ons het verschil zien tussen de 4 verschillende stammen die hier hier de markt bezoeken.

De Hamar en de Banna spreken dezelfde taal en er wordt ook onderling getrouwd. De Banna hebben een stok achterin hun rok en de Hamarvrouwen hebben een of twee litttekenstrepen op hun wang/kaak. De Ari zien er vrij gewoon uit, hebben wat langere gezichten en wel kralen en armbanden om. De Tsemay heb ik niet goed kunen bekijken. De gids was behulpzaam in het bepalen van de prijs bij onze aankopen. Er werden mooie kalabassen verkocht, versierd met zilveren draden, knoopjes en kralen. Maar ook muziekinstrumenten waren te koop. Gerdi kocht een soort gitaar. Verder , gedurende de wandeling over de markt vroegen steeds mensen aan haar ofze er even op mochten spelen. Het bleek dus ook nog een leuk middel om contact te maken. Zoals overal in Afrika hadden we nu ook meteen weer aan iedere hand minstens een kind... De gids was er resoluut in, hij stuurde ze steeds allemaal weg, ze moesten naar school zei hij. Hij vroeg aan ons ook om ze weg te sturen.. En daar heeft hij zeker gelijk in, de kinderen proberen om op de markt met je mee te lopen en zo wat fruit, een t-shirt of schoenen te krijgen. Dat is voor hen op dit moment belangrijker dan de school... Wij deden ons best maar het was een bijna onmogelijk project om ze bij je vandaan te houden.

Na de markt hadden we de laatste lunch van onze kok Adjali. In Konso namen we afscheid van hem. Ik gaf hem een muts van Ine en een brief voor Marianne. Zij zit in de volgende groep van Sawadee en voor die groep gaat hij weer koken! Op naar Konso. Onderweg zagen we jongens heel hoog op stelten staan. Een mooi gezicht in dit landschap en heel verleidelijk om er een foto van te maken. Maar... daar willen ze geld voor hebben, dat geld is het probleem niet voor ons maar als ze op deze manier aan geld kunnen komen gaan ze niet naar school. Dus met die gedachte hebben we geen foto's gemaakt! De weg bleef goed eigenlijk tot in Konso. We hadden hem natuurlijk al een keer gereden en zo passeerden we ook de plek weer waar we vorige keer hadden vastgezeten. Nu verliep alles vlotjes. In Konso hadden we een half uur voor toilet en koffie. Daarna gingen we op pad naar het oosten, naar Yabello. Het wegdek bestond nu uit kleinere en grotere stenen.

We gingen de bergen in. Prachtig landschap! Het was snoeiheet. De aarde werd donkerrood.Ook de termietenheuvels waren echt heel donkerrood. Een van de auto's reed weer een lekke band. Dus gingen we maar vooruit lopen. We kwamen mensen tegen die uit het veld kwamen gelopen, ze waren heel voorzichtig, hielden afstand... Als dit gedrag bij dieren ziet zeg je dat ze schuw zijn.. Ze wilden ook geen hand geven maar hielden wel al je bewegingen goed in de gaten. De dorpjes lagen verstopt wat verder van de weg. Het landschap was mooi, zeker in het late avondlicht. Mensen wilden niet op de foto en ze wilden ook niet dat hun huizen werden gefotografeerd. Het is hier moslimgebied. De vrouwen dragen hier gekleurde lappen om hun hoofd en ook als rok. Soms zitten er glinsterende strepen in de stof. Om hun hals hebben ze veel kleurige kralenwerkjes. Ze lijken wel wat op de mensen in Kenia. Het hotel ligt net buite de stad en onze chauffeur laat z'n nieuw opgelegde reserveband nog even op spanning brengen. We rijden ontzettend veel lekke banden. Deze dag is iedere auto aan de beurt geweest. De kapotte banden worden gerepareerd en weer meegenomen... We aten in het hotel, helaas geen Ethiopisch eten. Ik nam een pizza met vegetables en die smaakte goed, redelijk pittig maar niet echt ethiopisch! We hebben een lekkere douche, warm! Het putje in de badkamer is echt Afrikaans, het ligt op het hoogste stuk van de vloer en is dan ook nog niet verzonken ingemetseld... Het water stroomde zo de slaapkamer in. Gelukkig is de temperatuur zo dat alles snel droogt!

Dag 22 Yabello - bezoek aan de zoutkrater El Sod
's Ochtends vroeg rijden we naar El Sod: een enorme zoutkrater waaruit de lokale Boranamannen de zwarte, zouthoudende modder uit het borstdiepe zoutmeer delven. Na het drogen resteert een grijzig zout dat verhandeld wordt in de wijde omtrek, en dat in dit hete laagland van levensbelang is voor zowel mensen als vee. Als je een goede conditie hebt en niet te veel last van de warmte kun je afdalen in de krater. De weg terug omhoog is zeer pittig en zeker niet voor iedereen weggelegd. Je kunt ook besluiten om deze ochtend in Yabello achter te blijven.

Vandaag staat een bezoek aan de zoutkrater in El Sod op het programma. Dat ligt ongeveer 100 km van Yabello.Wie in de krater wil afdalen moet vroeg het bed uit want de krater is een soort put die heel snel opwarmt als het zonnetje doorkomt. Het is een steile afdaling naar beneden, meestal zijn afdalingen trouwens naar beneden...! En daarna ook weer steil omhoog klimmen... De geschatte wandel of klimtijd was anderhalf uur. Gert is behoorlijk verkouden, hij hoest veel en slaapt niet zo goed. Hij zit het dan ook niet zo zitten om zich zo te gaan inspannen in die warmte. Dus mochten wij uitslapen en gingen toen samen met nog een ander vrouwtje uit de groep anderhalf uur later op weg naar de krater. Op de heenweg zagen we de Stresemann's Bush Crow, een endemische soort, Gert kon hem goed op de foto zetten! Later zagen we nog heel mooi een Gerenuk. We hadden weer een lekke band, dit keer op een mooie gladde asfaltweg! Het zal toch ook wel aan de kwaliteit van de banden liggen! Nog wat gieren en arenden werden ook gespot, ook altijd wel te zien onderweg is de neushoornvogel. Ook zagen we nog een roodkop dwergpapagaai. We herkenden hem aan het blauw op zijn rug. Aangekomen bij de krater werden we meteen belaagd door allerlei kinderen die weer van alles van ons wilden. Van geld, tot flessen, t-shirts, schoenen en eigenlijk alles wat ik aan had of bij me droeg... De wandelaars kwamen net weer boven aan en hadden het goed kunnen lopen. Ik had samen met Gert gisteren al bedacht dat onze Erik de wandelingen altijd wat heftiger voorstelt dan ze zijn. Maar gezien het feit dat er beneden eigenlijk niet zo veel extra's te zien was hadden we geen spijt van onze beslissing.

Nadat de wandelaars even waren bijgekomen in de schaduw met een drankje gingen we op weg naar de singing wells. Er ging weer een plaatselijke gids mee. Het gebied rondom de krater is echt kurkdroog, het zal nog zo'n 6 weken duren voor hier de regentijd begint. De bevolking zit er echt met smart op te wachten. Er zit geen blad aan de bomen en struiken en het gras is compleet verdroogd. Het vee heeft niets meer te eten. De herders zijn met hun koeien en geiten onderweg naar de well. Iedere familie heeft zo'n well. Als er mensen van buiten de familie hun dieren komen drenken moeten ze er voor betalen. De put is bereikbaar door een kloof in te lopen. De aarde is hier droog wit stof/zand, het stuift ontzettend! Het duurde maar even en wij waren allemaal door een wit laagje stof bedekt.

We liepen samen met de koeien de kloof in en kwamen uit bij een 20 meter diepe put. Vanuit de bodem wordt door 10 mensen, in dit geval waren het vrouwen, die op boomstammen boven elkaar staan, het water steeds hoger doorgegeven. Dan komt het in een soort bekken en vandaaruit wordt het door drie mensen omhoog gebracht. Dit ging steeds in een vloeiende beweging. Bovenaan kwam het water dan weer in een soort bekken waar vier vrouwen het in emmers uitschepten en in een lange drinkbak gooiden voor het vee.

Deze stonden in een rij te wachten om zich vol te drinken. Het vee liep af en aan. Onder het scheppen van het water werd er een melodie geneuried, vandaar de naam singing wells. De bevolking hier behoort tot de Boranastam. Een deel van deze stam is vroeger, waarschijnlijk in slechte tijden weggetrokken naar Kenia en vormt daar de Samburustam. In tijden van droogte in Kenia proberen zij nog terug te komen om hier gebruik te maken van de bronnen. De bronnen worden door de Borana stevig verdedigd en de Samburu is niet welkom. Dit geeft wel eens spanning in deze regio! Er werd uitgebreid de tijd ogenomen om een en ander te fotograferen. Daarna gingen we naar een Boranadorp.

Ze hebben prachtige hutten die uit meerder gedeeltes bestaan, het is net of er een grote is en er een aantal kleinere tegenaan staan. De vrouwen bouwen hier de hutten. We mogen bij een echtpaar op visite en beleven even hoe het leven in zo'n hut is. Er staat een pan op het vuur, het is op het vuur na behoorlijk donker en mijn ogen prikken al snel van de rook Ze hebben, zoals de buitenkant al deed vermoeden, meerder kamers. In het woongedeelte wordt gekookt en staat ook een bed. De kippen lopen er ook rond. Verder hebben ze in de kamer erachter plaats voor de voorrraad en nog wat bedden. Ik neem plaats op een krukje naast de man des huizes. Hij vind het duidelijk leuk om zijn huis te laten zien. Moeders zit er maar een beetje sip bij te kijken, van haar hoeft het duidelijk niet zo! Op het bed in de huiskamer zat ook nog een dochter van een jaar of acht met een klein ziek broertje op haar rug. Later loop ik nog terug om een muts te gaan geven aan het zieke jongetje maar alleen moeder is binnen.

Ik vroeg haar waar de baby is en ze draait zich om. Ik vraag nog eens naar haar baby en ineens pakt ze uit de lappen die op het bed liggen een baby van een paar weken oud! Dus kreeg die de muts op. Hij of zij mocht bij mij op schoot en het werd ineens warm op mijn schoot. Een flinke plas was kennelijk bewaard voor dit moment... Moeder vertelde het aan de vader, sorry, sorry, maar ik geef aan dat ik er niet mee zit. In de wind en de warmte buiten is alles zo weer droog!

We namen afscheid van veel vrouwen en kinderen. Ze waren wat afwachtend maar zeker niet onvriendelijk. Toen Erik de foto's van het vorige bezoek tevoorschijn haalde werden ze heel enthousiast. Het bezoek was de moeite waard. De mensen leven hier alleen van veeteelt. Ze drinken het bloed en de melk van de koeien en geiten en af en toe wordt er ook een dier geslacht voor het vlees. Het is hier te dor en droog om ook maar iets te laten groeien. Het is echt heel arm hier! We reden een eindje en stopten toen voor een picnic. We hadden verse broodjes en de potten met zoetbeleg van de kok. We deden een staande lunch want de grond was nog steeds droog stof en er was geen schaduw door het ontbreken van de bladeren aan de bomen. We werden, toen de honger gestilt was weer aan de wandel gezet. De chauffeurs gingen na ons eten en haalden ons dan later weer in. Wij liepen een stukje en stuitten nog op wat grazende kamelen. Ze aten de takken van de struiken. Kamelen worden hier gehouden voor hun vlees en de melk, niet als lastdieren! Deze dag was het alweer snoeiheet! We zijn blij met het windje dat wat later op de dag opstak. We waren tegen half vier weer 'thuis' en gebruikten de middag om verder lekker te relaxen en wat te rommelen met foto's en dagboek. Gert heeft ontdekt dat als hij zijn telefoon anders instelt hij wel kan bellen! Mijn beltegoed is op dus ik heb een smsje naar Harm gestuurd of hij er wat aan kan doen. We belden voor het eerst weer met Jaap, sinds zijn verjaardag. Hij stelt het goed! Het was wel erg fijn om zijn stem weer even te horen...

Dag 23 Yirga Alem Vanuit onze accommodatie kun je een mooie wandeling maken in de ons omringende heuvels. Omdat we inmiddels weer uit de Riftvallei zijn, kun je genieten van het iets koelere weer. We overnachten in traditionele, prachtige tukuls (bungalows). We zijn nu in het land van de koffie en ananasplantages. We overnachten in traditionele, prachtige tukuls (bungalows).

Het verslag gaat verder in Zuid Ethiopië deel 2

Wink

Reacties

Reacties

ana

prachtig!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!