bouwmeestersoppad.reismee.nl

(1) ZUID-TANZANIA 2010 17 daagse rondreis. Reisorganisatie Bongo Asili

Deze reis werd bedacht en geregeld door Romke, samen met de reisorganisatie Bongo Asili. Er werd door ons zelf een groep van 10 mensen samengesteld. Zodoende kenden verschillende deelnemers elkaar al van eerdere reizen. Er waren een aantal vogelaars bij. Maar ook 3 mensen wiens belangstelling meer lag in de landschappen, het speuren naar wild en het ontmoeten van de bevolking in dorpjes en op markten. We reden rond in 2 landcruisers en het plan was om te kamperen in of dichtbij de parken.

Dag 1. Dar es Salaam Vlucht ( 12 augustus)

U wordt afgehaald van het vliegveld en overgebracht naar uw hotel, Mediterraneo. (LO)

We hadden een goede reis. We vertrokken weliswaar met vertraging vanwege een beschadiging aan de vleugel, maar die bleek niet ernstig genoeg om er niet mee te vertrekken. De tien mensen van onze groep zaten twee aan twee achter elkaar. Zodoende konden de eerste kennismakingsgesprekjes meteen al beginnen...

We arriveerden dus ook wat later dan gepland in Dar es Salaam, na nog een tussenstop in Arusha van een uur! Op het vliegveld werden we opgewacht door een ploeg van Bongo Asili. Het was meteen een hartelijk welkom, lachen, handen schudden... Ook kregen we direct allemaal een bedrukt poloshirt van de reisorganisatie. Het liefste hadden ze gezien dat we hem meteen aantrokken, maar moe en warm na een reis van 11 uur had niemand daar toen nog zin in. De bagage paste na enig schikken in de landcruisers. Het hotel was nog een eindje rijden, maar het is altijd wel weer mooi om het leven in een grote stad te zien, beschenen door kleine vuurtje en olielampjes.. Na nog een kennismakingsdrankje met de crew doken we moe en laat... 01.00 uur... het bed in.

Dag 2. Selous Game Reserve (13 augustus)

Na het ontbijt vertrekt u naar het 250 km ten zuiden van Dar es Salaam gelegen Selous Game Reserve. Met een oppervlakte van 55.000 vierkante km. is Selous het grootste beschermde reservaat ter wereld! Het is genoemd naar de legendarische Britse jager-ontdekkingreizeiger Frederick Courtney Selous. Deze overleed in het park in de eerste wereldoorlog. Overnachting Selous Campsite (VP)

Dit ging een lange dag worden... We leerden onze eerst woordjes Swahili van Jamilla. Zij is de manager van Bongo Asili, de reisorganisatie die samen met Romke deze reis voor ons heeft uitgezet. Zij ging een paar dagen met ons mee. Bongo Asili had nog niet echt ervaring met safarireizen in Zuid Tanzania. Wij waren een beetje proefkonijn, vandaar dat ze het begin van deze reis wilde meemaken. De echte vogelaars hadden voor het ontbijt al een flink aantal vogels gespot. Ik begon aan m'n eerste stukkie film. Na een goed ontbijt werd de bagage op de auto's geladen. We kenden inmiddels de chauffeurs bij naam, Bakari, bijna net als de naam van het lekkere drankje en Leopard, niet uit te spreken als de naam van die mooie roofkat. De eerste stop was bij een supermarkt en een bank. Het duurde nogal voor het geld was gewisseld en de boodschappen waren gedaan. Teveel witte mensen die ook een idee hadden wat we allemaal nodig zouden hebben... Rond half een vertrokken we met veel rollen toiletpapier en dozen vol levensmiddelen naar Selous

Het eerste deel van de weg was prima. We hadden genoeg te kletsen en er was veel te zien langs de weg aan mensen, markten en eetstalletjes. Na ruim 4 uur rijden hadden we de eerste pee-stop. Daarna hadden we nog ongeveer 100 km slechte, onverharde weg tegoed. We hotsten en knotsten wat in het rond. Ik zat ingeklemd tussen Richard en Henk. Net voor donker stopten we nog om ergens wat te drinken.

De lunch ging erbij inschieten...Gelukkig had ik een paar pakken biscuits gekocht in de supermarkt. Onderweg kochten we ook nog wat banaantjes, dus er ging niemand om van de honger.

Naar ons idee kwam er geen eind aan de rit... maar in het aardedonker sloeg onze chauffeur een pad in waarvan wij dachten dat het geen weg was... We schampten hoge struiken en bomen. Het hoge gras zag er spookachtig uit in het licht van de koplampen. Ineens zagen we verderop, in het donker, iemand staan zwaaien met een olielamp.. We werden er allemaal wat giechelig van. Zouden we echt nog op een camping terecht gaan komen??? Uiteindelijk werden we gestopt doordat de bomen zo dicht bij elkaar stonden dat we er met geen mogelijkheid meer door konden. Allemaal eruit, je zaklamp zoeken en lopen met de bagage nog verder het bos in. Na wat gestruikel over boomwortels en oppassen voor de olifantenmoppen kwamen we op een soort overdekt terras waar een tafel gedekt stond voor 10 personen...het geheel bijna sprookjesachtig verlicht met olielampen... En waar we heel blij mee waren, de tenten waren al voor ons opgezet!

Mister Good Luck richtte meteen zijn keuken in en na een gezellig aperitiefje met enigszins lauw bier werd ons een heerlijke maaltijd voorgezet.

De mensen die niet zo van het bier waren konden een fles wijn kopen voor 35 dollar. Dat vonden we wel erg duur... later kon het ook voor 15 euro! Na de maaltijd dook iedereen meteen zeer moe het bed in. Het werd een onrustige nacht met veel geluiden van bavianen en galago's.

Dag 3. Wandel safari! (14 augustus)

Na het ontbijt gaat u samen met een gewapende game ranger een hele dag op stap. Onderweg geniet u van een heerlijke picknick. Overnachting Selous Campsite. (VP)

Om 08.00 uur gaan we op weg voor onze eerste gamedrive die de hele dag zal duren.

We gaan naar Selous Nationaal Park. Met bijna 55.000 vierkante kilometers is het één van de grootste niet-grensoverschrijdende wildparken in de wereld. Selous is groter dan Zwitserland, maar beslaat toch slechts 6% van de oppervlakte van Tanzania.

Ik zit in de jeep met Jan, Gert, Richard en Henk. Zodra we in het park en tussen de bomen zijn gaat het los. Zowel Richard als Gert zijn echte vogelaars en kunnen niet wachten op de eerste exemplaren. Die komen dan ook in hoog tempo voorbij. Als F16-piloten wordt er jacht op gemaakt, met militaire aanwijzingen zoals "op 11 uur" etc.

We zien veel watervogels maar ook impala's, nijlpaarden en later ook giraffen. De natuurfilms die worden vertoond op DVD en TV zien we nu in 3D. Later verschijnt er een kudde van 18 olifanten bij het water, die drinken en dan zomaar weer in het bos verdwijnen op weg naar....?

We hebben geluncht bij het water onder bewaking van een gewapende ranger. We zien in de verte een zwemmende olifant die naar de andere oever oversteekt. In het diepste gedeelte van het water komt alleen het puntje van zijn slurf boven water. Er liggen ook veel nijlpaarden in het water. Ze waren onrustig en brulden veel. Misschien baby's in de groep?

Dit is ook de eerste gelegenheid waarbij de inmiddels gedane waarnemingen kunnen worden geverifieerd en bij overeenstemming (minstens 2 personen moeten de vogel herkend hebben) kunnen ze worden genoteerd als gespot. Fototoestellen schieten als geweren. Honderden foto's worden genomen, waarbij er ongetwijfeld een aantal prachtig gelukt zullen zijn.

Het wordt voor mij een indrukwekkende dag! Zoveel gezien en dit is nog maar de eerste dag met een game drive. Iedereen is tevreden met het resultaat van deze dag. De basis voor een geslaagde safari is gelegd. Het diner bestaat uit aardappelen, vis en salade. Nog wat napraten en om 22.00 uur naar de tent.

Dag 4. Game drive en boottocht . (Zondag15 augustus)

In de ochtend maakt u een boot tocht over de Rufiji rivier. In de namiddag is er tijd voor uw eerste gamedrive.U overnacht opnieuw in Selous campsite. (VP)

Heerlijk geslapen en dus de olifanten die in de nacht door de droge rivierbedding nabij de kampeerplaats trokken, niet gehoord. Wel de apen, waren het baboons? In de vroege ochtend (05.00 uur) oproep tot gebed, ik draai me nog eens om. Het is ramadan, lijkt me niet makkelijk in dit klimaat een hele dag niet drinken..Aan de ontbijttafel laten de vogelaars van zich horen. Er wordt gediscussieerd of er een Hadada Ibis, Hamerkop of Sacred Ibis voorbij vliegt. Ondertussen worden getooste boterhammen met ei en worstjes verorberd. Een boterham met pindakaas en honing smaakt ook goed.

Selouspark staat vandaag op het programma. Eerst moet er het e.e.a. geregeld worden voordat we het park in kunnen, zo ook een gewapende bewaker. Ondertussen kijken we wat rond en ontmoeten Apollo, een jongeman, sinds 18 maanden werkzaam als gids. Hij heeft vandaag een vrije dag en wil graag uitleg geven over alles wat er rond vliegt.

Onderweg steekt een groep van 15 giraffes de weg over, groot en klein, nou ja, wat je klein noemt. Bij de geboorte is een jong al bijna 2 meter en weegt ongeveer 45 kg.

Tijdens de tocht in het park zien we veel vogels. Al snel wordt me duidelijk dat dit voor de één belangrijker is dan voor de ander, die aantallen. Nijlpaarden en krokodillen zijn in grote getale aanwezig, de nijlpaarden in het water en de krokodillen op de oever, zich warmend in de zon, om ineens in het water te verdwijnen zonder één rimpel te veroorzaken. Terug bij de ingang van het park staat Apollo ons weer op te wachten, blij weer uitleg te kunnen geven.

We nuttigen een warme lunch: ugali (maispap), aardappelpuree, vlees of vis, pannenkoeken met spinazie en honing, om je vingers bij af te likken.

Op het middagprogramma staat een boottocht. De boot is net groot genoeg voor ons gezelschap van 10 man/vrouw, maar te klein om makkelijk te kunnen zitten. Om kapseizen te voorkomen moeten we voorzichtig instappen.

Onderweg zien we een kingfisher, maar welke was het ook al weer? Ook nu weer krokodillen en nijlpaarden. De kapitein bleef ver van de hippo's met zijn overvolle boot.

De zonsondergang beleven we vanaf een eiland in de rivier. Het zonnetje zakt steeds lager, wordt knalrood en lost voor hij de horizon raakt op in "the African dust". Daar gaat de skimmer. Door hun manier van vissen, vlak boven het wateroppervlak vliegend, de ondersnavel net in het water, happend naar vis, schijnen ze de onderste helft van de snavel ( mandible) wel eens te verliezen. Dan blijft er niet meer over dan de hongerdood lijkt me.

Vanaf de rivier zien we luxe lodges op de oevers, de bars zijn open, er wordt geborreld. Daar geen fles "Kili" aan de mond, maar iets "on the rocks" stel ik me zo voor. De gasten van deze lodges laten zich rondvaren in bootjes, zittend in leunstoelen en ook daar wordt al gedronken. Uit echte glazen! Ik neem nog een slok uit mijn veldfles, het water smaakt heerlijk.

Water, goed drinkwater, een schaars goed voor veel mensen op het platteland maar ook in stedelijk gebieden.

Bij aankomst in het kamp is het al donker, Good Luck heeft met assistentie van Nico weer een heerlijke maaltijd klaargemaakt. s'Avonds praten we over ziekenhuizen, hun directies, specialisten en met name de financiën. Ook de tennistoernooien van Texel en Gorredijk worden besproken, Jan van Texel en Romke van Gorredijk houden zich hier al jaren mee bezig. Het sanitair is hier goed geregeld. We hebben een bush-toilet, een gegraven gat in de grond met daarop een vierkante houten kist waar bovenop een gewone wc- bril is bevestigd. De muren van dit "kamertje" bestaan uit zeildoek dat is opgespannen aan 4 stokken. Het geheel sluit met een rits. Om te weten of er al iemand op zit wordt er een toiletrol op een van de 4 palen gezet en die neem je mee naar binnen, dus geen rol... De douche staat daarnaast en heeft dezelfde deur en muren. Daar ligt op het zand een houten pallet en er is een rubber zak met water opgehangen met een douchekop. 's Middags werd die gevuld met warm water!! 's Nachts werden we geregeld wakker van het roepen van de bush-baby's (galago's) en het keffen van de bavianen.

Dag 5. Selous Game Reserve (16 augustus).

Vandaag heeft u de tijd voor meerdere game drives op verschillende tijdstippen van de dag in dit grote park. Overnachting Selous Campsite. (VP)

Vandaag begon de dag vroeg omdat we een wandeling van 3 uur gingen maken. Tijdens de rit naar het park begon de pret al. Eerst rende een geschrokken bushbok voor de auto langs over de weg, de veilige begroeiing in. Later een hele kudde olifanten en tot slot nog een groep hoenders. We startten onze tocht bij de landingsbaan bij het park.Onder begeleiding van Apollo gingen we op pad. We kwamen van alles tegen: reuzenmieren van zo'n 2-3 centimeter groot die zich in de bladeren verstopten en er uit te krijgen waren door tegen de plant aan te tikken. Impala's met de M van de Mac Donalds achter op de billen... een wrattenzwijn dat met de staart omhoog wegrende, olifanten die de nog heel kleine jongen beschermden door ze midden in de kudde te houden, een groep bavianen met fanatiek spelende jongen en zelfs een eekhoorntje dat van boom tot boom rende. Ook bloeiden er prachtige bloemen in en onder de bomen.

De landschappen waar we doorheen lopen zijn prachtig en dood en leven vormen een mooi geheel. We zien een termietenheuvel die bijna net zo groot is als de boom waartegen hij is aangebouwd en dat was geen kleintje! Bakari blijkt ook een goede gids te zijn, want terwijl Apollo zich bezig hield met de vogelaars vertelde Bakari ons e.e.a. over de soorten bomen en bloemen.

Bij de verschillende pootafdrukken werden de eigenaars gemeld en werd verteld wat de verschillende kenmerken zijn. We bestuderen die van impala's, giraffen, hyena's, nijlpaarden en olifanten. Die van de olifanten vertonen de minst diepe indruk in de bodem, wat verbazingwekkend is voor zo'n zwaar dier. Of ze bijna zweven. We zien zelfs een volledig kaalgevreten en uiteen getrokken skelet van een giraffe, een man, want hij had een vijfde hoorn op het voorhoofd. Ook slaapplaatsen van hyena's en een aardvarken kwamen we tegen. Onder de vogels werden ongeveer 12 nieuwe soorten gespot voor op de lijst.

Ik loop dan vreselijk te genieten en besef me voor de volle honderd procent dat ik toch wel ontzettend bof. Eerst al dat ik dit soort reizen lichamelijk aankan en dat het financieel mogelijk is, maar ook dat ik het mooie kan ontdekken in alles om mij heen. Rika is het helemaal met me eens.

Teruggekomen in het kamp staat er een uitgebreide brunch voor ons klaar. Tijdens het verorberen hiervan bespraken we de middagagenda.

Met de auto gingen we het park weer in, maar deze keer wat dieper dan de voorgaande keren. Bij het park aangekomen blijken er ergens wilde honden gesignaleerd te zijn en met Apollo samen sjeesden Leopard en Bakari erheen. En inderdaad treffen we een groep honden die, duidelijk in de koelte van een stel bomen, lag uit te buiken.

We kunnen ze goed te bekijken en op de digitale plaat vast leggen. Een unieke ervaring!

Op de weg terug naar ons kamp, passeren we meren waar de vogelaars nog even kunnen smullen. Het loopt tegen zessen en de schemer valt. Op de weg ligt nog een nachtzwaluw na te genieten van de middagwarmte die nog in het zand zit. Verschrikt vliegt hij op als we passeren, zo kunnen we hem nog even goed bekijken en daarmee is hij dan meteen ook het laatste dier wat deze dag aan onze lijst wordt toegevoegd!

Bij terugkomst in het kamp hebben Good Luck en Nico alweer een stevige maaltijd op een gedekte tafel voor ons klaar staan. Pompoensoep, penne, rundvlees, gemengde gestoofde groenten en pannenkoeken.... Na de maaltijd wordt de dag nog geëvalueerd en Richard diept nog een fles whisky op. Het onderwerp politiek en ook het geloof worden nog even op tafel gelegd. Later op weg naar onze tent zien we Jan Texel ronddolen op zoek naar zijn tent... Nadat we hem voor z'n "deur" hebben afgezet duiken we zelf ook in onze slaapzak.

Dag 6. Mikumi National Park (17 augustus)

Mikumi is met 3230 vierkante km oppervlakte het derde park van Tanzania. Door het park stroomt de Mkatariver. Deze rivier zorgt voor een uitbundige groene vegetatie die met name olifanten en buffels aantrekt. Het

park ligt tussen de Uluguru en Udzungwa bergen. Overnachting Mikumi Campsite. (VP

Om 06.00 uur uit de veren en om 06.30 uur ontbijt. Daarna breken we de tenten af met hulp van de crew en alle bagage wordt weer, door het bos, naar de auto's gebracht. Om 08.30 uur vertrekken Els, Jan N. en Gert met de auto's uit het kampement om in het nabij gelegen dorp de rest van de groep op te pikken. Die waren alvast te voet vooruit gegaan.

We rijden vrij snel in noordoostelijke richting door Selous richting Morogoro, want het gaat een lange reisdag worden. Hierdoor wordt er weinig gestopt onderweg, maar wij zien toch nog als nieuwe soorten: hartebeest en buffel in het park. Verder zien we nog grote groepen Impala's, giraffes, olifanten, koedoes en warthogs. In de bomen langs de weg zitten opvallend veel rollers. Bij de gate wachten we op de jeep van Leopard. We benutten de wachttijd om een beetje rond te scharrelen. Gert ziet een imposante African Crowned Eagle in een boom. Hij wil een zijweggetje inlopen om de vogel te fotograferen maar wordt teruggeroepen door Bakari. Net op tijd om een flinke kudde olifanten te ontlopen die het bewuste weggetje, op de plek waar hij even tevoren nog was, overstaken.

De reis verloopt niet geheel zonder problemen: de auto van Leopard had onderweg twee keer een lekke band en de jeep van Bakari had door de slechte wegen een afgebroken schokbreker opgelopen. We lunchten weer uit ons lunchtrommeltje op een mooi open veldje. In het eerste stadje wat we tegenkwamen stopten we om de band van Leopard op te pompen. Dat gebeurde met een fietspomp. Daar waren ze wel even mee bezig, dus in die tijd laat Henk zijn Afrikaanse lap omzoomen voor omgerekend 15 cent. Hadden wij tot nu toe voorop gereden, nu rijden we als tweede, omdat de andere auto door zijn reservebanden heen is. Dit wordt de overtreffende trap van stof happen. Mede door de slecht sluitende achterdeur worden degenen die op de achterbank zitten alsmaar roodbruiner van kleur, de kleur van de weg dus. Het begin van deze reisdag reden we door een berglandschap. Mooi, op enkele stukken werd het een echt oerwoudbos, we zagen zwart witte franje apen in de bomen en nog een andere soort die ik niet kon herkennen.

Vervolgens werd het meer een open landbouwgebied waar veel verschillende groentes worden geteeld. Het ziet er heel vruchtbaar uit. In de dorpjes zijn ze volop bezig de oude modderhutten te vervangen door stenen huisjes. We zien ook weer volop steenovens in gebruik. Dat gaat als volgt: Er wordt modder in vormen geperst. Deze gevormde blokken worden opgestapeld in een vierkante vorm. Er blijven wat openingen tussen de "stenen". Binnenin ligt droog gras en het geheel wordt ook nog bekleed met droog gras. Als dit proces klaar is wordt het gras in brand gestoken. Als alles uitgebrand en afgekoeld is blijft er een stapel gebakken stenen over. In Morogoro gaan Gert, Els en Henk naar de markt. De rest van de groep hebben te veel dorst en zoeken een "echt" terras. Zij verlaten de markt dan ook al snel om ergens een koel drankje te scoren. Het is al vroeg Kili-time voor hen. In Afrika hoef je eigenlijk niet op zoek naar een terras, je zoekt een stalletje met een grote koelkast. Als je dan een flesje limonade koopt worden er meteen stoelen geregeld om te zitten. En als je dan zo midden op de markt zit heb je eigenlijk het leukste terras.. er is zoveel te zien om je heen. Romke doet ondertussen met de crew de noodzakelijke boodschappen.

Daarna reizen we door naar een - wat een verrassing! - tented-camp tegen de grens van Mikumi NP aan. Het laatste deel van de reis gebeurt in het donker. Overal zien we tijdens onze reis dat er hele stukken land worden afgebrand. Soms rijden we wel erg dicht langs de vlammen en zeker in het donker is dat wel spectaculair. Er worden verschillende redenen genoemd voor het branden van het oude gras o.a. maakt het dat er weer snel jong gras gaat groeien wat goed is voor het vee. Het blijkt ook wel een methode te zijn om allerlei kleine dieren die op de vlucht zijn voor het vuur makkelijker te kunnen vangen.

Het laatste stuk loopt de weg dwars door het Mikumi Park heen. Volgens de borden mogen we maar 30 km per uur rijden, er kan namelijk zo een buffel of nijlpaard de weg oversteken... Maar onze Bakari weet goed waar hij de drempels kan verwachten en maakt tussendoor toch wel snelheid. We arriveren rond 20.00 uur en hoeven in het donker geen tenten meer op te zetten. Zelfs het kampvuur brandt al. De voorzieningen zijn prima, mooie tenten met echte bedden. De twee badkamers in het sanitairgebouwtje zijn al snel bezet om alle stof van de vermoeide lijven te wassen. Rika heeft zo'n haast om onder de (koude) douche te komen, dat ze haar handdoek in de tent laat liggen. Maar de groep bij het kampvuur hoorde haar roepen en al snel wordt er een helpende hand, met handdoek, toegestoken.

Na een biertje rond het kampvuur en een heerlijke spaghetti rolden we rond 22.30 uur het bed in. De chauffeurs zijn dan alweer vertrokken om, in een volgend dorp, de auto's in orde te (laten) maken voor de volgende dag.

Dag 7. Mikumi National Park (woensdag 18 augustus) Vandaag heeft u de tijd voor meerdere game drives in het park op verschillende tijdsstippen van de dag. Open grasland domineert de lagere vlaktes en gaat op de hellingen over in miombo (droog) bos. Het gebied is ook bekend door zijn wilde honden en 6 meter lange pythons. Overnachting Mikumi Campsite. (VP)

Het lijkt in de ochtend wat frisser... of wat drogere lucht, hoe dan ook: lekker geslapen. Nu aanschouwen we de campsite pas bij daglicht, ziet er goed uit. Programma: volle dag safari met lunchpakket in Mikumi NP.

Het park omvat 75.000 vierkante kilometer en wordt doormidden gesneden door één van de belangrijkste wegen (namelijk van Dar Es Salaam naar Zambia) van Tanzania. Wij zullen het park alleen aan de noordwestzijde van de weg bekijken... aan de andere kant van de weg "heerst" de Tseetseevlieg. Het park blijkt flink platgebrand. Gisteren zagen we al veel brandhaarden en in het donker zelfs een heel grote brandhaard in het park zelf. Deze brand geeft nu ook nog grote rookwolken... voor ons weliswaar geen gevaar, want de branden zijn aan de andere kant van de snelweg, maar toch... eeuwig zonde! Alhoewel... niemand lijkt zich hier druk te maken over die branden, ze steken het toch ook zelf aan!

Mikumi bestaat uit droog grasland met her en der wat bomen en struiken en overal waar je kijkt zie je zebra's, gnoes en impala's. We genieten van een eerste jakhals, hebben wat moeite een steppearend te determineren en zien veel bateleurs.

Lunch nuttigen we bij een overkapping aan de poort... efkens foto's bekijken van Gert en Henk. Na de lunch meteen verder met de safari of toch niet? Om 13.00 uur is het eigenlijk te heet, Bakari stelt voor ons tot 15.30 uur te droppen bij het Wildlife Camp, dit is een restaurant / bar behorend bij een resort midden in het park. Heerlijk plekje met een koud drankje en er zijn dichtbij waterputten voor het wild, waardoor uitzicht op buffels, olifanten en ... wat komt daar aanlopen: een hoofdprijs... elandantilopen

8 elanden willen ook drinken bij de waterput, mooi om te zien hoe omzichtig de verschillende soorten dieren elkaar benaderen, cq juist afstand houden. De elanden vertrouwen de buffels toch niet helemaal en na enkele pogingen om te drinken rennen ze weg.

Rond 16.00 uur gaan we weer verder met de safari... wederom genieten we van alle impala's, zebra's en vele andere dieren, maar nu ook nog eens in mooi en fotogeniek avondlicht. Het wordt al weer laat en bij zonsondergang moeten de jeeps het park hebben verlaten, anders krijgen de chauffeurs trammelant, dus plankgas naar de parkgate.

Terug bij de camping zagen we in het schemerlicht nog wel een Steenbok op 100 meter van de campsite... en baboons... hoezo geen wild rond de camping... 's Avonds weer een aangenaam maal op de veranda bij de keuken: piepers, visprutje en heerlijke salade, voorafgegaan door de gebruikelijke soep en een stukje meloen na. En we hebben nog een paar warme biertjes over om na te tafelen en er verschijnt ook nog een beetje whisky op tafel... het leven was ons vandaag weer goed gezind!

Dag 8. Ruaha National Park (19 augustus)(

Vandaag reist u verder naar het National Park. Er is onderweg tijd voor game drives en een picknick lunch.Overnachting Ruaha Campsite. (VP)

Om 06.30 uur moet alle bagage ingepakt klaar staan, voordat we gaan ontbijten. Het wordt een lange rijdag naar het Ruaha National Park. Good Luck en Nico hebben weer een lekker ontbijt klaar gemaakt. In hoeveel variaties je een ei kunt opdienen is verbazend. Als boerenomelet, met champignons, met kaas, Sunny side up, scrambled etc. Na het ontbijt zegt Anneke rmeestal: "Ik denk dat ik mijn tanden ga poetsen". Ook deze morgen is het niet anders, dit is dan voor de anderen het startsein om ook in actie te komen, zodat de jongens de tafel af kunnen ruimen. In Mikumi village maken we nog een korte stop om ijs in te kopen voor de vleeskoelbox. Dit was bij onze vorige inkoopstop in Morogoro niet gelukt. We rijden over de A7, de Trans-Tanzania highway, die loopt van Dar es Salaam naar Tunduma op de grens met Zambia en daar verder gaat naar Lusaka. Een zeer belangrijke verbindingsweg, aangezien Zambia geen haven heeft.

We rijden door een mooi landschap, met dorpjes langs de snelweg. Typisch Afrikaanse taferelen, overal mensen die met van alles en nog wat langs de weg lopen, vrouwen in kleurige doeken met vaak een kindje op de rug, mannen die zwoegend een zwaar beladen fiets de berg op proberen te duwen. Het is verbazingwekkend wat er allemaal op een fiets vervoerd kan worden. En vooral ook de omvang van wat er opgestapeld kan worden. We moeten de Udzungwa Mountains over die een onderdeel zijn van de Eastern Arc Mountain Range, die van noord naar zuid loopt. De weg slingert over de bergflanken.

In de auto is het ook heel gezellig. Rika vertelt mooie anekdotes over haar Afrika-tijd. Over elke situatie die we onderweg tegenkomen heeft zij wel een praktijkvoorbeeld. De catering is ook goed verzorgd, de koekjes en snoepjes gaan veelvuldig rond. De voorgaande dagen worden uitgebreid geëvalueerd met opmerkingen in de trant van: Zeg, Gert weet jij welke vogel het was die in die boom zat gisteren..... eh, welke vogel en welke boom bedoel je precies, Jan?

Er zijn opvallend veel baobab bomen, zoveel heb ik er nog nooit bij elkaar gezien. Meestal staan ze alleen of in een klein groepje in het landschap, maar hier staan de hellingen vol met een kleine (jonge ?) versie van deze grote bomen. Een mooi gezicht.

In Iringa gaan we lunchen bij een hotel. We bestellen eerst het eten en hebben daarna nog een uurtje om in het stadje rond te lopen. Er moet nog geld gewisseld worden en boodschappen gedaan. Jan zijn schoenzool heeft de strijd met warmte en stof opgegeven en heeft losgelaten. Het aanbod om met ducttape de schoen van een mooie zilveren neus te voorzien wordt afgeslagen, want dat staat niet netjes. Jan gaat voor luchtig schoeisel, mooie leren sandalen, dat staat pas sjiek in de tropen! Van goede 2e hands kwaliteit. Waarschijnlijk zijn ze met de "zak van Max" uit Nederland gekomen.

Na stevig onderhandelen gaat er nog 2.000 tsh af. Maar Jan wil ook af van zijn oude schoenen en de schoenverkoper wil ze best kopen. Ook hier wordt weer stevig over onderhandeld en de stevige stappers verwisselen voor een mooi bedrag van eigenaar. De schoenverkoper maakt ze met een beetje bisonkit weer als nieuw.

Iedereen tevreden: hij een paar mooie schoenen in de collectie en Jan een paar sandalen, wat zeker het gesprek van de dag gaat worden op Texel als ze dit te horen krijgen.( hij betaalde 10 euro maar kreeg weer 5 euro terug voor zijn schoenen...)

Na Iringa nemen we weer afscheid van de asfaltweg en gaan we verder over 120 km stofpaden, in alle gradaties, glad, erge hobbels, diepe kuilen, wasbord etc. Het schilderij, dat Henk tegen het plafond van de auto geplakt had ter bescherming, houdt het niet vol en komt omlaag. Het landschap blijft mooi, kleine dorpjes tussen akkertjes en hier en daar zelfs wat kleine kuddes koeien. Wat wel opvalt zijn de vele niet afgebouwde huisjes van zelfgebakken stenen. Is in deze dorre omgeving het bestaan toch te hard? Uiteindelijk komen we bij het Ruaha-park aan, wat een gloednieuwe toegangspoort heeft met luxe sanitair, inclusief zeeppompje. Er zijn wat informatieborden opgehangen met gegevens over dieren die in het park te vinden zijn. Er zijn zelfs 2 nieuwe vogelsoorten ontdekt, die het hart van de vogelaars sneller doen kloppen. De Ruaha red-billed hornbill en de white-headed chat.

Bij het hoofdkwartier moeten we ons melden voor de huisjes. Hier blijkt er toch een probleem te zijn: er zijn te weinig huisjes, want een deel is gewoon verhuurd aan toeristen die toevallig langs kwamen. Maakt niet uit of wij een reservering hebben of niet. We moeten op Bakari wachten en blijven trouw in de auto zitten totdat ik omkijk en een flinke kever met uitstekende hoorns achter mijn rug zie zitten op de stoelleuning. Ondanks dat de auto helemaal vol staat met tassen, koelbox, trays met bier en daardoor meer lijkt op een hindernisbaan, ben ik in een recordtijd uit de auto. Met de zonnehoed van Rika vangtHenk de kever en laat die weer buiten vrij. Waar deze zich als een volleerd fotomodel vanuit de onmogelijkste hoeken op de foto laat zetten.

Uiteindelijk wordt het probleem van de huisjes opgelost doordat we de nacht door kunnen brengen in de New Bandas. Luxe huisjes op een heuvelrug. Ook niet verkeerd om voor één nachtje een lekker ruime kamer te hebben met eigen douche en toilet. Even een handwasje doen. Morgen verhuizen we weer naar de Old Tourist Bandas, daar dineren we deze avond ook omdat de dining room bij de nieuwe huisjes nog niet klaar is, of in ieder geval er staat geen meubilair! Good Luck en Nico hebben weer voortreffelijk gekookt. De specialiteit, heerlijke soep en pasta met rundvleessaus. Met een lekker wijntje en biertje sluiten we deze dag af.

Dag 9. Ruaha National Park. (20 augustus)

Dit is in omvang het tweede park van Tanzania en men vindt er een aantal dieren die niet voorkomen in het noorden van Tanzania; o.m. wilde honden, roan en sabel antilopen. Door het oostelijke deel van het park stroomt de Great Ruaha River. Het water van de rivier geeft leven aan nijlpaarden. Krokodillen en grote aantallen watervogels. Overnachting Ruaha Campsite.

Even na zessen worden we opgehaald voor de eerste game drive in Ruaha National Park. We rijden door een mooi heuvelig landschap met verspreid staande struiken, baobabs, valse baobabs en een brede rivier(bedding). Het is nog koud. Rika heeft alle sjaals en lappen die in de auto liggen omgeslagen...Na een kwartiertje komt de zon op. De bomen steken mooi af tegen de rode lucht. Een groep gehelmde parelhoenders heeft in een boom overnacht en fladdert nu, eveneens afstekend tegen die rode lucht, naar beneden. Twee dikdiks staan vlak naast de weg. Een grote roofvogel wordt goed bekeken, het blijkt de Martial eagle te zijn.

Op een veilig plekje drinken we de meegebrachte koffie en thee en eten van Henk's koekjes De telescoop wordt opgesteld en de langstaartige vogels die we regelmatig zagen worden op naam gebracht: Ashy starlings. Als we weer verder gaan zien we een aantal klipdassies op een rots zitten. Ze zitten zich lekker op te warmen in het zonnetje. Een Rednecked spurfowl zit er vlakbij. Wat verderop zien we een Brown snake-eagle in een boom. Een jonge Eastern chanting goshawk vermaakt ons door steeds te proberen met zijn poot iets uit een graspol te krabben. Het is mooi om te zien dat hij z'n lange poot steeds ver uitsteekt, waarschijnlijk bang om zijn ogen te beschadigen aan de gemene stekels. Een passerende jeep verteld ons dat er een luipaard is gespot. Dat blijkt nog een aardig eindje rijden in een flink tempo. We moeten door de droge, zanderige rivierbedding en dan nog over wat kronkelige paadjes langs de oever. De kat ligt op een dikke tak van een worstenboom met, zoals dat hoort, poten en staart afhangend. Er staan al een aantal auto's en er komen er nog meer, maar we krijgen toch de kans om de luipaard van alle kanten te bekijken en te fotograferen.

In de hitte (ca 35º) halen we onze bagage op bij de nieuwe huisjes en verkassen naar de veel leuker gelegen groene, metalen banda's. De brunch staat daar al klaar: pannenkoeken, gebakken aardappels, een salade, gefrituurde kip, vis voor de vegetariërs, zoals steeds heel attent van Good Luck. Ook nog een groente-omelet en worstjes die we doorgaans bij het ontbijt krijgen.

Daarna worden de soortenlijsten bijgewerkt en is er nog een uurtje om wat te schrijven, te lezen of te vogelen vanuit de kijkhutjes aan de oever. Tegen vieren beginnen we aan de middag game drive langs de rivier. In de bedding bevinden zich een wisselend aantal stroompjes en ook poelen. Aan beide kanten lopen aan de oever wat zoogdieren: Olifant, Giraffe, Impala, Grote koedoe, Waterbok en een waterschildpad. Ongeveer half zeven zijn we terug en genieten we van bier en witte wijn. Het avondeten is weer gevarieerd en lekker. Na nog een slokje van het een of ander gaan we naar onze banda's die intussen gelukkig wat afgekoeld zijn.

Ruaha National Park. (21 augustus)

De gehele dag de tijd om dit park te verkennen op verschillende tijdstippen van de dag. Overnachting Ruaha Campsite. (VP)

Om een uur of zeven vertrekken we met de auto's van het basiskamp en worden daarbij meteen al getrakteerd op een Gevlekte hyena. Daarna gaan we wandelen langs de rivier onder begeleiding van twee rangers. Ze vertellen ons dat de rode tandenborstelachtige bloemen water bevatten, waar de giraffe graag gebruik van maakt. En dat een aangevreten acacia een onsmakelijk stofje aanmaakt waardoor de vreter liever naar een ander exemplaar verkast.

De rook van brandende gedroogde olifantenkeutels is goed tegen malaria. Het nijlpaard wiekt tijdens het poepen zijn lepelvormige staartje door zijn productie waardoor het over zijn spoor verspreid wordt. Zo kan dit vergeetachtige dier zijn eigen poel terugvinden, wat anders twijfelachtig zou zijn: Hippo-GPS.

De rivier heeft tegenwoordig weinig water door bovenloops gebruik voor irrigatie en elektriciteits-opwekking. Het is hier erg mooi langs de rivier. We zien ook Schaarbekken waar de ranger heel opgewonden van wordt want die zouden hier niet voorkomen. Verderop is een plek met allerhande reigers, ooievaars en dergelijke. We komen nog langs een poel met zoveel krokodillen dat je er honderden tasjes van zou kunnen maken. We vervolgen onze weg over een heuvel en volgen dan de rivier. Ineens komen er wel 20 nijlpaarden aangelopen. Ze moeten ondiepe stukken oversteken om in het diepere deel te komen. Je kunt mooi zien dat de jonkies bescherming zoeken bij de volwassenen. De mannetjes zijn zeer waakzaam en houden ons goed in de gaten. Wij staan op een rotsachtige oever. Heel dichtbij, op mijn vraag aan de gids of dit toch echt niet gevaarlijk is legt hij uit dat deze dieren niet op de rotsblokken uit de voeten kunnen dus hier het water niet zullen verlaten.

Gelukkig maar want ze zien er zo dichtbij wel erg indrukwekkend uit!

Bakari en Leopard staan ons op te wachten bij de brug over de Ruaha en daar zien we een African fish eagle op zijn nest in een palmboom met twee kuikens. Ze hadden ons ontbijt meegenomen dus peuzelden we ons eitje deze keer op met zicht op de rivier waar hippo's lui lagen te zijn met op hun rug zowel rode als gele ossenpikkers.

Onze lunch gaan we ophalen op het kamp en meteen vertrekken we weer naar de luxe Ruaha River Lodge. Om daar vanuit luie stoelen met een koud biertje (of een coke) bij de hand uit te kijken over de rivier. Het is er rustig, we zien Bush hyraxes, familie van de klipdassen. Verder nog 2 koedoes en een waterbok. En ook nog wat lizzards. Om een uur of drie rijden we naar een beschaduwde plek aan de Ruaharivier om te lunchen met vechtende waterbokken op de achtergrond. De gamedrive daarna werd pas interessant toen we bij de bijna droge rivierbedding kwamen. Daar lagen 2 leeuwen die het weinige water dat er nog stroomt goed in de gaten houden. Daar zou hun avondmaaltje wel eens kunnen verschijnen... achter hen staan 2 vale gieren die daar best wel vertrouwen in hebben..We hebben ze niet meer in actie kunnen zien want het wordt hier vroeg donker en om 18.30 moeten alle auto's het park verlaten hebben. Dus helaas!Op weg naar de gate treffen we nog een kudde foeragerende olifanten. Daarna zakt de zon en hoor je de camera's weer klikken... Prachtig met die schapenwolkjes!

Terug op het kamp staat er weer een heerlijk maal klaar. De gids komt me nog halen, hij weet een schorpioen te zitten. Helaas te donker om te fotograferen maar wel erg leuk om te zien dat hij bij de keuken zit en niet in ons huisje.. We zitten goed en wel te eten als Bakari me vraagt mee te komen. Nu staat er een levensgrote olifant in het hoekje bij de keuken te grazen. Ik wist al wel dat de olifanten 's nachts gewoon bij de huisjes lopen want 's morgen zie je overal grote verse olifantenmoppen... Terug aan tafel pakt Bakari zijn mobiel. Ik vraag hem naar z'n vrouw en hoe het met haar is en of ze het niet vervelend vind dat hij zo vaak weg is. Wil je met haar praten, vraagt hij. Dus wil ik weten of ze ook Engels spreekt, nee zegt hij alleen Swahili. Intussen heeft hij het nummer al gedraaid en zit ik met zijn vrouw aan de telefoon. We hebben gepraat, moeizaam maar toch.

's Nachts horen we de leeuwen brullen, het klinkt niet eens zo heel ver weg...

Dag 11. Kilombero, (zondag 22 augustus).

Met zijn oppervlakte van 796.735 hectare is dit gebied, dat door tal van rivieren wordt doorkruist, de grootste seizoensafhankelijke zoetwatervlakte van Oost-Afrika. Het gebied huisvest veel nijlpaarden en krokodillen. Overnachting Kilombero Campsite. (VP)

Wij waren er voor gewaarschuwd, het zou een lange dag worden. Dus vroeg (om 06.00 uur) uit de veren,ontbijten, inpakken en wegwezen om ongeveer 07.15 uur. Er waren wat troebels aan het ontbijt. Ingrid verteld dat ze zich niet op haar plaats voelt in de jeep bij Leopard... Het werd zo een wat moeizaam begin van de dag...Na wat heen en weer gepraat bleek het probleem niet zo heel groot omdat we weinig game-drives meer op het programma hadden....

Wij hadden meteen veel geluk, vrijwel voor de uitgang van onze banda's lagen twee leeuwen te niksen. Voorts nog een jakhals en een spotted hyena. Maar daarna kwam er veel stof en hobbels, alhoewel, de wegen zijn niet eens zò slecht. Wij namen afscheid van een fantastisch mooi park, velen van ons wilden wel langer blijven. Per slot van rekening: de Sabel- en Roanantilope hadden wij nog niet gezien..

Onderweg stoppen we in een dorpje bij een Boma Art Shop. Ze hadden er mooie dingen, gemaakt door vrouwen in de omliggende dorpen. Iedereen kocht wat en toen mochten we ook nog plassen bij een familie op het erf van een achter gelegen compound. Hier liepen wat kinderen en ik heb het speeltje met de knoop met ze gedaan. Ze hadden het spelletje snel door.

Inmiddels is ook de andere auto gearriveerd. Ze hadden weer problemen gehad met de landcruiser, een veer brak af. Met een sterk staaltje van improvisatievermogen werd de auto weer gangbaar gemaakt

In Iringa aangekomen werd de auto definitief gemaakt. Dat kostte vrij veel tijd. In de tussentijd werd er gemarkt, een terrasje gedaan voor de dagelijkse coke. Een hapje gegeten in hetzelfde hotel van de vorige keer en de boodschappen werden weer gedaan.

Na de lange rust, gaan we door, richting het dorpje Mikumi we arriveerden daar tegen 17.00 uur. Daar troffen wij Jamilla aan. Met grote belangstelling vroeg ze hoe de reis verliep. We dronken een Kili of Coke samen en toen moesten wij weer door, we hadden nog een paar uur voor de boeg... Het vervolg van de reis was lang en hobbelig. Wij reden langs de suikerplantages van Kilombero en de nacht viel. Totaal vermoeid bereikten wij om 21.15 uur Ifakara. Daar hoorden wij dat de ferry niet meer voer maar dat er eventueel met een kano kon worden overgestoken. Na kort beraad leek het ons veiliger om tot de volgende dag te wachten.

In een smalle houten kano, in het donker over een rivier met hippo's, gek maar niemand werd er enthousiast voor...Voor een paar euro de man kregen wij een bed. Het warm-eten en bier / fris van een plaatselijke horecagelegenheid deed ons weer enigszins herstellen. Iedereen was na zo'n dag wel aan zijn nachtrust toe...

Dag 12. Kilombero (23 augustus)

Vandaag heef u de tijd voor meerder gamedrive op verschillende tijdsstippen van de dag. Overnachting Kilombero Campsite. (VP)

De opdracht was om 7.30 uur te verzamelen met bagage voor de deur van ons zo plotseling gekregen hotel in Ifakara.... Texelse Jan was inmiddels zo gewend aan het vroege opstaan dat hij zich al om 6.30 uur meldde bij de receptioniste. Hij was helemaal verbaasd daar niemand aan te treffen en de desbetreffende dame begreep hem niet helemaal. Gelukkig was onze kamer aan de straat en kon ik, lekker liggend in mijn bedje, hem nog een uurtje naar bed sturen... Maar zoals alle dagen al het geval is geweest was nu ook iedereen ruim voor de afgesproken tijd met bagage present. De mannen stouwden zonder mopperen de ongeveer 200 kg tassen en rugzakken weer op het dak!

Wij hadden wel goed geslapen, maar om 04.00 uur meldde de eerste imam zich al met het Allah Akbar. Toen we net weer wegdoezelden begon een andere imam zo rond 05.30 uur aan zijn gezongen gebed. Eerlijk is eerlijk, het klonk wel mooi, maar was toch iets te vroeg.... We hadden nu ruim tijd voor een uitgebreide douche, want door de noodstop in dit hotel hadden we ineens de beschikking over een eigen badkamer! Wilde je binnenkomen dan moest eigenlijk eerst de wastafel van de muur af om de deur open te kunnen maken. Maar je kon ook binnenkomen door via een smalle kier op het toilet te stappen, de deur achter je dicht te doen en dan kon je bij de douche komen. De deur mocht niet helemaal dicht als er niemand anders in de slaapkamer was, want er zat geen klink aan de binnenkant.. Gelukkig waren we ruim op tijd, dus konden we op ons gemak deze gebruiksaanwijzingen ontdekken... De douchekop zag er mooi, maar ongebruikt uit. Des te meer gebruikt leken de emmer met het kannetje die er onder stonden. Geen nood dus. Ook met een kannetje (koud) water kun je je heerlijk afspoelen en voel je je daarna lekker opgefrist!

Zo waren we op tijd klaar en verdwenen naar de straat. Overal in Afrika is het daar altijd een drukte van belang. Kinderen lopen en fietsen naar school. Volgeladen busjes van het openbaar vervoer passeren met regelmaat. Volwassenen zijn lopend op weg naar hun werk of ontbijt.

Terwijl de bagage op de auto werd geladen liepen wij naar het restaurantje van gisteren voor ons ontbijt. Onze eigen Good Luck nam de bestelling op. Unaniem kozen we voor chapati met een bakkie koffie of thee. Ik wilde nog even het toilet bezoeken en dat was een hele toer langs en door keukens en afval... aan het eind vond ik inderdaad het toilet. Iedereen in die keukens was al druk bezig met de voorbereidingen voor de lunch.

Van hier vertrokken we met de landcruisers naar de veerpont. Bij onze auto's stond inmiddels een mooie nieuwe bus geparkeerd, dit bleek een mobiele bank te zijn met een loket voor ATM. Ook geschikt voor onze pasjes. Maar iedereen had nog shillings genoeg, er hadden zich nog niet zoveel gelegenheden voorgedaan om ze uit te geven...

We voeren met de pont over en daarna was het nog 31 km. naar het kamp. Onderweg zagen we vier ground-hornbills in het gras. En verder was het rustig met de waarnemingen... gelukkig maar want we hadden het binnenin de auto druk met het doodmeppen van de tseetseevliegen....Het landschap veranderde van open grasland naar bos. Het bos werd dichter en het pad voor de auto's smaller. Vanuit de auto zagen we prachtig gekleurde, grote vlinders. Behalve wat gedroogde olifantenpoep zagen we geen sporen van andere dieren. Vanaf de pont hadden we geen bebouwing meer gezien, dus werden we wel erg nieuwsgierig waar we terecht gingen komen... Er ging een slagboom voor ons open en op een groot, schoongeveegd plein stond een crew ons met handgeklap welkom te heten...

Dit kamp zag er mooi uit, schoon open plein, 5 overdekte tenten, een toiletgebouwtje, een keuken voor Good Luck en Nico en een overkapping met tafels, stoelen en schemerlampen! En een fantastisch uitzicht over de rivier en het tegenoverliggende wetland.

Eerst werd er door de mannen nog een balletje getrapt en toen doken de vogelaars al snel in een gemakkelijke stoel in het restaurant... voeten op de poef en kijker in en vogelboek bij de hand.

Mister Good Luck maakte een vuurtje en kookte daarop het water voor ons bakkie koffie. Intussen was de bagage afgeladen en waren de tenten klaar. Toen wachtte ons nog een verrassing, de echtparen bleken in aanmerking te komen voor een huisje... Ook Henk en Richard bleken nu een echtpaar te zijn... Rika en Texelse Jan twijfelden nog even, maar kozen toch voor ieder een eigen tent...

De lunch was weer heerlijk, fish and chips en een salade van diverse soorten rauwkost. Daarna was het tijd voor een siësta. De gidsen van het kamp brachten wat fotoalbums van eerdere gasten. We waren allemaal geshockeerd door de foto's van alle jachttrofeeën die hier werden getoond. We bleken in een jachtkamp terecht gekomen te zijn. Sommigen van ons hielden een heuse siësta, maar met name Richard en Gert konden het vogelen toch niet laten... Tegen vieren vertrokken we onder leiding van Giradsi en zijn assistent Aly voor een voettocht langs de rivier naar het volgende vissersdorpje.

De African Fish-eagle zat hoog in de bomen uit te kijken over zijn territorium. De nijlpaarden lieten hun oergeluid horen in de rivier. Dezelfde rivier waarin mannen in uitgeholde boomstammen op weg gingen om hun portie vis te vangen. Er werd nog een Puku gezien en gelukkig ook gefotografeerd, zodat hij toch goed op naam gebracht kon worden. Al bij het eerste vissershutje maakte Henk een foto en printte hem meteen uit. Dat heeft hij geweten, want in het volgende dorp was het nieuws al rondgegaan en werden er meteen bestellingen geplaatst... We kwamen in een wat groter dorp: Mikeregembé, waar ik een spelletje BAO probeerde te spelen met een mooie, vriendelijke vrouw. Dit is een spel in een houten bak met ronde en vierkante gaten. Er moet dan met knikkers worden geschoven. Ik kreeg een maaltijd aangeboden van ugali met saus, maar de lunch van Good Luck was dermate vullend dat ik moest weigeren...De plaatselijke kroeg was goed bezet. Er werd bier gedronken dat ze zelf uit graan hadden gebrouwen. Ik mocht ook proeven, het smaakte een beetje melig, maar het was wel duidelijk dat er alcohol inzat. Het werd bereid in grote vaten waarvan Rika zei dat daar vroeger de zendelingen in werden gekookt... Het is duidelijk dat drank hier een groot probleem is. Volgens Geradsi gaan de mannen 's morgens vissen en tegen het middaguur komen ze terug, ze doen dan een dutje en vervolgens gaan ze aan het bier en worden iedere middag dronken. In zo'n vat wordt 40 liter tegelijk gestookt dus aan voorraad geen gebrek. Ook nu werd ik regelmatig aangesproken door mannen die duidelijk boven hun theewater waren... De vrouwen gaven niet die indruk, zij waren bezig met matten vlechten. Ook zaten er mannen netten te boeten. We werden door de dorpsoudste meegenomen naar de rand van het dorp waar we een dansvoorstelling kregen van een twaalftal vrouwen. Ze werden begeleid door een vrouwtje dat een plastic emmer als djembé gebruikte. In het eerste lied zongen ze ons karibu, welkom toe en het tweede lied ging over Aids. Het was voor ons een leuk schouwspel maar ook voor hen was het een verzetje, vrouwen en kinderen kwamen allemaal meekijken. Romke bedankte in het Swahili voor de rondleiding en de voorstelling.

We namen dezelfde weg weer terug naar het kamp. De kinderen liepen nog een stukje met ons mee, een mooi moment voor de bellenblaas..

Al wandelend zagen we tussen de vissershutjes door de zon prachtig rood kleuren en verdwijnen. Na deze goed gevulde dag viel de avond weer over het Afrikaanse land. De wereld van de toeristen werd weer beperkt tot het eigen kamp en de dieren hadden het land weer voor zichzelf... In het bos zitten veel duikers, dik-diks, leopards en veel apen. Het restaurant werd door de schemerlampen sfeervol verlicht. Tijd voor borrel, diner en borrel. Pas tegen elven zochten we ons huisje, aan de rand van de rivier op...

Wordt vervolgt indeel 2!

(2) ZUID-TANZANIA

Dag 13 (24 augustus)

Vandaag heef u de tijd voor meerder gamedrive op verschillende tijdsstippen van de dag. Overnachting Kilombero Campsite. (VP) Bezoek aan een Primary school in Kivukoni eneen wandeling naar een vissersdorpje.Dit park werd in 1992 geopend en is het jongste National Park van Tanzania. In het park vindt men rode Colobus apen, olifanten, buffels, luipaarden sabel Antilopen en uiteraard een geweldige variatie aan vogels. Tot de mogelijke activiteiten behoren een wandeling naar de Sanje watervallen of een klim naar de top van de Luhombereo de hoogste top van de Udzungwa.

Ik was om 4 uur al wakker en hoorde allerlei geluiden.. Plonsen in het water, het gebrul van een hippo, de griel riep met een doordringend geluid. In een boom naast het huisje waren de apen aan het ravotten. Om 05.00 uur is het in het kamp nog rustig, Nico en Good Luck zitten al op de veranda. Het vuur is al aangestoken om water voor thee, koffie en havermoutpap te koken. Ik besluit op m'n terras te gaan zitten. Langzaam begint het te schemeren. Ik zie een Pied Kingfisher landen op een tak. Mooi dichtbij! Zou het al licht genoeg zijn om te filmen? Ik installeer mijn camera en net als alles in gereedheid is landt er een tweede met een flinke vis in zijn bek, te groot om naar binnen te werken. Ten einde raad geeft hij de vis aan de andere vogel en vertrekt. Het wordt vast een prachtig stukje film. Langzaamaan geeft het zonnetje meer kleur aan de horizon. De dag gaat beginnen....

Vandaag een bezoek aan de school in Kivukoni. Onderweg veel tseetseevliegen, die pijnlijke steken geven. Ik zit in de auto waar de white-head-flycatchers erg actief zijn, rake klappen worden uitgedeeld, en niet alleen aan de vliegen. De white-head -flycatchers slaan niet alleen zichzelf, maar ook elkaar en soms moeten de chauffeur en gids het ontgelden. In het veld zien we 4 Ground Hornbill's. In Zuid-Afrika noemen ze deze soort: birds from hell...Bij de school aangekomen zien we het schoolhoofd en enkele leerkrachten al buiten staan wachten. Er is een kort welkomstwoord van de schoolmaster. Dan gaan we de klassen in. We beginnen bij de kleuterklassen met 120 kinderen, 60 per lokaal, ze zitten allemaal op de grond. Good morning klinkt het in koor. Dan wordt er gezongen, een welkomstlied in Swahili. Alles gaat zeer gedisciplineerd, dat lijkt me ook de enige manier om zoveel kinderen in het gareel te krijgen en te houden. In het tweede lokaal zingen wij ook een lied: 'Een uil zit in de olmen', we wagen ons niet aan het twee- stemmig zingen. In de hogere klassen steeds minder kinderen, de verhouding jongens/meisjes is duidelijk in het voordeel van de jongens. De hogere klassen hebben 60 kinderen per klas, de hoogste ongeveer 40. De meisjes vallen uit volgens de leerkrachten omdat zij thuis moeten werken of zwanger zijn. In Tanzania is het lager onderwijs gratis, ongeveer 68% van de kinderen maakt daar gebruik van. Van de 12- tot 17-jarigen volgt ongeveer 20% onderwijs. In elk lokaal staat op het schoolbord de opdracht van die ochtend: rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde en Engels. De lessen worden door de leerkracht uitgeschreven op het bord, hier geen werk- of takenschrift met opdrachten. Leerlingen in de laagste klassen gebruiken een telraam. Het is gemaakt door de leerlingen zelf van flessendopjes en stokjes. De leerkracht legt uit hoe het werkt.

Van lokaal naar lokaal lopend hoor ik van de leerkrachten dat de school 1070 leerlingen heeft, er zijn in totaal 28 leerkrachten, de afstand die de leerlingen maximaal afleggen om naar school te komen is 3 kilometer. De afstand lijkt me zo klein dat ik het niet kan geloven, maar 3 km wordt door verschillende leerkrachten herhaald. Later die middag in het dorp wordt me duidelijk dat het echt klopt, kinderen van afgelegen dorpen logeren bij familie in de buurt van school. Dan naar de winkel om de hoek, van eigenaar Michael, vergezeld door hoofdonderwijzer en leerkracht kopen Romke en ik de schriften. Alle schriften worden opgekocht, eerst uitgeteld en in stapeltjes van 10 op de grond gelegd, nageteld door de hoofdonderwijzer en door Michael. We hebben nog meer geld te besteden en besluiten naar een dorp verderop te gaan, naar een soort groothandel om nog meer schriften te kopen. Het worden nog 3 dozen vol schriften.

De anderen blijven op het school terrein, kijken rond, er wordt veel gefotografeerd, gezongen en geklapt. Ondertussen heeft op school de ochtendploeg de school verlaten en is de middagploeg begonnen. Bij gebrek aan schoollokalen gaan de kinderen een halve dag naar school. De leerkrachten werken wel de gehele dag, lange dagen van half 8 tot 4 uur en dat in klassen met wel 60 kinderen.

Weer op school aangekomen moeten we allemaal een krabbel zetten in het visitorsbook. Dat geeft meteen de gelegenheid om eens in de kamer van de directeur rond te kijken. Een kleine kamer met een bureau vol met stapels schriften en boeken, afgedekt met gehaakte kleedjes in de kleuren geel, rood en zwart. Eenzelfde soort kleedjes ligt op de rug- en armleuning van de bank. De directeur maakt van de gelegenheid gebruik om te vragen of we ook kunnen helpen met de financiering van een huis, daar zien we echter van af. Na deze plichtpleging volgt er een bezoek aan de docentenkamer. Ook hier heel volle bureaus. Er volgen speeches door de directeur en door Romke, onze reisleider. Ik heb nog een tas met verrassingen, o.a. een springtouw. De hoofdonderwijzer, maar ook leerkrachten en een enkele leerling laten zien hoe handig ze hiermee zijn.

Terug in het kamp staat ons weer een heerlijk maal te wachten. En na de lunch maken we een wandeling langs de rivier. Wat me opvalt zijn de vele knopen die in het lange gras zijn gemaakt. De uitleg van de gids is dat dit wegwijzers zijn. Dat lijkt me wat vreemd, want het pad langs de rivier kun je slechts in zuidelijke of noordelijk richting volgen, goed, je kunt natuurlijk ook te water gaan. De knopen in het gras doen mij denken aan 'local medicine' om bijvoorbeeld de gewassen te beschermen en dieven op afstand te houden. Dat is iets wat de gids niet kent.

We komen aan in een vissersdorpje, ook hier eenzelfde beeld als gisteren: de meeste vrouwen zijn aan het werk en de meeste mannen rusten. Vrouwen komen terug van het land met een stapel brandhout of tomaten op het hoofd, anderen zijn met het voorbereiden van het eten bezig zoals graan stampen, bier of mogelijk iets sterkers, brouwen. De mannen drinken alvast een pintje of wachten op de dingen die komen gaan. Maar ook is er een man die voor zijn nieuwe huis bezig is gaten te graven voor de verticale palen van de muren. Als die stevig staan worden er takken horizontaal aan vastgebonden zodat een soort raster ontstaat. Dan kan het aanbrengen van klei vermengd met stro beginnen. Een dak van gras, een houten deur en luiken en de woning is gereed. Stromend water is er niet, op z'n gunstigst heeft het dorp een waterput, ik heb deze echter niet gezien. Licht komt van de petroleumlamp, maar waar komt de petroleum vandaan?

Van 20 kilometer verder? Uit het dorp waar de school staat? Het is niet allemaal kommer en kwel, in een soort gemeenschapshuisje, of is het de plaatselijke kroeg, wordt er gekaart. Ook hier kent men pesten. Richard doet mee en doet het geloof ik nog niet slecht ook.

Dag 14. Udzungwa Mountains National Park (25 augustus)

Dit park werd in 1992 geopend en is het jongste National Park van Tanzania. In het park vindt men rode Colobus apen, olifanten, buffels, luipaarden sabel Antilopen en uiteraard een geweldige variatie aan vogels. Tot de mogelijke activiteiten behoren een wandeling naar de Sanje watervallen of een klim naar de top van de Luhombereo de hoogste top van de Udzungwa.

Om 07.00 uur ontbijt. De bagage is al bij de auto's. Tot grote vreugde van Henk was het al de tweede dag dat er pap op tafel kwam. We vertrokken om 08.15 uur voor de rit naar Udzungwa. Vlak bij het kamp lagen er olifantendrollen op de weg. Bakari stopte om te checken of ze vers waren. Vinger erin en proeven.... Hartstikke vers, dus uitkijken!!! Nog in het bos hadden we als eerste auto wel een erg grote verrassing toen we een bocht om gingen: een wilde hond met 4 redelijk grote jongen liep zomaar vlak voor onze auto op de weg. Prachtig! Vooral de mooie vacht van de honden viel op. Voor ons kon de dag al niet meer stuk.... We waren bij de veerpont snel over en gingen na Ifakara al gauw weer zandwegen op. Dit ontlokte Texelse Jan de voortaan onsterfelijke kreet: 'een dag niet gehobbeld is een dag niet geleefd'. We waren al om 11.30 uur op de campsite en konden meteen aan de slag om voor de eerste keer deze reis zelf onze tentjes op te zetten. In een uurtje was alles opgezet en ingericht en ging iedereen verwachtingsvol richting terras.

Ook Ingrid, die onderweg Henk en de chauffeurs al knagend aan een stengel suikerriet aantrof. Dat leek haar ook wel iets om te proberen. Helaas pakte ze geen stengel, maar een van de uitgekauwde stukjes in de prullenbak op de grond. De smaak viel wat tegen, ze had er meer van verwacht......We hadden een vrije middag en zijn met z'n zessen (Els, Gert, Henk, Rika, Richard en Texelse Jan) naar het nabij gelegen dorpje gelopen. Daar wat rond gekeken en Bakari ontmoet. Samen nog een biertje gedronken in de lokale kroeg. Bij terugkomst had Jan N. nog een ijsvogellijkje ter bezichtiging bij de tent van Richard gelegd. Wat een mooi vogeltje! Na diner en biertje / wijntje gingen we om 21.30 uur naar bed, om de volgende dag uitgerust aan de klim te kunnen beginnen.

Dag 15. Udzungwa Mountains National Park (26 augustus)

Wandelsafari naar de waterval

.....Het regent. Eerst dachten we nog dat het de wind was in het bamboebosje achter onze tent maar nee, heuse regen... Gert wil naar buiten stappen om de buitentent er over te gooien maar zo gauw de rits open is valt het doek al over hem heen. Bakari en Good Luck waren er sneller bij! Wat een service...Vandaag staat een wandelsafari in het Udzungwa Mountains National Park op het programma. Omdat het heel warm dreigt te worden wordt iedereen erop gewezen voldoende water mee te nemen. De rugzak raakt snel vol, Rika twijfelt of ze haar ehbo doos wel mee zal nemen. De keus voor haar was: of ehbo doos of lunchpakket. Goed, haar lunchpakket kon er bij mij nog wel in. Gert had ook geen plaats meer i.v.m. zijn camera's, Henk had hetzelfde probleem.. De lunchboxen gaan dus alle 4 in mijn zak. Het water draagt iedereen zelf en Jan Texel heeft een voorraadje toiletpapier bij zich. De groene jeep heeft het met elkaar opgelost!

We gaan het Sanje Fall circuit lopen met een lengte van 6 km. Er gaan een gids en een parkwachter mee. De Sanje Fall is een waterval die bestaat uit 3 delen, de eerste op 170 meter, de tweede op 70 meter en de derde op 30 meter. Maar voordat we hieraan beginnen gaan we naar de Prince Bernhard Fall. Onze Prins opende dit park in 1992 als oprichter van het Wereld Natuurfonds en bij die gelegenheid is deze waterval naar hem vernoemd. Het is de eerste in de reeks, niet zo hoog gelegen, nog net te belopen voor een 72-jarige Prins. Er is een plaquette bij geplaatst met een foto van Bernhard, overigens zonder anjer. Bernard heeft nog een boodschap voor de bezoekers: 'Laat geen rommel achter' (vrij vertaald). De gids heeft geen idee dat Bernhard uit Nederland afkomstig is, maar spreekt wel met waardering over hem. In het bos komen we vrouwen en kinderen tegen. Het blijkt dat het elke donderdag is toegestaan om in dit deel van het park hout te verzamelen. Er mogen geen messen o.i.d. mee, alleen touw. Dit is ingesteld om de plaatselijke bevolking te compenseren omdat het park in principe niet meer voor hen toegankelijk is. Het zou een wandelsafari worden maar niets is minder waar. We beginnen vrijwel meteen aan een klim die behoorlijk steil is, met veel treden. Er zijn een soort trapjes gemaakt van boomstammetjes. Twee rechtop, op enige afstand tegen elkaar, schuin tegen de helling gezet en daarop zitten dan wat dwarsstammetjes vastgemaakt... Het is daarbij drukkend warm. Halverwege komen we even bij als we bij een uitloper van de waterval aankomen. Het is hier heerlijk koel. Verder gaan we naar het hoogste punt van de waterval waar we kunnen zwemmen. Richard, Henk, Romke, Ingrid en Jan Texel maken daar graag gebruik van. Natuurlijk is het water koud maar doordat het lichaam zo in en in warm is voelt het heerlijk aan, zeggen ze. Onder de waterval beleefden ze de ultieme douche. We lunchen aan de top van de waterval, het geruis van het vallend water maakt ons soezerig..... Zeker gezien de inspanningen om hier te komen is dat te begrijpen. Het uitzicht over de Afrikaanse vlakten is adembenemend mooi!

Halverwege de afdaling is de mogelijkheid om via een kleine omweg aan de voet van de Sanje Waterfall te komen. Hier ervaar je een compleet beeld van de hele waterval. In de regentijd moet het hier een hels kabaal zijn en een stortvloed van water. Daarna gaan we via een uitkijkpost verder naar beneden. We scoren nog enkele apen (moeder met jong).

Op de weg terug naar de camping drinken we nog een (lauw) biertje in een lokale kroeg. Els heeft weer succes met haar bellenblaas. Zelfs een oudere heer is zielsgelukkig als hij er mooie bellen uitblaast. Later komen we nog een franjeaap tegen die balancerend op een elektriciteitsdraad een kloof probeert over te steken. Met handen, voeten en zijn staart weet hij zich staande te houden. Een koddig gezicht waar iedereen van geniet. Op de camping lopen apen (Baboons) maar bij onze komst verdwijnen ze weer. Om de zoutvoorraad weer aan te vullen drinken we cup- a-soup. Het was een prachtige dag. Veel zweet en inspanning maar de beloning was prachtig.

Spreuk van de dag: 'Afrikaanse vrouwen buigen wel maar breken niet'.

Dag 16. Udzungwa Mountains National Park ( 27 augustus)

Nog een dag de berg op. Op apensafari, op zoek naar de endemische apensoort: Sanje Mangabey, lunchtrommeltjes mee!

Vroeg gewekt door de imam én christelijke muziek. Het lijkt erop dat men met christelijke muziek in de zeer vroege ochtend enig tegenwicht wil geven aan de oproep van de imam...Vandaag heeft Richard geregeld dat we een apensafari gaan doen.. op zoek naar de Sanje mangabey en als het goed is komen we weer bij een waterval. Tja dat vond iedereen leuk! Ook Hilversumse Jan wil dolgraag deze apen zien, maar hij ging gisteren tijdens de wandeling wel een beetje 'naar de kloten', dus hij ziet als een berg op tegen die berg van vandaag.... Tja, daar is het een berg voor...We gaan Pole Pole maar meteen wel heel steil omhoog en na een dik uur staat een andere gids ons op te wachten. We zijn allemaal doornat van het zweet...Hij neemt ons mee van het pad af om ons naar de groep apen te leiden. We hebben mazzel, de groep zit dicht bij het pad en voor we het goed en wel in de gaten hebben zitten we midden in de groep apen: schitterend!

De aapjes zijn goed te zien, misschien ogen ze niet geweldig spectaculair, maar zo'n groep van 60 apen in de bomen en op de grond zien eten en bewegen... dat hele groepsproces een flinke tijd te mogen observeren... dat is gewoon magnifiek. En ook de fotografen onder ons krijgen ruim de tijd hun talent te etaleren, hoewel we de resultaten daarvan nog moeten afwachten...Daarna gaan we nog beetje verder naar een waterval, die kan natuurlijk niet zo spectaculair zijn als die van gisteren, maar een kniesoor die daar om maalt... iedereen zit nog na te genieten van het apenspektakel.

Het is bij de waterval nog te vroeg voor de lunch dus na een korte pauze gaan we naar beneden. Niets bijzonders meer gezien, maar onderweg hebben we nog wel een andere soort guineafowl gespot: Crested Guineafowl.

Bakari wordt door onze gids gebeld om ons aan de andere kant van de bergen weer op te halen... toch wel handig die mobieltjes in de bergen. Wij zijn vroeg terug in het hotel dus tijd zat om te shoppen in Mangulo. We zijn met Richard, Rika, Henk, Gert en ik. We zijn naarstig op zoek naar een cadeau voor Goodluck, want die is morgen jarig... Hij is gek van voetbal en supporter van Liverpool, dus we zoeken een Liverpoolshirt, dat lukt niet dus het wordt een broek met opdruk. Onderweg probeer ik mijn 'wollenmutsenmissie' te voltooien.. Ik heb mutsen meegekregen van een vriendin uit Nederland en mag deze weggeven, maar voor niets gaat de zon op, de tegenprestatie is: foto's van kids met mutsen. Leuk om te zien hoe de mensen reageren... het is bloedheet, maar toch zijn ze apetrots op de hun muts... en bij nader inzien: je ziet veel meer mensen met allerhande hoofddeksels lopen...

Blijkbaar passen die warme mutsen hier uitstekend! We nuttigen in het dorp nog een lekkere pint en gaan weer terug naar de campsite. Voor het avondeten is er nog tijd om stil te staan bij deze geweldige reis van de afgelopen dagen. De plussen (erg veel) worden genoemd plus een aantal kanttekeningen. Romke noteert en zal Bonga Asili feedback geven.s' Avonds bereidt Goodluck ons weer een fijne maaltijd en daarna nemen we alvast een beetje afscheid van de staf. Romke heeft een speech in Swahili gemaakt en bedankt hen namens ons.

We hebben nog een dag te gaan maar we kunnen toch zeker stellen dat we hebben geboft met deze staf! Hulde aan Bakari, Goodluck, Leopard en Nico! Texelse Jan, Gert, Henk en Richard sluiten de dag met een fijn potje pesten! We maken het dit keer niet te laat, want er gaan geruchten dat wij met ons gelach en gebulder de vorige avond mensen uit hun slaap hebben gehouden... (maar ons gelach is vast niet zo erg als een imam om 5 uur....)

Dag 17. Dar Es Salaam (28 augustus)

Heel vroeg in de ochtend vertrekt u naar Dar es Salaam. Ontmoeting met Jamilla, interview met de pers. Makonde markt voor de aanschaf van de laatste souvenirs.

Het is de laatste dag in Tanzania. Snik. Wij moeten naar Dar Es Salaam om definitief afscheid te nemen van onze staf en Jamilla. Deze ochtend gaan wij nog vroeger uit bed als anders (kan dat dan?).Ik heb nog een tas gemaakt voor Good Luck. Hij is getrouwd en heeft 4 dochters. Alle was en douchespullen plus de broeken en T-shirts die ik hier heb gedragen. Gert had ook nog T-shirts over en Jan Texel offerde zijn overhemden en ja, echt.. zijn sandalen! Om 07.15 uur gaan we op weg. Eerst flink hobbelen (ongeveer 80 km), ( een dag niet gehobbeld is...) en daarna via een asfaltweg naar de hoofdstad. Onderweg is er weinig tijd. Bakari wil graag in Dar zijn voordat het helemaal vast staat met files. Zelfs de lunch schiet er bij in. In een dorpje worden bananen gekocht, de reisleider rekent voor de verkoper op de markt uit hoeveel 27 bananen kosten.

In Dar Es Salaam ontmoetten wij Jamilla in een restaurant. Na lang wachten konden wij onze maag vullen met een warme hap. Meteen daarna gingen wij naar de nabij gelegen Makonde markt. Daar was een crew van de Tanzaniaanse tv. aanwezig om ons een interview af te nemen. Het gonsde de hele dag al dat dat nog zou gebeuren maar toen het zo laat werd dachten we er niet meer aan. Ze stonden ons op te wachten op de souvenirmarkt. En oh jee, ze pikten mij eruit om het interview te doen. Ik vroeg Rika om assistentie en dat deed ze. Ze vroegen me wat we het mooiste vonden aan Zuid-Tanzania en wat we verbeterd wilden zien.

We hebben netjes geantwoord maar ze waren niet zo erg tevreden met het antwoord dat wij juist het kleine aantal toeristen hier zo positief hadden ervaren...

Iedereen kreeg tot 18.00 uur de tijd om de laatste cadeaus te kopen. Even later zaten wij voor de laatste keer in onze landcruisers richting het vliegveld. Na een biertje te hebben genuttigd werd hartelijk afscheid genomen van onze trouwe en aardige Bakari, Leopard, Good Luck en Nico. Ook Jamilla werd nogmaals bedankt en uitgezwaaid.

Na een voorspoedige vlucht landden wij 's morgens in Amsterdam, pikten onze bagage van de lopende band en namen afscheid van elkaar. Zoals gezegd wij hebben allemaal van deze reis genoten en zullen zeker nogmaals terugkeren naar dit mooie en interessante continent.

Tanzania, asante sana, tutaonana tena !!! ( Tanzania, bedankt, wij zullen elkaar weer zien/ontmoeten)

Of: in goed Brabants... Houdoe en bedankt!

29 augustus 2010

(1) INDIA Orissa 24 daagse rondreis. Reisorganisatie: SAWADEE

Deze reis is georganiseerd door SAWADEE. We reisden met een groep van 10 mensen onder begeleiding van een Nederlandse reisleidster van Sawadee, een chauffeur, een kok met zijn hulp, en een lokale gids door Noord India. De lokale gids wasgoedbekend met de plaatselijke gewoontes en gbruiken en vaak ook de taal. We wisselden het kamperen af met slapen in eenvoudige hotels. Twee keer overbrugden we een redelijke afstand door de dag enook de nachttrein te nemen.De reis kreeg van Sawadee de titel 'Ruig en Ongerept' mee.Dit was vaak wel terecht. Dit werd onze eerste Azië ervaring!

Dag 1 Amsterdam - Kolkata

Na aankomst worden we naar ons eenvoudige hotel in het centrum van Kolkata (voorheen Calcutta) gebracht.

30 jan 2010. Jaap bracht ons naar Schiphol. Nachtwerk! Het sneeuwde flink. Er was maar één rijbaan berijdbaar. We waren om 02.15 uur op Schiphol. Beetje zitten, beetje dutten en om 04.45 uur konden we inchecken. Daar ontmoetten we ook al twee medereizigers, namelijk Bar en Leo. Het vliegtuig vertrok echt veel te laat. Het moest eerst nog gede-iced worden.

We arriveerden te laat in Frankfurt. Daar vertrokken we daar ook weer te laat. Dus we arriveerden ook te laat in Calcutta. Het is daar vier en een half uur vroeger. Plaatselijke tijd 02.00 uur 's nachts. We ontmoetten Mette van der Heide, onze reisbegeleidster. Gauw naar bed!

Dag 2 vrij verblijf Kolkata

Laat je overdonderen door het bonte straatleven van de immense metropool Kolkata. Het is een stad van uitersten, die haar bijnaam ‘City of Joy' te danken heeft aan het grenzeloze optimisme dat haar miljoenen inwoners uitstralen. Bezoek de schitterende musea, de bruisende markten, de tempels, het Moeder Theresa-huis of de beroemde Howrahbrug. Dein mee op het ritme van de stad en rust daarna uit in het Maidanpark, om ‘s avonds, vóórdat onze grote reis begint, uitgebreid te dineren in één van de vele uitstekende restaurants. Kolkata is het intellectuele en artistieke centrum van India.

31 jan. Na het ontbijt wisselden we geld; 62 roepies vertegenwoordigen 1 euro. We vertrokken met de hele groep o.l.v. Mette naar het centrum.

Het is bijna niet te beschrijven. We keken onze ogen uit in Calcutta. Wat een mensen...De vrouwen mooi in de sari's. Veel mannen met een rok of een tussen de benen gevouwen doek die dan een soort van broek is...De straat vol taxi's, bussen, loopriksja's, fietsers, brommers, tuck-tucks, en voetgangers. Ook nog vrachtauto's wringen zich daar tussendoor en alles wat een motor heeft toetert. Als hij wil inhalen, als hij ingehaald wordt, als hij van richting wil veranderen, als hij wel of geen voorrang krijgt en als hij vraagt of je mee wil rijden en ook als hij een bekende ziet... Dus nu weten jullie wat het geluid van Calcutta is.... We zijn naar de Kalitempel geweest. Iedereen kocht offergaven, vaak in de vorm van bloemenslingers. Ook gaan er levende geiten naar binnen die dan als een nat hoopje in een teil met de kop los ernaast weer naar buiten komen. Van de mensen die echt helemaal de tempel in waren gegaan hoorden we dat de grond rood en nat was van het bloed! Even voor alle duidelijkheid: je moet er wel op je blote voeten in... Ik vond dit voor de eerste dag een beetje ver gaan en ben ondertussen met de reisbegeleidster een kopje masala chai gaan drinken.... Gert, die me thuis had verzekerd dat er heel wat moest gebeuren wilde hij op blote voeten een tempel of gebouw binnen gaan, stond meteen al de eerste dag met de blote patatten in de tempel!!! Zo zie je maar, ik denk dat hij er toch meteen al een beetje door gegrepen was...?

We waren vlakbij het huis van Moeder Theresa maar het is er niet van gekomen om er even binnen te kijken. We dronken met Mette een kopje Masala chai. Dat is thee met melk waarin gember en kruiden zijn opgelost. Het wordt gedronken uit kleine aardewerk bakjes die als ze leeg zijn gewoon op straat worden gegooid.... Ze vallen bijna niet op tussen al het andere vuil waar het hier overal vol mee ligt.

Het is echt een stad van 18 miljoen inwoners. Dat wil zeggen dat aantal is geregistreerd. Er leven er nog wel een paar miljoen meer, permanent op straat. Overal liggen mensen te slapen. Op de smalste randjes, meestal helemaal ingepakt in matten of dekens. Er wordt ook enorm veel gebedeld door kinderen, oude vrouwen en moeders met kinderen. Je ziet het meest mannen op straat. Vrijwel geen toeristen. De hele vrije dag hebben we nog zes andere bleekneuzen gezien. We waren ook echt een attractie. Overal we werden nagestaard en als we stil stonden vormde zich tegenover ons al snel een hele rij mensen die vol verbazing bleven staan kijken.. We wandelden wat langs alle verkoopsters op straat. Onderweg zagen we een man die darmen aan het wassen was in een smerige rivier. Misschien wel van die net geofferde geit?

's Avonds werden we door onze reisbegeleidster meegenomen naar een authentiek restaurant en maakten we kennis met de Indiase keuken. Lekker! Morgen gaan we de grote stad weer verlaten. Dat vinden we niet echt erg!

Dag 3 Kolkata - Bhittarkanika

Voor dag en dauw steken we de stalen Howrahbrug over. Op dit 450 meter lange gevaarte is het al heel vroeg een drukte van jewelste: voetgangers, loopriksja's, fietsers en auto's krioelen door elkaar in een poging de andere kant te bereiken. De brug biedt uitzicht op de Hooglyrivier en de ghats (trappen), waar rituele wassingen plaatsvinden en waar druk aan yoga wordt gedaan. Op de andere oever ligt het enorme station. Met de trein rijden we naar Bhadrak, vanwaar we per eigen bus en boot verder reizen naar de mangrovebossen van Bhittarkanika. We zullen vannacht, midden in de natuur, voor het eerst onze tenten opslaan; er wordt voor ons gekookt.

1 febr. Heel vroeg gingen we met een bus naar het station. Van al die drukte op de brug was helemaal geen sprake...het was half zes in de ochtend, donker en nog geen mens te bekennen.

De plaatsen in de trein waren gereserveerd, dus na even zoeken hadden we een plekje en daar brachten we 4 uur door. De hele rit door kwamen er verkopers langs met chai, thee, koffie, ontbijt en Engelstalige boeken. Na aankomst reden we met de bus naar Bhadrak waar we met een boot de rivier werden overgezet. Daar troffen we onze kok met zijn hulpje. De tenten waren al opgezet. In het midden een grote tafel met de krukjes eromheen. Om te wassen stond er een grote ton met water. Voor de toilet hadden ze twee tentjes om een wat ondiep gegraven gat gezet. De tentjes konden niet dicht en het gat zat zo onhandig dat je alleen met de billen binnen zat. De rest hing dan voor de deur...

Ieder koos een tent, bagage erin en tijd voor thee, koffie of fris. En zo werd het donker...De sterren kwamen op en we kletsten gezellig tot het eten werd opgediend. Rijst, gefrituurde groeten en vis. Soepje vooraf. De eerste indruk van de kok was goed!

We gingen op tijd naar bed: 21.00 uur.

Dag 4 mangrovebos Bhittarkanika In alle vroegte maken we een boottocht door de kreken van het prachtige mangrovebos van Bhittarkanika. Hier zijn volop krokodillen, kleurrijke vogels, herten. Wie zin heeft kan ‘s middags een uitstapje maken naar een nabijgelegen dorpje met beschilderde leemhutten. Van oudsher brengen de dorpelingen deze schilderingen aan om onheil en vijandigheden af te weren en om zich te verzekeren van een goede oogst, jacht en vruchtbaarheid. De afbeeldingen zijn vervaardigd met witte pasta van rijstemeel en rode oker. Soms beelden ze het dagelijkse leven uit en soms taferelen van zang en dans. Het schilderen van de iconografie met een magische en religieuze functie is aan de vrouwen voorbehouden.

2 febr. Bij het ontbijt kwamen ook die heerlijke kleine banaantjes op tafel. We hadden ze al leren waarderen in Afrika. Tijdens de boottocht, de meesten zaten op het dak, zagen we veel ijsvogels, krokodillen, varanen, alle soorten reigers, ooievaars, zeearenden met de gevangen vis in de poten, bijeneters en otters. Het werd een vaartocht van een hele dag. De lunch werd tijdens een wandeling gegeten. De kok had lunchpakketjes meegegeven. Onderweg bezochten we ook een soort van opvang voor krokodillen. Men raapt krokeieren langs de rivier en broed ze uit in dit centrum. Als de krokodillen drie jaar zijn worden ze weer uitgezet in het wild. We bekeken nog het dorpje wat ernaast lag. Mooie schilderingen op de huizen. Op het kamp wist onze eigen kok weer een heerlijke hap van drie gangen te bereiden... Zelfs frietjes erbij...En hoe speciaal is het toch om zo 's avonds op een krukje aan een wankele tafel te genieten van dit vreemde eten onder een prachtige sterrenhemel. Waar we trouwens met geen mogelijkheid de grote beer in konden ontdekken... Teveel sterren???

Dag 5 Bhittarkanika - Dhenkanal

‘s Ochtends varen we met de boot naar Chandbali, waar de bus ons oppikt. De busrit voert langs uitgestrekte weides en dorpjes. Als de bloesem van de cashewnootboom bloeit (rond februari), zul je zelfs tot in de bus bedwelmd worden door de intens zoete geur. Aan het eind van de middag komen we aan in Dhenkanal, een stadje dat het centrum is van de Mahima Dharma sekte en vooral veel aanhangers heeft onder de Adivasi. We overnachten in een eenvoudig hotel.

3 febr. Als we opstaan is alles kletsnat. Veel dauw. Het zonnetje komt heel mistig op!

De kok biedt aan om samen met zijn hulpje, door ons 'mooie jongen' genoemd, de tenten op te ruimen. Iedereen was daar blij mee. We vertrokken wat verlaat, omdat de postboot/ pont ons voor was. Daar moest zo ongeveer het halve dorp op geladen worden. Alleen staanplaatsen! Alles ging mee, tassen, kippen, fietsen en grote brommers. We bekeken hoe alles ongeveer anderhalve meter lager in de boot getild werd. Zij maakten foto's van ons en wij van hen.

Aan land gekomen stond het busje al op ons te wachten. De cashews bloeiden nog niet dus over intense geur kan ik helaas nog niets vertellen. Na een paar uur rijden stopten we bij ruines van een Boeddhistische tempel.Ook hier werd weer een lunchpakketje uitgereikt. Heerlijk, champignons met chapati's.

We genoten van de uitzichten onderweg In het begin veel sawa's waar vrouwen met mooi gekleurde sari's aan het werk waren. Later zagen we wat meer industrie en enkele mijnen. We reden over de grootste rivier van Orissa. Maar hij was bijna helemaal drooggevallen. Het hotel was inderdaad zeer eenvoudig en niet al te fris. Terwijl ik m'n dagboek zat bij te werken liep er een grote rat door de kamer... Heel voorzichtig ging ik met een wijde boog om de kast heen waar hij onder zat, gauw Gert waarschuwen. We vroegen iemand van de receptie om er wat aan te doen. Die zou hem wel verwijderen zei hij. Niet veel later kreeg ik de sleutel al weer terug. Hij is weg zei hij...Waar is hij dan vroeg ik. Weg zeiden ze. Ik zei en dacht ja, ja, weg... Maar ze hadden gespoten met luchtverfrisser en daar houdt een rat niet van, dus is hij weg, zeiden ze. Ik kon niet anders dan dat maar geloven. Ik had liever een lijk gezien.... Ik sliep die nacht met m'n hoofd diep in de lakenzak en dacht met weemoed aan m'n tentje waar zo'n beest niet in kon....

Dag 6 Dhenkanal - Bhubaneswar

Voordat we naar Bhubaneswar rijden is er nog voldoende tijd om de grootste tempel van de Mahima Dharma sekte in Dherkanal te bezoeken. In deze Joranda tempel hebben vele Sadhus zich hebben teruggetrokken. We rijden de ‘Gouden Driehoek' (Bhubaneswar, Puri en Konark) binnen. Zeventig procent van de bevolking van Orissa is inheems. Deze zogenaamde Adivasi hebben een rijke cultuur vol tradities. De meesten zijn nog steeds animistisch, houden vast aan hun eigen levensstijl en laten de invasie van modernisering maar mondjesmaat toe in hun cultuur. Ook de eigen taal (het Oriya) draagt bij aan het eigen karakter van deze on-Indiase staat. Veelal communiceren zij door middel van dans, zang en gesproken poëzie, rijkelijk doorspekt van symbolisme. Zoals zij zelf zeggen: ‘A tribe that dances never dies'.

4 febr. Het klooster was echt een bezienswaardigheid. Hier leven de Sadhus, dit is een kruising tussen priester en heilige, in een gemeenschap bij elkaar. Er is een geitenhoeder met een kudde. Een huis waar 'kleren' worden gemaakt. Nu bestaan die kleren eigenlijk alleen uit lapjes uitgerekte schors. Maar er lopen ook mannen in oranje lappen... Verder zijn er natuurlijk ook de keukens. Volgens de uitleg van onze lokale gids Jaga, zouden hier in het klooster geen rangen en standen gelden. Toch hadden we al snel door dat sommigen met meer eerbied begroet werden dan anderen. Er waren er zelfs waarvoor men uitgebreid op de knieën ging en de voeten werden

gekust..... Er waren verschillende heilige plaatsen waar geofferd werd.

We arriveerden al vroeg in Bhubaneswar, een stad met 5 miljoen inwoners. We waren zo vroeg dat onze kamer nog niet eens klaar was....Gert en ik gingen lunchen in de stad in het New Merian hotel, aanbevolen door Mette. Lekker, er wordt hier India met name vegetarisch gegeten. We zaten voor het eerst van ons leven in een tuck, tuck. Jaga had ons verteld dat Bhubaneswar een schone stad was. Nou, ons idee van schoon is toch even anders... Op weg naar het internetcafé passeerden we het station en liepen door allerlei achterafstraatjes. Wat een rommel en een viezigheid! We zagen mensen plassen en poepen zomaar langs de straat. Overal liepen koeien, stieren en straathonden die ook van alles laten vallen...Ze eten uit de bergen vuilnis de bordjes en etensbakjes van bladeren. Maar als er niets meer bij zit dan eten ze ook papier en plastic. Soms zie je ook koeien lopen die helemaal opgeblazen zijn. Waarschijnlijk de darmen verstopt met plastic. Voor ons een vreemd idee om dieren die je heilig vindt zo te martelen. We zochten na de lunch een internetcafé en werkten daar onze site bij. We zaten 2 uur achter de computer en dat kostte ons 50 roepies.

Dag 7 vrij verblijf Bhubaneswar

Deze hele dag heb je om alle bezienswaardigheden van de hoofdstad van Orissa te bekijken. Tussen de achtste en de dertiende eeuw werden hier in totaal zevenduizend tempels gebouwd, maar de meeste zijn verwoest ten tijde van de Moghul-overheersing. De tientallen boeddhistische, hindoe- en jaïntempels die wél zijn overgebleven maken een bezoek aan Bhubaneswar zo interessant. De grote Lingaraj tempel uit de twaalfde eeuw wordt gezien als een van de belangrijkste heiligdommen in India. Ze is dan ook alleen toegankelijk voor Hindoes. Maar er naast ligt een platform vanwaar anderen het meesterwerk kunnen bewonderen. Er zijn wandelend of per riksja veel tempels te bezoeken die wel toegankelijk zijn. De mooiste is de Rajarani uit de elfde eeuw; niet alleen vanwege de bijzondere rood en goudgele kleur, maar ook door de vele gracieuze, uit zandsteen gebeeldhouwde nimfen, leeuwen en olifanten. Ook de Vaital Deul uit de negende eeuw is zeer indrukwekkend. Als voorbereiding op de tocht langs de Adivasi's is een bezoek aan het Tribal Research Center ofwel het ‘Museum of Man' zeer de moeite waard.

5 febr. Na het ontbijt gingen we met Aad en Karin op stap. We begonnen de dag met een bezoek aan het Tribal museum. We kwamen daar met een tuck-tuck. Daar rijden er duizenden van in deze stad. Rakelings tussen al het snelverkeer door. We gingen met vier volwassenen erin, dus met de chauffeur erbij was dat volle bak. Aad heeft een beetje hetzelfde model als Gert.... Dus soms hing er wel een arm of knie buiten. Het was een belevenis. In zo'n klein, eigenlijk niet meer dan een overdekte brommer, vehikel tussen al die toeterende auto's, vrachtauto's en bussen door...

Het tribalmuseum was een succes. Daar kregen we heel wat informatie over de nog te bezoeken stammen. Hierna was het tempeltijd... We bezochten alle drie de tempels uit de beschrijving.

Ze waren heel verschillend en het was mooi om het leven in zo'n tempel te zien. Bij de eerste tempel was men bezig met rituele wassingen. Een familie had net een overlijden in de familie gehad en vrouwen schilderden de onderkant van de voeten en hun tenen rood en gingen daarna ritueel in bad...Wij troffen ook een tempel waar ze voor meer dan 1000 mensen eten hadden gekookt en het uitdelen daarvan begon net toen wij er waren. Wat een hectiek.

Onderweg passeerden we een bruidegom in een auto, vergezeld door bruidsjonkertjes. Ze werden vooraf gegaan door kleine versierde wagens met de muziek. Ik stond het geheel te filmen, maar werd mee de dansgroep in getrokken en voor we het wisten maakten we deel uit van het straatfeest. We waren na het dansen toe aan een koude cola en op weg daarheen zagen we een mooi versierd binnenerf. Wij gingen eens kijken en daar werd net een bruidspaar getrouwd. Er werden onmiddellijk stoelen voor ons bijgezet. We kregen ijs en later warm eten aangeboden... Wat een speciale ervaring. Maar we wisten toen nog niet dat er nog vijf bruiloften gingen volgen die dag. Na een kleine pauze in het hotel bezochten we nog het Tribalfestival. Er waren mooie dansgroepen. En ook waren er dorpjes nagebouwd. Mooie voorbereiding op onze trekking naar de stammen.

Toen we op het eind van de dag bij ons hotel aankwamen arriveerden daar drie bruidsstoeten tegelijk. Iedere stoet werd omgeven door mensen die een soort hoge hoed hadden van brandende tl buizen gasten, muziekwagentjes die met vier aan elkaar gekoppeld zaten en lopend, de gasten.

We probeerden foto's te maken toen we werden aangesproken. Net als iedereen hier vroeg deze mijnheer ook 'Which country are you from? Nu bleek een van de bruidegommen in Groningen te hebben gestudeerd. Daar konden we niet omheen. We werden voorgesteld en mochten bij hem op 'tafel' gaan zitten. Hij heeft een kantoor in Eindhoven... Dit was voor ons de kans om eens uitgebreid te horen hoe zo'n Indiase bruiloft in zijn werk gaat. Het feest duurt drie dagen. Eerst het feest van de bruid met haar vrienden en familie. Aan het eind van de avond komen bruid en bruidegom bij elkaar te zitten op een soort podium. De ouders geven elkaar dan wat persoonlijke dingen van hun kinderen. Symbolisch worden dan bruid en bruidegom weggegeven. Vervolgens lopen bruid en gom zeven keer om het podium heen. Met schaaltjes waarin een vlam brandt. Wierrook staat om het podium heen en elke ronde heeft een andere intentie. De laatste ronde loopt de bruid voorop. Als ze dan weer zitten worden om 24.00 uur de handen op elkaar gelegd en zijn ze getrouwd. Maar ze mogen nog niet samen het bed in, want eerst is er na twee dagen nog het feest van de bruidegom met zijn vrienden en familie. Dan herhaald alles zich weer... En de dag daarna is het feest van beiden met alle genodigden en daarna is het huwelijk een feit en mogen ze samen het bed in!!! Wij werden door de broer van de Gom begeleid langs alle etensstalletjes en steeds weer uitgenodigd om vooral toch wat te eten.... Later bekeken we bij de voordeur van het hotel nog een aankomst van een bruidspaar en gingen daar ook nog even op visite. We wisten inmiddels hoe dat ging...

Al met al is het een ongelooflijke dag geweest. We hebben voor we naar bed gingen de bruidegom uit Groningen nog ons adres gegeven. Wat een dag was het geweest....Zeven keer met de tuck-tuck de stad doorgesjeesd. Rituele wassingen na een overlijden gezien. Verdwaald en de weg weer gevonden. Zeven bruiloften aanschouwt, we waren helemaal gaar!

Dag 8 naar Baligudas

Ochtends vroeg gaan we op pad met onze eigen bus. Vandaag begint dan echt onze Adivasi-tocht, een combinatie van wandelingen en transfers naar de vele volkeren van Orissa. Vlak buiten Bhubaneswar stoppen we even bij een tempel van de godin Kali, die we vragen om een voorspoedige reis. Daarna gaan we richting Barmul. Onderweg zien we traditionele hindoeïstische dorpjes, waaronder een weversdorp. Door een berggebied rijden we naar zelden bezochte tribale volken. In dit gebied laat de overheid slechts mondjesmaat toeristen toe. Om hier te reizen is speciale toestemming noodzakelijk. Onderweg bezoeken we een aantal Desia Khond dorpjes (khond betekent heuvel). Deze stam woont woont relatief nog vrij dicht bij de verstedelijkte gebieden en is hierdoor al behoorlijk beïnvloed door het hindoeïsme. We overnachten in een sfeervol Eco-guesthouse met tuin nabij Baliguda

6 febr. Bij de Kalitempel offeren we voor een voorspoedige reis en meer nog verbaasden we ons over al de afbeeldingen die buiten op de tempel staan. Wat een zeer gewaagde en atletisch uitdagende standjes konden we hier bekijken. Een goede conditie is wel vereist. Het was beter om ons niet op gedachten te laten brengen, want we hadden net te horen gekregen dat we met meerderen op een kamer moesten slapen de komende nacht...In het weversdorpje kocht ik een mooie paarse sjaal. Onderweg lunchten we in een wegrestaurant. Mette had voor ieder een Talischotel besteld.

Die werd geserveerd op een soort bananenblad. Het waren allemaal heerlijke hapjes. Later bezochten we nog een klein dorpje waar ik van een vrouwtje leerde van zo'n blad een schaaltje te maken. Het was al donker toen we bij de Eco-lodge arriveerden. Thea had al besloten dat ze bij de mannen ging slapen. Nu moesten wij met Aad en Karin nog loten wie Marianne, als cadeautje, erbij zou krijgen... Wij wonnen...of verloren, het is maar hoe je het bekijkt. Geen cadeautje in ieder geval.

Sam, onze eigen kok, kookte weer en onze 'mooie jongen'liep ook weer vriendelijk te lachen! Mette had rum en whisky gekocht van de pot. Kaarsen werden voor de ramen gezet en het was gezellig.

Dag 9 Tattoo faced Desia Khond dorpjes

Zowel 's ochtends als 's middags maken we een wandeling door een prachtig gebied, waarbij we verschillende Tattoo faced Desia Khond dorpjes bezoeken. Als je goed rondkijkt, zal het je opvallen dat in geen van de Adivasi-dorpjes een afbeelding te zien is van een god. De Adivasi's herkennen hun goden in een boomstronk, een klodder klei of een steen. We overnachten nog een nacht in het sfeervolle guesthouse nabij Baliguda.

7 febr. Goed geslapen en lekker opgefrist zaten we aan het ontbijt. Deze dag wandelden we naar een stam hoog in de bergen. We bezochten meerdere dorpjes. De gids had ons verteld dat het nog niets eens zo heel lang geleden was dat hier nog kinderen werden geofferd. Deze kinderen moesten langzaam sterven want er moest veel bij gehuild worden. De tranen die daardoor op de grond vielen gaven bescherming aan het dorp. Nu mocht het niet meer met kinderen, maar werden er buffels voor gebruikt. Je zag de totem en offerplaats altijd op een centrale plaats in het dorp, zodat er bij de offeringen iedereen omheeen kan zitten. Prachtige mensen zaten bij hun hutten. De gezichten van de vrouwen waren getatoeëerd. Soms met lijnen kris-kras door het gezicht zodat het iets van een spinnentekening had. Soms meer als de tekening van een tijger. Ze droegen twee gouden bloemknoppen in hun neus en wel 30 metaalkleurige ringen in hun oren.

De mensen lijken wat verlegen maar als je een 'praatje'met ze maakt is het ijs snel gebroken en blijken ze goedlachs. Toch heel bijzonder dat deze mensen hier nog zo geïsoleerd leven met hun eigen gebruiken en gewoontes. We hadden een prachtige wandeling van zo'n 12 km. Met een niveauverschil van 800 m. Na de lunch werd er nog gewandeld naar een dorpje in de buurt maar hier waren niet veel mensen thuis. Na het avondeten was iedereen moe maar al om 20.00 uur naar bed gaan, dat was toch wel te gek op vakantie. Met de rum en de whisky werd het nog een uurtje gerekt...

Dag 10 trektocht Belgharbergen-Bissam Cuttack

We rijden naar de Belgharbergen en maken een trektocht van enkele uren door de ongerepte natuur langs Kutia Khond dorpen. Het landschap is glooiend, groen en lieflijk en wordt gekenmerkt door tropische flora en fauna. De Belgharbergen zijn tot 1000 meter hoog. De tocht is 10 tot 12 km over onverharde paden. In de middag rijden we naar Bissam Cuttack, waar we kamperen.

8febr. Na een uurtje rijden werden we uit de bus gezet. Eerst een bakske koffie, uit de door Mette meegenomen thermoskan en daar gingen we op pad. We waren al snel in het eerste dorpje. Ik leerde van een vrouwtje castrolnoten ontpitten. Hier wordt olie uit geperst. Als je maar even bij ze gaat zitten en wat met ze babbelt, complimentjes maakt, dan komen ze los en gaan ze lachen en willen ze graag op de foto. Hier droegen de vrouwen drie neusringen. We wandelden in totaal door drie dorpjes en vonden ze alle drie even bijzonder. In het laatste dorpje zagen we ronde buizen gedraaid en gebakken worden.

Deze werden gebruikt op de daken. Voor we het dorp verlieten bezochten we nog even de school. Een middelbare school met jongens links en meisjes rechts in de klas. We schreven onze naam op het bord. Daarna zongen wij nog Vader Jacob in canon. De meisjes zongen ook nog een lied! Toen was het wel tijd voor de lunch. Die werd net buiten het dorp onder een grote bloeiende mangoboom door Sam geserveerd. Daarna hadden we nog een flinke rit voor de boeg. In het donker kwamen we op de volgende campingplaats aan. Dat bleek op een schoolterrein te zijn. De kinderen zaten net op de stoep voor hun slaapkamers het avondgebed te zingen.

Sam en mooie jongen hadden de tenten al opgezet. De meesten in de klaslokalen. Die van ons kon gelukkig nog buiten gezet worden. Nou gelukkig...het was wel lekker fris maar de trein die ieder 20 minuten luid toeterend voorbij denderde was wel weer erg goed te horen. Wat hebben die Indiërs toch met toeteren??? De toiletten zijn goed geregeld. Wassen is wat ingewikkelder, er is een waterpomp voor de schoolklassen. De natte washandjes van het Kruidvat maar even opzoeken....Er zijn inmiddels wat irritaties ontstaan ten opzichte van de reisbegeleidster. Marianne neemt de taak op zich om morgen met haar te praten.

Dag 11 Bissam Cuttack

Desia en Donguria Khond dorpjes ‘s Ochtends maken we een wandeling, waarbij we een Desia Khond en een pottenbakkersdorpje bezoeken. De wandeling eindigt bij een markt van de Desia Khond. In de middag maken we een wandeling door een heuvelachtig gebied vol fruitbomen en een exotische vegetatie. We lopen onder andere over de steile ‘Niyangiri Hill'. Op deze hoogte wonen de Dravidische Donguria Khond. Zowel de mannen als de vrouwen dragen sieraden. Sierkammen, haarpinnen en haarmesjes zijn veruit favoriet. Kettingen, armbanden, neusringen bij de vrouwen en oorbellen, soms ook bij de mannen, maken het plaatje compleet. Zoals bij de meeste tribale volken zijn de sieraden van oudsher niet alleen bedoeld als versiering maar ook ter bescherming van de drager. De krachten van de afbeeldingen of materialen moeten over gaan op de drager.We overnachten weer op onze kampeerplek in Bissam Cuttack

9 febr. Wat onrustig geslapen, veel treinen langs horen komen. Tegen 06.00 uur hoorden we wat kinderen schuifelen rond de tent. Er werd zachtjes gepraat. Toen we de tent openden bleken daar drie jongetjes helemaal verstopt in dekens te staan bibberen. Gert ging de zonsopkomst kijken, die schitterend was. De rode kleur van de lucht weerspiegelde prachtig in het water van de sawa's. We hadden pannenkoeken bij het ontbijt!! De wandeling was makkelijk vanmorgen, goed pad. Leuke dorpjes. Mooie vrouwtjes die getatoeëerd waren op gezicht en benen. Veel ringen en doppen in de neus...

In de haren ook een soort dolkje gestoken, maar ook een soort van sigaar. Die werd met veel smaak en rook opgestoken. We bezochten ook nog een pottenbakkersdorpje. Daar werden grote ronde potten gedraaid op een met de hand aangedreven plateau. Mooi rond en heel dun zijn de potten. Ze werden allemaal Raku gebakken in een grote kuil met stro. De mannen deden het draaiwerk. De vrouwen droegen alles van en naar de stookplaats. Zo bekeken we drie dorpjes. We werden nog steeds overal aangestaard en kinderen riepen opgewonden naar elkaar als je er een direct aansprak of een hand gaf. Het gaf wel een vreemd gevoel dat ze ons bleekneuzen, zo bijzonder vinden. Van de andere kant is het natuurlijk ook wel een teken dat deze dorpjes inderdaad geïsoleerd liggen en weinig met blanken te maken krijgen. Fotograferen is helemaal geen probleem. Iedereen wil wel op de foto. Mooi is dan ook als ze de foto kunnen zien. Al snel kwamen we er achter dat ze de foto van zichzelf wel aardig vinden, maar eigenlijk veel meer geïnteresseerd zijn in de foto's van de andere dorpelingen of die van een dorp eerder. Leuk als ze dan mensen herkennen. Er wordt door de kinderen wel gevraagd om een pen of een coin. Maar zeker niet hinderlijk. Ze zijn steeds bereid om een spelletje met je te doen, eerst altijd aarzelend, maar als je een brutaaltje over de brug hebt volgt de rest meestal snel. Ik heb inmiddels de bellenblaas ook bij de hand. Dat blijft overal een leuk spelletje.

Aan het eind van de wandeling stond de bus te wachten om ons naar de markt te brengen. Maar toen we hoorden hoe ver het nog was besloten we te gaan lopen.

De markt was zeer kleurrijk. Veel groenten en fruit. De waar lag op de grond uitgestald en de verkoper of verkoopster zat er op de grond bij. Ook werden er huishoudelijke artikelen verkocht en lappen om sari's van te maken. Verder was er nog een kapper, die druk beklant was. En een afdeling met mannen aan de naaimachines. Van de stoffen werd hier meteen iets gemaakt. Volle jeeps en busjes reden al toeterend af en aan... En we konden niet tellen hoeveel mensen er in een vervoermiddel konden, maar het waren er heel veel.... De lunch werd even opgehaald op de camping en op een mooi plekje bij de tempel werd de 'tafel' gedekt!

Na de middagpauze ging de wandeling naar een agressieve stam. Jaga had ons daar de avond daarvoor al over verteld. Ze leven zéér geïsoleerd en drinken veel zelfgestookte alcohol. Zowel de mannen als de vrouwen. De kinderen gaan er niet naar school en hebben dus altijd dronken en boze mensen om zich heen. Dus daar hoefden we ook niet veel van te verwachten. Opdracht was om niet ongevraagd foto's te maken. Als je toch persé foto's wilde moest je het sneeky doen adviseerde Jaga. En we moesten in de buurt van de gids te blijven...Dit was ook de stam met de dolkjes in het haar. Inderdaad waren ze niet vriendelijk. Ze boden veel spulletjes te koop aan. Er werd door ons niet veel gekocht, omdat ze nogal moeilijk te begrijpen waren en ze zaten ook hoog met hun prijzen. Hier werden ze zo nog chagrijniger van. Ter plekke werd besloten het bezoek snel af te sluiten en niet via dit dorp terug te lopen. Daardoor hadden we nog een flinke klim en afdaling te gaan... De chauffeur was geïnformeerd over onze gewijzigde route en stond beneden aan de berg weer voor ons klaar.

Dag 12 markt Dongria Khond - Jeypore

‘s Ochtends staat een bezoek aan de kleurrijke markt van de Donguria Khond op het programma. De mensen komen zwaarbeladen met manden vol fruit en groenten van de bergen af. De markt is een kleurrijk schouwspel, waar het heerlijk ronddwalen is. Vervolgens rijden we door naar het stadje Jeypore. Jeypore heeft een gezellige avondmarkt. We overnachten in een hotel in het centrum.

10 febr. We werden met de bus weer teruggebracht naar de tempel van gisteren. Terwijl we een klein stukje bergop liepen konden we de mensen met hun koopwaar van de berg zien komen. We mochten geen vrouwen met kinderen fotograferen en niet te dichtbij... Enkelen hadden dit stukje niet gehoord in de uitleg van Jaga en die mensen werden dan ook bedreigd met een hand vol stenen. We vonden het toch wel spannend. Toen we wat leuke foto's hadden liepen we met de stoet mensen mee naar de markt. Het was een flinke markt. Echt een lokale markt, weinig bleekneuzen te zien. Mooie stoffen, overvloed aan groenten en fruit. Voorraadmanden, kippen, veel vis, sierraden en kruiden, schoenen, kleren, alles was er te vinden. Een jongetje vroeg me een broek voor school voor hem te kopen.. Trots verdween hij even later met een broek, polo en slippers. Hij koos een oranje polo, vanwege Holland???

We herkenden op de markt verschillende stammen die wij in hun dorpjes hadden bezocht. We zagen weer vrouwen met twee neusringen, met drie, met een steen in de neusring, met een grote metalen schijf in hun oorlellen. Kleine oorringen, veel oorringen, grote oorringen. Sari's omgewikkeld, sari's op een schouder geknoopt, geruite doeken, de kleuren van de sari's. Haren samengebonden in een knot, soms met veel haarspelden of een dolk. Soms kaalgeschoren.

We kochten wat souvenirs en wat haarspeldjes om onderweg weer aan kinderen te kunnen uitdelen. Hierna begon de lange rit naar Jeypore. De kok had onderweg gekookt in een schooltje. Smakelijke onderbreking van de busrit. Later stopten we ook nog bij een rivier. Daar zaten drie vrouwtjes in de schaduw grote brokken steen met een vuistje fijn te slaan. Wat een aanslag op elleboog en schouders. Deze stenen worden gebruikt voor de wegenaanleg.

Over mensonterend werk gesproken... Later zagen we dit nog eens in het groot terug. Allemaal vrouwen die hier werkten. Bij de laatste afdaling voor Jeypore, het werd al donker, bleken de remmen van de bus niet goed meer te werken. We werden vrij snel door auto's van het hotel opgehaald. Mooi hotel, helaas was de douche niet warm... Verder alles prima.We konden zelf een restaurant zoeken, wij deden dat samen met Aad en Karin en kwamen in Hello Jeypore terecht. Heerlijk gegeten!

Dag 13 Unkudelli markt

s Morgens is er een bezoek gepland aan de bijzondere Unkudelli weekmarkt. Hier slijten de (Austro-Aziatische) Bonda en Ghadaba hun waar en slaan ze hun voorraden in. De Bonda doen dit voornamelijk door middel van ruilhandel. Zij leven in zeer gesloten gemeenschappen hoog in de bergen en wonen in schamele hutjes op palen. Hun schaarse kleding en gewelddadige karakter maakt ze tot de meest fascinerende en interessante stam van Orissa. Ze worden ook wel de ‘naakte mensen' genoemd. De mannen dragen slechts een lendendoekje, allen zijn gewapend met pijl en boog. Jarenlange isolatie, armoede en angst voor hekserij maken dat zij, in onze ogen, soms agressief kunnen overkomen.De vrouwen dragen een opvallend korte lendedoek, die de linkerheup vrij laat aan voor- en achterkant. Volgens de overlevering gaat het hier om een straf. Andere kledingstukken zijn dan ook taboe. De vrouwen bedekken hun borsten met een enorme hoeveelheid felgekleurde kralenkettingen en om hun hals hangen grote, zware bronzen ringen. Ze dragen geen neussieraden, wel oorbellen. De kaalgeschoren hoofden van de vrouwen worden bedekt onder banden met kralen. Interessant is dat de Bonda-vrouwen de voorkeur geven aan jongere echtgenoten zodat er op hun oude dag voor hen kan worden gezorgd.We kamperen in Machakund.

11 febr. Deze dag gaan we weer naar een markt. Daarvoor gaan we weer, net als gisteren, eerst de mensen met hun koopwaar opwachten. Ook deze stam zou weer agressief kunnen reageren had Jaga ons tijdens de breefing gezegd. We moesten bij elkaar blijven en hij zou de contacten leggen i.v.m. de foto's. Hij betaalde de vrouwtjes daar ook voor. De dames kwamen aanlopen en probeerden ons kettingen, kralen, arm- en enkelbanden te verkopen. Als er wat mensen wat gekocht hadden vroeg de gids: 'Willen jullie deze vrouwen op de foto?' Als dat ja was, dan werden ze gevraagd mooi in het zonnetje te gaan staan en kon men foto's maken. Als iedereen klaar was regelde hij de betaling. Dit herhaalde zich een aantal keren. Het ging allemaal heel relaxed en er was geen enkel sprake van spanning. Toen we vonden dat we genoeg foto's en kralen hadden gingen we met ze mee naar de markt. De vrouwen zagen er prachtig uit met hun kralen. Kleine, magere mensjes waren het.

Op de markt zochten ze ons weer op. Ze vroegen ons eten voor hen te kopen. Mandjes werden van het hoofd gehaald en dan trokken ze ons mee naar een kraam en vroegen om er groeten in te doen. Wij niet te beroerd. Voor een paar centen konden de mandjes goed gevuld worden met groene kool knolletjes, eieren en tomaten. Het was wel lastig want als je er één trakteerde hadden de anderen dat snel door en begonnen dan ook meteen in te laden.... Al lachend kwamen we er wel uit met ze.

Na de markt zetten we de tenten op op onze nieuwe kampeerplaats. Het zag er goed uit. Een gebouw erbij, enigszins verlopen, maar wel voorzien van drie badkamers met stromend water....! Na de middagpauze hadden we nog een wandeling op het programma. We 'deden' weer twee dorpjes tijdens een mooie tocht door de natuur. Dit waren duidelijk goed georganiseerde dorpen. Het bouwland lag er mooi verzorgd bij en stond vol met vol met gewassen. In het laatste dorpje werd nog een dans voor ons georganiseerd. Wij herkenden deze dans van het Tribalfestival. Daar zagen we dezelfde. Ik werd nog gevraagd om mee te dansen. Enkele anderen hadden geweigerd en dat vond ik zo sneu voor ze dat ik toch maar meedeed. Gelukkig had ik de passen snel door en trapte ik met m'n grote voeten bij niemand op die kleine blote voetjes. We dansten wel met z'n allen door de 'Holy shit'... dus ik was toch wel blij met m'n sandalen.

Dag 14 trektocht Ghadabadorpjes.

We maken een lange trektocht naar een aantal Ghadaba-dorpjes. De Ghadaba vormen een van de meest kleurrijke volkeren van Orissa. De vrouwen zijn getooid met enorme oor- en nekringen. De ringen om hun nek zijn zo zwaar, dat ze op hun rug een stuk hout dragen voor het evenwicht. Ze gaan gekleed in doeken die hun rug onbedekt laten. Ook hier dragen de traditionele mannen slechts een lendendoekje. De huizen zijn in zeer subtiele pasteltinten geschilderd. Ze bestaan uit meerdere kamers om een binnenplaatsje. Na afloop van de wandeling kunnen we misschien een dans bijwonen van de Gadaba. We overnachten weer op onze kampeerplek in Machakund.

12 febr. We werden vroeg wakker want vanaf 05.30 uur klonk er luid gezang. Navraag maakte duidelijk dat dit was vanwege het Shiva festival. Ze zingen tot de dienst begint, tegen 09.00 uur. Het Shivafestival is belangrijk in India. Ze gedenken dat Shiva op deze dag besloot om met Parvati te trouwen. De vrouwen bidden voor hun man en de mannen voor hun vrouw. Er wordt van zonsopkomst tot zonsondergang gevast. Onze gids, die nog vrijgezel is deed hier ook aan mee. Hij hoopt zo dat Shiva nu zorgt voor een mooie, goede vrouw voor hem...

Deze dag stond een lange wandeling op het programma; 16 km. En zes dorpjes te bezoeken.De wandeling was super. We liepen langs berghellingen met de mooiste uitzichten. We moesten wel flink klimmen en dalen, maar de paden waren goed. Doordat we veel dorpjes bezochten hadden we ook de nodige rustpunten. De dorpjes waren mooi. De huizen meestal in terra tinten met blauwe accenten geschilderd, heel smaakvol. Heel India is één grote vuilnisbelt, maar wij zagen dat bij de tribals de straatjes en rondom de huisjes alles mooi schoon is. De straten werden iedere morgen nat geveegd met verdunde koeienpoep. 's Lands wijs-‘s lands eer. Toch zag het er allemaal netjes uit. In een van de dorpjes proefden we van de zelfgestookte sagopalm likeur. Smaakte wel goed, ik heb hem zelf liever wat kouder...

Net voor het laatste dorp stond de bus ons op te wachten met koude drankjes. Goed geregeld allemaal! In het laatste dorpje zagen we een stam met zware dikke nekringen. Vooral de oude vrouwtjes droegen deze nog. In de oren hadden ze de grootste oorringen die we tot nu toe hadden gezien.

Dag 15 markt Lanptaput

Na het ontbijt rijden we in een uurtje richting Peta, onze kampeerplek voor de komende nacht. In de omgeving van Peta maken we een wandeling van ongeveer 7 kilometer waarbij we unieke dorpjes en volkeren bezoeken. De Rona en de Porosa zijn al redelijk beïnvloed door het hindoeïsme, maar weten toch ook hun eigen gebruiken vast te houden. Na de lunch rijden we naar de indrukwekkende weekmarkt in Lanptaput. We kamperen drie nachten op de Peta campsite.

13 febr. Deze dag rijden we naar het zuidwesten van Orissa. Het laatste stuk van deze reisdag deden we te voet, ongeveer acht kilometer. Mooie dorpjes bezochten we weer. Mensen vroegen nu wel om eten of geld. Maar ze waren erg vriendelijk. Al wandelend komen we op de camping. Sam had met zijn hulpje de tenten al weer opgezet. Het klinkt ondankbaar, maar ik was daar niet zo blij mee. Ik vind het prettig om zelf een vlak plaatsje zonder stenen te kunnen kiezen... De koude lemonlimonade stond ook weer klaar en we konden lekker in de schaduw van de keuken lunchen.

Na een lange middagpauze maakten we nog een ritje naar een markt. Een kleine maar drukke markt. Je kon aan de groep merken dat ze een beetje markt- en dorpjesmoe begonnen te worden. Er werd al snel een plekje gezocht om te zitten en wat te drinken. Gert ontdekte een boom vol vliegende honden. Ze hingen te flapperen, want het was erg warm ( 34 °C). Af en toe vloog er een weg. Dan kon je pas goed zien dat ze behoorlijk groot waren. We reden met vier levende kippen weer terug naar het kamp. 'S Avonds vonden we ze terug in de soep en met een sausje bij de rijst.

Het koelde snel af en bij het kampvuur werd nog een slokje gedronken en gezellige verhalen verteld! Fijne dag geweest, alweer!

Dag 16 bezoek Dharua-volk.

Vandaag maken we een dagexcursie naar Gupteswar, waar we een wandeling maken in de omgeving van de Dharua Gond dorpen.

14 febr. Deze dag wandelden we vanaf de camping. Mooie wandeling door de sawa's. Balanceren op een smal grasrandje..

Nu zagen we bloeiende cashewstruiken, het zijn kleine bloemen en van die overdadige geur waar in de reisbeschrijving van werd verteld, dat vonden we niet echt terug. De papaya hing in grote vruchten aan de bomen. De Mangobomen stonden overdadig in bloei. Dat belooft een goede oogst. Helaas zijn wij dan al weer thuis... Ook zien we Jackfruit in de bomen hangen. De vruchten kunnen enorm groot worden, ze hebben nog even te gaan. Het lijkt of hier in deze streek ook wat meer bloemen zijn. Veel onbekende soorten maar de oranje Lantana, bij ons een bekende kuipplant bloeit langs alle wegen. Ook de paarse winde zie je veel en het kruidje-roer me-niet bloeide met mooie roze pluizenbolletjes.

's Middags mochten we zelf kiezen wat we wilden doen. Iedereen trok een beetje zijn eigen plan. Wij, Gert en ik liepen wat door de omgeving in de hoop wat vogels te ontdekken. Wat dat betreft was de oogst nog zeer mager tot nu toe. Wel altijd heel, veel zwarte wouwen boven de stadjes. Geen wonder met al dat vuilnis....

De wandeling leverde nu ook niet veel soorten op. Ik maakte nog een schuiver van een grasrandje de sawa in. De vrouwen die in een poel stonden af te wassen moesten er hartelijk om lachen. Wat dat betreft is het daar al niet anders dan hier, lachen als je iemand ziet glijden. Ik waste mijn modderbenen in hun poeltje en het ontaardde in een speels water gooien over en weer. De mensen zijn echt heel vriendelijk!

Het kampvuur ging weer aan en het werd gezellig onder een prachtige sterren hemel!

Dag 17 wandeling.

In de ochtend is er een trektocht gepland door een bosrijk gebied naar de leefgemeenschappen van de Dharua Gond. De stam is een van de oudste van Orissa. Hun naam komt van ‘dhur' (stof). Ze hebben een negroïde uiterlijk. De mannen van deze stammen hebben een bijzondere haardracht.

15 febr. Deze dag reden we met de bus helemaal naar het uiterste zuidwesten van Orissa. Het was een rit van twee uur. Daar leven stammen , midden in een bosgebied, die er weer heel anders uitzien dan we tot nu toe hebben bezocht. Eerst is al de bouw van de dorpjes anders. Ze hebben een omheining om hun erf. De huizen liggen dan ook uit elkaar. Het lijkt een beetje zoals bij ons in een boerendorp. Wel veel primitiever! De vrouwen dragen hun sari's zo geknoopt dat het net is of ze er een blouse onder dragen. Een knoop op de schouder. Felle kleuren, blauw of groen met een bloemenprint erop. Hier zien we ook voor het eerst dat ze zware enkelbanden dragen. De mannen hebben wat langer haar in een staart en dragen alleen een lendendoek. De mensen zijn zeer gereserveerd, ze zeggen nauwelijks goedendag. Alleen toen ik wat vrouwtjes hielp bij de pomp kwamen ze wat los.

Ook als ik op het erf een baby in een hangmat bewonderde en prees kwam er wel een lach op de gezichten. In het laatste dorp werd door een groep jonge meisjes en jongens een gevechtsdans opgevoerd. Ach, het was wel aardig, ze waren mooi aangekleed en de school verdient er zo een extra centje mee. Sam had daar in een huisje een lunch voor ons gemaakt.

Die ging er weer goed in! We wandelden door een bos langs de rivier naar een Shiva tempel. Een Shivatempel herken je aan de afbeelding van een vrouw met een drietand en een koe. Het was erg druk bij de tempel i.v.m. het festival. Iedereen had ook weer alles laten vallen aan etensresten, papiertjes en bordjes. De laatste 400 meter rook het bos niet alleen als een openbaar toilet, het was het ook. Wat zijn die Indiërs toch smeerpoetsen.....Maar ze zagen er prachtig uit in hun mooiste kleding! Bij de ghats gingen ze zich baden en ook de kinderen werden met het rivierwater overgoten.

De tempel hebben we niet bezocht. De mogelijkheid was er wel. We moesten ook weer twee uur terug rijden, het was warm en we waren moe.

Maar geen tijd om in te zakken, want terug op het kamp kregen we kookles van Sam. Daar hadden we om gevraagd, omdat we zijn gefrituurde bloemkool en de schotel van tomaat met dadels zo lekker vonden... Hij kookte voor deze gelegenheid buiten en legde alles goed uit. Of het ons nu thuis ook gaat lukken is wel de vraag. Sam gebruikte namelijk kruiden die wij niet echt kennen. Hij deed ergens wat bladeren van een takje in. Op onze vraag wat is dat? Was zijn antwoord, 'gewoon, van de heg...'. De laatste avond bij het kampvuur, nog even extra genieten....

Dag 18 busrit en wandeling, dorpjes, Raiagada

Vandaag beginnen we met de terugreis uit het stammengebied. In de omgeving van Kakriguma bezoeken we een aantal dorpjes, zoals Porosa en Desia Kond, bewoond door verschillende stammen. We reizen vervolgens naar Rayagada, waar we overnachten in een eenvoudig hotel.

16 febr. Vandaag weer een grote verplaatsing en een lange reisdag! We bezochten in Jeypore de Jagannath tempel. Hier mochten we in. We kregen nog uitleg van Jaga. Maar het blijft een moeilijk te volgen geloof met al die afbeeldingen en reïncarnaties die weer als lotusbloemen uit navels verschijnen.... We bekeken de beelden en de mandela's.

De chauffeur was even weg met de bus, want we bleken een lekke band te hebben. Met een nieuwe band gingen we weer fris op weg. We ontdekten dat we voor het grootste deel bekende weg terug reden. Nu bleek maar weer, er lopen niet zoveel wegen door Orissa. We arriveerden al om 15.00 uur in een goed hotel. Het zag er allemaal nieuw uit. En, voor het eerst deze reis hadden we een warme douche, genieten. Daarna gingen we op zoek naar internet. Die ging pas om 18.00 uur open. Dat ging niet lukken want Mette had voor ons een maaltijd geregeld om 19.00 uur. Toen we beneden kwamen voor de maaltijd bleek dat ze ons in een kinderkamer hadden gezet. Iemand had al het woordje Rum laten vallen.( Mette?) Het drinken van alcohol is verboden in open ruimtes. Dus vandaar dat we werden weggestopt in die kamer. We zaten nog maar net toen de hoofdober kwam vertellen dat hij ook Roem had!

Goed, het werd een gezellig avondje in de kinderkamer. We dachten wel met weemoed aan ons kampvuur en de sterrenhemel. Zelfs Karin en Aad, die nog zo hun bedenkingen hadden bij kamperen, waren het roerend met ons eens, er gaat niets boven een avond op de camping onder prachtige sterren.

Dag 19 busrit naar Gobalpur on Sea.

We reizen verder naar Gobalpur on Sea en bezoeken onderweg een Saoda dorpje. onderweg stoppen we bij het Tibetaanse Chandragiri klooster en het nabijliggendeTibetaanse vluchtelingenkamp. Met een beetje geluk kunnen we een Tibetaanse puja (gebedsdienst) bijwonen. Vervolgens rijden we verder naar Gobalpur, waar we overnachten in een eenvoudig hotel vlakbij de zee. Er zal gezorgd worden voor een lekkere maaltijd, aan het strand onder de mangoboom. Hotel Green Park.

17 febr. Weer een lange reisdag voor de boeg! De reis werd regelmatig onderbroken voor het bezoeken van een dorpje, bakkie koffie, een katholiek kerkje, compleet met kruisweg aan de muren... etc. Tegen het middaguur stopten we bij Sam die ergens onderweg in een bushokje weer een complete lunch had gekookt. Wat dat betreft is het steeds prima verzorgd. We aten het in de schaduw van een grote boom. Nu we noordelijker kwamen leek het ook warmer en vochtiger te worden. Nog een paar uur rijden en toen passeerden we een Tibetaanse enclave in India. Compleet met overal gebedsvlaggen. De mensen zagen er ook meteen heel anders uit. We bezochten de boeddhistische tempel. Werkelijk prachtig. Hij was nog nieuw, de Dalai Lama had hem vorig jaar geopend. Daar waren ze nog steeds heel trots op. Overal hingen nog afbeeldingen van hem. Jonge monniken zwommen in een meertje en leken zich prima te vermaken. Het zag er allemaal heel relaxed uit.

Maar nu was het gedaan met de uitstapjes, we moesten in één keer door naar de volgende bestemming, want we waren aan de late kant. Het was een lange, warme zit en iedereen was op het eind moe. De stad die we passeerden voor Gobalpur was erg druk en vies. Het hotel in Gobalpur viel ons ook niet mee, heel goor. Alles wat je vastpakte plakte... De badkamer stonk als een open riool. Ruig en ongerept zeggen we dan in de groep tegen elkaar...

En heel warm. We hadden niet veel tijd om in de put te zitten, want we hadden een afscheidsdiner met Sam. Hij had gezorgd voor vis, we zaten immers aan zee, maar niet op het strand! Hij had goed zijn best gedaan, maar we waren allemaal moe van de reis en vertrokken al snel weer naar bed...

Dag 20 Gobalpur on Sea.

In Gobalpur kun je genieten van het strand. Heerlijk uitwaaien tijdens een wandeling langs de kilometers lange zandstranden.

18 febr. Vrije dag! Eerst internetten... We hebben heel wat bij te werken na Bhubaneswar. Dat duurde dan ook wel drie uur. Daarbij dronken we twee koppen thee en twee cola (Thumbs Up, het Indiase merk van cola). De rekening kwam aan het eind...115 roepies. We namen een lunch op een terras in de schaduw. Snapper, heerlijk! Daarna gewandeld, in het dorp. Tussen de huizen was dit stadje redelijk schoon. Mooie tekeningen waren er op de stoepen voor de deuren gemaakt. Dit werd meestal met rijstpoeder gedaan. We waren mooi op tijd op het strand om de vissersboten te zien binnenlopen. Veel vis werd er aan land gebracht. Er liepen handelaars rond en de koop werd meteen gesloten en vrouwtjes voerden de vis af in grote rieten manden op het hoofd. We hadden moeite om de vis te herkennen. Alleen de tonijn, die was duidelijk herkenbaar. 's Avonds waren we uit eten gevraagd door Karin en Aad. Karin was jarig die dag. We namen in een restaurantje aan de weg een schaal fried fish. Heerlijk en meer dan we op konden. Noedels erbij en blikjes echte coca cola. Rekening 450 roepies. De vader was de kok en de dochters van 9 en 6 jaar deden de bediening. Aad gaf de meiden apart een fooi en ze waren er zeer blij mee. Dat komt niet zo vaak voor denk ik. Je ziet in India overal stalletjes langs de weg waar eten wordt bereid. Er wordt heel veel gebruik van gemaakt. Voor ons is dat een vreemd idee.

Zo'n arm land waar niemand wat te spenderen heeft en toch iedereen op straat eet. Ik vroeg dit aan Mette. Zij antwoordde dat het bijna niets kost aan die stalletjes en dat het voor de mensen hier duurder is om zelf ingrediënten te kopen en te koken dan op straat te eten. Ja, er kan dan in grote hoeveelheden worden gekookt wat ook hier natuurlijk goedkoper is. Na het eten haalden we bij het luik langs de weg nog een flesje rum, haalden Marianne uit bed en vierden de verjaardag nog tot 22.00 uur. Toen werd het terras bij het hotel gesloten...

Dag 21 boottocht Chilika meer naar Puri.

Door een afwisselen landschap rijden we naar het Chilika meer. Dit is het grootste brakwater meer van Azië. Deze prachtige lagune staat erom bekend dat, naarmate de dag vordert, het water van kleur verandert. We maken een boottocht over het meer, waar de bus aan de overkant weer op ons staat te wachten om ons verder te brengen naar Puri. Onderweg bezoeken we het handwerkersdorpje Pipli. Hier worden felgekleurde lampen gemaakt. Deze vorm van patchwork is specifiek voor Orissa. We overnachten in een eenvoudig hotel.

19 febr. We gingen weer verder...We deden een vaartocht op het meer. Het stelde niet veel voor. We vaarden midden over het meer en zagen alleen wat aalscholvers. Jammer voor Gert, hij had zich er echt op verheugd. We vaarden ruim een uur tot we in de verte het vogelreservaat zagen. Helaas was het verboden om erin te gaan. We lagen 20 minuten stil. Wel hadden we het geluk twee zeearenden te zien stoeien in de lucht. Dat was een spectaculair gezicht. Verder zagen we in de verte wat flamingo's. We vaarden weer terug en stapten in de bus. Op weg naar Puri. In Pipli hadden ze veel leuke lampen en tassen. We kochten wat tassen die we verder op de reis nog veel goedkoper tegen kwamen...maar, het zag er leuk en kleurig uit in het stadje.

We stopten ook nog in het stadje Raghurarjpur, waar we een demonstratie kregen van bamboetekenen. Heel precieze tekeningen werden in de bast van bamboe geverfd. Deze werden natuurlijk ook weer te koop aangeboden. Er waren ook tekeningen op zijde. Voor zo'n tekening waar zes maanden aan was gewerkt vroeg men omgerekend 36 euro. Hoe kan dat? Kinderarbeid? En, in de tekening zaten flapjes die je kon optillen. Daarop stonden dan afbeeldingen uit de Kama Sutra. Deze afbeeldingen zie je ook vaak op tempels. Dit is wel opmerkelijk in een land waar ze willen dat we de schouders en benen bedekken.... Ze zijn echt weinig verhullend die afbeeldingen! Ze waren wel prachtig en heel gedetailleerd. Het was verder een leuk dorpje, waar je weer veel mooie foto's van mensen kon maken.

Nog een klein stukje en toen waren we in Puri. Hotel Naren Palace. Een prachtig hotel, schoon en wij boften; met een groot balkon. En een warme douche! We vonden een prima restaurant, Peace. Er zaten alleen blanken te eten, wel Indiase gerechten. We smulden en voor we het wisten was het al 23.00 uur. Zo laat gingen we nog niet naar bed deze reis...

(2) INDIA Orissa

Deel 2

Dag 22 vrij verblijf Puri.

Puri is, vanwege de Jagannath-tempel, een van de vier belangrijkste bedevaartplaatsen van India. In deze tempel zijn er tussen Hindoes geen kasteverschillen. Niet-Hindoes kunnen een blik werpen op de tempel vanaf de bibliotheek aan de overkant. De immens grote keuken, waar voedsel voor meer dan 6000 mensen wordt bereid, trekt meteen de aandacht.

20 febr. Er zijn stakingen aangekondigd bij Lufthansa. Die vallen precies in de dagen dat wij vliegen. Maar eerst hadden wij hier een vrije dag. Wij besloten weer met Aad en Karin op pad te gaan. Marianne ging deze keer ook mee. Te voet gingen we naar de Jagannath tempel! We bezochten onderweg ook een Hare Krishna tempel. We kregen en rondleiding en toen wij wat geld doneerden kregen we een schepje , iets wat leek op bruine suiker, op de hand. Niet opeten zei Marianne, er kan wel hasj inzitten. Onderweg maakten we nog een hele optocht mee van de Hare Krishna. Veel muziek en mensen in oranje jurken en gewaden. Er werden geluksnoepjes gestrooid. We vingen deze op en deelden ze dan weer uit. Als we dat deden werden we weer gezegend op handen en voeten... Uiteindelijk kwamen we bij de Jagannath tempel waar we als 'niet Hindoe' niet in mochten maar vanaf het dak van de bibliotheek hadden we er een mooi zicht op. Een prachtig bouwwerk van rode poorten met witte torens. Tegen de tempel aan staat een groot gebouw waar dagelijks 6000 maaltijden worden bereid. Dit is echt een bedevaartplaats voor de Indiërs. Rondom de tempel waren allerlei stalletjes met etenswaar, groenten en fruit. Natuurlijk liepen hier ook de koeien en stieren vrij rond.

Terwijl ik een foto stond te maken van een oud vrouwtje voor haar huisje werd het ineens warm in mijn sandalen. Toen ik omkeek zag ik dat er een koe in mijn schoenen stond te plassen....Ook troffen we veel bedelaars. We zagen er hier veel met verminkte handen en voeten. Lepra?

Terug naar het hotel namen we fietsriksja's. Zo gingen we met vijf riksja's op een rijtje terug. Wij vonden één per persoon per riksja wel genoeg. De weg had nogal wat niveauverschillen dus het was hard werken voor de fietsers.... Ze werden op het eindpunt dan ook beloond met een mooie fooi! De middag werd gevuld met internet en een siësta. Het avondeten deden we aan onze 'eigen' tafel in Peace.

Dag 23 vrij verblijf Puri.

Vanuit Puri is een bezoek aan de, door de Unesco beschermde, Zonnetempel in Konark mogelijk. Deze is gebouwd in de vorm van een gigantische strijdwagen. De kar werd oorspronkelijk getrokken door zeven reusachtige stenen paarden, waarvan er gelukkig nog twee over zijn. Aan het einde van dag 23 nemen we de nachttrein naar Kolkata.

21 febr. Deze dag gingen we naar de zonnetempel in Konark. Dit is een door de Unesco beschermd gebouw. Dit is gebouwd in de vorm van een strijdwagen. De wagen werd oorspronkelijk getrokken door zeven paarden. Helaas zijn er daar niet veel meer van over. De grote wielen aan de zijmuren van het enorme gebouw zijn nog onbeschadigd. Verder zijn er op het gebouw heel veel mooie figuren te bewonderen. Veel reliëfs, met figuren uit de Kama-Sutra zijn te bekijken in de meest gewaagde en atletisch uitdagende standjes en ook afbeeldingen van een giraffe en een Japanse dame. Dat is natuurlijk wel uitzonderlijk en geeft aan dat hier in de 13e eeuw al contact was met andere werelddelen. We waren er op zondag en deze plaats is duidelijk ook een bezienswaardigheid voor de inwoners van dit land. Ze waren dan ook in groten getale aanwezig! En wat erg leuk was, ze voelden zich met ons, toeristen onder elkaar en wilden net zo graag foto's van ons als wij van hen. Zo werden wij heel wat keer vereeuwigd met hun kinderen op de arm.

's Middags zijn we naar de Dwara Swarga (crematieplaats) geweest. Dit was wel een hele bijzondere belevenis. Op een terrein, achter wat gebouwen gelegen, brandden al verschillende vuurtjes toen wij aan kwamen lopen. Toen we wat dichterbij kwamen zagen we dat daar crematies aan de gang waren.... Ook lagen er nog doden te wachten op een plaatsje op een houtstapel. De doden worden op allerlei manieren aangevoerd. Het kan in- maar ook op een het dak van een auto of op een handkar. Ze liggen op een heel eenvoudige baar van wat bamboestokken. Het gezicht mooi beschilderd. Verder gewikkeld in doeken en bedekt met bloemenslingers. Er volgen allerlei rituelen als de houtstapel klaar is. Een daarvan is dat men met het lichaam verschillende rondjes om de stapel loopt voor het daar heel zorgvuldig op wordt neergelegd. Dan wordt er nog wat hout tegen het lichaam aangelegd en wordt het vuur aangestoken. De bloemenslingers worden daarvoor al verwijderd. De koeien die hier ook rondlopen, komen de bloemen en de draagbaar opeten...

Het lijkt allemaal heel schokkend als je het zo leest maar wat mij er vooral van bij bleef is dat er heel respectvol met de doden wordt omgegaan. Het blijft voor ons een vreemd gezicht om dit zo open en bloot te zien gebeuren. Voor de Indiërs was dat duidelijk niet want terwijl wij enigszins beschroomd het gebeuren gade sloegen komt er ineens een hele lange stoet van mensen langs. Even wisten we niet wat er toen gebeurde maar dit pad, over de crematieplaats bleek ook de kortste weg van de bushalte naar het strand....

We gingen die avond met al onze spulletjes naar het station om de nachttrein te nemen naar Calcutta. Weer een belevenis! We sliepen met acht mensen in een coupé. Deze coupé had de grootte van het stukje trein waar je bij ons met 2x 4 mensen zit. Dat is niet groot voor acht bedden. En niet te vergeten al onze bagage... Het gangpad liep er ook nog doorheen. Iedereen die 's nachts moest plassen in ons treinstel moest dus door onze 'slaapkamer'. We hadden gezorgd voor een flink voorraadje rum want het leek ons al niet dat we erg gemakkelijk in slaap zouden vallen... Toen de flesjes leeg raakten maakten we onze bedden op. Lakens, dekens en een kussen werden bijgeleverd. Twee bedden moesten nog neergeklapt worden. De hele trein sliep natuurlijk al voor wij dit voor elkaar hadden. Wat onvast door de rum, zachtjes giechelend en struikelend over de bagage belandde iedereen uiteindelijk toch in een bed. De rum deed z'n werk en we sliepen goed!

De eerste werd om 06.00 uur wakker, daarna volgden een voor een de anderen. Langzaam aan zag je wat slaperige hoofden verschijnen. Karin en ik deelden de natte washandjes uit en wat later zaten we met z'n allen, een beetje opgefrist, weer gezellig te kletsen tot we tegen 09.00 uur het station van Calcutta binnenliepen.

Dag 24 vrij verblijf Kolkata eind van de dag terug naar Amsterdam.

Tijdens deze laatste dag in Kolkata is er gelegenheid om nog wat inkopen te doen en rond te dwalen door deze fascinerende stad.

22 febr. Na tien uur treinen arriveerden we in Calcutta, de stad die meer inwoners heeft dan ons hele land. Onze laatste dag was ingegaan. Omdat er stakingen waren bij Lufthansa vertrokken we 's middags al naar het vliegveld. De eerste vlucht ging naar Delhi. Daar konden we na drie uur wachten met Air India door naar Frankfurt. We landden om 06.00 uur. 's Middags om 17.30 uur konden we na een lange, lange dag wachten door naar Schiphol met Lufthansa. We namen daar afscheid van de groep en gelukkig stond ons Jaap daar al met de auto te wachten....

Het is weer tijd voor een reisje...

We staan weer aan de vooravond van een reis! Dit keer een, voor ons onbekend werelddeel nml. AZIË. We gaan met de reisorganisatie Sawadee naar India.. Je kunt de reis op internet bekijken op de web-site van Sawadee. http://www.sawadee.nl/reisroutes/toon_reis.php?rc=ORI

Orissa Ruig en Ongerept is de titel van de reis. We gaan naar inheemse stammen en heilige steden. We vliegen in de nacht van vrijdag op zaterdag. Eerst naar Frankfurt en dan nog 10,5 uur door naar Calcutta.De volgende dagblijven we daar en 's nachts reizenwe verder met de trein.De rest van de reisdoen we met een bus(je) De reis heeft 8 deelnemers. We slapen deels in tenten en deels in hotels. Er zitten veel wandelingen in en zo hopen we veel te zien van de natuur en bevolking in dat deel van India.

We zijn nu nog even druk met wandelschoenen invetten, nieuwe broeken omzomen en bedenken of we de bagage meenemen in een weekendtas of rugzak...

GAMBIA-SENEGAL 2009 17 dagen (eigen organisatie)

Deze reis werd door ons, 2 echtparen, samensgesteld en geregeld. We huurden een 4 wheel-drive in Gambia en reden daarmee door Gambia. Bezochten verschillende vogelrijke plaatsen in Gambia. We deden het wildpark Niokolokoba aan in Senegal. We reden daarvan weer terug, deels door Gambia naar de kust in Senegal en sloten deze reis afop Kelediang in Kafountine. We hadden onze eigen tentjes etc. meegenomen. Vanaf Brussel is dat geen bezwaar, je mag vandaar ruim 40 kg. pp meenemen aan bagage.

Februari 2009. We komen 's avonds aan in Banjul en overnachten bij Joe op Sukuta camp.

We vertrokken op 12 februari 's morgens vroeg via BRUSSEL naar BANJUL, GAMBIA. 's avonds tegen 18.00 uur werden we daar opgehaald door Joe en Claudia, eigenaars van SUKUTA camp.We hadden daar voor de eerste nacht een huisje geregeld. Onze auto stond voor ons klaar. We hadden al meteen ontzettend pech, toen we een pizza wilden gaan eten. Nadat wede eerste 500 meter met de auto hadden gereden, hadden we al een aanrijding met een dronken quad bestuurder. Het had wat voeten in de aarde voor we e.e.a. geregeld hadden. Geen best begin van de vakantie...Maar uiteindelijk hebben we toch nog een pizza gescoord in de Senegambia zone. Dit is het uitgaansgebied van Banjul. Veel blankenvieren daar hun vakantie. Een beeld wat je daar veel ziet is een wat middelbare man met een mooie negerin. Of omgekeerd een wat gedateerde blanke vrouw met een zwarte adonis... Als je dat zo aanziet ben je niet gelukkig met het feit dat je ook blank bent...Wat jammer als je niet meer ziet van dit prachtige land dan deze toeristenzone, maar het komt voor!

Dag 2. Via Abuko N.P. gaan we naar Marakissa camp en zetten daar onze tentjes op.

13 februari, de volgende dag werd eerst de auto 'voorlopig' gerepareerd op het erf van de het ouderlijk huis van de veroorzaker van het ongeluk. Ze hadden gezorgd voor een automonteur die ervoorregeldedat we het voorportier weer konden gebruiken. Er werden afspraken gemaakt voor een verdere reparatie na onze reis. We haalden onze spullen op bij Joe, deden wat boodschappen in een supermarkt en onze reis ging beginnen! Eerst deden we ABUKO N.P. aan. Dit is een mooi vogelpark. We picknickten in de schuilhut aan de rand van een watertje. Onze bestemming van die dag was MARAKISSA. Dit ligt ten zuiden van Banjul op de South bank van Gambia. Op weg daar naar toe passeerden we nog wat wedlands waar de mannen smulden van de eerste Afrikaanse vogelsoorten. Mieke en ik gingen steeds wat stukjes vooruitlopen en hadden zo leuke contacten met de bevolking. We liepen op met een vrouwtje die met haar handelswaar op het hoofd, samen met haar oude moeder,op weg was naar de markt. Na een stukje wandelen en een gezellig kletspraatje was het leuk om wat foto's van haar te maken en de baby die op haar rug meeging een mooi gebreid truitje ( Ine) en een muts aan te geven. Zij was blij met het truitje en wij met de foto's! MARAKISSA river camp is mooi gelegen aan een kreek. Op het dak van het restaurant is een terras gemaakt en het is daar aan het eind van de dag genieten van een prachtige zonsondergang. We sliepen daar in tenten. De beheerster van het kamp is Adema, getrouwd met een Nederlander, Joop. We hebben hier al vaker gekampeerd dus het was een hartelijk weerzien met haar.

Het kamp ligt in een prachtige omgeving. Niet ver van de kust, Gunjur Beach.Er liggen wat kreken rondom het campement waar veel wordt gevist. Verder veel akkertjes en vrouwentuinen. Daar hebben Mieke en ik nog een poosje meegeholpen met water putten en uitgieteren. We bleven hier3 nachten. We vulden de dagen met 's morgens tegen het schemer te gaan vogelen. Genieten van de uitgebreide ontbijtjes van Adema. Weer vogelen of een ritje naar het strand waar altijd veel te zien is..De vissersboten die binnen komen en waar de vrouwen de vis van boord halen door met een grote ton op het hoofd de zee in te gaan om de vis zo van boord te halen. Als alle vis is opgehaald worden de piroques met mankracht en met behulp van boomstammen op het strand gerold. Daar blijven ze liggen tot de volgende vistocht. Ze zijn mooi beschilderd en vormen zo een fotogeniek plaatje op het strand. De vis wordt meteen op het strand al schoongemaakt door de vrouwen en vervolgens verwerkt voor de verkoop of ze gaan naar de drogerijen die wat verderop op het strand liggen.De arbeidsomstandigheden zijn daar zeer ongunstig. Het is er donker en de rook prikt er verschrikkelijk in je ogen. Lunchen doen we bij Adema uit ons eigen voorraad in de schaduw van een hutje aan de rivier. Het vogelen kan bij de mannen dan gewoon doorgaan. Als de temperatuur weer wat beter iskunnen we na desiësta een rondje varen in de kano's van Adema. Het ligt een beetje aan het seizoen hoever je kunt varen. Het was nu gunstig, dus we konden een mooie ronde maken. De maaltijden zijn hier altijd goed verzorgd. Op de dag van aankomst friet met kip en sla en de volgende dag macaroni. Volle schalen die we met z'n allen niet leeg kregen. Blijf je langer dan 2 dagen dan gaat het menu zich weer herhalen maar omdat het heerlijk smaakte, maakte ons dat niet uit. We bleven hier 3 nachten. Hier sloten zich ook nog wat bekenden bij ons aan. Mensen die ook gekomen waren om het feest op ALJAMDU bij te wonen. We waren nu inmiddels met een groep van 8.

Dag 6. We gaan vandaag met de pont vanuit Banjul naar Barra. Dit ligt op de noord-oever en daar bevindt zich ook het project ALJAMDU.

Maandag 16 februari pakten we na onze ochtendvogelwandeling onze spullen weer in. Tijdens de wandeling kwam er een kroonkraanvogel luid roepend overvliegen. Een bijzondere waarneming!. Deze dag verplaatsten we ons naar Aljamdu. Eerst haalden we in Banjul nog een knul op die gesponsord wordt door een van onze 8. We werden ontvangen opdecompound van zijn tante. Zij zorgt voor hem omdat hij uit een ander deel van het land komt maar vanwege zijn studie in de buurt van Banjul moet wonen. Het was druk op de compound, veel bewoners, kinderen en tieners. Dat bracht mij op het idee de tas met kleren van Marian hier achter te laten, veel meidenspul wat hier wel van pas zou komen.

Deze dag moesten we overvaren naar de North Bank, van Banjul naar Barra. Het is een hele belevenis zo'n ferry. Als je eenmaal in de wachtrij staat komen er altijd vrouwen die van alles willen verkopen: lappen, kleding, sierraden, fruit en drankjes. Voor je het weet hebben ze je al wat rokken en lappen omgehangen. Het hele gebeuren rond zo'n ferry is een levendig, kleurig schouwspel! Onze bestemming was JIMBANA park dat in de buurt van Aljamdu ligt. Daar ligt de Nursery school die doorde Aljamdufoundation is ontwikkeld tot een echte school met meubilair, omheining, toilet, stromend water, een keuken met een voedselprogramma. Het project werd nu met een groot feest afgesloten! Nadat we hartelijk bergoet werden door Marie, leading lady van Jimbana, de tent hadden opgezet gingen we op bezoek bij het schooltje en later ook nog naar de Primary school SITANUNKU. Het ligt in de bedoeling om, nu de Nurseryschool goed draait, de activiteiten van de stichting Aljamdu te gaanuitbreiden naar deze Primary school. Het was 2 jaar geleden dat ik in Aljamdu was enwat een wereld van verschil. Er was hard gewerkt! De kinderen zingen nog net zo hard als de vorige keer van Welcome, welcome, welcome en one little finger en two little fingers etc. Maar wat zag alles er nu compleet en mooi uit. Helemaal af met mooie muurschilderingen die de band met Holland aangaven. Ook Sitanunku, een Primary School met 630 leerlingen draaide goed alleen helaas te weinig lokalen en meubels. Ook zijn daar plannen om een computerlab op te gaan zetten. In deze tijd kan ook een school in Afrika eigenlijk niet zonder! Gert had van een vogelmaat ( Joost) 2 microscopen meegekregen. Op deze school werden ze met grote dank ontvangen en meteen uitgeprobeerd. De stichting Aljamdu overweegt om daar nu ook actief wat hulp te gaan bieden.

Dag 7. Feest in AJAMDU. Ze vieren dat het schoolproject is afgerond. We zetten onze tentjes op op Jimbana Parc.

18 februari. Vandaag is de dag van het feest in Aljamdu! Er wordt gevierd dat het project klaar is. We werden verwacht om 11 uur. Er hoort ook een officieel gedeelte bij, de gouverneur is nml. ook uitgenodigd. We waren netjes op tijd. De tijd werd doorgebracht met wat spelen en zingen met de kinderen. Tegen 12 uur werd in een van de lokalen het ontbijt geserveerd. Het betond uit grote schalen met gekruid, gestoofd vlees met wat brood om daarin te soppen. We wasten onze handen en schoven aan om ieder zijn deel uit de schaal te graaien.Feest in Gambia wil vooral zeggen veel eten...Er waren 2 koeien geslacht! Maar er werd ook veel gepraat, veel mensen kwamen zich voorstellen en een praatje maken. De tienerjeugd amuseerden zich goed door op jerrycans te trommelen en te dansen. Dit doen overigens alleen de meiden. De jongens zie je niet dansen. Het lang verwachte officiële gedeelte begon tegen 16 uur. Er werden zo'n 80 kinderen op houten bankjes gezet en we verbaasden ons erover dat ze ook nog eens ruim een uur op hun plaats bleven zitten. De teksten van de sprekers werden van het Engels in het Madinka vertaald of andersom. De luidsprekers waren van zo'n slechte kwaliteit dat het niet goed te volgen was. Dus erg knap van al die kinders om zo netjes te blijven zitten! Dit officiële gedeelte werd afgesloten met een traditionele dans van de vrouwen. Daarna was het weer eten. Weer grote volle schalen rijst met vlees, vis en groente, nu op de compound van Musa, een tuinder met enig aanzien in het dorp. Ik had de avond voor het feest kleren uitgedeeld bij de lerares en Musa. Mooie jurkjes die Loes mij had meegegeven. Op het feest zag ik er verschillende rondlopen. Maar dan wel op de moslim manier gedragen met een lange rok eronder...

Wij sloten deze vermoeiende dag op ons kamp. Ze hebben op Jimbana een wat hoger gelegen terras, een grote betonnen vloer midden in het kamp. Daar worden de maaltijden gegeten. Vooral 's avonds is dat puur genieten. Je zit dan in het donker, een heerlijk temperatuurtje en de meest fantastische sterrenhemel boven je. Hier op dit kamp vind je ook altijd wel een paar mannen bereid om een djembésessie te geven. En voor de mannen, na een hele dag feest...eindelijk een koud pilsje! Moe en veel indrukken rijker doken we later het tentje weer in.

Dag 8. Vandaag verlaten we Jimbana en Ajamdu. We gaan slapen op het eiland bij Georgetown. Onze tenten zetten we op in het Bird Safari Camp.

donderdag 19 febr., de dag na het feest. Tijdens de ochtendvogelwandeling werd de lucht alsmaar donkerder. Een plotselinge lichtflits en een donderklap was het begin van een kleine regenbui. En dat in het droge seizoen! We maakten ons wandelingetje gewoon af want het was snel weer droog. We ontdekten parende grijze wouwen die een nest aan het maken waren. Wat verderop toonden de roodsnaveltokken hetzelfde gedrag. Doordat er geen duidelijke seizoenen zijn zal het nestelen misschien ook wat langer door gaan. Verderop in de kreek was er wat gebakkelei met reigers. Een witte en een zwarte hadden flink met elkaar aan de stok en dat leverde een mooi plaatje op. Vandaag nemen we afscheid van Gert v.d. Hart met zijn groep. Zij waren vanuit Mali hier aangekomen voor het Aljamdufeest. Ook de groep van Bert vertrok een andere richting uit. We bleven weer met ons kleine groepje over. De reis werd vervolgd naar GEORGETOWN. Daar zijn nog wat resten van slavenhuizen te zien. Georgetown ligt op een eiland, het werd onder de Engelsen een verzamelpunt voor slavenhandel. Slavenhandelaren trokken vanaf hier verder de binnenlanden in. Na hun mensonterende werk brachten ze hun 'handel' naar verzameldepots in Georgetown vanwaar de slaven op transport over de rivier werden gezet. Deze resten van de slavenhuizen zijn een trieste herinnering aan een zwarte bladzijde in veel levens. Onderweg bezochten we ook nog de steencirkels bij WASSU. De cirkels bestaan uit 10 tot 20 roestbruine megalieten. Ze zijn 0,5 tot 2 meter hoog.De cirkels zijn met raadsels omgeven. Er wordt vanuit gegaan dat ze met een begrafeniscultus te maken hadden. Maar waarschijnlijk hadden ze ook een ceremonieel doel en werden er ook oogstoffers gebracht. Deze steencirkels lijken wel wat op die van Stonehenge in Engeland.We rijden door een mooie natuur met prachtige huttendorpjes. De traditioneel gebouwde hutjes van gras en palmbladeren. Er lopen altijd wat geiten en een of meer ezels rond. De mangobomen die tussen hutjes staan zorgen voor schaduw en ze hangen nu vol met kleine mangovruchten die in april oogstrijp zullen zijn. De kinderen komen meestal de weg opgerend als we passeren. Luid roepend Toebab, toebab. Ze vragen altijd om lege flessen of een pen. We hadden een lange, warme reisdag. We arriveerden tegen 17.00 uur op het kampement Bird Safari Camp. Het ziet er goed uit, ligt aan de Gambiarivier die hier nog zilt is. Het is eigenlijk een park met rondavels maar wij mogen ons tentje ertussen zetten en krijgen een sleutel van een huisje om daar de douche en het toilet te gebruiken. We melden ons meteen voor het avondeten en ontbijt. Na het eten doken we het tentje in. Een slaapzak hebben we hier niet nodig want het is hier flink warm. Bij het geluid van roepende uilen, African scops owl, de Pearl spotted owlet en de Verreaux's eagle owl vielen we in slaap.

De volgende dag deden we een ochtendwandeling samen met 2 Engelse gasten en hun gids. Na het ontbijt struinden we zelf de omgeving van het kamp wat af. De vogels en wij vonden het te warm voor verdere activiteiten. Na het ontbijt was het al 40 graden in de tent. We doken met de koelbox in de schaduw van een paar grote bomen aan de rivier en gebruikten daar onze lunch. De gonolek liet zich daar prachtig zien en er vlogen heel wat roofvogels boven de rivier. Om 16.00 vertrokken we voor een boottocht over de rivier. Er ging een gids met ons mee. Het was een geweldige tocht. Enorm veel vogels gezien. De African fish eagle, alle reigersoorten, en in een kleinere kreek met wel honderd kwakken. De Toerako vliegend en wel. Slangenarend met prooi. En een brede streep van zilverreigers die laag over de rivier vlogen. Als toetje een prachtige zonsondergang. Na het eten kregen we nog een muziek en dans voorstelling waar we werden uitgenodigd om actief aan mee te doen. Dus we dansten in het donker rond een oplaaiend houtvuur onder een prachtige sterrenhemel. De temperatuur was nog steeds hoog.

Dag 10.Op weg naar Senegal. We slapen in Wassadou. Daarna gaan we door naar Niokolakoba.

21 februari en weer een reisdag. Ons geplande reisdoel voor deze dag ligt in Senegal. We namen eerst de pont om weer op het vaste land te komen en reden vandaar naar BASSE SANTA SU. De weg was slecht, asfalt met veel gaten....de keus was steeds rijden we erin of erom. BijBADIARA deden we de grens metSENEGAL Altijd vreemd als je mensen in uniform , na de gebruikelijke begroetingen hoort vragen: 'What do you have for breakfast for an officer?' Wij dus duidelijk niets... Maar wat een corruptie in dit land! We arriveerden voor donker in WASSADOU. Een mooi hotel met weer losse huisjes. ook hier mochten we ons tentje opzetten op een mooi plekje bij kapokbomen met grote plankwortels. Prachtig stonden we daar. En ook een mooie douche en toilet waar we dankbaar gebruik van maakten na een dag roodstofhappen en wildplassen. We bestelden een drankje en namen plaats op een zitje aan de rivier. We hoorden de nijlpaarden brullen en zagen ze even later ook boven water komen. De apen, green velvet monkeys en bavianen slingerden zich door de bomen. We zaten nog maar net toen zich 2 krokodilwachters (Egyptian Plover) melden aan het terras. Ze lieten zich de toegeworpen pinda's goed smaken. En de mannen maar foto's maken. Wat hebben we op eerdere reizenveel gespeurd naar deze weinig voorkomende vogel.....

De volgende dag deden we eerst de ochtendwandeling en ( klapstuk was de roodkeel bijeneter) gingen daarna voor een ontbijt naar het restaurant. Het was te merken dat Senegal een Franse kolonie is geweest. Het was een karig ontbijt, stukje stokbrood, boter en wat confiture... Alle spullen weer de auto in en op weg naar NIOKOLO KOBA. Dat was nog zo'n 30 km. rijden. We hadden besloten om de nacht in Wassedou door te brengen omdat het Niokolo Koba park om 17.00 uur sluit. Je betaalt daar toegang voor de auto. Een gids is verplicht en je betaalt dan ook per persoon per dag. NIOKOLO KOBA

Dag 11. Vandaag gaan we door naar Niokola Koba. We kamperen in het park.

22 februari We reden met de gids naar Camp du Lion waar we voor 2 nachten de tenten op gingen slaan. Al op weg daar naar toe zagen we mooie dingen. Het eerste wat ons opviel waren mooie gele bloemen dievrijwel zonder bladeren, dicht bij de grond bloeiden. Volgens Hassan, onze gids, zijn ze vooral voedsel voor de whartogs (wrattenzwijnen). Na enig speuren zagen we ook een cop, die kenden we nog van Oeganda..Onderweg zagen we verschillende waterbokken, wharthogs met jongen, bushbok, groundhornbill, bavianen en een lizzard buzzerd die een eekhoorntje pakte.

Bij aankomst in het camp bleek het, na inspectie van douche en toilet, zéér basic. Er stonden wat rondavels en wij zetten ons tentje op aan de buitenrand. Het toilet hield ik na 1x al voor gezien. Gelukkig stonden er veel bosjes om ons heen.

We kochten 2 broden en gingen na het opzetten van de tenten in de schaduw picknicken. We hadden rust tot 16.00 uur. Dat was ook wel nodig want het was 42 gr. in de schaduw. Dus te warm om te bewegen...Na de siësta vertrokken we weer met de auto. Eerst naar Simenti. Daar is een hotel ( met flushing toilet). We regelden eerst de boottocht voor de volgende dag. Daarna was er tijd voor een koude coke want het duurde lang voordat alles geregeld was. Jammer van de tijd dacht ik even (This is Africa man...) Maar toen alles geregeld was liepen we met Hassan naar een mirador wat gelegen was op het terrein va het hotel. We keken uit over een groot wetland. Daar zagen we weer bushbokken, cops, sperwinged geese, jacana's, whartogs en ook de Senegal Coockal. Daarna deden we met de auto nog een rondje. Dat leverde ons nog Guinea Fawls op, steeds in groepen van een stuk of 10/15. Net voor we weer terug waren in het kamp zagen een grote groep van wel 100 bavianen. Jong, oud, dik en dun. Onze gids Hassan kon hun roep perfect nadoen, hij bewoog er zelfs een beetje als een baviaan bij...! Zijn hoofd heeft ook nog een beetje de trekken van een primaat, mooi hoofd om te boetseren! Het park valt mij een beetje tegen. Doordat er erg veel begroeiing is van zo'n 50/ 60 cm.hoog is het moeilijk om de dieren te zien. Komt nog bij dat onze landcruiser het nadeel heeft dat je in de lengte achterin zit, dus je kunt daardoor moeilijk naar buiten kijken. Ook omdat je wat hoger zit en dus een beetje moet bukken om door de ramen te kunnen kijken. Als er wat te zien is ben je achterin meestal te laat met het plaatsen van je verrekijker. De weg is slecht dus we hotsen en botsen wat af achterin!

Je kon merken aan het wild dat er op ze gejaagd wordt of werd. Ze waren erg schuw. Er zaten olifanten in het park maar die laten zich niet meer zien. Men denkt dat ze allemaal verdwenen zijn. Verder zitten er nog zo'n 100 leeuwen, verspreid in het park. Ook luipaarden worden wel eens gezien! Verder veel soorten apen, nijlpaarden en veel gazelles. En natuurlijk een groot vogelbestand. Terug op het kamp namen we een drankje voor onze tenten, daar vingen we een beetje wind. Het kamp ligt aan de rivier. De werknemers van het kamp hebben hun woningen ook in het kamp. Ze wonen daar met hun vrouwen en kinders.

We hadden ons opgegeven voor een warme maaltijd en tegen 20.00 uur werden we gehaald voor het eten. Het ging wat primitief en het was een zeer eenvoudig maal maar smaakte prima. En een koud drankje erbij. Ze hadden een koelkast op een accu. Toen we naar bed gingen was de temperatuur gedaald naar 30 graden. De sterrenhemel was weer prachtig, dat moest ook bijna wel zo in the middle of nowhere!

De volgende dag werden we wakker rond 6.00 uur. Het was 22 gr. En Gert vond het niet warm.. De green velvet monkeys brachten de nacht door in de palmen tussen onze tenten. Het waren grote palmen met brede bladeren die veel geluid maakten als de apen er doorheen sprongen. Omdat de douche niet echt het idee gaf dat je daar schoner van zou worden gebruikten we de natte washandjes en gingen zo ook fris op stap. Met de auto en Hassan reden we eerst naar een dam die in de rivier lag. Daar lagen 8 nijlpaarden in het water. Altijd weer heel indrukwekkend, deze oerbeesten te zien in hun natuurlijke omgeving. Ook zagen we daar in een zandwand roodkeelbijeneters. Prachtig, wat een schitterend gekleurde vogels.

Toen stond de boottocht op het programma. Het duurde nog wat voor alles geregeld was en de kapitein en zijn hulpje te voorschijn kwamen maar toen gingen we toch. Het was een rustige boottocht. De uitzichten waren prachtig. De dieren lieten het helaas wat afweten. Geen hippo's en krokodillen die er anders, zo werd ons verzekerd, altijd wel te zien waren. Maar wij genoten toch van een heerlijke tocht over het water in een mooie natuur, in het zonnetje.Terug in het Hotel Simenti eerst weer een koude coke. Ook de tocht terug naar het kamp leverde weinig nieuws op. Alleen een dik-dik, de kleinste antilopesoort, liet zich nog even goed zien.

Lunchen deden weer bij de tenten. De thermometer gaf 46 gr.aan. Pierre ging nog zwemmen in de rivier. Gert ontdekte later op de plek waar Pierre te water ging een krokodil van zo'n anderhalve meter... Ik ging op visite in het 'dorpje' van het personeel van het kamp.Tegen 16.30 uur vertrokken we weer met Hassan. We zagen nog 2 maraboe's en 2 wolly-necked storks. En op een prachtig uitzichtpunt hadden we mooi zicht op de rood-keelbijeneters. We maakten een flinke ronde, de weg was weer erg slecht.

Terug in het kamp was het weer tijd voor een koud drankje. Ik deelde wat mutsen van Ine uit. Ook had ik wat wollen mutsen van Gerrit meegenomen. Die werden ook enthousiast ontvangen. Wollen mutsen bij deze temperaturen. Maar ze werden trots opgezet, en gingen de hele avond niet meer af. Ook wilden ze er allemaal nog mee op de foto. Het sfeertje was goed. We hadden weer een warme maaltijd in het restaurant. We lagen al om tien uur in bed. We vonden de natuur mooi in Niokola Koba maar er is weinig wild en wat er is, is erg schuw. Of het dan wel de moeite is om zo'n afstand te rijden hiervoor? We denken van niet. We hebben dan ook wel pech dat het nu zo warm is...Het was zweten vannacht.

Toen we opstonden was het nog 24 gr. We ontbeten in het restaurant maar namen na de ervaring van gisteren onze eigen kaas en chocopasta mee. Daarna konden we weer op pad met Hassan. Hij had een gebied wat verder weg in gedachten dus we reden een flinke afstand. We kwamen bij een prachtig uitzichtpunt. Vanaf een flinke hoogte keken we naar beneden waar de rivier stroomde. Verschillende met gras begroeide eilandjes lagen in de rivier en omdat je zo hoog stond, kon je heel ver de rivier afkijken. Op die eilandjes liepen nog niet zo lang geleden olifanten...de buffels kwamen hier aan de rivier drinken. Maar nu was het leeg, het wild wat er nog is is schuw en laat zich, bang voor jagers, niet zien. Wat we wel zagen zijn bavianen en maraboe's en wolly-necked storks en wat roofvogels. Hassan liet ons nog een luipaard in een hok zien. Dit dier was als jong gevangen en zat nu al 9 jaar in gevangenschap. Hij had wel een zeer ruime kooi maar hij zal zijn verdere leven in gevangenschap moeten slijten.

We gingen weer richting Simenti voor de koude coke. Plotseling zagen we een luipaard onder een boom liggen. Geschrokken door onze auto, nam hij snel de kuierlatten.Dit was weleen hele mooie waarneming! Genieten...Terug op het kamp betaalden we de rekening, die wel wat hoger uitviel dan we hadden gedacht, gezien het gebodene. Na een soepje en een broodje werden de tenten weer opgevouwen en alles in de auto geladen. Het was een warme rit door het park terug, zonder verder nog waarnemingen. Hassan werd bij de poort afgezet en hartelijk bedankt. Wij reden meteen door naar Wassedou. Daar kenden ze ons nog en we konden ons plekje meteen weer inrichten. Toen was er voor de mannen een koele Gazelle terwijl de vrouwen gingen genieten van een heerlijke douche!

Dag 14. Op weg naar Kafountine. Drie keer met een pont overvaren.. We overnachten in Pakalinding camp.

Woensdag 25 februari. Moesten we vroeg op want het werd een lange reisdag. We passeerden de grens weer met Gambia en gingen naar Georgetown. Daar moesten we 2x met de pont over. Het zat ons mee, we hoefden niet al te lang te wachten. Zo konden we ook nog voor donker de pont pakken bij Farrafenni naar Pakalinding. We konden ons weer in het Engels verstaanbaar maken en weer met Dalassi's betalen. 100 Dalassi is 3 euro!

In Pakalinding kamp kregen we een kamer. Toen bleek dat de mannen een pilsje wilden werd dit meteen met de taxi gehaald.Na enig wachten kregen we ook nog een warme maaltijd, goed geregeld, omelet met friet! Het koelde af en dat voelde prima aan na al die warmte in Niokolo Koba.Voor het eerst sliepen we weer in een kamer en bleef ons tentje ingepakt in de auto.

Dag 15. Vandaag weer de grens over en in 1 keer door naar Kelediang. Pierre en Mieke gaan in een huisje. Wij blijven tot het eind ons tentje trouw.

We besloten onderweg een brood te kopen en dan te ontbijten op een mooi plekje. Eerst maar de grens over in Soma. We gingen weer terug Senegal in...Eerst maakten we nog een staaltje corruptie mee bij de grensovergang. Bij de politie moesten we eerst de auto Gambia uit laten schrijven. Deze Gambiaanse politieman vroeg zonder blikken of blozen 1000 CFA ( munteenheid van Senegal) =1,50 euro. per paspoort. Hij wilde niet luisteren naar tegenargumenten en hij betaalde het wisselgeld terug uit zijn eigen portemonnee.... Aan de overkant bij de douane moesten we ook nog eens 1000 CFA's betalen omdat het nog geen 8 uur was en hij dus overuren maakte. Ook hier verlieten we het kantoor met gevoel genaaid te zijn!

We lieten al snel Soma achter ons en via Bignona en Diouloulou gingen we naar Kafountine. Overal stonden militairen met het wapen klaar in de hand, langs de weg. Op zo'n kilometer afstand van elkaar. Dit hadden we nog niet eerder meegemaakt. Het gaf niet echt een rustig gevoel al hadden we verder niet het idee dat er echt iets mis was. Later hoorden we dat er vandalen uit Gambia de grens overkwamen en dat zij toeristen lastig vielen in Senegal. 26 februari arriveerden we tegen 15.00uur op Kelediang, Senegal. Het personeel heette ons welkom. We kenden Cedi en Jaja nog. Vooral met Jaja was de begroeting heel hartelijk. Marieke ( de Nederlandse eigenaresse van het kamp) was in het dorp boodschappen doen. Wij zetten ons tentje op nadat we eerst een slang hadden verjaagd! Mieke en Pierre richtten hun kamer in.

Helaas geen koud pilsje als welkom, de koelkast bleek al enige tijd kaduuk... Gert en ik namen een duik in zee. De temperatuur was lekker maar er stond een flinke onderstroming! Dus echt zwemmen ging niet maar het springen in de hoge golven is ook altijd heerlijk. Op het strand stond een jonge knul die zich bekend maakte als Kofi, Kofi Annan. Nu keken we daar niet echt van op want we hadden op de tuin van Musa in Aljamdu ook al kennisgemaakt met Obama. Het is gebruikelijk dat ze hier, naast hun moslimnaam, ook een meer Engelse of Europese naam hebben, die wordt door de toeristen gemakkelijker onthouden. Hij probeerde ons te interesseren voor zijn schilderijtjes.

Bij de borrel evalueerden we onze ervaringen van deze reis en met name de toestand waarin we Afrika en de Afrikanen aantroffen. We waren nu voor de 3e en 4e keer in dit deel van Afrika en er leek niets veranderd. We spraken een jonge knul die verklaarde dat als Europa ophield sponsor te zijn van scholen etc. de hele economie zou instorten. Werkelijk alles wordt met Foundations draaiend gehouden en het wordt door de inwoners als heel normaal ervaren. Scholen kunnen alleen functioneren doordat ze door Europeanen worden gesponsord. De regering betaald alleen de salarissen van de leraren...En dat doen ze nog zo slecht dat er regelmatig stakingen zijn. Dus hoe de kwaliteit van het onderwijs is laat zich ook raden. Veel jongeren haken af, omdat ze thuis moeten helpen of omdat er geen geld is om naar school te gaan. Dit zijn dan de mensen die meestal ook geen baan kunnen vinden. Natuurlijk zijn er toch jongeren die zich erboven uit worstelen. Zij halen goede resultaten op school en als ze dan een persoonlijke sponsor vinden kunnen ze naar het hoger onderwijs en hebben zo ook betere vooruitzichten voor de toekomst. Ik was wel geschrokken van al het vuilnis en rommel langs de wegen. Dit lijkt in Senegal erger dan in Gambia.

Je vraagt je toch af hoe het met Afrika verder moet. Wat moet er gebeuren om zaken positief te veranderen? Helpen al die foundations Afrika werkelijk vooruit?

De temperatuur is, hier in Senegal, fris, voor ons een goede overgang tussen de hitte van Niokolo Koba en de kou die we over een paar dagen in Nederland weer tegen gaan komen. De truien moesten weer opgezocht! Mijn fleecetrui werd van kussensloop weer kledingstuk! Gert leende een deken uit een van de kamers. We wandelden door het bos naar ons tentje. Daar hadden ze olielampjes gehangen. Het zag er mooi uit en we sliepen ook heerlijk.

De volgende dag bezochten we de middelbare school. Ik sponsor daar 4 leerlingen die daardoor 4 jaar lang naar school kunnen. Dat kostte 30 euro per leerling per jaar. Dit doe ik via de stichting: 'Vrienden van Kelediang'. Marieke helpt mee leerlingen uit te zoeken die in aanmerking komen. De voorwaarden zijn: gemotiveerde leerlingen met redelijke prestaties. Verder moeten de ouders het financieel niet kunnen opbrengen om hun kind(eren) naar school te laten gaan. Ook houdt Marieke mee in de gaten of het goed blijft gaan dwz. of de leerlingen niet te veel verzuimen en dat ze hun best blijven doen op school. Zij onderhoudt het contact met het schoolhoofd en ook met de leerlingen. Doordat zij ieder jaar 6 maanden in Senegal woont, kan dit zo geregeld worden.

Het beeld op deze school verschilde niet veel met dat van Sitanunko in Gambia. Ook hier een tekort aan lokalen en meubilair. Wel hadden ze hier al een computerlokaal met 10 werkende computers. Deze waren per boot uit Nederland gekomen, ook via de stichting van Marieke. Er waren net 2 nieuwe lokalen opgeleverd. De kosten daarvan kwamen op 10.000 Euro! Het was rondverteld wie we waren en twee van de vier kinderen kwamen kennismaken. Ik vertelde hen dat er bij Marieke een cadeautje voor hen lag. Ik had nml. voor ieder een rugzak (Ronald) en wat schoolspullen meegenomen.

's Middags wandelden we naar Esperanto, een ressort van een Fransman waar een prachtig stuk natuur achterligt. Daar zijn altijd heel wat vogels te scoren. Nu zagen we zelfs een flinke krokodil! Terug op Kelediang was iedereen zeer verbaasd de foto's daarvan te zien. Niemand wist dat daar krokodillen voorkwamen...

Toen brak alweer onze laatste dag op Kelediang aan. De mannen gingen een boottocht doen. Met Fela en een kapitein de Casamanche in. Marieke gaf hun een lekkere lunch mee. Mieke en ik wandelden, net als 2 jaar geleden, samen naar het dorp en gingen op souvenirjacht. Dat was er deze reis nog niet van gekomen. We vonden leuke spulletjes en dronken een lekkere Bisap op een terrasje. 's Middags liep ik alleen nog even terug om nog wat lappen stof te gaan halen. Het is zo'n 20 minuten lopen naar het dorp over een zandweg. 's Avonds aten Marieke en de kinderen ook met ons mee. Ik gaf haar de brillen die ik van Irma en Rinus had meegekregen. Zij hadden daarvoor een ronde door een verpleeghuis gedaan...Marieke kent veel mensen en gezondheidsposten dus kan zij het beste zorgen dat deze brillen op een goede plaats terecht komen. Evenals enkele mobieltjes die ik ook had meegenomen.

Dag 17. De auto wordt leeggeruimd, gewassen en weer ingeleverd bij Joe op Sukuta camp.'s Avonds de vlucht terug naar huis.

Zondag 1 maart werd alles weer ingepakt. Er was veel ruimte gekomen door alle spullen die we her en der hadden afgegeven. Maar nu moesten de souvenirs hun plekje weer krijgen. We namen hartelijke afscheid van Marieke en haar personeel.

We passeerden de grens met Gambia weer zonder problemen. Deze reis heeft ons 10 stempels opgeleverd in ons paspoort...Via Brikama kwamen we weer in Sekuta terug bij Joe en Claudia. De auto werd bij een garage gewassen. We zagen hem van rood weer wit kleuren toen al het rode stof eraf gespoten werd. Nog een sapje dronken we op het strand, en ik ging nog even met de tenen in zee. Moeilijk te geloven dat we over een dag weer in de Hollandse winter zouden zijn.

Tegen 19.00 uur werden we op het vliegveld afgezet en was de thuisreis begonnen.

AUSTRALIË 2008 (eigen organisatie)

De reis naar......! 29 september 2008

Hallo daar aan de andere kant, Ja, we zijn er! Zaterdagochtend om half acht begon de reis. We werden mooi op tijd op Schiphol afgezet door Jaap. We waren vroeg en konden rap de bagage inleveren en de douane door. Het vliegtuig vertrok om kwart over twaalf. We hadden toen 10.442 km te gaan.Dat zou de boeing 747-400 in 11 uur en 20 minuten voor ons gaan doen! Dat was dan de afstand dan naar Kuala Lumpur. We hadden altijd veel gehoord over Maleysian Airways, goede verzorging, veel beenruimte en erg mooie stewardessen...Een daarvan klopte: de beenruimte. Er liepen wel stewardessen, in mooie jurken, maar niet aan onze kant, wij hadden mannen! We kregen een snackje en een maaltijd en toen werd het om kwart over vier al donker. Tegen vijf uur werd het licht in het vliegtuig gedempt en ging de nachtrust in... Na een ontbijt.? om tien voor twaalf 's nachts, alles Nederlandse tijd, landden we in Kuala Lumpur. Mooi vliegveld, lekkere stoelen en een heerlijk sapje, nog steeds donker buiten. Daarging de ochtend beginnen! Na een uurtje werd het licht buiten, op mijn horloge een uur 's nachts. Om 4 uur vertrok het vliegtuig weer naar onze eindbestemming voor die dag, Melbourne. Toen het ontbijt geserveerd werd was het op mijn horloge half acht, 's morgens of 'savonds, dat was ik even kwijt...! We deden een spelletje, lazen een boek, deden een dutje en om elf uur werd het weer donker buiten. Niet lang daarna landden we in Melbourne. Om half een zette ik mijn horloge op de Australische tijd: 20.30 u. We waren toen inmiddels 28 uur onderweg. Na een hapje in het hotel en een smsje met de familie Rubens/Jumeletstapten we eindelijk een bed in en hadden geen enkele gevoel meer voor welke tijd dan ook!Vanmorgen ben ik om het echte vakantiegevoel te krijgen het zwembad ingedoken.

Melbourne. 2 oktober 2008

We hebben nu al weer een paar daagjes Melbourne achter de rug. Het weerzien met Kees en Philomien was erg leuk hier.

Linda en Darren herkenden we nog van een paar jaar geleden, hun twee meiden niet meer, Mika hadden we nog nooit gezien en Pim is een hele meid geworden. Na even wennen was het ijs gebroken en was het gezellig met ze. Met Kees en Philomien zijn we naar het centrum in gegaan. Met het openbaar vervoer, ook een hele belevenis. Een mooi centrum met een flink aantal hoge wolkenkrabbers bij elkaar. Mooie parken, met name The botanic garden was een ervaring, prachtig en mooie bomen en bloemen. Het is hier redelijk heuvelachtig, ook in het park, helaas was Kees z'n batterij eerder leeg dan verwacht dus moesten we ons 3 keer in de rondte duwen...We zijn een paar keer uit eten geweest, het aanbod aan Aziatische restaurants is enorm dus we kunnen nu ook moeiteloos onze rijst met 2 stokjes naar binnen werken. Het is hier duidelijk lente als je de planten bekijkt. De blauwe regen bloeit overal. Maar ook de geraniums en de clivia's, die hier gewoon tuinplanten, zijn bloeien nu volop. Altijd mooi om onze kamerplanten zo groot en volop bloeiend gewoon in de tuinen te zien. De mensen die we ontmoetten waren vriendelijk. De taal lijkt niet echt op Engels als de ene Aussie tegen de andere praat! Melbourne is een drukke stad, mooie gebouwen en op alle tijden een enorme hoeveelheid mensen op de been. We waren al zover dat we een vaste kroeg hadden om neer te strijken als de vijf in de klok was. Vanmorgen hebben we bij de vestiging van BRITZ onze 'Van' opgehaald.

In tegenstelling met Namibie hebben we nu een bijna nieuwe, 1500km op de teller. Alles lijkt ook nog nieuw binnen, het interieur, en de keukenatributen, Dus geboft deze keer. Ze adviseerden ons ook om er een kacheltje bij te huren omdat het in de outback heel koud kan zijn 's nachts. Ook hebben we ons laten verleiden er een Tom-Tom bij te nemen. Dat reed heerlijk naar Tante Zus die aan de andere kant van de stad woont. Dat is hier dan ongeveer 60 km.ver...We hebben haar ontmoet, 93 jaar en heel goed te pas. Ze maakte grapjes, wist nog veel te vertellen van Breda en de Nederlandse televisie. Alleen niet meer zo goed ter been, jammer want nu zat ze veel op haar kamer. Morgen gaan we los met alle goede tips die we van Linda, Darren hun ouders en vrienden hebben gekregen. We moeten dan ons logeeradres hier in Melbourne verlaten. De tuin was heel bijzonder met bloeiende orchideeën. Het huis valt onder monumentenzorg en is een plaatje!

We vertrokken vanuit Melbourne richting Great Ocean Road. Ik ga nog even zoeken waar mijn documentatie van dat stukje Australië is gebleven. De foto's zal ik jullie alvast laten zien!

The Grampians, ook daar mis ik het verhaaltje van, moet ik nog een stuk meer gaan zoeken...

maar.. weer wel wat foto's!

Grampians/ Salt Creek SA. 9 oktober

Het was frisjes toen we wakker werden. Meteen toen we de gordijntjes opendeden zagen we het al. Verse skippypoep rond ons Britzje. Oppassen bij het uitstappen want het waren hele verse! Kangoeroes zijn echt dieren van de avond en ochtendschemering.

Midden op de dag zie je ze niet, ze houden zich dan schuil in de bossen. Overalop de camping zag je al weer warm aangeklede mensen bij het kampvuur staan, handen warmend aan een kop thee. De Aussies houden wel van een vuurtje stoken, ze zijn er de hele dag mee in touw. Slepen met hout, uit de supermarkt of soms ook uit het bos. Lekker poken en porren. Tegen 5 uur 's middags zie je ze ook weer verzamelen, rond het vuur ,maar dan steevast met een blikje bier in de hand. Daarna wordt het vlees op de BBQ gelegd. Dat doen ze hier vaak. Volgens Gert is het vlees hier ook van prima kwaliteit. Onze reis begon tegen negenen. We volgden de Wimmera HWY via Horsham, Edenhope, Naracoote naar Kingston. Ons Truusje gaf het allemaal goed aan. Aan het begin van deze trip zei ze: '150 kilometers straight on'...In Kingston namen we bij een Bakery een warme Pie. Heerlijk!

In het eerste stuk deed ik ook wat linksrijervaring op. Wel even wennen! We hadden een mooie rit in een stralend zonnetje. Mooie velden met bloeiend koolzaad tegen hellingen. Bomen er middenin. Plaatjes, alleen kon je er niet altijd een plaatje van makenomdat je vaak niet kon stoppen. Weilanden vol met honderden schapen of koeien, weilanden van kilometers groot.

Mooie gele mimosabomen langs de weg en in de berm bloeiende margrieten van geel tot oranjebruin. Echt een uitbundig voorjaar. We zagen ook lege rivieren en droge meren. Water is echt een probleem in Victoria. Linda vertelde ons dat ze in Melbourne maar 2x per week de tuinplanten water kan geven. Dat is dan op vastgestelde dagen van 7 tot 9 uur. Niet sproeien, maar met een gieter. Ze gaan dan ook anders met water om dan wij, het waswater van de groenten wordt bewaard net als het koude water wat wij laten weglopen in de douche voor het warme komt. Zij hebben er een emmer voor klaar staan in de douche. Het wordt allemaal bewaard voor de planten. Op de camping hangen ook voorschriften in sanitairgebouwen, hoe lang je mag douchen etc. Onderweg staan borden langs de doorgaande weg onder welke regels dathet district valt.

We kwamen uit op een mooie camping in Salt Creek.Als enige gasten, lekker alle vrijheid. Britzje waterpas gezet, tafel en stoelen eruit, pijpen afgeritst en genieten in het zonnetje...Maar toen het pilsje op was begon de natuur toch te roepen. Onder handbereik lag een prachtig stukje met een kreek. We wandelden in het avondzonnetje door velden bloeiende wolfsmelk. Vogels zongen om ons heen. Een zwarte zwaan dreef met 2 kuikens in de kreek. Net toen het zonnetje verdween zagen we 3 Walibi's door het veld hoppen.

Salt Creek/ Fleurieu Peninsula SA 10 oktober.

We begonnen vroeg aan een wandeling langs de kreken. Zo in het ochtendzonnetje zag het er ineens allemaal weer anders uit. Mooi weer, al snel warm in het zonnetje. Bij het Naturepad stonden bordjes met uitleg over planten en natuur. Zelfs de Tea Tree groeit hier. je hebt een droge en natte soort. We zagen nog een Sleepy Lizzard.

Hij liet zich mooi op de foto zetten! Tegen twaalven waren we weer bij ons Britzje dat trouw op ons stond te wachten. We parkeerden hem bij een mooi uitzichtpunt en smeerden de bammetjes. We zagen nog speciale kluten met rode koppen.

We moesten deze dag zo dicht mogelijk bij de pont naar Kangaroo Island zien te komen. De eerste plaats van betekenis was Meningie. We wilden graag de laatste berichten op internet zetten maar de internetmogelijkheden waren hier 0. Dus door, onderweg vonden we toch nog een mogelijkheid bij een benzinepomp. Vandaar gingen we noordwaarts, Gert had Truus geprogrammeerd maar meteen al bij het starten liet ze het afweten. Ze kon haar intern geheugen niet vinden. Een beetje begrip hadden we daar wel voor want we herkenden het probleem wel. Haar laatste woorden waren geweest; 'Go 90 kilometer straight on'.

Dus dat deden we.Daar verlieten wede HWY. Meteen zaten we in de problemen, de namen op de borden kwamen niet voor oponze kaart. Dus weer terug de snelweg op, dan maar de volgende afslag...Die bleek in Adelaid te zijn. Auto aan de kant gezet en Gert ging op zoek naar de wegenatlas van Paul. Ik probeerde toch nog even of Truus haar geheugen weer terug had. En jawel, ze meldde zich meteen weer met het advies een U bocht te maken.

Ze leidde ons, op het spitsuur, door het industriegebied van Adelaid. Veel doe het zelf zaken, meubelgiganten maar ook zeer veel fast-food vestigingen, KFC, de Mac, Red Rooster, Pizza Hut en nog veel ons onbekende met Fish and Chips. Je ziet hier ook veel mensen die wat Amerikaans aandoen qua omvang.

We kwamen tegen 18.30u. aan op een camping in Normanville.Zuid Australië is erg mooi. Veel groene heuvels met glooiende hellingen. Een Nederlander die we tegenkwamen omschreef het als Teletubbieland. Ik vond dat wel treffend. Hier geen waterproblemen denk ik want er werd op meerdere akkers gesproeid met grote installaties. De camping was prima, vanuit ons Britzje hadden we zicht op zee, en aan de andere kant de glooiende heuvels. De campings zijnin dit landzeer compleet in de voorzieningen. Keuken met aanrecht en spoelbakken. Magnetron, waterkoker, gastoestel om te koken, koelkast en her en der op de camping verschillende gasgrilplaten die op munten werken. Tegen etenstijd zie je dan ook van alle kanten mensen komen met schalen vlees en groentes om te bakken. Ze wachten bij de grilplaat gezamelijk met een pilsje en een praatje tot ze aan de beurt zijn. Verder ook altijd nog een laundry-room met meerdere wasmachines, drogers, strijkplank en strijkijzer. Dus hier draaide ik nog een wasje. We wandelden nog even naar het stadje.

Normanville SA/ Kangaroo Island, Kingscote. 11 oktober.

We waren op tijd voor de eerste ferry van Cape Jervis naar Penneshaw (Kangaroo Island) vertrektijd 9.00 uur. Het was een prijzige overtocht, normaal 320 A$. Omdat we een camper van Britz hadden kregen we 80 A$ korting. Dat was een meevaller! We bespraken meteen de boot terug voor woensdagmorgen. Vier heerlijke dagen te gaan. Het was een uurtje varen naar het eiland. Rustig water, zonnetje en een zeer heldere zee. Kort voor we bij het eiland waren zwommen er drie dolfijnen met de boot mee. Ze deden een mooie à la Harderwijksprong voor alle passagiers. Prachtig zicht. Al snel waren ze een eind weggezwommen en zagen we af en toe hun ruggen nog glinsterend in het zonnetje boven water komen. Misschien een voorbode voor al het moois wat we nog zouden gaan zien de komende dagen. We reden meteen na aankomst naar het informatiecentrum waar we een vracht aan informatie meekregen van een uiterst vriendelijke man. Het was prachtig weer, het zonnetje scheen, de temperatuur was goed. Overal heel rustig, mooie groene weiden, heuvelachtig met af en toe doorkijkjes naar een ongelooflijk blauwe zee.

We stopten bij de vuurtoren. Het leek wel Grieks, een witte toren met witte huisjes ernaast aan een diepblauwe zee.Later bezochten we nog een gallery met sierraden van glas. De kunstenaar had een halftamme kangoeroe in zijn tuin lopen. Hij stelde ons aan hem voor maar hij bleek niet geïnteresseerd en verdween in het bos. Wel kregen we meteen uitleg over het gedrag en de leefwijze van deze dieren. We bekeken eerst de camping bij American River. Deze lag aan het water, pelikanen dreven voor de deur maar hij was wel erg sober dus besloten we door te rijden naar Kingscote waar een prima camping was, direct aan zee. Na het inschrijven op het kantoor liepen we op weg naar onze plek een blond vrouwtje tegemoet. Een verwachtingsvolle blik in de ogen...'Als dat Els en Gert niet zijn'!, zegt ze! Wie had dat nu verwacht, Trudy Comes met haar vriend Mathieu. We wisten wel dat ze aan het rondtrekken waren in Australië. We kennen elkaar van een rondreis in Oeganda..En nu kwamen we elkaar tegen op Kangaroo Island. Het werd een erg gezellig weerzien, veel om bij te praten. Reizigers bij elkaar geeft altijd praat genoeg! Er werd geborreld, Mathieu kookte een heerlijke maaltijd en die werd besloten met een Irish coffee. Ik had thuis op hun site al gelezen dat dat voor hen een gebruikelijke afsluiting is van de maaltijd. Nu deden wij daar aan mee! Heel bijzonder.

2e dag op Kangaroo Island. 12 oktober.

Voor de eerste keer konden we buiten ontbijten. Trudy en haar vriend waren de VW bus aan het inpakken. Zij vertrokken naar de andere kant van het eiland. Wij bleven nog een dagje en zoudenze dan volgen en misschien nog wel ontmoeten. We namen afscheid en vertrokken eerst naar Duck's Lagoon. Een prachtig plekje aan een beek. We hoorden een specht hard tikken tegen een boom maar konden hem niet ontdekken. Papagaaien met een roze borst zaten dicht naast elkaar in een boom. Ik ontdekte in een hoge eucalyptus naast onze auto een slapende koala.

Heel speciaal als je die vindt. We deden daar een wandeling die uiteindelijk in de rivier eindigde...Daar zwom ook een vreemde eend met een ronde zwarte lel onder zijn snavel. We moesten 2 keer kijken, zo'n vreemd gezicht was het. Ik fimde nog een flinke kudde schapen, ongeschoren, heel dik in de wol met lammetjes. De koffie deden we aan een meertje met allemaal dode bomen wat een wat griezelig sfeertje had. Er werd gewaarschuwd voor krokodillen maar die hebben we niet gezien!

Het is wel apart dat je met een ferry vol toeristen op het eiland aankomt maar die dan vervolgens nergens meer tegenkomt. Op alle mooie plekjes, net als vanmorgen, waren we helemaal alleen. Wat ook apart is, nog niet eerder tegengekomen op onze reizen, is dat hier in Australië op alle parkeerplaatsen, ook in natuurparken er altijd een schoon openbaar toilet is met papier en handenwasgelegenheid en vaak ook nog rolstoelbereikbaar.

Daarna gingen weop pad naar Seal Bay.Kangaroo Islandis maar een klein eiland, 180 km. breed, maar we presteerden het toch om twee keer fout te rijden waardoor het een middagvullend programma werd. Net op tijd voor de rondleiding van 15.30 u. konden we meteen mee! Er leven maar 12.000 van deze Seals meer. We waren nu op de enige plaats op het eiland waar ze op het strand te zien zijn.

Hun aantal is erg geslonken door de jacht van de mensen. Dat is nu al jaren aan strikte regels gebonden maar toch neemt hun aantal niet toe. Onderzoekers houden zich daar nu mee bezig. Met een gids konden we dichtbij komen. Het mannetje daagde af en toe een vrouwtje uit. Als bleek dat ze niet voor z'n charmes viel liet hij zich plat op het strand vallen en deed meteen weer een dutje. Vrouwtjes willen maar 1 dag paren en dat is 17 dagen na de geboorte van hun jong. Ze lagen nu duidelijk uit te rusten van een rondje eten zoeken in de zee. Hun natuurlijke vijand zijn de haaien die ook voor de kust zwemmen.

We deden nog een wandeling bij Lake Murray, aanbevolen door een vogelboek maar dat leverde niet veel op. Nog wel een mierenegel naast de weg. Met een Take Away, fish and chips keerden we terug op de camping. Na het etenen een glaasje wijn, buiten, in de laatste zonnestralen zetten we bij de koffie onze Hollandmobiel aan.

Op weg naar huis. 13 oktober.

Gisterenavond zetten we de mobiel aan en de vele oproepen die erop stonden maakten ons al aan het schrikken. Door een tragisch ongeval op 10 oktober waren mijn broer en zijn partner overleden. Vanmorgen hebben we de eerste pont terug genomen. We hebben hier in Adelaide deauto ingeleverd en konden onze terugvlucht kunnen omboeken naar 14 oktober. Een onverwacht einde aan een mooie reis. Het reizen door Australië is ons goed bevallen en we willen er zeker meer van zien!

We hebben weer plannen!!!

Hallo Luitjes, we hebben weer plannen

Laughing
!

De vluchten zijn geboekt....27 september is de grote dag. We (Gert en ik) vertrekken dan naar Australië. We hebben een tussenstop in Kuala Lumpur. Na het volgooien van de tank gaan we meteen door naar Melbourne waar we dan op zondag 28 september rond 19.30 u. gaan arriveren.

De eerste dagen gaan we doorbrengen in en rond Melbourne. Linda en Darren hebben voor ons, heel luxe, een huis geregeld waar we gedurende de tijd dat we in Melbourne zijn kunnen overnachten. Gert's tante woont ook daar in de buurt. Ze is al in de 90 dus daar gaan we zeker langs. Philomien en Kees zijn dan al een week eerder aangekomen en al een beetje gewend in het Austalische...

Op 2 oktober kunnen we ons huurcampertje ophalen bij BRITZ verhuurbedrijf. Jawel, bij BRITZ...dezelfde waar we in Namibië zoveel problemen mee hebben gehad..Maar dit is een ander werelddeel en ze hadden het beste te leveren dus nog maar een keertje proberen. We hebben de Toyota HiTop gereserveerd!

Vanaf 3 oktober gaan we los en hebben we een rondje gepland van ongeveer 5500km.

Daar hebben we ruim 5 weken de tijd voor. We hebben nergens iets gereserveerd alleen de terugvlucht. Die gaat op 8 november vanuit Melbourne. Nu thuis nog wat zaken regelen, visa en een internationaal rijbewijs. We gaan daar de lente in dus onze zomerkleren hoeven nog even niet opgeruimd! Goed gevoel!!!

Groetjes, ELS.