bouwmeestersoppad.reismee.nl

MALI, Kerstreis, reisorganisatie: BAOBAB

Rondreis van 19 december 2007 tm 3 januari 2008

woensdag 19 december

Het vliegtuig had vertraging...Dus vlogen we niet om 13.40 uur, maar zeker 1½ uur later. Met als gevolg dat we ook vanaf Charles de Gaulle later weg waren. We vlogen met Air France. En vanaf Parijs hadden we nog zo'n 5 uur te gaan.

De ophaalploeg in BAMAKO had een paar uurtjes op ons moeten wachten. Het was er donker en warm. Nadat we onze bagage hadden gevonden maakten we kennis met David en Adema, de reisbegeleider en de chauffeur.

Na wat heen en weer gezoek door David bleek dat er één persoon zijn tas miste! Dus dat werd wachten, omdat hiervoor allerlei formulieren moesten worden ingevuld. Zo wisten we meteen maar weer: 'Reizen is vooral ook veel wachten'. Uiteindelijk arriveerden we om 1.30 uur Nederlandse tijd in hotel B?HAN. Daar konden we nog voor we het bedje opzochten euro's wisselen naar CFA's.

Zeer moe en uitgeblust lieten we de douche voor wat hij was en sliepen we volgens mij nog voor we goed en wel in het bed lagen....

donderdag 20 december Het ontbijt was, buiten de onmenselijke tijd van 6.00u. (3½ uur slaap...), prima verzorgd. Eitje, croissantje, harde broodjes, smeerkaas en jam.

We zagen nu ook wie er bij de groep hoorden en de eerste namen vielen al gauw.

De reisbegeleider bleek een man met veel reiservaring. Helaas niet opgedaan in Mali.

Dit was, net als voor ons, de eerste keer voor hem.

Hij blonk uit door zelfvertrouwen en allerlei wijsheden werden meteen ruim uitgedeeld.

Zo vond hij b.v. een bezoek aan een schooltje, wat Baobab had aangekondigd in zijn reisbeschrijving, maar onzin, daar zag hij het nut niet van in. Wel had iedereen daar spulletjes voor meegenomen....

Die kon hij wel ergens anders gaan afgeven, zo dacht hij.... Een andere mening van hem was: Moslims geven één aalmoes per dag. Wij zijn geen moslims, dus hoeven niets te geven....Kortom hij maakte niet meteen een warm gevoel bij mij wakker. Maar het was nog maar een eerste indruk!

We vertrokken met twee bussen. Een wat grotere en een kleinere, in de laatste zaten meestal zes passagiers. We kwamen tegen 13.00 uur aan op de plaats van bestemming SEGOU.We verbleven daar in Hotel L'Auberge.

Gelegen dichtbij de rivier de Niger. Het was een mooi hotel met zwembad. Voor we het stadje gingen verkennen hadden we eerst een briefing met David en werd ons het reisprogramma uitgelegd. We sliepen steeds maar één nacht op dezelfde plaats. Dus de bagage hoefde weinig uitgepakt te worden!

De Niger bleek een ontzettend brede rivier. Er lag een grote Nigerstomer afgemeerd. Verder was er veel bedrijvigheid door vooral de vrouwen. Er werd de afwas gedaan, verschillende mensen namen een bad, de rivier werd als toilet gebruikt, er werden brommers en auto's in gewassen en verderop werd hout vanaf ezelkarren op kleine piroques geladen. Verder slingerde er overal vuilnis.

Het diner werd in de tuin opgediend. Een lange tafel voor 20 personen. Heerlijk smaakte het, de eerste 'capitaine' van deze vakantie.Ik was moe dus de tafelgesprekken gingen wat langs mij heen. We hadden een goed bed en met de airco zachtjes aan sliep het prima.

vrijdag 21 december Vandaag een lange reisdag gepland. Om 06.00 uur vertrek en aankomst verwacht rond 15.00 uur. Lunchpakketje werd meegenomen in de bus. Het reisdoel was het motel in S?VAR?. Het was inderdaad een lange, warme dag. Dus toen we een uur eerder dan verwacht arriveerden in Sévaré was iedereen blij verrast.De bagage werd snel op de kamers gelegd, even een natte lap over de toet en weer aantreden bij de bus voor een excursie naar MOPTI.

Mopti werd aangekondigd als het Venetië van Afrika. Dat hebben wij niet kunnen vinden of het moest het open riool in de stad zijn wat die indruk moest wekken.... Het was een volle, drukke, runoerige en vuile stad. De mensen waren weer heel vriendelijk. Fotograferen en filmen was meestal geen enkel probleem.

De moskee was een bezienswaardigheid. We mochten er jammer genoeg niet in. De buitenkant was net gerestaureerd. Dit moet iedere 2 jaar gebeuren. Dit omdat de muren van leem zijn gemaakt, tijdens iedere regenperiode spoelt er een groot deel weg dus moet er dan weer een nieuwe laag op aangebracht worden.

We wandelden uiteindelijk naar de haven. Daar was een hele bedrijvigheid en ook een terras met een mooi uitzicht over de haven en de rivier. We namen daar een pilsje en een cola voor 1700 CFA. ( 1 euro is 650 CFA).

Op weg naar Sévaré zagen we vandaag veel mooie landschappen. Open landschappen met verspreid staande struiken en bomen. Veel baobabs die ze, dat zagen wij nog nooit eerder, hadden teruggesnoeid. Waarschijnlijk werd het snoeihout gebruikt om eten op te koken. De dorpjes zagen er anders uit dan we ooit eerder zagen in Afrika. Groepen vierkante lemen huisjes die weer in het vierkant waren ommuurd. Alle muren waren van gedroogde kleisteen, afgesmeerd met leem. Tussen de huisjes stonden rijen ronde lemen hutjes op een verhoging van grote stenen.

Dit zijn de voorraadschuurtjes, zij hebben puntdakjes van takken. Verder zie je wat buiten de bebouwing in de dorpjes ook nog een soort vergaderruimte, de Togona. Een open onderbouw van dikke takken met daarop een laag dak van een dikke laag hooi. Dit wordt gebruikt om het gras te drogen dat in schrale tijden dient als veevoer. Maar tevens dient dit lage, dikke plafond om opspringende mannen tijdens verhitte discussies weer snel op hun zitplaats terug te krijgen, doordat ze meteen flink hun hoofd stoten....De kleur van de aarde en bouwsels is bruin/grijs. De daken zijn plat en worden afgesmeerd met een mengsel van stro, zand en ezelpoep. Dit bevat namelijk een soort olie wat maakt dat het dak waterdicht is.

We aten weer in de tuin en om 20.30 uur zochten we het bed weer op. De wekker moest worden gezet op 04.30 uur.

zaterdag 22 december De bagage werd uitgezocht, want we konden niet alles meenemen op de boot.Dus keuzes moesten worden gemaakt... We reden een uurtje naar de boot. Een flinke piroque met een dak van gevlochten gras. En dan was er achterop een houten hokje waar je boven een gat kon hurken. Wat je liet vallen verdween dan meteen onder je in de rivier! Het dak was open dus genoeg ventilatie! Over privacy praten we dan maar niet... We gingen de komende drie dagen varen we op de rivier de NIGER naar Timboektoe.

De Niger is na de Nijl en de Kongo de derde rivier van Afrika. Hij stroomt in een soort lus door Mali en halverwege splitsen tal van stromen zich van de Niger af waardoor een enorme delta ontstaat. Deze loopt tot Timboektoe. De Niger is niet helemaal bevaarbaar door deze delta en allerlei stroomversnellingen. De rivier is 4160 km. lang.

Nadat alle bagage een plekje had gevonden op de punt onder een groot zeil, kon iedereen een plaatsje opzoeken en op het moment van wegvaren verscheen het zonnetje aan de horizon. Hierdoor werd de sky-line van het dorpje met de contouren van een moskee prachtig rood gekleurd! Het ontbijt werd geserveerd, d.w.z. het werd doorgegeven vanaf de kokkin door de hele boot tot aan de punt. Het was frisjes maar al snel kreeg de zon warmte en werd het lekker en konden de truien uit.

Op de oevers zagen we kleine nederzettingen, voornamelijk van tenten. Veel zwaaiende mensen en kinderen. Heel kleurig zag het er allemaal uit. De kleren en ook het zwervend vuil is kleurig. We zagen veel visnetten bij de hutten, dus we konden wel raden waar hier het dagelijks voedsel uit bestaat.

We legden een keer of drie aan bij een klein dorpje aan de kant. De reisorganisatie, Baobab had ons in de beschrijving 'niet toeristische dorpjes' beloofd en dat werd ook waargemaakt. Moeders met baby's op de rug stonden van een afstandje het afmeren te volgen. Kinderen kwamen meteen enthousiast aanrennen. We liepen redelijk ongestoord door de dorpjes en konden vrij fotograferen. Sterker nog, de kinderen vroegen erom! Ze poseerden en wilden dan graag het resultaat bewonderen. Ze reageerden dan uitgelaten en riepen merci, merci!

Overal lagen visnetten bij de hutjes. Langs de rand van de dorpjes werd wat groente verbouwd, meest uien. Op de houtvuurtjes lagen wat magere kippenpoten en veel kleine visjes.Deze onderbrekingen waren welkom, want het was een lange zit. De boot was niet ruim genoeg om door te kunnen lopen, dus alle verplaatsingen moesten via het gangboord. En dat had niets van ontspannen wandelen. We zaten wel lekker in de schaduw. Wie toch wilde zonnebaden kon dat doen door op het gangboord of op het dak te gaan zitten. Toen het al wat begon te schemeren werd de boot aangelegd en moesten we snel de tent opzetten. Want als het in Afrika schemert is het snel donker.

Gelukkig was er die avond al vroeg een volle maan die ons voldoende bijscheen. Terwijl wij de tenten opzetten, bereidde de kokkin een heerlijk diner. Spaghetti met tomatensaus, casave, kool, aardappel en ui. We zaten met z'n allen op het dekzeil van de bagage dat op het zand was gelegd. Na het eten vertelde David dat het vertrek volgende ochtend al om 5.30u. stond gepland. Dat betekende dus... om 05.00 uur opstaan!

Verschillende mensen twijfelden of ze dan maar meteen naar bed zouden gaan. Maar het was nog geen 20.00 uur en dat was toch nog wel erg vroeg. Besloten werd bij het licht van de volle maan nog maar een blokje om te gaan.

Het landschap veranderde niet in dat blokje. Veel wit zand met af en toe wat doornige struikjes. Slechts een enkele boom en daar kwam je elkaar dan weer tegen om te plassen.nDe hippo's lieten zich wel horen maar bleven op grote afstand. Het koelde flink af.

zondag 23 december Iedereen was op tijd weer present met bagage en ingepakte tent. Net toen we de tenten gingen opruimen verdween de maan en moesten we toch nog op zoek naar zaklantaarns. De kokkin was al druk bezig. Tegen zevenen was het licht en liet het zonnetje zich meteen goed zien. Het ontbijt werd weer doorgegeven vanuit 'de keuken'. Brood,roerei, jam, honing, duo penotti en puntjes smeerkaas. En natuurlijk koffie en thee. De dag verliep verder hetzelfde als de dag ervoor. De rivier was wat wilder en de voorste bank kreeg soms een overspattende golf te verwerken.

De rivier is wel een kilometer breed. We voeren meestal in het midden, dus we hadden niet zoveel zicht op de oevers. Ook de hippo's die we afgelopen nacht duidelijk hoorden lieten zich nu niet zien. Gert zag af en toe wel wat leuke vogelsoorten overvliegen en probeerde wat leuke foto's te maken. Er werd door een groepje gebridged. Maar er werd vooral veel gel

ezen.

We legden weer aan en terwijl wij wat rondkeken kocht 'de crew' twee levende kippen. Deze werden later aan boord geslacht en geplukt en we vonden ze gebraden en wel terug in de lunch. Later bezochten we weer een dorpje en daar kochten ze wat moten capitaine voor het diner. Tegen vijven viel de wind wat weg en werd de rivier weer rustig. Het begon alweer te schemeren toen we onze kampeerplek naderden. De tenten stonden snel in het losse zand en het diner werd weer verorberd op het grote zeil in het licht van de volle maan. De boot lag afgemeerd op een gladde rivier, met daarin weerspiegeld het licht van de maan! Een plaatje om stil bij te worden, maar dat lukte eerst niet met 20 mensen... Op verzoek zong de kokkin, Aiwa, een Malinees lied. Toen werd het dus wel doodstil. Het was een prachtige ervaring, die vrouwenstem die in haar eentje, zonder begeleiding, in dat mooie decor haar volkslied zong.

Later toen Gert en ik wat wegliepen van de groep zagen we de hippo's in de rivier. We zagen hun ogen oplichten in de schijnwerper. Hun gebrul is echt een soort oergeluid. Prachtig. Even schrokken we nog toen ze ineens wel heel erg dichtbij opdoken. We sliepen niet lang daarna in met het geluid van briesende en snuivende hippo's.

maandag 24 december Om 06.00u. stonden we weer bepakt en bezakt bij de boot. We kenden nu de gang van zaken en nadat alles op de boot bevestigd was konden we weer een plaatsje zoeken. Voor de eerste keer zaten Gert en ik nu wat dichter bij elkaar. Maar één rij ertussen. Het ontbijt smaakte weer goed en het was heerlijk om je warme kopje thee vast te houden...We 'deden' weer twee dorpjes. Een was heel klein en een wat groter, heerlijk authetiek. Het graan lag tussen de hutten te drogen. De visjes lagen op het houtskool of op het dak, ook te drogen. De kinderen waren snel enthousiast te krijgen om mee te zingen en te klappen. Zo vergaten ze helemaal om te vragen om een cadeau of bonbon.

De laatste lunch van Aiwa, macaronisalade, aten we op een mooi wit strandje. Rond 12.00 uur kwamen we aan in TIMBOEKTOE. We gingen met jeeps naar het hotel, La Colombe. Daar aangekomen nam David meteen de mogelijkheden voor de komende dagen met ons door. Gert en ik kozen als enigen van de groep voor de lange kamelentocht. D.w.z. met overnachting bij de Toeareg. Wij vinden het wel geschikt dat de anderen besluiten niet mee te gaan. Het is na deze dagen wel duidelijk dat deze groep niet echt het groepsgevoel gaat kennen.....

Het opgeven voor deze excursie betekende voor ons dat we tot 16.30 uur tijd hadden om een klein rugzakje voor de komende nacht te pakken, even te douchen, een klein wasje te doen en toen werden we door Alpha naar de kamelen gebracht. Er sloten nog drie Japanse meisjes bij ons aan. We stijgen op en de eerste 10 minuten is het nog wennen, daarna is het alleen maar heel leuk. We reden door de woestijn, maar die bestond hier niet uit alleen zand. Er stonden ook overal wat lage struikjes. Maar toch wel voornamelijk zand, veel zand. We reden ruim een uur voor we arriveerden bij het kamp waar we ook bleven slapen. Het zonnetje was toen al onder. Het was geen mooie kleurige zonsondergang geworden. Er hing namelijk een hele laag stof of zand boven de horizon waar de zon langzaam in oploste.

We werden uitgenodigd om plaats te nemen naast een tent. Er was gezorgd voor beschutting tegen de wind door een afscheiding van kamelenhuid. Onze Toeareg gastheer schoof bij ons aan en de theeceremonie begon.

Het was al vlug donker maar onze ogen wenden er al snel aan. De thee werd gezet in een klein blauw theepotje op gloeiende kooltjes. Er werd een glas kruiden en een glas suiker aan het kokende water toegevoegd. Vervolgens werd de thee van grote hoogte in een glaasje geschonken. Daarna werd hij vanuit het glas weer teruggedaan in het potje. Dit herhaalde zich enkele malen. Dan werd de thee geproefd en nog niet goed genoeg bevonden. Het inschenken en teruggieten ging nog een tijdje door. Ondertussen legde hij uit dat je bij de Toeareg altijd drie kopjes thee krijgt geserveerd. De eerste heet de 'thee van de dood'. Deze was ook erg sterk en bitter. De tweede heet de 'thee van het leven'. Deze smaakte al een stuk aangenamer. De derde heeft de naam 'thee van de liefde' en dat was gewoon een lekker bakske! Deze hele ceremonie nam ruim tijd in beslag. Dat was niet erg, het was kerstavond en we hoefden nergens meer naar toe. We genoten van de hele ceremonie, zo buiten onder een prachtige sterrenhemel.

Tussendoor spreidde moeder Toeareg ook nog haar kleedje met sierraden uit en konden wij nog wat shoppen. We hadden de hele avond gezelschap van onze gastheer die tot verbazing van de Japanse dames ook nog twee woordjes Japans bleek te kennen. Verder werd de hele conversatie in een mengeling van Engels en Frans gevoerd. We leerden zo veel over de gebruiken en tradities van de Toeareg. En hij was ook nieuwsgierig hoe een aantal zaken bij ons geregeld waren. Tegen 09.30 uur bracht hij ons naar bed. De matrasjes die tot dan als stoel fungeerden werden nu onze matrassen. Gert kreeg er twee van hem, met een lachje en de mededeling dat hij wel moe zou worden met al die vrouwen in een tent.... Het was een koude nacht.

dinsdag 25 december, eerste kerstdag Het zonnetje kwam mooi op tegen zessen. Zo werd het 1e kerstdag in de woestijn bij de Toeareg. Het ontbijt werd naast de tent geserveerd. Een zakje met stukjes droog brood en een potje kokend water met theezakjes en een blikje nescafé. We zagen dat de kinderen ook met een stuk brood in de hand liepen. Na het ontbijt konden we weer shoppen, nu bij een oom en zwager van onze gastheer. Het bieden en afdingen werd gedaan door de getallen met de vinger in het zand te schrijven. Ik maakte nog wat foto's van een van de Japanse meisjes. Ze vond het leuk om voor me te poseren, nadat ik had uitgelegd waar ik het voor nodig had.Zo kom ik dan misschien toch nog aan een aziatische kop.... Na enig wachten kwamen de kamelen er weer aan. Die lieten ze 's nachts los grazen in de woestijn, dus moesten die 's morgens eerst opgespoord en teruggebracht worden. De terugtocht ging prima en ik zat erop met een gevoel of ik dit al veel vaker had gedaan.

Tegen 10.00 uur waren we terug in Timboektoe. Alpha kwam ons al tegemoet. Hij stelde voor om na het opfrissen meteen de stadstour te gaan doen i.v.m. de markt. Dus 20 minuten later liepen we door de stad. Timboektoe was vroeger een handelscentrum. Zout uit de woestijn werd er van kamelen overgeladen op boten. Goud ging de omgekeerde weg. De Toeareg hielden hun nomadische levenswijze, maar hadden wel de militaire en economische controle over Timboektoe. In de 15e eeuw was de stad een van de belangrijkste commerciële centra in West-Afrika.en van groot belang voor de islam en de wetenschap.

Het verval van de stad is ingezet na de invasie door Marokko. Vanaf de 18e eeuw trokken Europese ontdekkingsreizigers het binnenland van Afrika in met als doel Timboektoe, de goudstad. De meesten overleefden hun avontuur niet. De naam van de stad heeft nog steeds een magische klank. Alpha gaf ons uitleg bij alle woningen van Europeanen die ooit de doortocht door de woestijn hadden gehaald en in Timboektoe veel goede dingen hadden gedaan. Maar allemaal bleken ze naderhand toch weer vermoord, meestal om redenen van geloof. Het was erg stoffig in de stad. We bezochten de moskee, die 's middags pas open ging, het museum met veel oude geschriften, soms zelfs met letters in bladgoud. We doorkruisten de stad die bestond uit kleine winkeltjes, vierkante lemen huizen. En ook veel Toeareg tenten. Het maakte een rommelige indruk. Ook al omdat er in iedere straat een open riool lag.

We werden nog in een tent uitgenodigd op de thee en om weer wat sierraden te bekijken. Ze hebben hier veel zilveren hangers waar dan weer allerlei symbolen ingegraveerd staan. Of ze hebben een bepaalde vorm waardoor ze dienen als sleutel om een bepaalde Toeareg gemeenschap te mogen betreden. Tijdens de onderhandelingen in de tent vloog een vuurvinkje af en aan. Deze bleek een nestje te hebben in de wand van de tent. We aten in een restaurantje wat ons door Alpha werd aanbevolen.

Daarna zochten we ons hotel weer op en was het tijd voor een siësta en een frisse douche. Overdag was de temperatuur tussen de 35 en 40 graden C. De nachten waren wel koud. De bedden in de hotelkamers hadden vaak niet meer dan een laken. Dan kwam onze slaapzak goed van pas! We aten gezamelijk met de groep bij een restaurant aan de andere kant van de stad. Het eten was goed. Er had nog een groepje mensen ingetekend voor een toeareg dansavond. Wij niet, dus lagen we na een aantal nachten kamperen voor het eerst weer in een echt bed.

woensdag 26 december 2e kerstdag. Het werd een reisdag van Timboektoe naar Sévaré. Ontbijt om 05.30uur. De helpers begonnen vast de bagage vast te sjorren op het dak van de jeeps. We reisden met jeeps, omdat de kwaliteit van de weg niet geschikt was voor een bus. De weg was inderdaad allerbelabberst. Ik weet nu wat het wasbordgevoel is. We wisselden regelmatig van plaats om niet altijd in de zon te hoeven zitten. We stopten voor koffie, maar iedereen nam een frisdrankje. We stopten ook nog voor een lunch op een lekker schaduwterras. Daar kocht ik mijn nieuwe tafelkleed (Bogolan). Na heel wat afdingen en praten voor 12.000 CFA's met een kettinkje. In totaal reden we met vijf jeeps drie lekke banden.

Onderweg zagen we veel nomaden trekken. Alle bezittingen op ezels gesjord. Ook moeder de vrouw met de baby's zat op een ezel. De grotere kinderen en de mannen liepen dan met het vee. Het waren dan wel meerdere gezinnen die zo met elkaar verhuisden. Aan het eind van de middag arriveerden we in motel Sévaré. Ons inmiddels al bekend. We kregen onze achtergebleven bagage ook weer terug. Wat hadden we nu ineens veel spullen.. Lekker gerommeld, gedouched, gedineerd, capitaine met frietjes en toen plat!

donderdag 27 december We werden een uur te vroeg gewekt. Weer anderen waren helemaal niet gewekt en die versliepen zich dan ook. We bleken nu ook een zieke te hebben die niet mee zou gaan de DOGON in. Het was 2½ uur rijden naar het vertrekpunt van de Dogontrack. Daar werd onze bagage op ossewagens geladen en begonnen wij aan onze wandeling, onder begeleiding van de plaatselijke gids Ismaël. De geïsoleerde ligging van het Pays Dogon heeft er sterk toe bijgedragen dat het Dogonvolk in hoge mate hun eigen cultuur heeft weten te behouden. In dit gebied is geen elektriciteit, waterleiding en wegen en daardoor geen gemotoriseerd verkeer. Je kunt je alleen te voet of per ezel- of ossekar door het gebied verplaatsen. In Pays Dogon zijn geen restaurants, hotels of winkels. Je bent dus volledig op een gids aangewezen.

We liepen onder langs een rotswand. Deze had alle kleuren oker, geel en terra. Het zand waar we op liepen was rood. Prachtig. Er stonden veel bomen met groene kruinen die het kleurenspektakel compleet maakte. We bezochten het eerste dorp TELI. We dronken wat en bezochten in de rots, na wat geklauter, de eerste huisjes van de Tellem stam. Zij gingen zo hoog in de rots wonen om veilig te zijn voor rivaliserende stammen en bekeerders van de islam. We wandelden weer verder naar het volgende dorp ENND?. Daar vonden we verkoeling in een soort tent van gevlochten gras. We kregen daar de lunch en konden onze tent opzetten op de binnenplaats.

Verder was het de bedoeling tot 16.00 uur in de schaduw te blijven. Dat moesten we wel, want het was te warm voor welke activiteit dan ook. Mooi moment om het dagboek bij te werken...Toen de ergste hitte voorbij was brachten we een bezoek aan het dorpje. We zagen een leerlooierij, indigoverven, kleden verven met verf die gemaakt was van de bast en de vruchten van de baobab. Verder waren er natuurlijk ook weer sieraden en kalebassen, bekleed met kamelenleer, te koop. Vrouwen waren massaal aan het rijst stampen.

Het was wel erg leuk, maar we waren met teveel witte mensen... Ik zonderde me soms wat af en ging dan alleen bij de mensen de erven op en had dan wel wat leuke contacten en kon meteen wat, door Ine gehaakte, hoofddeksels geven. Op de terugweg kwamen we langs een voetbalveld en daar introduceerde ik de frisbee. De kinderen waren enthousiast en ook onze gids Ismaël deed fanatiek mee. Terug op het 'kamp' bleken de tafels nu buitengezet en had onze kok zich op het avondeten gestort. David schept op uit de grote schaal.

Na het eten kwam Ismaël nog wat uitleg geven over besnijdenissen. Dat is hier nog steeds gebruikelijk bij mannen en vrouwen. De handeling wordt uitgevoerd door smeden.Of de kwaliteit en de scherpte van hun messen daar de reden van is, vertelt het verhaal niet. Bij zo'n besnijdenis hoort dan meteen een heel initiatieritueel van enkele dagen. De masseur meldde zich bij David en hij had meteen al een klant.

We sliepen weer lekker in de tent. Nu geen geluid van hippo's. Maar ook ezels, hanen, buffels, koeien en slapende mensen kunnen heel wat geluid produceren.

vrijdag 28 december Ook bij het ontbijt bleek weer dat we een prima kok bij ons hadden. Poffertjes, oliebollen, warme broodjes en een grote sortering beleg: smeerkaas, jam, honing, duo penotti en ook nog een gekookt eitje. Na veel gedraai en gekeutel vertrokken we naar het schooltje. Er was weer een zieke, die bleef achter met zijn vrouw en zou later teruggaan naar Sévaré. Op het schooltje kregen we te horen hoe het schoolsysteem in elkaar zit in Mali. Het werd duidelijk uitgelegd. De meegebrachte spulletjes werden uitgestald op een tafel. Men was er erg blij mee. Subtiel werd er ook nog om geld gevraagd. Men deed dit door een schrift door te geven waarin je samen met je naam kon schrijven hoeveel je had gegeven. Het was kerstvakantie dus er waren alleen wat aangelopen kinderen in de klas.

Hierna begon de wandeling van die dag. We hadden 8 km voor de boeg, meestal door los zand in een bakkend zonnetje. Halverwege stopten we voor een koel drankje bij een smederij. Even dachten we terug aan de uitleg van gisteravond over de besnijdenissen. Het was geen prettig idee dit in verband te brengen met deze zwarte mannen. Natuurlijk zwart van huidskleur maar ook zwart van het roet van het metaal bewerken. Ze verkochten daar ook souvenirs en wij vonden er een mooi masker.

Onderweg zagen we ook nog een flinke groep mensen aan het werk in een vochtig stuk aarde. Hier werd leem/klei uit de grond gehakt. Daarna in een model geperst en later te drogen gelegd in de zon. Van deze stenen worden hier de huizen gebouwd. Het nieuwe overnachtingsadres zag er weer goed uit. De tenten konden weer op de binnenplaats of op het dak gezet. Het was ook mogelijk om zonder tent zo in de slaapzak op het dak te gaan liggen. Wij kozen voor de tent op de grond. Na aankomst hadden we weer rust tot 16.00uur. Gezien de warmte een prima regel. Daarna liepen en klommen we tegen de rotsen omhoog om een heilige offerplaats van de Tellem te gaan bezoeken. Daar waren de ontmoetingen met de Hogon, de hoogste persoon bij het Tellemvolk. Er waren resten van dieren die geofferd waren. Er lagen in de rotsspleten nog muziekinstrumenten.

De rotsen stonden vol met oude en nieuwe muurschilderingen. Van bovenaf had je een prachtig zicht op de lager gelegen dorpjes en de wijdse rode vlakte. We klauterden naar beneden en weer naar boven en kwamen bij een spleet tussen de hoge rotsen waar een meer tussen lag. Kinderen liepen af en aan met grote bakken water op het hoofd, balancerend op de rotsen. En dat op blote voeten of teenslippertjes. Op de terugweg passeerden we een dorpje waar we een oud baasje aantroffen die een hele verzameling zakjes en gebruiksvoorwerpen om zijn middel had geknoopt. Hij liep met een pijp in de hand. Hij wilde ons wel laten zien hoe hij daar de brand in kreeg. Mooi hoe primitief dat moest maar hoe handig het lukte. Met een dotje katoen, een vuursteen en een stukje ijzer.

Net voor donker schoven we weer onze binnenplaats op. We kregen couscous met geit voor het avondeten en er was weer niets mis mee. Na het eten meldde de masseur zich weer met veel bombarie. En hij vond ook weer een klant. Hij had kleine kalebasjes bij zich, gevuld met karitéboter. Dit is een vet gemaakt uit bladeren van de karitéboom. Een van de grondstoffen van Oil of Olaz. Onze masseur gebruikte deze boter bij de massages. En terwijl wij nog wat natafelden onder een prachtige sterrenhemel begonnen de eerste djembés al te roffelen. Net buiten de poort hadden zich al muzikanten en dansers verzameld. Door het geluid van de djembé kwamen er steeds meer mensen om te spelen en te dansen. Wat begon als een kleine opvoering voor een groepje toebabs ontaardde spontaan in een groot dansfeest. Prachtig!

Wij waren inmiddels gewend om rond 20.00 uur naar bed te gaan... Dus tegen 09.30 uur plaste ik nog een keertje in het veld onder begeleiding van de djembémuziek onder een van de mooiste sterrenhemels ooit. Bedtijd! Kort daarna stopte het feest.

We sliepen onrustig door de hevige wind. Toen we 's ochtends de spullen gingen inpakken lag alles, ook in de tent, onder een laagje fijn rood stof.

Zaterdag 29 december Reveille om 06.00 uur en ontbijt om 07.00 uur. De bagage werd gewikt en gewogen, want deze dag kunnen ook de ossenkarren ons pad niet volgen. We moeten over de rotsen klauteren. Dus alles werd over dragers verdeeld die het op het hoofd meenamen. In het eerste dorpje kon je met de gids naar boven voor een bezoek aan de tellemwoningen. Wij kozen om beneden bij de kinderen te blijven en onze voetbal op te blazen. Ze waren er blij mee. Er werd meteen een veld ontdaan van vuil en takken, twee doelen gemaakt met palen en spelen maar....

Vandaar klommen we naar boven. We passeerden een pas en eenmaal daaroverheen kwamen we in het dorpje waar we weer zouden blijven. BEGNEMATO. We hadden een plaatsje gevonden voor de tenten tegen de kerk aan. Dat moest wel veilig slapen... We lunchten en daarna was het weer siësta. Nadat het dagboek was bijgewerkt maakten we nog een kort wandelingetje door de velden net buiten het dorp. Er was een groot voetbalveld uitgezet. De lijnen waren getrokken met een asspoor. Een mooi schoolgebouw hadden ze en er werden nog lokalen aangezet. Een bord meldde dat deze school was gejumeleerd met een school in de Haute Savoie in Frankrijk.

Stipt 16.00 uur waren we weer terug voor de wandeling met Ismaël. We klommen de rotsen op net buiten het dorp en zagen een begraafplaats van de Tellem, hoog tegen de rotswand. Een compleet raadsel hoe ze daar konden komen en daar dan ook nog eens de kruiken konden achterlaten. De lichamen werden in de rotsen gelegd. Voor ze daar in gingen werden ze gewassen met water dat in kruiken werd meegenomen. De kruiken met het waswater, dat nog een deel van de ziel zou bevatten, werden afgedekt op een richel achtergelaten. We liepen nog wat tussen de hutjes in het dorp. We kwamen langs de woning van een jager. Dit was duidelijk te zien aan alle apeschedels die hij tegen zijn huis had geplakt, ook veel dierenhuiden, slangenvellen en hele rijen met kaken.

Een beetje luguber wel. Het dorp bestond uit drie delen. Het islamitische deel, het christelijke deel helemaal aan de andere kant en wat hoger op de rotsen het animistische gedeelte. Borreltijd! Er werden nog wat worsten opgediept uit de bagage. Wij hadden onderweg nog wat pelpinda's gekocht dus ook de borrelhapjes waren aanwezig. Na het avondeten begon de bel van de kerk te luiden en schoven wij mee de kerk in. Het was er klein, lemen bankjes op een lemen vloer. Op een omgekeerde doos voor het altaar stond een kerstgroep. Een mariabeeld was behangen met ziveren slingers en rechts stond een houten kruisbeeld tegen de muur.

De mannen zaten rechts, de vrouwen links en de toebabs overal. Het bleek geen echte mis maar een soort Mariaverering. Er werd voorgebeden en geantwoord en daarna ook nog gezongen. De pastoor vertelde ons, na afloop, dat er de volgende morgen om half negen een mis zou zijn. Wij stapten vanuit de kerk ongeveer direct onze tent in. Het kerkvolk bleef rondom onze tenten staan napraten. Het deerde ons niet, we sliepen vrijwel meteen.

zondag 30 december Ik was al vroeg weer op de rotsen geklommen om een mooie zonsopkomst te kunnen zien. Helaas was er sluierbewolking dus geen mooie kleuren. Wel mooie contrasten!

Bij terugkomst bleek de tent al ingepakt en de hele groep al aan de warme broodjes te zitten. Ik kon nog net mee aanschuiven. Tussen de boterhammen door kocht ik nog een mooie geweven indigolap voor Marjon. Zij had mij veel spulletjes van haar overleden moeder meegegeven om weg te geven. Gert had gisteren interesse getoont voor een bronzen beeldje van een Peul. Dit is een stam in Mali die van de veeteelt leeft. Ze zijn herkenbaar aan hun grote houten hoeden. Dus nu kwam de verkoper nog eens horen en omdat hij flink gezakt was met zijn prijs ging Gert de onderhandelingen aan. De vraagprijs gisteren van 50.000 CFA. Vandaag werden de onderhandelingen gestart met 35.000 CFA.

Het resultaat was dat ik verder met een behoorlijk zwaar souvenir in mijn dagrugzak rondliep.....maar we waren wel 25.000 CFA lichter geworden! Voor we aan onze wandeling begonnen werden we eerst nog mee de rotsen op genomen en daar werden we getrakteerd op een maskerdans. Prachtig al die kleuren in het ochtendlicht. Het zag er geweldig uit.

We kregen ook uitleg over de betekenis van de verschillende maskers. Sommigen beelden de jagers uit anderen de aarde, sommige jonge, kinderloze vrouwen. De hele hoge maskers in de vorm van een kruis zijn de bekendste Dogonmaskers. Hele oude afbeeldingen ervan zagen we getekend hoog boven in de rotsen. Hierna begonnen we aan onze laatste wandeling in de Dogonvallei. Het werd een stevige klim over de rotsen heen en eenmaal daar zagen we in de verte onze busjes al staan wachten. We namen afscheid van Ismaël die een geweldige gids was geweest en ook van Adema, de perfekte kok. Ook van de masseur werd hartelijk afscheid genomen; hij was een kleurrijk figuur op onze tocht.

En toen volgde natuurlijk ook weer een blij weerzien met Adema en Mohammed, onze buschauffeurs. Reizen is ook een doorlopend kennismaken en weer afscheid nemen. Soms wel heel jammer om mooie, leuke, fijne mensen weer te moeten achterlaten.... Ismaël gaf ons ieder nog een hanger met daarop een geluksschelp, voor een gelukkig leven!

We lunchten onderweg naar DJENN? in een mooie schaduwrijke tuin. Via Sévaré, waar we de achtergebleven zieken ophaalden, voeren we met de pont over naar Djenné, een flinke stad op een eiland. Op naar Hotel Campement Djenné en een warme douche...

maandag 31 december Om 7 uur zaten we aan een Frans ontbijt, broodje met jam. We hadden een prima kamer met voor de eerste keer deze reis ook een klamboe, De douche waar we zo onze hoop op hadden gevestigd deed het niet maar een kraan op 1 meter boven de grond gaf wel water en daarmee ging het ook prima. Na het ontbijt wandelden we op ons gemakje Djenné in. Alle gebouwen in Djenné zijn van leem in Sudanese bouwstijl. De straatjes zijn klein en lopen kriskras door elkaar. Op het stadsplein staat de Grande Mosquée.

Op straat gaf een Maraboet koranonderwijs. De leerlingen, jonge jongens, hadden schrijfplankjes waarop Arabische tekens stonden. Ze lazen gezamelijk, hardop de koranteksten. Djenné is door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. Daarbij is bepaald dat er niets aan het straatbeeld mag worden verandert. Met als gevolg dat ook de open riolen in het midden van de straten intact moeten worden gehouden.... Het was maandag, de dag van de weekmarkt, die dan ook langzaam gestalte kreeg. Overal kookten de grote kookpotten en er werd pap en soep in gekookt, in grote hoeveelheden. Er waren houtskoolvuurtjes waar voornamelijk vis op werd gebakken. Ook zagen we ze gefrituurd worden in olie. Iemand veegde het zand en nog geen twee meter verderop werden poffertjes gebakken...

Overal vandaan kwamen mensen met koopwaar aangelopen. Meestal met torenhoge stapels op het hoofd maar ook vaak op ezelkarren. Bussen werden uitgeladen en daartussendoor liepen overal kinderen en als ze nog niet konden lopen hingen ze op een rug of lagen aan de borst. En overal vuil en afval. Aan de buitenrand van de stad leefden de meeste mensen in een soort tenten die tegen de buitenmuur van huizen was gehangen. Veel armoede! De moskee van Djenné was inderdaad de mooiste die we tot nu toe zagen, ook de grootste. We vonden een bankje en lieten het schouwspel op ons inwerken. Zo kon ik goed filmen en ik hoorde de klik van Gert's camera met grote regelmaat.

Om 11.00 uur moesten we de bagage inleveren bij de bus en nadat deze was vastgesjord vertokken we weer zoals we waren gekomen met de pont terug naar het vaste land. Het was ongelooflijk wat daar allemaal stond te wachten om nog naar de stad overgevaren te worden.

Ezels met karren die in smalle piroques geladen werden. Althans dat werd geprobeerd, een ezel blijft een ezel en je kunt hem nog zoveel slaan.....Als hij niet wil dan gaat hij niet. We zagen het voor onze ogen weer bewezen worden. Nu ik al deze mensen zag begreep ik ook beter waarom er in de stad van, die grote pannen pap en soep werden gekookt... Het werd een lange rit naar SEGOU, met weinig variatie in het landschap. Om reistijd te sparen aten we de meegebrachte sandwich op onder een boom. De resten gaven we aan viier knullen die met een kudde koeien rondliepen. Ze bewaarden ze om mee te nemen voor de familie. Wij zaten in het kleine busje wat het voordeel had dat we de benen languit konden strekken op de klapbankjes en zelfs af en toe een dutje doen.

Aan het eind van de middag arriveerden we in Hotel L'Indépendance. Een groot hotel helemaal aan de rand van de stad. Met, en daar waren een aantal mensen in de groep ook weer heel blij mee, een zwembad in de tuin. Om 20.00 uur schoven we aan voor het laatste diner van dat jaar. We lieten het ons goed smaken. Het geheel werd opgeluisterd met een muziekband die afwisselend westerse en Afrikaanse muziek speelde. Er deed zelfs een dansgroep aan mee. Het kon ons allemaal niet zo bekoren, we waren moe en om 21.15 uur doken we het bed in.

Ik werd wakker van enkele harde knallen. Gert was ook wakker en een blik op de klok vertelde ons dat het nieuwe jaar 10 minuten oud was. We sliepen lekker verder.

dinsdag 1 januari 2008 We waren de eersten aan de ontbijttafel. Toen de rest aanschoof hoorden we dat de meesten al voor middernacht op een oor lagen. Na het ontbijt wandelden we naar het centrum van Segou. Dat was een wandeling van 1½ uur. We pikten een terrasje. Deden nog wat side-seeing langs de Niger. Kochten nog twee overhemden voor de jongens en liepen in één uur weer terug. Het was leuk om nog even deel uit te maken van het Afrikaanse leven wat zich toch hoofdzakelijk op en langs de straat afspeelt. Het was meteen ook een beetje afscheid nemen... Na de lunch stapten we weer in voor de laatste halte: BAMAKO.

Het werd een lange rit van 235 km. over een redelijke weg. En weer laat in de middag reden we het terrein van Hotel Béhan op. We kenden het nog van de eerste nacht, die we ook hier hadden doorgebracht. Het diner werd op het dakterras geserveerd. Het eten was prima, het bed minder. We hadden deze reis besloten om in twee persoonsbedden te slapen. Maar dat was niet echt een beste keus. Die brede bedden blijken vaak diepe kuilen te hebben. Dus na een nacht steile wand klimmen werd ik niet uitgerust wakker...

woensdag 2 januari Na het ontbijt, waar een van de gasten nog een groot blok goudse kaas uitpakte...(heel verwonderlijk dat die nog in de bagage zat na het zienvan al die armoede onderweg...)moesten we ons om 10.00 uur weer melden met de koffers. We gingen de bagage al inleveren bij een kantoor van Air France in het centrum van Bamako. Dit was zo geregeld om eventuele drukte 's avonds te kunnen omzeilen. Daarna, inmiddels na twaalven, wandelden we richting markt. Het is de enige grote stad in Mali en heeft 1,3 miljoen inwoners.

De hoofdstraten waren geasfalteerd, maar de zijstraten waren onverhard met diepe kuilen, spelende kinderen en loslopende geiten. Maar op die asfaltwegen was het een drukte van jewelste. Straten vol wachtende en rijdende groene taxibusjes. Daartussendoor laveerden heel veel brommers. Langs de kanten liepen drommen mensen, mannen en vrouwen met koopwaar op het hoofd. En een vreselijk lawaai van toeterende auto's. En slingerend vuilnis, overal. Een grote stad in Afrika.....!

We bekijken op de markt de afdeling waar ze fetisjen verkopen.Allerlei onderdelen van dieren die worden gebruikt voor geneeskunst, religie en magie.

Het was een beetje kijk en huiver.

We wandelden door al de drukte naar het museum waar we eerst genoten van een lekker lunch met een glas bissap. Daarna bewonderden we de tentoongestelde maskers en alle soorten textiel met hun be- en verwerkingsvormen. Het was een mooi museum. Mooi verzorgd, ook het gebouw en de entree was de moeite waard. Daarna lieten we ons door de taxi terugbrengen naar het hotel waar we de tijd doodden door nog wat te kletsen en een dutje te doen. Na het diner vertrokken we naar het vliegveld waar het grote wachten weer begon. We vertrokken op tijd.

donderdag 3 januari Nog in het donker, rond 05.00 uur landden we in Parijs waar het rond het vriespunt was, licht motregende en er gestrooid was op het vliegveld. Na heel veel controles konden we door naar Amsterdam. 12.00 uur waren we weer thuis. Het was een mooie, afwisselende reis door een prachtig land met een vriendelijke bevolking. We hadden een goede organisatie, Baobab en een gezelschap om snel weer te vergeten....

.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!