(1) NAMIBIË, BOTSWANA, ZIMBABWE
Rondreis, 30 dagen met het eigen gezin. Organisatie voor vluchten en huurauto: MIles Travel.
We planden deze reis samen met MILES TRAVEL. (www.milestravel.com) Samen met hen, gebogen over de grote kaart vertelden wij wat wij bij voorkeur graag wilden zien, hoe we wilden reizen en overnachten. Zij konden met hun kennis van deze landen de organisatie ervan uitvoeren. Zij regelden zo voor ons de vluchten. De huur van een 4wheeldrive met 2 tenten op het dak. Ook reserveerden ze vast de camping in de Sossus Vlei en Etosha. Dit deden we zo omdat we daar grote drukte konden verwachten. Wij reden met de kaart op schoot en zochten ter plaatse zelf de route en camings uit. We reisden met onze volwassen zoons. Ook regelde Miles Travel de lodges in Botswana en Zimbabwe. Wij zijn erg enthousiast over deze manier van regelen en reizen!
Zaterdag 29 maart.
Eindelijk is het dan zover, we gaan!!!! Het duo rode en blauwe Peugeot, met daarin resp. Jaap en Harm, kwam stipt op tijd aangereden. En dat was vroeg, 5.30uur!!!! We reden met de Ford naar Schiphol, die kreeg voor 186 eurootjes een plaatsje voor vier weken op P3. Hier en daar lagen nog wat restjes sneeuw, want het had drie dagen geleden nog flink gesneeuwd. Wel bijzonder, sneeuw met Pasen. Ingecheckt, boodschapjes gedaan en daarna koffie met een heerlijke chocolademuffin! Wat een traktatie. We zagen nog een BN'er, Mathijs van Nieuwkerk, hij herkende ons niet.... Netjes op tijd gingen de motoren op vol volume en zagen we Nederland onder ons verdwijnen. We zaten in het middenpad.
We puzzelden, lazen en dutten wat tussen de maaltijden door en om 22.30u. stapten we uit op ZUID-AFRIKAanse bodem, in JOHANNESBURG. Meteen werden we geconfronteerd met het Afrikaanse tempo...Ongeveer 200 mensen stonden voor één bemand poortje...Reizen is ook veel wachten leerden we meteen.Precies om 24.00 uur schoven we onze kamers in het Birchwood Hotel binnen. Prettig gelegen vlakbij de luchthaven. Helaas was de sluitingstijd van het restaurant ook 24.00 uur. Dus dat werd een bakkie koffie met een liga op de kamer. De maaltijden van de KLM waren niet echt meegevallen. Daarna heerlijk geslapen ieder in een 1 persoonsbed van wel 1.20 meter breed. Later zou ik daar nog wel aan terugdenken!
Zondag 30 maart.
Uitgerust, hoorden we bij het wakker worden de Bullbull al roepen. In het restaurant deden we een geweldige ontdekking...het ontbijtbuffet...Ongelooflijk waar je allemaal uit kon kiezen! En wat jammer dat onze maag maar beperkte afmetingen heeft.Daarna meteen door naar het vliegveld. En ook daar weer wachten, maar er was genoeg te kijken in de lange rij. We vertrokken een half uurtje te laat; om 13.30uur raakte het vliegtuig de grond in NAMIBIË. De vlucht had twee uur geduurd. Ik zat naast een aardige Namibische dame die me verzekerde dat het nu prachtig was in haar land. Bloemen en vlinders in de woestijn. Dat was alweer 25 jaar geleden dat dat was voorgekomen. En overal groen. Ze liet me meteen ook schrikken door te vertellen dat de regentijd nog een week zou duren... Bij de landing zagen we dat de omgeving van het vliegveld inderdaad groen was. We gingen vrij rap door de douane en daar stond, net als in Jo'burg een persoon met een bord met: 'Fam. BOUWMEESTER'. In Johannesburg was dat Natasja, hier een donkergetinte man die onderweg naar het verhuurbedrijf BRITZ enthousiast vertelde over de omgeving waar we doorreden. We moesten 45 km rijden om in WINDHOEK, de hoofdstad van Namibië te komen. Windhoek ligt namelijk in een bergachtige omgeving en piloten hebben toch een voorkeur voor een platte landingsbaan. De uitzichten gaven me meteen het Afrikagevoel, mooi landschap en dat ongerepte wijdse, ik moest er even van slikken, want ja, we zijn er weer, heerlijk gevoel!
Bij het autoverhuurbedrijf nam het nogal wat tijd om alle papieren voor de auto door te nemen en in te vullen. Daarna kregen we nog een korte, erg snelle rondleiding door de auto en het materiaal dat aan boord was. Toen gingen we op pad. Gert ging als eerste chauffeur! En hoewel veel gelachen over de auto in Zuid-Afrika en hij kon het eigenlijk ook niet vergeten zijn maar toch, in de eerste bocht gleden de ruitenwissers over de ruit....
We vonden zonder problemen het Vondelhof Guesthouse. Yvonne ontving ons met een drankje en vertelde ons meteen namens Miles nog de laatste bijzonderheden van de reis.
Hierkregen we een fles rode wijn met een Miles-etiket waarop ons een goede reis werd gewenst. Heel attent. Het was zondag dus ons plan om meteen boodschappen te doen ging niet door. We hebben toen de tassen maar wat omgepakt, beetje in de tuin gezeten en Jaap en ik hebben een start gemaakt met onze reis-internetsite. Op advies van Yvonne gingen we in de stad eten bij Luigi and Fish. Verrukkeluk!
Maandag 31 maart.
Nu ging het avontuur echt beginnen! Om 7.00 uur op. Ontbijten, iets minder uitgebreid dan gisteren. De tassen in de auto gepropt en op naar het winkelcentrum voor de boodschappen. Dat was even lastig, we moesten wel voor een paar dagen meenemen, want we wisten niet wat we de eerste dagen nog tegen gingen komen. Maar we konden ook moeilijk inschatten hoeveel er nog bij kon in de auto. En ja, dan zijn er van die vragen: nemen we drie of vier grote flessen water mee?? En dan al die vreemde artikelen. Helaas hadden we niet zoveel tijd om alles eens uitgebreid te bekijken, want er wachtte ons nog een lange rit. Tegen half elf gingen we vol geladen op pad. Eerst de grote stad uit en dat was wel even spannend. Iedereen dacht mee;
linksaf = kleine bocht, rechtsaf = ruime bocht.
We reden al gauw door mooie landschappen. Regelmatig lieten we ons verleiden om te stoppen en rond te kijken. Maar na drie uur rijden werden we streng toegesproken en moesten er kilometers gemaakt worden. We hadden al zwarte korhanen (kleine trappen) en ook twee secretarisvogels gezien. En voor diegenen met goede ogen steenbokken in de verte en tijdens een sanitaire stop mooie krekels en sprinkhanen.
We reden door de bergen, kwamen bij de KUPFERBERGPAS en de SPREETSHOOGTEPAS. Die laatste was echt geweldig, wat een uitzicht over een grote vlakte. Er zaten veel steile hellingen en afdalingen in, het was zeer de moeite waard. Gert en Jaap, die elkaar afwisselden bij het rijden, leerden zo ook meteen de auto goed kennen. Overal stonden brede plassen langs de weg en ook wel eens eroverheen. Vooral Jaap kon ervan genieten om daar met gang door te gaan, waardoor er twee gordijnen van water naast de auto ontstonden. Veel mooie bloemen en wit bloeiend gras. Met de zon en de wind erop leek dat net wuivend zilver.
We stopten bij SOLITAIRE. Gert en ik hadden allebei het boek van Ton van der Lee gelezen dus we waren erg nieuwsgierig naar hoe het eruit zou zien. Niet meer zoals in het boek dus, maar als je goed keek waren er toch wel dingen te herkennen. Als je wat gebouwen wegdacht kon je toch wel zien waarom hij die plek had uitgekozen om te blijven. We namen koffie en natuurlijk een stuk van Moose's appeltaart. Die was echt overheerlijk. Er was ook nog steeds een benzinepomp, dus de tank vol gedaan en toen was het nog 70 km naar SESRIEM. Weer een prachtige natuur, grillige rode stenen bergen die oprezen uit een geelgroene vlakte. Qua structuur leken het net bij elkaar geschoven stenen die nog even met veger en blik opgeveegd moesten worden.
Op de vlaktes zagen we kuddes Thomson gazelles, dachten we, bij nader onderzoek bleek dat het springbokken waren. En verder zagen we veel struisvogels, zomaar in het wild. Aangekomen op Sesriem Campsite, kregen we plek nummer 8 toegewezen. Een ruime cirkel, laag ommuurd, met in het midden een groep acacia's. En daar gingen de tenten dan voor de eerste keer. Het was even puzzelen, want ze klapten niet naar dezelfde kant open. Zo hadden we dat wel gezien op de foto's. Maar het klusje was snel gepiept. Tijd voor een borrel en een chipje. Onze eerste reisdag was goed verlopen, veel mooie dingen gezien. We besloten de avond met spaghetti uit blik en op tijd het bedje in, want het zonnetje komt vroeg op en dan wilden we al in de Sossusvlei zijn....
Dinsdag 1 april.
Om 5.15 u. liep de wekker af. Kattewasje en de tenten opvouwen. Dat viel nog niet mee zo in het donker. We moesten vanaf de camping 60 km rijden naar duin 45. Die is bekend van de mooie uitzichten. We hadden een prachtige asfaltweg. Naast de weg weer springbokken en jakhalzen, maar helaas ook donkere wolken en even later ook regendruppels. Toen we bij het overstappunt kwamen begon het net wat licht te worden aan de horizon, het onweerde en regende toen hard. Samen met veel andere auto's, trucks en bussen hebben we daar tot 9.00 uur staan wachten, maar het klaarde maar niet op. Ondertussen aten we een boterhammetje in de auto, maar wachten duurt toch altijd lang.....
We besloten om terug te rijden en toen begon het toch langzaam op te klaren.
Bij het laatste rode duin konden we uit de auto en toch nog onze voeten in het rode zand zetten...Het is een heel apart natuurverschijnsel die rode duinen in een verder vlak landschap.
Uiteindelijk dronken we ons bakske koffie in een lekker zonnetje met uitzicht op de rode duinen. Met de lunch waren we weer terug bij de tent. Het zonnetje was warm en we konden nu de schaduw van de acacia goed gebruiken. De bedspullen werden in het zonnetje te drogen gelegd. Maar met één donderklap werden we meteen geconfronteerd met de nadelen van dit systeem van kamperen. Want de regen viel ineens met bakken uit de lucht (die mevrouw in het vliegtuig had toch gelijk dat de regentijd nog niet helemaal voorbij was). Nadat we snel ons beddengoed hadden gered konden we kiezen of op bed gaan liggen of een plaatsje zoeken tussen de bagage in de auto. Gelukkig was het een korte bui. Als avondmaaltijd hadden we een blik kippensoep wat 'opgeleukt' met macaroni. Het was niet als thuis, maar de entourage maakte alles weer goed. Het begon weer te lichten en te donderen dus de taken werden vast verdeeld.
Net toen de pan soep leeg was moest iedereen zijn spullen pakken en lagen we ineens op bed. De mannen hebben daarna nog koffie gedaan en genoten van een prachtige sterrenhemel aan een inmiddels opgeklaarde lucht. Bij mij was Klaas Vaak al eerder langsgekomen....
Woensdag 2 april.
Toch bleef het de hele nacht nog weerlichten, doordat we alle luifels hadden opengelaten kon je dat mooi zien. De wekker was gezet op 5.15 uur, maar toen ik de regen op de tent hoorde tikken heb ik die maar meteen afgedrukt en konden we ons nog eens omdraaien. Dat moest dan wel tegelijk, want met een bed met een breedte van 1.20 m.heb je niet echt veel speling!Helaas weer geen zonsopkomst, maar wel lekker uitgeslapen. Harm haalde bij de kampwinkel een vers brood, het was nog warm! Daarvan sneden we lekkere dikke pillen, bakten een eitje en hadden zo een feestontbijt. Het hele brood ging in een keer op.
Daarna vouwden we de tenten op. Wel moesten we nog even wennen aan de beperkte ruimte die we hadden met onze bagage. Het bleek zaak om goed af te spreken wie wanneer even in zijn tas ging rommelen...maar ook dat wende wel! We gingen op zoek naar Death Vlei. We hadden een prachtige wandeling. De weg die normaal door de pendeldienst, van de parkeerplaats naar de Sossusvlei, werd gebruikt was nu en rivier. We liepen op goed geluk. We vonden de echte Vlei niet, maar er was moois genoeg om ons heen! Echt een spectaculair gebied. Op de terugweg namen we nog de afslag naar Sesriem Canyon. Ook daar was goed te zien wat de zware regenval zoal had veroorzaakt.
Kolkende stromen bruin water stortten zich vanaf het land in de diepte van de Canyon. De wanden van de Canyon bestonden uit rivierkeien en kiezels die door versteende klei met elkaar waren verbonden. Het woest stromende water had hier in de loop der jaren een diepe kloof uitgesleten. Nog even werd er overwogen om nog de zonsondergang op Elimduin mee te pakken. Maar we waren allemaal moe en hongerig en ook had er niemand zin om de tenten in het donker op te zetten. Voor het avondeten moesten we weer improviseren, want we hadden niet genoeg ingekocht in Windhoek. In Sesriem was helemaal geen winkel. In de kampwinkel kochten we een blikje gemengde groenten en een brood. Met de overgebleven macaroni, pakjes cup a soup, blikjes tonijn en ketchup werd het niet alleen nog een complete maaltijd, nu ik de combinatie zo terug lees weet ik dat het niet zo lijkt, maar toch was het nog lekker ook!
Voor het eerst geen bliksemflitsen meer in de lucht en een werkelijk fantastische sterrenhemel.
Donderdag 3 april
Om 7.00 uur reveille. Ik zag het zonnetje opkomen. Nu wel...., nu we niet meer naar de Sossusvlei konden. Maar het was van korte duur, al snel kwam de bewolking weer terug. We hadden een snel ontbijt. We werden al handig in het invouwen van de tenten, want dat was toch een dagelijks terugkerend ritueel. De thermoskannen werden gevuld met kokend water en daar gingen we, via SOLITAIRE naar SWAKOPMUND.
Het landschap was natuurlijk al bekend van de heenweg maar daardoor niet minder mooi. Wel zagen we, hoe dichter dat we Solitair naderden, steeds meer stuken weg die waren weggespoeld. Dan zag je dat de helft van de weg even een rivier was geweest. We zaten ons daar nog over te verbazen, want er moest dan in korte tijd wel erg veel water gevallen zijn, toen we werden gestopt door een bord op de weg 'Road blocked'. Dwars over de weg stroomde nu een woeste rivier. Passagiers van het rollende hotel gingen er in hun ondergoed te voet door.Ze liepen tot hun middel door het water. Daarna waagde de bus het er ook op. Ons leek dat niet zo'n goed idee en we vonden op de kaart nog een andere route.Op hoop van zegen dat we niet weer deze rivier zouden gaan tegenkomen probeerden we het maar.
Het ging goed we reden verder zonder problemen naar Solitaire, waar de appeltaart gelukkig nog niet op was. En zowaar, Moose stond zelf achter de toonbank. We bekeken alles nog eens goed. Herkenden bepaalde dingen uit het boek. Jaap was nu zover in het boek dat hij er ook over kon meepraten. Dat was wel erg leuk. Nog even tanken en toen ging de reis verder. In de woestijn werd nog een keer gestopt om een foto te maken van een woestijn vol bloeiende lupinen.
Al vrij snel kwamen we in de KUISEB CANYON. Zover je kon kijken allemaal kleine ronde heuvels met daartussen stromende riviertjes. Het zag er een beetje uit als ronde kadetjes die nog aan elkaar vastzaten. Begroeid met gras en mos. Wat verder werden de heuvels scherper van vorm. Gevormd door lagen platte steen, net flagstones maar dan bruin en oker van kleur. Het was een mooi reliëf. Op een uitkijkpost namen we tijd om alles eens goed te bekijken en te genieten van de prachtige uitzichten. Daarna veranderde het landschap in een gravelwoestijn. Er restte ons nog een lange, rechte, stoffige weg van 200 km. Voor, achter, links en rechts, zover je kon kijken: woestijn, helemaal vlak. We zagen op die vlaktes af en toe een struisvogel en wat springbokken.
We stopten net buiten WALVIS BAY op het strand voor een picnic. Stoeltjes werden uit de auto gezet, boterhammetje gesmeerd, met een kopje bouillon erbij. We zochten een plaatsje in de schaduw, want het zonnetje was erg heet. Gert en Harm deden meteen een strandwandeling om eventueel wat vogels te scoren. Voldaan zochten we in SWAKOPMUND onze Lodge: Sea Horse Inn. Gert en ik kregen een soort torenkamer toegewezen met schuifpui en balkonnetje. Liggend in het bad hadden we uitzicht op zee. Verder hadden we een heel keukenblok voorzien van alle middelen om zelf een maaltijd te bereiden.
Maar dat was nu weer niet onze bedoeling met de stad zo dichtbij. De jongens hadden net zo'n uitgebreide kamer, met helaas wat minder uitzicht. We dronken een wijntje op het balkon. Daarna liepen we het strand op om het zonnetje te zien ondergaan. En, heel speciaal, zagen we ook nog dolfijnen! We vonden en goed restaurant, de jongens namen struisvogel en ik probeerde de haai.
Vrijdag 4 april.
Het ontbijt werd in de torenkamer geserveerd. Allerlei heerlijke dingen stonden op een groot dienblad voor onze deur. Tegen achten werden we opgehaald door Chris. Hij was onze gids op de 'klein wild safari'.
Het werd een ontzettend leuke trip. Hij vertelde ons over de opbouw van de duinen, aan een kant heeft het duin altijd een hellingspercentage van 35% en over het leven in en op die zandbergen. Hij liet ons een soort vetplant zien en hoe de zaden als een wieltje in de wind hele afstanden wegrolden. Wat betreft de dieren begon hij te vertellen hoe de zilvervisjes, een diertje onder aan de voedselketen, aan hun eten kwamen; plantenresten. Hij liet ons de sporen zien die verschillende dieren ‘s nachts in het zand hadden gemaakt. Een hagedis zonder poten, een glimmend klein slangetje leek het, heel beweeglijk. Diep uit het zand haalde hij een gekko, die was alleen 's nachts actief. Hij liet ons zien dat dit diertje geen oogleden had. Het zat dan ook wat verdwaasd in onze schaduw rond te kijken. Daarna liet hij een hagedisje zien met de snuit van een krokodil. Veel torren en kevers. Na enig speuren vond Chris, op aanwijzing van Gert, ook nog een kameleon. Hij demonstreerde hoe die een insect vangt door hem een levende kever voor te houden. Wat een lange tong en hoe snel gaat dat... Verder deed hij nog zijn stinkende best om ons een slang te laten zien, maar helaas, de wind had de sporen al vervaagd. We hadden een koelbox met koude drankjes bij ons en er werd regelmatig gestopt om te drinken. Het was snoeiheet en het waaide flink. Daarna leefde Chris zich nog even uit met zijn 4x4 op de losse zandduinen.
Een leuke belevenis en prachtige uitzichten. Hij vertelde nog van de drie kleuren van de duinen, waarvan de zwarte ijzeroxyde Fe2O3 (magniet) bevatten. Hij toonde dit aan door met een magneet over het zand te strijken. Alle zwarte delen uit het zand hechtten zich aan de magneet.Tegen een uur waren we weer 'thuis'. Warm, verkleurd - zonnebrand vergeten - maar zeer voldaan. Het was een leuke ervaring! We gingen in de middag naar de stad voor de lunch en wat souvenirs. En natuurlijk deden we ook nog een internetcafé aan. Daar konden we toen de reacties lezen op onze site. Meteen wat foto's erop gezet. Voor het avondeten hadden we al gereserveerd in een restaurant. Het was heel apart, we zaten in een wijnkamer, wanden vol wijn om ons heen.
We kregen het dagmenu; vis. De eigenaar, een Zwitser, kwam steeds een praatje maken. Hij vertelde van Namibië. Liet ons boeken en kaarten van het land zien. Had ook nog een krant met daarin een artikel van een overstroming. Na de maaltijd schoof hij nog even mee aan. Het werd een speciale avond en het eten smaakte ons goed.We betaalden 800 N $. Dat was voor zo'n speciaal diner in een geweldige ambiance met een leuke gastheer niet echt duur. (75 euro)Terug op de kamer de tassen weer ingepakt, want de volgende dag zou de reis weer verdergaan.
Zaterdag 5 april.
Dit werd een reisdag. We bezochten de pelsrobbenkolonie in CAPE-CROSS. Voor dat de robben in beeld kwamen zagen we al twee jakhalzen in de omgeving rondsluipen. Daarna kwam al snel hun dagelijkse maaltijd in zicht. Duizenden robben; we zagen ze niet alleen, we roken ze ook! Soms slapend of zogend, bekvechtend, pronkend en heel veel zwemmend. Tussen de robben aan de kant zag je ook dode dieren liggen. Er zweefden Kelpmeeuwen boven de kolonie, duidelijk ook op zoek naar een hapje. Na ons te hebben uitgeleefd in het filmen en fotograferen van deze fotogenieke dieren vertrokken we naar UIS.
Ongeveer 100 km lang weer een weg die eigenlijk niet als weg te herkennen was. Gravel, net als de omgeving eromheen. Almaar rechtdoor... Moeilijk voor de chauffeur om zich te blijven concentreren waar de weg liep.De passagiers hadden er zoveel moeite mee, dat de ogen dicht vielen en de hoofden onverwachte bewegingen gingen maken. Maar na bijna 2 uur kwam er toch een bord: UIS. We vonden een restaurant voor onze lunch en konden zo even bij komen. Daarna nam Jaap het stuur over en kwamen we in een mooiere omgeving.
Het leek wel of hij steeds de leukste stukken trof om te rijden... Het begon ermee dat er gras op het zand groeide en na een poosje rijden verschenen er ook heuvels in het landschap. Korte heuvels van grote rode rotsblokken. We reden twee keer door de rivier de ABA HUAB en arriveerden tegen vijven op de camping. Deze was mooi gelegen aan de droge rivier met mooie uitzichten op de rode bergen. De tenten werden uitgeklapt en gelucht, want die hadden drie dagen ingeklapt gezeten en dat rook bepaald niet fris... Harm stortte zich op de braai. Hij bouwde een mooi vuurtje, waar hij later de kip op bakte. Dat was op twee manieren kostje voor hem. We hoorden, toen het begon te schemeren, een tikkend geluid. Eerst nog in de verte. Daarom dachten we dat het met de warmwatervoorziening te maken had. Het kwam echter snel dichterbij en verplaatste zich ook door de bomen boven onze auto.Het bleken grote kevers te zijn, die zich overdag schuil hielden.
Het gaf een speciaal gevoel. De ene avond werd je met alle egards bediend in een restaurant met de duurste wijnen om je heen. De volgende zat je in een weidse, mooie natuur onder de sterrenhemel bij een kampvuur met het geluid van tikkende kevers om je heen. Je moest goed naar je bord kijken voor je een hap nam, want er kon een kever tussen zitten...of in je wijntje...Kortom dit was zeker ook heel bijzonder.
En we sliepen weer in ons tentje!
Zondag 6 april.
We ontbeten op ons gemakje, nog een bakkie thee en nog een bakkie thee..en toen gingen we op weg naar de rotstekeningen in TWIJFELFONTEIN. Het was inmiddels al goed warm en uit alle wandelingen die we konden nemen kozen we die van 60 minuten. De wandeling van de dansende kudu. Maria, de gids, liep in een vlot tempo de berg op. Nog steeds de rode bergen. Daar liet ze ons wat tekeningen zien van een giraffe en nog wat kleine tekeningetjes.Toen ik dacht nu gaat het komen, bleken we al weer op de terugweg. We hadden duidelijk niet de wandeling met al de tekeningen die ik in het boek had gezien. Jammer! We hebben toen nog maar uitgebreid wat hagedissen op de foto gezet. Deze zaten op de rotsen en trokken zich niets van ons aan.
Het volgende wat we gingen bekijken waren de ORGANPIPES. Dat zag er erg mooi uit. Rotsen in de vorm van orgelpijpen, in mooie roestbruine kleuren. Ze zijn 120 miljoen jaar geleden gevormd, toen de doloriet in de lava kromp toen deze afkoelde en zo deze, soms tot wel vijf meter hoge formaties, vormde. Ook hier veel groen, mooie bloemen en vlinders. De middag brachten we met een goed boek door op de camping. We zagen zomaar 3 papagaaitjes rondvliegen. Tegen de avond gingen we nog op zoek naar de 'verbrande berg'. Toen we hem vonden leek hij inderdaad zwart, maar hoe verder de zon onderging verkleurde hij in rood, geel, bruin en lila.
Terug op het kamp aten we een koude aardappelschotel. Jaap was aan de beurt voor het kampvuur, hij had de pech dat het erg hard waaide. Het eten smaakte ons weer prima en de wind ging weer liggen. We keken nog met onze verrekijkers naar de sterren en zagen er toen tot onze verbazing zeker twee maal zoveel. Na de koffie doken we het tentje weer in. We hadden minder kevers, misschien vanwege de sterke wind. Het was een warme dag geweest, 36 °C in de schaduw.
's Nachts hoorden we de jakhalzen huilen.
Maandag 7 april.
We waren nog voor het zonnetje opkwam al in bedrijf. Met de gevulde thermoskan gingen we na het ontbijt op pad. Miles Travel had gedacht dat het mooi was om bij PALMWAG te kamperen. Maar er was alleen een benzinestation en een hek. Dus ter plekke besloten we door te rijden. We passeerden het wildhek wat Namibië in tweeën splitst. Dit is er gezet om ziektes die het wild bij zich heeft niet te verspreiden onder het vee.
Het landschap was geweldig. Dit moet de natuur zijn zoals hij ooit bedoeld was te zijn. Zover als je kunt zien, puur, niet veranderd door mensenhanden... Er liep wel een weg door dit moois, maar daar had de natuur toch al weer stukjes van teruggepakt door er in de regentijd de rivieren kris, kras over heen te laten lopen.Dit geeft al aan dat de kwaliteit van de weg niet bijzonder was. Af en toe was het niet helemaal duidelijk of we nu op de weg of door de rivier reden.
Grote keien en diepe gaten. Al snel na het passeren van het hek zagen we twee spiesbokken. Daarna drie zebra's en ineens ook een giraffe. Wat verderop, waar ik een flessenhalsboom wilde fotograferen liepen vijf zebra's en ook nog eens 10 giraffes met jongen. De route ging door naar SESFONTEIN, gelegen inHOANIB VALLEY, tussen twee berghellingen. Een veel voorkomende boom is de 'Umbrella Thorn' en de Mopaneboom, herkenbaar aan de vlinderachtige bladeren. En de Makalanipalm met sterk gevederde bladeren, waar noten aan groeien die weer door de plaatselijke bevolking met een mes worden bewerkt. Ze maken er op die manier prachtige afbeeldingen op. In SESFONTEIN staat nog een voormalig militair fort. Dit is nog niet lang geleden gerenoveerd en volgens onze Bradt gids was daar ook een camping. Aangekomen bij het Fort, kwamen we na enig navragen tot de ontdekking dat de camping niet meer bestond, closed!
Dan maar naar de supermarkt om een brood te halen. Daar bleek dat er helemaal geen brood was omdat de vrachtwagen die het moest leveren die dag niet was gekomen. Misschien morgen...Nu hadden wij de weg gezien waarlangs deze vrachtwagen moest rijden, dus wij hadden zo onze twijfels of die er morgen wel zou zijn. Nu moesten er nieuwe plannen gemaakt. We wilden daar een koud blikje bij pakken uit onze koelkast, helaas, de koelkast bleek alleen nog een kast. Niets meer koel...Kapot! Met al die tegenslag besloten we te gaan lunchen in het Fort en dan door te rijden naar OPUWO. Dat is een grotere stad en misschien kon daar onze koelkast gerepareerd worden. We misten inmiddels ook nog een bout aan het voorwiel dus een bezoekje aan een garage leek wel praktisch. Na een heerlijk bordje frites in een beschaduwde tuin konden we er weer even tegenaan.
De weg was lang en niet erg best. In totaal reden we die dag 343 km. Als je dit in Nederland rijdt heb je het hele land van noord naar zuid doorkruist! We waren hier in Namibië op die afstand misschien 10 auto's tegengekomen. De jongens hadden als spelletje voor onderweg bedacht: rode auto's tellen. In 10 dagen tellen was de stand één. Vogels zagen we wel o.a. de Longtailed Glossy Starling en de Lilac Brested Roller. In de laatste kilometers naar Opuwo lagen veel Himbadorpjes in het zicht van de weg. Op de een of andere manier vond ik het toch wat gênant, deze blote mensen. Ik moest er aan wennen. Net een kwartiertje voor donker reden we de camping op. Gelukkig maar, want deze wegen zijn echt niet te rijden in het donker. Als je al op de weg kon blijven dan zou je nog zo een gat in rijden. De auto werd zo goed mogelijk waterpas gezet. Iedereen zette zijn bagage op de zitplaats in de auto en toen konden de tenten open. Het eerste werk was op zoek te gaan naar pijpen en sokken.
Jaap ontdekte een schorpioentje in het zand, onder het fototoestel van Harm, die net een dikke rups aan het fotograferen was. Nadat hij op de camera was vereeuwigd werd hij door een grote voet vermorzeld.
We aten basmatirijst uit een foliepak, alleen even opwarmen, blikje champignons erbij en toen nog wat cervelaatworst erdoorheen, bakkie koffie toe. Het smaakte ons best. De mooie sterrenhemel was hier ook weer genieten. Er reisde steeds een bekend ploegje met ons mee o.a. de duif (Cape turtle dove: 'work harder') en een nachtvlinder met mooie blauwe stippen op de vleugels.
Voor de 2e keer namen we de malarone.
Dinsdag 8 april.
Om 6.30 uur Namibian time was het 13 °C. Lekker geslapen met deze temperatuur.
OPUWOligt in Kaokoland. Het staat bekend als een van de meest authentieke gebieden van Afrika.Het is een droog en onherbergzaam gebied. KAOKOLAND ligt in het noordwesten van Namibië, met in het noorden de grens met Angola.In dit deel van Namibië vind je de Himba's en de Herero's. Deze twee stammen zijn vanuit een ver verleden aan elkaar verwant. Uiterlijk is dat niet echt duidelijk. De Hererovrouwen hebben kolossale kleurige jurken aan en een vreemd hoofddeksel op.
De Himba vrouwen echter lopen er, op een leren rokje na, naakt bij. Wel dragen ze veel sieraden en is hun haar versierd met lapjes leer. Opuwo is wat hoger gelegen, waarschijnlijk daarom dat we wat aangenamer temperaturen hebben. Gert hoorde vannacht 2 uilen roepen en ik werd wakker met het geluid van de gonolek. Tijdens het ontbijt kwam de campingbaas, Gigi, even horen of alles naar wens was en meteen Ja-Ja voorstellen, hij ging met ons op bezoek bij een Himba dorp. Maar eerst naar de garage voor de koelkast en de wielbout. Ondertussen gingen Jaap en ik vast internetten. Het lukte goed om ons verhaal erop te zetten en het was ook leuk om alle reacties te lezen. Een foto was al 59 keer bekeken! De mannen kwamen ons, net te vroeg, al weer halen. Met een gerepareerde koelkast. De wielbout was geen probleem, in Namibië schijnen er niet veel auto's te rijden waar alle bouten nog op zitten. Voordat we op pad gingen naar de Himba's deden we eerst nog een supermarkt aan.Ja-Ja gaf aan wat we moesten kopen om zo ons bezoek te 'betalen'. 20 kg. meel, suiker, tabak, lucifers, koffie, thee, zeep, wat snoep en broden. Dit alles kostte ons 199 N$.
Zelf kocht ik nog een stapel schriften en twee leren ballen, want we hadden met Ja-Ja afgesproken om eerst langs het schooltje te gaan. Het was nogal een flink eind rijden naar het dorp, dus vertelde de gids ons alvast het een en ander over de Himba's. Hij was zelf ook een Himba.
De Himba's leven halfnomadisch op een traditionele manier. Ze wonen in een kraal. Meerdere 'gezinnen' bijeen, onder leiding van een head-man. Het is een polygame gemeenschap waar mannen meerdere partners hebben en vice versa. (Niet zo best in het aids tijdperk...) Ze trotseren hitte en droogte en zijn steeds op zoek naar water en grasland voor hun vee. Hun rijkdom kan worden afgeleid van het aantal koeien dat de Himba's hebben.De Himba's leven voornamelijk van zure melk met wat meel erin. Ook eten ze de groentes die ze verbouwen., Als er iets speciaals is, een huwelijk of een overlijden dan wordt er een koe geslacht.
Zoals al gemeld draagt een Himbavrouw niet veel kleding. De vrouwen smeren zich dagelijks in met een mengsel van botervet en oker. Het mengsel beschermt hun huid tegen de stralen van de zon en geeft de vrouwen een diep roodbruine tint. De vrouwen wassen zich maar 3 maal in hun leven; bij de geboorte, bij hun huwelijk en als ze sterven!!! Ze parfumeren zichzelf wel door een rokend vuurtje van geurende takjes onder hun oksel en rokje te houden. Vanaf hun vruchtbaarheid dragen ze een speciaal hoofdkroontje van lamsleder om te tonen dat ze kinderen kunnen krijgen.
Sieraden, kleren en haardracht zijn heel belangrijk voor de Himba's. Ook jonge kinderen dragen al sieraden. Ze worden gemaakt van schelpen, de schalen van een struisvogelei, leer en koper. De sieraden geven de positie van de vrouw aan en in welke fase van hun leven ze zijn. De kleren worden o.a. gemaakt van huiden van koeien en geiten. Het rode mengsel van oker en vet wordt ook op de sieraden en de kleren en haren gewreven. Tussen het tiende en twaalfde levensjaar worden zowel bij de jongens als de meisjes ritueel de vier middelste ondertanden verwijderd. (Eruit geslagen met een steen) Vanaf hun vijftiende jaar beginnen ze al met kinderen. Ze krijgen er vijf tot tien. Als de echtgenoot sterft behoort de vrouw verder aan de oudste broer van de overleden man.
De huizen worden gemaakt van modder, koeienmest en takken. Elk dorp heeft dezelfde plattegrond. Het midden van het dorp is de kraal waar al het vee in opgesloten wordt, deze kraal is een cirkel van takken die in de grond gezet worden. In deze kraal worden verschillende hutjes gebouwd. Het vee loopt dus los door het dorp en je kunt overal mest vinden van de dieren. Tegenover de ingang van de kraal woont de headman van het dorp. Tussen deze hut en de kraal is het heilig vuur. Het heilig vuur mag niet worden betreden door bezoekers. Het heilig vuur voorziet in het contact tussen de levenden en de doden. Als er problemen zijn gaat de headman op de heilige vuurplaats in contact met de voorouders en komt daarna met de oplossing. De eerste headman van een dorp is gekozen; daarna wordt hij steeds opgevolgd door zijn oudste zoon. Wanneer de headman overlijdt wordt het heilig vuur samen met de hoofdhut vernietigd.
De Himba's hebben een eigen metafoor voor tijd. Ze zien de tijd als een rivier die langs stroomt. De toekomst ligt achter hen, want dit gedeelte van de rivier is nog niet langs gestroomd. Het verleden ligt voor hen, want dit is de rivier die langs gestroomd is en dus zichtbaar is.
We brachten eerst een bezoek aan het schooltje, dat buiten de kraal stond. Een Juf met ongeveer 18 tot 21 kinderen in alle leeftijden.
Niet voor iedereen was er een stoel of een krukje, dus werkten er ook een aantal kinderen op de grond. De groten waren aan het rekenen en de kleintjes waren tekeningen aan het maken. We gaven de schoolspulletjes aan de Juf en aan ieder kind een ballon. Ze zongen voor ons nog een lied, Cumbaja My Lord, gevolgd door Vader Jacob in de stamtaal (Zemba).
Na het bezoek aan het schooltje liepen we de kraal binnen. Ja-Ja had ons geleerd hoe we in het Zemba konden zeggen 'Hallo' en 'Hoe gaat het'. We moesten alle vrouwen en kinderen die onder een boom op ons zaten te wachten een hand geven en gedag zeggen! De vrouwen leken niet echt blij ons te ontmoeten, er was weinig van de gezichten af te lezen. Later hoorden we dat dit karakteristiek is voor deze stam. Er waren geen mannen bij, die waren allemaal met het vee op stap. Na deze ervaring gingen we ons, met inmiddels rode handen melden bij de headman van het dorp. Hij stelde veel vragen over ons land, met name over de grootte van de boerderijen en het aantal koeien.
Ook wilde hij weten hoe we aan drinkwater kwamen en ook hoe we in het vliegtuig zaten en of er ook wegen zijn daarboven. En hoe we weer terug kwamen op de grond... Verder was hij ook nieuwsgierig naar ons voedsel en wat voor werk we deden. Daarna gaf een vrouw een demonstratie hoe ze zich verzorgde met het rode vet en ze probeerde nog wat luchtjes weg te werken met geurig smeulende kruiden.Na deze ervaring mochten we rondlopen, foto's maken en met Ja-Ja als tolk konden we vragen stellen en beantwoorden.
We kregen hier ruim de tijd voor en opeens, op een sein van Ja-Ja, gingen alle vrouwen in een kring op de grond zitten, vouwden hun doekjes open en stalden de koopwaar voor zich uit. Zoals dat hoort liepen we de hele kring af, zagen mooie en minder mooie dingen, houten poppetjes, sieraden en gebruiksvoorwerpen. We kochten allemaal wat, natuurlijk door eerst weer met hulp van Ja-Ja flink te onderhandelen over de prijs. Zo gingen we allemaal met een souvenir, met daaraan een flinke dosis Himbalucht, weer terug naar de camping. Voor we vertrokken werden uiteraard eerst nog de aankopen uit de supermarkt overhandigd. Deze werden verder zonder commentaar door een paar meisjes opgehaald. Er leven nog ongeveer 8.000 himba's in Namibië.
Terug op de camping deden we ons te goed aan lekker koude cola, we namen afscheid van Ja-Ja en toen gingen we nog een keertje naar de supermarkt, maar nu om inkopen voor onszelf te doen. We vonden vlees voor op de braai en zoete aardappelen. In de supermarkt zagen we de Hererovrouwen, prachtig aangekleed en de Himba's, bibberend voor het koelvak. Nu liepen wij daar als witkoppen ook nog tussen. Het was al met al een vreemd mengelmoesje.
Harm had met de tuinman nog even de bereiding van mopanerupsen doorgenomen. Je zag rond de camping overal mensen met emmertjes deze rupsen rapen. Ze werden meestal gekookt, grillen kon ook, maar rauw was er ook niets mis mee.... Een dag om niet gauw te vergeten, even in een andere wereld gekeken, wat staat dit allemaal ver van ons vandaan.
Woensdag 9 april.
We gingen weer op pad naar het volgende adres.We waren nog maar drie kwartier onderweg toen het lampje van de motor begon te branden en de temperatuurmeter op heet stond. Dus de motorkap open en wat gaan we daar aan doen? In ieder geval af laten koelen en bijvullen. Gert herinnerde zich plotseling bij de uitleg van Britz een flesje te hebben gezien. Bank omhoog en jawel, Wynn's radiatorlekstop. De hele fles erin gekiept, gestart en geen lampje meer. Prima spul! Ondertussen vermaakten Harm en ik ons door met twee Himba jongens te frisbeeën. We hadden nog wat (gevulde) suikerzakjes waar ze erg blij mee waren.We reden door Kaokoland naar het uiterste noorden. Daar ligt EPUPA FALLS. Dit ligt aan de Kunene rivier, deze vormt de grens met Angola. De weg was heel slecht, veel gehobbel door rivierbeddingen, veel los zand en weinig medeweggebruikers. De achterbank deed nog een dutje. Score rode auto's nog steeds één. We zagen nog een dode vos op de weg liggen. Vroeg in de middag arriveerden we op een schitterende camping, Epupa campsite. Onze auto werd aan de rivier gezet met het zicht op de Falls, onder de palmbomen.
Het leek wel of we terecht waren gekomen in een filmdecor...
Het gebied bestaat uit vele watervallen, waarvan er een duidelijk de grootste is met een val van 60 meter. Rijk gekleurde rotswanden, een verscheidenheid aan bomen, baobabs en wuivende Makalanipalmen ( hiervan worden de zaden bewerkt en maken de lokale himba's een eigen brouwsel).
Het was 40°C in de schaduw. Eerst een hapje gegeten en vooral genoten van het uitzicht. Bij aankomst meldde zich al een gids, Willem, die ons verschillende uitstapjes voorstelde. Aan het eind van de middag zijn we met hem naar een punt gelopen waar we een prachtig zicht hadden op al het vallende water. De regentijd was nog maar net voorbij en in de afgelopen 25 jaar was er niet meer zo veel water gevallen. Al het water wat hier zijn weg zocht was regenwater afkomstig uit Angola.
Op de mooiste plek gingen we op de rotsen zitten, deze waren nog warm van de zon. En dan volgt puur genieten van al die pracht om je heen. Ineens brak de zon door en in de nevel van de grootste waterval verscheen een regenboog. Toen was het sprookje compleet. Met zoveel mooie, ongerepte natuur om je heen voel je je ineens heel klein worden en je beseft wat een klein deeltje je bent in het geheel.
Eenmaal weer beneden zagen we een grote groep Himba's geiten oppakken en in een put tussen de rotsen gooien. Nagevraagd bleek daar een ontsmettingsmiddel in het water te zijn gedaan. Ze werden er, ontsmet dus, aan hun horens weer uit getild. Het rivierwater was besmet met cholera, er waren al verschillende mensen aan overleden. Terug op de camping ging de braai aan, het bier open en de wijn in het enige wijnglas dat we nog rijk waren. De avond viel, de sterren kwamen, met vele tegelijk. De maan was een smalle sikkel. Jaap las een goed boek, Harm was enthousiast bezig met zijn kampvuur, Gert had ook een boek en keek naar de vogels en ik...ik genoot van dit alles.
Zo met z'n viertjes harmonieus genieten van deze avond en deze vakantie.Heel, heel bijzonder!
De maaltijd was weer een grabbel uit de voorraad maar smaakte prima. Bij de koffie hadden we nog een Amarula te nippen...toen had het genieten wel z'n hoogtepunt bereikt. Het was nog ruim 35°C, we gingen ons tentje in en probeerden op een breedte van 1.20m., bij die temperatuur te slapen....
Donderdag 10 april.
Omdat we in verband met de temperatuur vroeg hadden afgesproken met Willem moesten we op tijd op. Om 6.00 uur was het nog, of al 22°C.
Net voor we wilden vertrekken kwam er een vrouwtje, baby op de rug, het bestelde brood brengen, nog warm in een schaal! De wandeling ging door de bush, langs de rivier want het hoofddoel was het vinden van krokodillen. Dat is niet gelukt, ook het aantal vogels viel tegen. En de natuurkennis van de gids ook. Hij was heel aardig en vroeg heel wat aan Harm en Gert om z'n kennis van vogels wat uit te breiden. We zagen nog de woodland kingfisher, de plum colored starling, de little bee-eater en nog wat klein gesnor. Vlinders en kevers volop. Boven in de bomen velvet monkeys (meerkatten). Deze sprongen hoog door de bomen en gooiden afgekeurde palmnoten naar beneden, we schrokken er van als ze met een harde plof voor onze voeten vielen. Gelukkig iedere keer mis! Het pad voerde echt door de bush, het moest nog gebaand worden door hoge begroeiing en dode palmtakken.
Tegen 11 uur waren we terug op het kamp. De temperatuur was toen opgelopen tot 42°C. We waren inmiddels waterdoornat, dus na het drinken van vele koppen water doken we in de bushdouche. Zo konden we daarna opgefrist aan de lunch. De hele middag bleven we in de schaduw.
Willem, de gids, was inmiddels goede maatjes met Harm. Hij regelde een vriend om Harm te laten zien hoe een Makalani palmnoot bewerkt moet worden. Ze noemen deze wel 'Vegetable Ivory' vanwege zijn harde witte kern. Intussen kreeg Willem 'les' van Gert over de vogels die we die ochtend hadden gezien. Hij wilde daar graag alles over leren en maakte zorgvuldig aantekeningen. Tegen vieren klommen we de berg weer op om nog even naar het prachtige schouwspel van al dat vallende water te kijken. Het zonnetje verdween langzaam achter de bergen en mooi regenbogen ontstonden in de nevel boven de waterval. Vervuld van al dit moois gingen we weer naar beneden. Voor de ingang van de camping was een soort open winkel waar Himbavrouwen wat spulletjes verkochten. Daar hebben we nog even gewinkeld en toen was de vijf al weer in de klok en dus tijd voor een borreltje... De stoelen werden om de braai gezet. De sterren kwamen al snel en de maan deed de golven in de rivier zilver oplichten. Het vuur brandde maar we hadden geen vlees om te bakken. De maaltijd bestond uit een blik gevulde kippensoep met wat extra macaroni. Vervolgens een blik pastaslaai met sampoen en nog wat van dat heerlijke brood van 's morgens. Iedereen weer voldaan. We sloten weer af met koffie en Amarula. De kaars van de buurvrouw, met daarop het lied van Breda, brandde iedere avond. Helaas was de tekst al verdwenen. We waren weer klaar voor een warme nacht.
Vrijdag 11 april 2008
Het verblijf in dit paradijs was ten einde. De spullen moesten weer worden ingepakt, na een rustig ontbijt met gebakken eieren en spek. Het erste stuk van de weg kenden we al, terug naar Opuwo. Veel gaten en hobbels in de weg, soms door rivieren met en soms zonder water. Veel Hmbakinderen langsde weg die één woord Engels kenden 'sweet'. Rond 12uur reden weOPUWO binnen. Eerst naar de supermarkt om de voorraad weer aan te vullen en daarna internetten op twee pc's tegelijk. Jaap zette de foto's erop en Harm schreef het verslag. Het was weer leuk om te zien hoeveel mensen ons volgden. Terwijl wij hier puffen van de warmte las ik dat Marian na haar werk de ruiten van de auto moest krabben. Met deze informatie gingen weer op pad en begonnen op een goede asfaltweg. Later ging deze over in een witte stofweg van gravel. We hadden de pech dat er net voor ons een vrachtwagen de weg opdraaide. Het opwaaiende stof maakte dat we niets meer zagen en zodoende ook niet konden passeren. Het werd stofhappen! We passeerden het wildhek, daar werd onze koelkast gecontroleerd op vers vlees. Tot onze verbazing haalden ze er een vacuum verpakt pakje bacon uit. Dat mocht het hek niet passeren zeiden ze. Volgens ons hebben ze 's avonds lekker omeletten met spek gegeten.... In KAMANJAB was een grote supermarkt. Daar hebben we de voorraad weer aangevuld. Vanaf hier was het niet ver meer naar Cheetah Guest Camp in OTJITOTONGWE. Tegen 17.30 uur arriveerden we op de Farm.
Gert liep naar het hek om te bellen en meteen kwam er een jonge giraffe op hem toegelopen. Achter het hek liepen drie cheetahs. Er werd opgedaan door een mevrouw, die Gert meteen waarschuwde voor de giraffe, die bleek namelijk niet tam te zijn! We hadden een mooie plek, veel tijd om daar van te genieten was er niet, want het was binnen een half uur pikdonker. Bij het eten koken moesten de lampen aan en vloog er van alles boven de etensschalen. Veel kevers die nog het meest op meikevers leken. Ook mooie sprinkhanen en een wandelende tak viel zo uit de boom in de pan tussen de gebakken aardappeltjes. De bordjes gingen op de knieën, we zaten rondom de braai in het licht van het vuur te eten. We zagen de maan iedere nacht wat voller worden. De jongens gingen na de koffie nog even naar de bar een pilsje pakken, de ouwetjes gingen naar bed. Het was inmiddels lekker afgekoeld.
Zaterdag 12 april.
Ik deed mijn ogen open en keek uit over een rood oplichtende horizon. Het zonnetje kwam net op. Een heerlijk temperatuurtje, 13°C. Gert en ik gingen douchen en we ontdekten een uitkijktoren vanwaar je het hele kamp kon overzien. De vogels waren allang wakker. We ontbeten in het zonnetje. 'Ons bak aier' met spek en brood met nutella en banaan. 'Baie goed!' Harm ontdekte een roodsnavelneushoornvogel die een nest had in een boom tegenover onze tent. Het vrouwtje zat met de jongen ingemetseld en het mannetje kwam steeds voeren. Je kon erop wachten. Die staat dan ook prachtig op onze film. Aan de andere kant van de tent zagen we een mooi paars vogeltje, en nog een en toen nog een...Uiteindelijk zaten er 5 bij elkaar in het zonnetje. Witte borst en op de rug en vleugels een fluoriserend paarse kleur, de plum colored starling, prachtig, hoe mooi een klein vogeltje kan zijn.
We betaalden 50 N$ per persoon( bijna vijf euro) toen mochten we weer verder. ETOSHA NATIONAL PARC was ons doel. We vertrokken op een prima asfaltweg. Ik zat wat in de Bradt te lezen. (reisboek Namibië). Zo kwam ik erachter dat er in OUTJO een Bäckerei was. Aangezien het intussen koffietijd was, werd na stemming (3 tegen 1) gekozen voor Outjo dat 10 km van de route lag. Alle vier een heerlijke taart en koffie op het terras. Na al die dagen in de natuur vertoefd te hebben was dit weer even wennen...Maar heerlijk en de jongens trakteerden! Toen gingen we serieus op pad, nog 100 km naar de Etosha gate.
En toen, heel vervelend, liep de temperatuur van de auto weer op. Aan de kant gezet en de klep weer open en koelen. Gelukkig hadden we in Outjo nog een fles Wynn's gekocht, dus die truc nog maar eens geprobeerd. In eerste instantie leek het deze keer niet veel te helpen, maar we bereikten zonder veel problemen toch de ingang van Etosha N.P. Heel gerust waren we er niet op, want in Etosha mag je nergens uit je auto i.v.m. het wild. Rechtstreeks naar de camping ( OKAUKUEJO) gereden en daar de stand van het water bekeken. Radiator een beetje bijgevuld en na de lunch, waar de eekhoorns mee aten, gingen we het park weer in.
Natuurlijk wel steeds met het oog op de temperatuurmeter.Tussendoor zagen we heel wat wild, zebra's, struisvogels,heel, heel veel springbokken, jakhalzen, giraffes, de Cory Bustard (trap) groot en ook klein, spiesbokken, maar helaas, geen olifanten.
Terug aangekomen op het kamp zagen we bij de drinkplaats het zonnetje ondergaan. Macaroni met Chakalaka-saus. Een Zuid-Afrikaanse saus met chili, lekker pittig. De kip in de koelkast is nog bevroren dus namen we er tonijn bij. Wel speciaal, een blikje tonijn van de Braai. Na het eten zagen we in het licht van de drinkplaats de eerste van de big five, de zwarte neushoorn!
Zondag 13 april.
Ik stond als eerste op om 5.15 uur. Alvast water opgezet en de boterhammen gesmeerd. We namen gevulde thermoskannen mee, zodat we onderweg nog een bakkie koffie konden doen. En natuurlijk voor ons nog een kopje thee en voor de jongens een kopje koffie voor het vertrek. De bedoeling was om al buiten de hekken van de camping te zijn als het zonnetje opkwam. We waren niet de enigen, er was al volop bedrijvigheid op het kamp. Net op pad, de eerste foto van de zonsopkomst gemaakt, gingen we nog even terug om onze tafel op te halen, vergeten werk!Toen ging het echt beginnen!!
We reden naar het westen. Eerst zagen we zebra's in het mooie ochtendlicht. Een gnoe kwam heel dichtbij en grote groepen springbokken. Zoveel dat je onwillekeurig al rekening hield met een leeuw of een cheetah. We zagen ook een monitor lizzard die zich lekker zat op te warmen in het zonnetje. We konden hem goed bekijken, we waren nu in de buurt van het sprookjeswoud. Dit deel ven Etosha heeft die naam gekregen vanwege de vreemd gevormde bomen die hier groeien, de Moringa trees. Ondertussen aten we onze boterhammetjes op. Een hele tijd hebben we stil gestaan bij een groep yellow mangoose die steeds hun hol uitkwamen, speels over elkaar heen buitelden en als ze de klik van een camera hoorden snel weer in hun holletjes verdwenen. Leuke beestjes, familie van de stokstaartjes!
Op de terugweg naar de camping zagen we ergens heel veel gieren landden. Meteen gingen we op onderzoek uit en vonden een dode zebra die als maaltijd diende voor drie soorten gieren, de lapfaced, de white backed en de cape griffon vulture. Wel 20 gieren zaten op en om het lijk.Verder schoven er nog een Maraboe en twee jackals aan. De jakhalzen verdwenen tot hun achterpoten in de buik van de zebra. Kijk en huiver, we namen er de tijd voor. Er werd besloten om eerst weer terug naar het vorig kamp te rijden, dit was het dichtste bij en het water van de auto nogmaals te controleren. Gelukkig was het niveau nog goed, dus de Wynn's had toch geholpen. We dronken nog een bakkie koffie, aten een broodje en gingen toen op weg naar de volgende camping, HALALI. Dat ging natuurlijk met een matige snelheid, speurend naar allerlei wild. Het landschap was mooi, vrij open, hier en daar wat hoger gras en ook bloeiende struiken.Een lange witte weg slingert er doorheen. Op kruispunten staan wegwijzers en waarschuwingen om toch vooral in je auto te blijven!
Een giraffe kwam goed in het zicht van de auto, hij liep op zijn of haar dooie akkertje naar een meertje om te drinken. Hij moet daar flink wijdbeens voor om met z'n kop het water te kunnen raken. Wel een heel kwetsbare positie zo. De Guinea Falws (helmparelhoenders) met hun blauwe koppen hadden jongen bij zich en waren erg schuw. Halali bleek een wat gezelliger camp dan het vorige, we hadden het gevoel dat we wat meer in de natuur zaten. Miles Travel had de campings in Etosha voor ons besproken, dus we wisten van te voren zeker dat we een plaatsje hadden.
Douche gepikt, wasje gedaan en toen was het al weer tijd voor de game-drive bij zonsondergang. Zouden we nu dan die olifanten tegenkomen? Met name veel giraffes zagen we. Wat roofvogels lieten zich mooi zien en fotograferen. De Pale Chanting Goshhawk zagen we net zo vaak als bij ons de buizerd. Op een twee meter hoge zwarte termietenheuvel zat een Red Throated Frankolin. Als een vorst keek hij vanuit z'n hoge zitplaats de omgeving rond. Af en toe liet hij zijn schorre, harde roep horen. Nadat we dit op de gevoelige plaat hadden vastgelegd was het de hoogste tijd om weer terug te keren naar Halali Camp. De poort sloot om tien voor zes. Wat bleek...we zaten op een andere weg dan we dachten! En het was nog een behoorlijke afstand naar het kamp. Jaap reed dus maar wat harder dan toegestaan was. We zagen grote groepen giraffes, maar helaas, we reden er aan voorbij. Geen tijd. Er kwamen ook geen wegwijzers meer en het werd later en later. Het begon nu echt te dringen...niet alleen dat we voor een dicht hek zouden komen te staan, maar het was ook onverantwoord om in het donker nog te rijden door het park. Gert had het telefoonnummer van het park al opgezocht, want dit gingen we niet redden... Maar geen gehoor, eerst geen netwerk en toen werd er niet opgenomen....Jaap reed zeer geconcentreerd, stevig door. Het begon al te schemeren.
Ik deed wel schietgebedjes dat er niet ineens een neushoorn uit de struiken zou komen rennen. En eindelijk een wegwijzer, we wisten al die tijd nog niet of we ook de goede kant opgingen, nu was het zeker, nog 5 km. Uiteindelijk kwamen we 15 minuten te laat bij de dichte poort. Na een korte uitleg door ons, deed de bewaker hem open en konden we ons plekje weer opzoeken. Ik had er niet aan moeten denken dat we verder in het donker onze weg hadden moeten zoeken door het park. Niets verlicht en dan al die dieren op de paden met gaten en stenen. Harm zorgde weer voor het vuur en legde er een kippetje op. Ik maakte nog een blik pastaslaai met sampoen open. Na de dis gingen de mannen nog even poolshoogte nemen bij de waterhole. Ik ging naar bed, m'n kaarsje was uit!
De volgende dag hoorde ik dat ze daar nog 3 zwarte neushoorns hadden gezien.
Maandag 14 april.
Ook deze dag in het donker opstaan, bammetjes maken, water koken, spullen opruimen, tent invouwen, bakkie thee of koffie drinken, auto inladen en op pad.Precies 6.00 uur reden we de poort van Halali uit. De lucht was zwaar bewolkt. Het zonnetje deed toch haar best om er door te komen. In het begin van de drive zagen we veel vogels, ook struisvogels en mooi zichtbaar de Lilac Brested Roller, kleine bokjes verscholen in het hoge gras, waarschijnlijk steenbokken.Het gebied was heel bossig, hoge struiken en ook bomen.
Later werd het zicht meer open en zagen we al het wild op de velden, impala's en hartebeesten. Veel giraffes en ook nog een neushoorn. Deze was blijkbaar geschrokken van onze auto, hij kwam plotseling uit de bossen links van de weg, rende de weg over en verdween rechts weer in de bosjes.
Het was een zwarte! We passeerden een waterplaats waar veel dieren kwamen drinken ook de grote groep hartebeesten die we net waren gepasseerd. De lunch deden we bij de Etosha Pan. De Pan loopt vol in de regentijd. In een paar maanden tijd droogt deze dan weer op.Wat er overblijft is een glinsterende witte laag die zout bevat. De Pan is 110 km van oost naar west en 60 km.van noord naar zuid.
Als al het water in Etosha is verdwenen verzamelen de dieren zich tenslotte bij kleine natuurlijke bronnen, waar altijd nog water te vinden is. Zodoende is de beste tijd om wild te zien hier dan ook in juni en juli. Wij waren er nu in april, het wild zat nog door het hele park verspreid, omdat de regentijd net afgelopen was. Daardoor was het nu wat moeilijker te vinden, maar het maakte de game-drives wel spannend. Nu kon je achter iedere bocht of bosje iets verwachten.
Daarna gingen we al game-drivend op weg naar NAMUTONI, het laatste restcamp voor ons in Etosha N.P. Het weer was mooi geworden en we genoten dan ook van de prachtige uitzichten. Struisvogels die met elkaar 'vochten'. Op een afstand leek het meer een soort ballet wat ze opvoerden. Giraffes met hun langzame, deinende gang op weg naar een drinkplaats.
Een flinke groep wildebeest (gnoes), vreemde beesten, een beetje lelijk wel. Alles mooi beschenen door het zonnetje, wuivende grashalmen om hen heen. Zou het aards paradijs er ongeveer zo hebben uitgezien? We arriveerden laat op NAMUTONI. Er ligt een groot wit fort. Vroeger was dit een Duitse politiepost, daarna een wapenopslagplaats en gedurende de eerste wereldoorlog een gevangenis voor Engelsen. Het Fort werd in 1957 gerestaureerd. De zonsondergang en opkomst schijnen spectaculair te zijn vanaf een van de wachttorens. Het Fort is rondom omgeven door Makalani palmen wat het een exotisch uiterlijk geeft. We zetten de tenten op, rommelden wat aan, controleerden nog een keer het waterpeil en gingen eten in het Fort.
Er was ook een verlicht waterhole. Het zonnetje was weer onder, bedtijd voor de ouwetjes, de jonkies deden nog even de bar aan....
(2) NAMIBIË, BOTSWANA, ZIMBABWE 2008
Deel 2
Dinsdag 15 april.
Alles verliep weer op rolletjes. Om 6.05 uur verlieten we het kamp, het ontbijt ingepakt op de achterbank. Het zonnetje kwam net op. Nu, vandaag zou het gaan gebeuren, de olifant! Jaap had die bovenaan zijn verlanglijstje staan voor deze reis en hij schitterde nog steeds door afwezigheid. Ze moeten er toch zitten...Hij reed vaak zelf, dus had het ook zelf in de hand...We kwamen een afslag tegen, een klein ommetje van een km of 10. Misschien daar dan?Plotseling rook ik een brandlucht, onopvallend even een blik geworpen op de handrem. Nee, die was het niet. Jaap ontdekte toen dat het lichtje van de accu brandde... Nee, hè niet weer iets met die K auto, dacht ik nog. Een blik onder de motorkap zei voldoende (voor de kenners)! Geen olifanten vandaag...
Harm werd een beetje wit om de neus, iedereen uit de auto terwijl overal werd gewaarschuwd dat niet te doen. Hij klom onmiddellijk op het dak om te waarschuwen voor naderend wild. Daar stonden we dan op een achteraf weggetje en ook nog eens geen telefoonbereik, goede raad was even niet voorhanden..... We zochten de sleepkabel op maar dit was duidelijk geen gewilde route, het eerste uur kwam er niemand langs. Gaan lopen was ook geen optie. Alle adviezen van de Britz maar naast ons neergelegd en toch maar gestart en geprobeerd met de auto een wat meer favoriete route te bereiken. Vol spanning gingen we stapvoets door kuilen en riviertjes, heuveltje op en af en ja, daar was hij dan, een doorgaande weg.
Gehaald, we slaakten een zucht van verlichting, ikke wel in ieder geval. Nu was het wachten en de eerste de beste auto vroegen we om ons naar Namutoni terug te slepen. Gelukkig was dat geen probleem. Daar neergezet konden we bij de receptie naar Britz bellen. Ze gingen het bekijken en ons terugbellen op ons mobiel. Er werd een nieuwe kaart aangeschaft om de telefoon op te waarderen. We wilden goed bereikbaar zijn. Tijd voor een bakkie koffie in het Fort waar we die dag tevoren nog zo lekker hadden gegeten. Omdat we niets hoorden van Britz slenterden we terug naar de auto.Daar kwam meteen iemand van de receptie ons roepen. Britz had ons niet kunnen bereiken, maar de auto zou in de garage van Namutoni worden gerepareerd.
Het was inmiddels half elf toen we daarheen gesleept werden. De monteur meteen onder de auto en wij op een stoepje in de schaduw ervoor. Van alle kanten werd het probleem bekeken. Het werd etenstijd voor de monteurs, en voor ons. De jongens en ik hadden ons intussen bij het zwembad geposteerd en trokken af en toe een baantje in een prima zwembad. We genoten van de Banded Mangoose die met een 40 tal onder de plankiers van het zwembad huisden. Tegen 13.00 uur werd de diagnose gesteld: er was wieltje dat de V- snaar op spanning moest houden afgebroken, dus daar moest een nieuwe opgezet worden. Op het park hadden ze die niet in voorraad, daarom werd er weer contact opgenomen met Britz.
Uiteindelijk werden we door een sleepwagen van een garage uit Tsumeb opgehaald. Gert en ik voorin de sleepwagen. Harm en Jaap met de hulpmonteur in het bakkie. Zo verlieten we Etosha N.P. We reden in anderhalf uur de 120 km. naar TSUMEB.Daar bogen zich meteen drie monteurs over het probleem, het was al 17.00 uur en al snel bleek dat het niet meer ging lukken die dag. Bij nader onderzoek bleek ook de waterpomp nog te lekken. Naar de banden werd ook hoofdschuddend gekeken. Absoluut niet geschikt voor de Caprivistrip! Weer werd contact opgenomen met Britz, ditmaal voor een vervangende auto. Onze auto werd weer aan de sleepwagen gehangen en zo reden we in het donker met zwaailichten de camping van Tsumeb op!
Wat een vreemde dag was het uiteindelijk geworden en triest voor Jaap, nog steeds geen olifanten...(had hij de auto ook maar niet kapot moeten maken...) We maakten ons maaltje klaar en Harm bracht het overschotje naar de nachtwaker die met een groot geweer die nacht voor onze veiligheid ging zorgen. Het was intussen een goed gebruik geworden om de maaltijd te besluiten met koffie en Amarula. Morgen uitslapen...want de garage komt ons morgen pas om 9.00 uur ophalen. Na drie dagen opstaan om 5.15 uur was dit wel een luxe!
Woensdag 16 april.
Omdat ik me een uur had vergist was ik toch weer vroeg op. Ik was alvast wat spulletjes gaan inpakken, omdat alles overgepakt moest worden naar de andere auto. Gert was ook al in actie toen er om 7.00 uur een grote oplegger de camping opreed met daarop eenzelfde auto als we al hadden. Het nummerbord was precies één nummer hoger.Deze auto was net uit de garage en er lag een gereviseerde motor in werd ons verteld. Hij zag er niet uit, deuk in de deur en het zeildoek van de tenten gescheurd.Nee, Britz staat bij ons niet op nummer 1. Maar goed, het was niet anders, de jongens wakker gemaakt, die lagen nog lekker te knorren.Toen alles naar de 'nieuwe' auto verhuist. We moesten nog even langs de garage om het slot van de keukenla te laten openbreken, daar was de sleutel namelijk niet van meegekomen. In de tussentijd werd er bij de Wimpy de internetsite bijgewerkt. Zo bleven de thuisblijvers ook op de hoogte van onze belevenissen.
In Tsumeb deden we nog inkopen bij de Spar, zodat we er weer voor een paar dagen tegen konden. Wel hielde we ons een beetje in met het vlees, want we moesten weer door het hek. We rekenden 872 N$ af. Het maakt geen verschil of je in Namibische dollars of in Zuid Afrikaanse Rand betaalt, beide worden geaccepteerd. Instappen voor GROOTFONTEIN. Dat bleek een grote stad, we hoefden er alleen maar doorheen naar RUNDU. De afstand van Grootfontein naar Rundu is ongeveer 250 km.De auto reed goed, we picknickten onderweg en waren tegen tweeën in Rundu.
Het hek werd gepasseerd, er werd niets gecontroleerd. Hadden we toch in Tsumeb lekkere biefstukken in kunnen slaan.... We hadden camping Kaisosi uitgekozen uit de Bradt. Een kilometer of negen buiten Rundu aan de Okovangorivier. Het bleek een prachtig terrein met lodges en in het midden een prachtig grasveld voor de kampeerders. Harm en Jaap kregen de sleutel voor een eigen sanitairruimte, en wij ook. Daarin een wastafel, toilet en douche. Luxe hè! We waren meer dan tevreden. Nu deze tenten voor de eerste keer open. De buitenkant beloofde niet veel goeds maar het viel mee. We moesten nu aan dezelfde kant in en uitstappen. En toen de ritsen, Jaap liet die van hen al lekker heen en weer ritsen. Helaas deed de onze het net zo slecht als bij de vorige auto. Daar moesten we nog wat op zien te vinden met het waterrijke en dus muggenrijke gebied van de Caprivistrip.
We vonden het wel een mooie tijd en plek voor een glaasje. Er hoorde ook een tafel en twee banken bij ons kampeerplek, dus dat was een mooie plek om neer te strijken Meteen kwam er ook een groep van negen pauwen de nieuwkomers bekijken. We hadden een boottocht afgesproken en die begon om 16.30 uur. Op de Okovangorivier zagen we het zonnetje ondergaan. We waren nu weer dicht bij Angola. Die avond aten we op het terras dat boven de rivier was gebouwd. Voor we daar naar toe gingen zagen we de pauwen een slaapplaats zoeken in de bomen tegenover onze tenten. Toen Gert per abuis het autoalarm liet afgaan sloegen ze meteen alarm. Zouden ze dat morgenochtend ook doen??? Er stonden lampen op de rivier en honderden kikkers verzorgden een concert.
Donderdag 17 april.
Goed geslapen bij een aangename temperatuur van 17°C. Ik was het eerste wakker en ben op het terras van gisteren mijn dagboek bij gaan werken. De vogels waren al aan het zingen. Het water begon te dampen en toen kwam het zonnetje op boven de rivier. Heerlijk zo'n land waar iedere dag het zonnetje weer opkomt. De pauwen waren verder rustig gebleven vannacht. We genieten weer van een heerlijk ontbijt en van het gezelschap van elkaar. Het is ook allemaal heel speciaal wat we doen en meemaken zo samen. Daar zijn we ons alle vier ook echt van bewust! We vertrekken weer, in Rundu doen we nog wat kleine boodschapjes. De jongens zoeken nog Billtong, maar kunnen het hier nergens meer krijgen. Het lijkt of we Namibië al een beetje hebben verlaten. Dan draaien we de asfaltweg op naar MAHANGO Park. Dit ligt aan het begin van de CAPRIVISTRIP. Ongeveer 200 km voor de boeg. We hebben Ngepi Camp uitgezocht om te kamperen. Dit ligt tegen het park aan. In het park zelf liggen geen campings. Eenmaal de afslag genomen, vanaf de doorgaande weg naar de camping, is het een ware toer om er te komen. Los zand, bochten, kuilen, smalle betonnen bruggetjes zonder zijkanten. Wel staan er langs het pad steeds aanmoedigingen in de trant van: U zit nog op de goede weg en waarschijnlijk gaat U het wel halen. Het werd nog een stuk ingespannen rijden voor Jaap. We kregen plaats nummer 8. Wel aan de rivier, maar niet veel zicht erop door hoge bossen langs de rand. Er was geen plaats om de auto op de plek te zetten die moest op de weg ernaast blijven staan. Het was even wennen maar dat lukte wel. We waren druk aan het installeren toen de buurman ons attent maakte op vier olifanten die aan de overkant aan de rivier liepen. Het was ver weg maar met de verrekijker goed te zien.
Als Harm 's avonds z'n kampvuurtje weer aan heeft, de maaltijd klaar is en weer goed smaakt en als dan bij wijze van toetje een nijlpaard in de rivier begint te briesen, dan gaat dat wennen wel gemakkelijk en is het weer genieten.
Het sanitair was hier wel heel bijzonder, zelfs een bad met uitzicht op de rivier. Zo was er een toilet ingebouwd in een houten troon. Je voelde je alsof je de Staten Generaal moet openen als je daar op zat. De ministers en leden van de Staten Generaal die dan voor je zitten zijn hier de nijlpaarden en de krokodillen.... Verder was er nog een echte oerwoudbadkamer...
De kranen voor de douche zaten in de boomstam.. Het is een beetje vreemd dat het hier een uur vroeger is dan in de rest van Namibië, tijd van Botswana en Zuid-Afrika. We zaten hier aan de westkant van de Caprivistrip, helemaal in het noordoosten van Namibië. Het zag er hier meer 'Afrikaans' uit dan wat we tot nu toe van Namibië zagen. We zien dorpjes met ronde rieten hutten, kleine kralen, meer dieren en mensen die water en hout op het hoofd vervoeren. Langs de weg, worden groente, fruit en houtsnijwerk verkocht. Het lijkt of dit deel meer bij Botswana hoort, vandaar misschien ook dat hier de Botswanatijd wordt gehanteerd. Na de maaltijd werd het gebruikelijke patroon weer gevolgd. Wij naar bed en Harm en Jaap de bar in.
Vrijdag 18 april.
Het inpakken was intussen al routine voor we 's ochtends voor een game-drive gaan. Het was hier even rekenen hoe laat dat we op moesten, omdat we de klok een uur hebben moeten verzetten! We moesten die vervelende weg weer nemen naar de doorgaande route. Nu viel hij eigenlijk wel mee. Gert betaalde 40N$ pp plus 10 N$ aan entree voor het Mahango N.P. Hij kreeg een route mee met aangekruist waar de leeuwen en de olifanten konden voorkomen. Natuurlijk hadden we die dag daarvoor al vier volwassen dieren gezien aan de rivier. Maar we wilden ze graag zelf ontdekken en wel vanuit de auto. We zagen Kudu's, Impala's, Roan antilopes en Sabelantilopes. Nadat we een mega baobab hadden bewonderd en op het keerpunt koffie hadden gedronken, natuurlijk met Harm op de uitkijk op de auto, passeerden we een hippo, heel dichtbij in het struikgewas. Hij aarzelde even of hij ons zou gaan verjagen, maar besloot gelukkig om dat niet te doen...En een klein stukje verder liep een leeuw vlak naast het pad op weg naar z'n wijfje. We konden ze mooi bekijken, een jong koppel. Toch vreemd om ze zo'n vijf meter van je open raam te zien zitten. Op dezelfde hoogte. Hij keek me ook echt aan met die gele ogen van hem. Maar toen nog die dikhuiden, die we zo graag wilden, niets hoor! Een mens is ook niet snel tevreden blijkt wel...
We deden nog een extra rondje naar een waterhole maar nee, geen olifanten. Op het kamp meldden de mannen zich aan voor de mokorotocht van die middag om16.00 uur. We hadden ruim tijd voor een lekkere lunch en wat bladzijden in een leesboek of een dagboek. De bijzondere badkamers werden op dit rustige uur uitgebreid bezocht. Ik zwaaide de mannen uit en had toen een paar uurtjes voor mezelf.
Tegen half zeven hoorde ik ze weer terugkomen op de rivier langs ons campingplek. Ze bleven nog wat nakletsen bij de bar en daar ben ik toen mee aangeschoven. Het was er gezellig. Ze hadden wat vogels gezien en een enkele hippo, maar niets spectaculairs, wel genoten en veel uitleg gekregen over de natuur hier, begreep ik. Rondom de braai, bordje op schoot, gegeten. De maan gaf nu veel licht; daardoor nam het aantal sterren duidelijk af. 's Avonds moesten we een truitje aan!
Zaterdag 19 juli.
Deze ochtend weer vroeg op, niet voor een game-drive maar voor een bird-walk. Deze ging vanaf de camping door de weilanden richting swamp. We zagen de Senegal Cockoo, de African Fish Eagle, verschillende tokken, Drongo's, de Jacana, mooi in het zonnetje, hij deed zijn Nederlandse naam eer aan en liep inderdaad over de waterleliebladeren. Verder nog het stompe staart vogeltje...? Verschillende reigers, waarvan de Goliath zeker vermeld moet worden. En dan nog Kievieten, de Black Smith Plover en de Spurwinged Plover. En als laatste nog een mooie Sunbird. Onze gids vertelde ons ook de namen van de bomen, waarvan alleen de Marula en de Mango zijn blijven hangen. We leerden niet veel van hem, het was een beetje een eigenwijs mannetje, maar de wandeling was wel leuk. We liepen ook nog langs een huttendorp waar verschillende jongens de koeien aan het melken waren. Terug op het kamp hadden we ons ontbijt nog tegoed. Nadat alles weer ingepakt was stond MUDUMU N. P. op het programma. Om daar te komen moesten we zo'n 100 km de Caprivi Highway rijden en volgens ingewijden kun je die niet rijden zonder olifanten te zien. Nou, dan kennen ze ons nog niet.
Jaap reed niet te hard en speurde links en rechts, wij deden ook ons best maar niets hoor. We stopten in KWANDO. Daar lag, net buiten het dorp, een lodge aan de rivier en er was ook ruimte om te kamperen. De huisjes, mooi gelegen aan de rivier, bleken onbereikbaar i.v.m. de hoge waterstand. Wij waren de enige campinggasten. Na enig puzzelen vonden we de beste plek voor de auto. Tegen de avond gingen we in de bar een borreltje drinken. Een wit wijntje hadden ze niet, wel bier en limonade. Het terras lag zwevend boven de rivier. Op het terras stond een grote schaal waar een vuurtje op gemaakt werd en later werd daar ook het vlees geroosterd. Prachtige ambiance. Wij kookten ons eigen potje, bij de tenten. Ook prima! Morgen is Mudumu N P. aan de beurt. Zou het daar dan gaan gebeuren???
Zondag 20 april
Vandaag onze laatste game-drive met de 'eigen' auto. We lagen nog op bed toen we de nachtzwaluwen hoorden roepen. Gert dacht dat hij ook nijlpaarden hoorde, maar ik denk dat dat het gesnurk in de tent naast ons was. De boterhammetjes gingen weer gesmeerd mee de auto in. Na een kopje thee/koffie vertrokken we naar het Mudumu N.P. Jaap reed en ik zag bij hem in ieder oog een olifantje...Na wat heen en terug rijden vonden we met enige moeite het kantoor. In een boom bij het hek zaten Velvet Monkeys. Op het moment dat hij wegliep zag ik z'n blauwe ballen. We kregen een advies over de te volgen route, maar al heel snel dachten we het pad kwijt te zijn. We kwamen er al snel achter dat in dit park de weg gewoon moeilijk te vinden was. Het gras groeide hoog naast, maar ook op de weg. We belandden meerdere keren in erg los zand waar de motor ons met moeite doorheen trok. We waren blij met de nieuwe motor in deze auto. Jammer, maar wel bijzaak was dat de vering compleet versleten was.
We moesten er niet aan denken dat we hier vast zouden komen te zitten, want we hadden namelijk nog geen enkele andere auto gezien in het park. We waren eensgezind van mening dat dit geen weg was toen Jaap ons onderbrak: Olifanten links van de weg...Het was een groepje van vier met één jong erbij en ook mooi dichtbij! Eindelijk, onze eigen olifanten!
Meteen was de stemming in de auto veranderd, we gingen er weer voor. We dwaalden van waterhole naar....weer hetzelfde waterhole, toen liepen we weer vast op de rivier. We dreigden nog vast te komen zitten, maar op de lage giering kwamen we er toch weer uit. Dit was het moment om te stemmen; gaan we nog naar de hippopool of niet.Met drie voor en één tegen gingen we. Toen kwamen we pas in het mooie deel van het park. Impala's, zebra's zonder tussenstreepje, weer een olifant, warthogs, bavianen en weer olifanten. Het kon niet op. Ook het landschap was prachtig
.
We verdwaalden nog een keer en reden ineens op een start-landingsbaan. Een Cesna stond net klaar om op te stijgen.... Ook stuitten we op een chique Lodge. We besloten daar een Cola te gaan drinken. Het bleek niet gebruikelijk dat er mensen zomaar aankwamen. Hier werden alleen Amerikaanse gasten ontvangen die werden ingevlogen en vervolgens per boot op de Lodge werden afgezet. Na enig heen en weer gevraag onder het personeel was de Cola toch mogelijk. Bij het afrekenen deed zich nog een klein probleempje voor. De prijzen waren namelijk alleen bekend in Amerikaanse Dollars. Zo maak je in een wildpark nog eens wat mee!De middag brachten we door op het kamp.Harm bouwde 's avonds een reuze kampvuur, we gingen niet naar de bar, maar maakten onze eigen voorraden op. Net voor we voor de laatste keer de tent indoken vloog er nog een enorme vleermuis over. Spanwijdte 30 cm? Hij landde in een boom en werd niet meer gezien.
Het koelde hier behoorlijk af 's nachts dus de slaapzak werd meteen maar dicht geritst.
Maandag 21 april.
Dit werd de dag van afscheid nemen van Namibië, van de auto en de tenten....Dus alles weer herschikken, alle levensmiddelen en aangeschafte keukenspulletjes in dozen gedaan. De laatste keer dat de tenten dicht gingen werd gefilmd! Op de weg stopten we bij een craftshop en er werden nog wat souvenirs aangeschaft: een olifant, een schaaltje en een mandje. Nog voor we de grens over gingen deden we een huttendorpje aan en hebben we de ingepakte dozen met spulletjes afgegeven. Deze werden dankbaar aanvaard: Thank you Mama, thank you! De jongens deden nog een spelletje voetbal met wat knullen, de bal bleef natuurlijk ook daar en dat was dan meteen onze laatste actie in Namibië. De grensovergang ging soepel, het kostte niet eens zo heel veel tijd. Wel moesten we onze schoenen en de wielen van de auto ontsmetten. We stapten daarna weer met die schone schoenen op dezelfde automat waar we voor de grens ook op hadden gestaan. Maar volgzaam als we zijn... Meteen bij de grens stonden al prachtige baobabs, enorme bomen zijn dat toch.
Nog maar net BOTSWANA binnen en daar liepen ze, zomaar over de doorgaande autoweg: een grote groep olifanten! Ze treuzelden wat, steken we wel of niet over, zo hadden we de tijd om ze goed te bekijken. Daar hadden we nu dagen en dagen naar lopen speuren! Ons reisdoel was KASANE. Vanaf de grens was het nog 70 km rijden door het CHOBE N.P. Bij Ngoma gate lieten we ons inschrijven en bij de Sedudu Gate lieten we ons weer uitschrijven. Daarna was het nog zo'n 15 km naar Kubu Lodge. Chobe National Parc heeft een oppervlakte van 12.000 km² en is niet omheind. De dieren migreren vrijelijk tussen Chobe, Moremi en de delta in Botswana, Hwange in Zimbabwe en de natuurreservaten Mamili en Mudumu in Namibië, waar we dus net vandaan kwamen. Chobe is voor het overgrote deel vlak en de vegetatie bestaat voornamelijk uit mopane en teakbossen, afgewisseld met grote grasvlaktes. Het meeste wild bevindt zich in het noorden van Chobe, bij de rivier die een belangrijke watervoorziening vormt voor het wild.
Hier komen alle dieren voor die in zuidelijk Afrika leven, de enige uitzondering is de neushoorn. Die komt hier niet meer voor. Even na tweeën stapten we de lodge binnen. We werden ontvangen of we de eerste gasten sinds weken waren, dat was niet zo, maar we kregen wel het gevoel. Miles Travel had alles goed geregeld. Maar als we gedacht hadden ons hier even op ons gemakje te kunnen installeren dan was dat mis. We kregen te horen dat we al waren ingeschreven voor een game-drive om 15.00 uur. Ja maar, we moeten de auto nog inleveren..., geeft niet, dat doen wij wel! Hebben jullie al geluncht? Nee, dan ga ik even regelen dat jullie nog terecht kunnen in het restaurant... Dat werd haasten, alles uit de auto halen, koelkastje leegmaken, bagage naar het huisje, oeps, wat voor munteenheid hebben ze hier voor de fooi voor de kruier... Ergens diep ik nog een euro op, later hoor ik dat Gert hetzelfde had gedaan, mooi, had de kruier ook een goede dag! Heerlijk geluncht en we waren precies op tijd bij de ingang om kennis te maken met Chris, onze chauffeur en gids voor Chobe. N.P. Het was een half uur rijden van de lodge naar de ingang van het park. Daar aangekomen zagen we grote aantallen olifanten. Grote, kleine in alle maten. Zeer dichtbij, er was er zelfs een, een puber, die een aanval uitvoerde op de jeep voor ons, met getrompetter en al. Prachtig!
Jaap kon hem bijna aanraken... Ook Guinea Falws zagen we mooi dichtbij. Het wild was hier duidelijk meer gewend aan auto's en zodoende beter en van dichterbij te bekijken. We zagen Bavianen, spelend door de bomen. Impala's, de visarend, verschillende reigerssoorten en strandlopers, een krokodil van wel vijf meter lang lag op een eiland in de Chobe rivier. Op datzelfde eiland liep ook een olifant met vijf poten bij en jonge meid... En ook nog een nieuwe soort bij de antilopes, een Puku, lijkt een beetje op de Uganda Kob, blijkt er dan ook familie van te zijn. Bij de rivier kregen we een drankje aangeboden en even na zessen waren we na een koude rit in de open jeep weer terug op de lodge. Het was wel weer een leuke ervaring om nu niet zelf te rijden en een gids bij te hebben . Zo dicht bij de olifanten met de motor af, dat hadden wij zelf nooit gedurfd.
Wat weer minder is is dat je meteen als er iets te zien is, dan ook met meerdere jeeps ter plekke bent, veel klikken van de camera's, mensen praten en roepen. We zagen meer op deze manier, maar anders. Ook genieten.. dat zeker wel! Tegen zevenen gingen we aan tafel, buiten op het terras, op de achtergrond nog net zichtbaar de rivier. Geen buffet, jammer voor de jongens, maar wel een prima kok die overheerlijke dingen bereidde. We konden kiezen uit vlees of vis. Voor de jongens was het wel jammer dat het niet druk was in de lodge en zodoende ook niet in de bar. Het kwam voor hen neer op snel een slaapmutsje scoren en naar bed. Na een warme douche in een verlichte badkamer schoven Gert en ik in het ruime twee persoonsbed. Af en toe waren we elkaar gewoon kwijt! Wat een ruimte hadden we nu en niet alleen in bed. Toch had het tentje ook veel charme!
Dinsdag 22 april.
's Nachts een paar keer wakker geworden van briesende nijlpaarden. Het was aan het grasveld tussen de huisjes en de rivier, 's morgens, te zien dat de nijlpaarden hadden lopen grazen. Gelukkig dat we hier gewoon een toilet in het huisje hebben...flitst er dan even door je heen! Om zes uur moesten we ons weer melden bij de ingang. Het was nog donker, pakje drinken en sultana's in de zak. Extra trui aan, want we wisten het nog goed van de terugtocht van de dag daarvoor. Richard, een charmante oudere heer, was onze chauffeur en gids. We waren nog maar net in het park toen we al een leeuw hoorden brullen. En, ja hoor, we zagen hem snel tussen de struiken lopen met een geweldig ochtendhumeur, scheen het. Hij brulde en mopperde tenminste flink. Misschien was het alleen maar om aan de vrouwtjes duidelijk te maken dat er gejaagd moest gaan worden, omdat de heren honger hadden... Het werd een ware strijd tussen een achttal jeeps wie er het eerste bij was en wie vooraan kon staan.
Later hoorde Richard van een andere gids, dat er een kill was geweest. Een impala was het slachtoffer geworden. Er werd veel heen en weer gereden, maar het was niet te ontdekken waar de maaltijd plaatsvond. Richard vertelde ook veel over het leven van de dieren in het park, voedingsgewoontes, groepssamenstelling, paringsgedrag etc. Dat gaf echt een meerwaarde. Harm realiseerde zich nu pas goed hoe speciaal het toch was geweest dat wij in Mahango parc zo, vanuit ons eigen auto, de leeuwen konden bekijken. De rest kon dat alleen maar beamen. Toen we vertrokken van de lodge was het flink koud, 13°C. Dat lijkt op zich wel mee te vallen, maar er stond een felle wind, in een open auto met een vaartje van 70 km per uur. Dan kom je bij het hoofdstuk gevoelstemperatuur! Richard had ons allemaal een deken gegeven.
Onderweg, tijdens de game-drive kregen we nog een bakkie thee/koffie en koekjes. Daarna reden we door en langs de rivier terug naar de uitgang. We zagen nog van zeer dichtbij een Lilac Brested Roller, die natuurlijk door Gert nog even op de gevoelige plaat werd vastgelegd.
Terug op de lodge schoven we aan voor het ontbijt, op het terras in het zonnetje. Trui na trui ging al snel uit. Nu was er wel een buffet, veel fruit, sapjes, muffins, bruinbrood, zoet en natuurlijk 'how do you want your egg this morning'? Ik heb dan meteen een melodietje in mijn hoofd..... De vrije tijd werd gevuld met lezen, internetten op een trage computer en een wandelingetje in de tuin van de lodge, dutje. Toen was er wel weer genoeg honger voor een drie gangen lunch... Deze keer in de schaduw op het terras, het zonnetje had inmiddels veel kracht gekregen.
Om drie uur konden we ons weer melden aan de poort voor een boottocht op de rivier. Tom was onze kapitein en gids. Wat was dat en mooie ervaring. We zagen de dieren heel dichtbij. Ze werden niet verstoord, omdat ze de boot eigenlijk niet opmerkten. Roodkeelbijeneters bij hun nesten in een zandwand. IJsvogels, met een prooi die eigenlijk net te groot was, op een tak. Krokodillen, buffels, kudu's, monitor lizzards en hippo's aan de kant liggend in het zonnetje met koereigers op de rug. Maar ook zwemmend in de rivier dicht bij de boot. Gert genoot volop van zijn nieuwe camera. Maar het mooiste spektakel was op het einde, in het avondlicht. Een flinke groep olifanten die zich uitleefden in de rivier. Wat een waterdieren zijn het.Die grote kolossen die zich links- en rechtsom wentelen in het water, alleen het puntje van de slurf nog zichtbaar.
En wat we ook nog nooit hadden gezien; een olifant die aan de rand van de rivier net zo lang met een poot in het zand heen en weer schraapte tot hij een prettig modderbad had gemaakt. Toen de blub eenmaal de goede samenstelling had, werd het heel enthousiast met de slurf over de rug gesproeid. Ook de buik kreeg nog een beurt. Als je er goed over nadacht was dit eigenlijk dezelfde huidbehandeling die de Himbavrouwen ook toepasten.
We hadden echt uitgebreid de tijd om te genieten en om foto's te maken en te filmen. Even in m'n arm geknepen en ja, ik was er echt, ik droomde het niet! Puur genieten! We sloten af met een prachtige zonsondergang die de rivier dieprood kleurde. Er was weer een dag toegevoegd aan de lange reeks bijzondere vakantiedagen.Terug op de lodge konden alle batterijen aan het oplaadstation en na een voortreffelijk diner zochten we ons huisje weer op. Nog wat gelezen en geschreven, ik zat zo vol van alle mooie ervaringen, het moest meteen opgeschreven worden.Toen konden we elkaar weer gaan zoeken op het bed. Het was breder dan het lang was. In tentmaten gemeten dus eigenlijk driepersoons. Mooi wit beddengoed en een zeer ruime klamboe.
niet slecht hè?
Het viel hier trouwens enorm mee met de muggen, ik had er in ieder geval geen last meer van....
Woensdag 23 april.
De wake-up call was om 5.30 uur, want we gingen weer op pad met Richard. We waren de enige deelnemers aan de tocht, dus een privé behandeling. De ochtend drive is speciaal gericht op de katachtigen, misschien een jachtluipaard of een luipaard vandaag? We scoorden wel weer een nieuwe antilopensoort: de waterbok. Ik dacht gisteren al dat Richard niet meer een van de jongste was, maar hij blijkt 71 te zijn. Daar ziet hij toch niet naar uit. Hij was tot zijn pensioen ranger. Hij blijkt alle parken van Botswana goed te kennen. Hij heeft een zoon die in Leiden gestudeerd heeft voor dierenarts. Toen we langs de rivier reden zagen we een Blacksmith Plover die haar nest had aan de rand van de rivier, drie eitjes erin. Maar helaas, het water was hoger gekomen en nu dreigde het nest te overstromen. Ze was druk bezig takjes aan het nest toe te voegen, maar wij hadden niet het idee dat ze het kon redden. We lieten haar maar alleen met haar probleem. Ook vandaag gaf Richard ons weer veel informatie over het park en de dieren. Helaas geen grote katten gezien maar wel een erg leuke drive gehad. Jammer dat het weer voorbij is, maar we hoeven maar even aan het wachtende ontbijtbuffet te denken, dat maakt dat we niet te lang treuren. Later dronken we koffie op ons eigen terras, van het huisje, deden een wandeling rondom de lodge, maar door het hoge water was een deel niet bereikbaar. Het leverde een nieuwe specht op en wat veertjes.
Op het terrein van de lodge lopen apen en banded mangoose die erg leuk met elkaar spelen. Het waren echter nog wel wilde dieren die ons van ons eigen trap af joegen met hun geblaas en dreigende houding. Het is gek, maar ik ging toch lopen voor zo'n klein beestje. En dan, erg decadent waren we weer klaar voor de drie gangen lunch...heerlijk in de schaduw, glaasje wijn erbij... Hoe lang zou een mens dit leven vol kunnen houden? Twee keer per dag en game drive, drie keer per dag een heerlijke maaltijd. Altijd mooi weer, prima kamer, lekker bed en goed gezelschap. Ik weet het niet maar dit was de laatste dag hier en we genoten er met volle teugen van. Om drie uur moesten we weer aantreden voor de game-drive met Chris, of we het ook druk hadden...Ook hier waren we de enigen die meegingen en het werd dan ook een leuke tocht. In alle rust genoten we van vogels, hamerkop, het gedrag van guinea fawls.
Allerlei lopertjes aan de rivier en badende olifanten. Chris zocht plaatsjes waar we alleen waren met de dieren, geen storende andere jeeps. Ook hij vertelde veel bijzonderheden van de dieren en waarom ze in een bepaald biotoop voorkwamen. Hij vertelde ook van ons te genieten, omdat we zo anders waren dan alle andere gasten. Omdat we geïnteresseerd waren in alles, ook de kleine dieren en de tijd namen om hun gedrag te bekijken. Hij was meer gewend aan mensen die het liefst alleen de grote dieren wilden zien, een foto maakten en dan weer snel door wilden naar de volgende... We zagen nog een waterdikkop met een krab tussen z'n snavel zijn jongen gaan voeren.
. Een stuk verder waren 2 giraffemannen aan het 'vechten' om een vrouwtje. Het leek wel een ballet in slow-motion zoals ze met de koppen en lange nekken om elkaar heen draaiden, elkaar steeds wat wegduwend met de billen... En daarna nog olifanten en olifanten en nog meer olifanten. Het werd op het laatst een spelletje. Een van ons riep 'een olifant' daarop riep de volgende dan 'twee' en een ander 'drie' en zo kwamen we soms tot 12. We stapten nog uit voor een koel drankje en moesten toen op het laatst nog racen om op tijd weer bij de gate te zijn. Het werd een hartelijk afscheid van Chris en bij de receptie hoorden we dat we de volgende ochtend om 11.00 uur opgehaald gingen worden voor de transfer naar Vic Falls. De laatste etappe van onze reis. Maar eerst gingen we dan nog de ochtend-drive met Richard doen.
Donderdag 24 april.
De dag werd begonnen met Richard. Helaas waren er weinig dieren te zien. Het blijft een kwestie van geluk of je ze tegenkomt. We zijn inmiddels ook al redelijk bedreven in het sporen lezen, maar ze waren er echt niet. Om toch iets te kunnen laten zien reed hij langs een betonnen plaat waar een grote tent had gestaan. Daar was Elisabeth Taylor met Richard Burton getrouwd in de jaren 70.Verder was er nog en ruïne van een huis met een verhaal. Toen de grenzen van het park werden bepaald moesten een aantal dorpjes verdwijnen en werden de bewoners elders ondergebracht. In deze ruïne woonde een blanke Engelsman die geweigerde had te vertrekken. Hij was daar uiteindelijk met toestemming van het gouverment blijven wonen en was 90 jaar geworden. Hij was bij zijn huis, nu ruïne, begraven.
Dat zijn van die dingen waar je eigenlijk niet bij stil staat als je een wildpark bezoekt, dat daar dorpjes in hebben gelegen die ontruimd zijn geworden en dat de bewoners daar waarschijnlijk niet blij mee waren...Hopelijk was er een goede regeling voor hen.We zagen nog wel dat de Blacksmith Plover nog op haar eitjes zat. Wel met de buik in het water. Maar ze had het toch nog één dag langer gered... En daarna keken we nog naar een giraffe en een groep grazende wrattenzwijnen (warthogs). Als die grazen zakken ze door hun voorpoten. Ze schijnen geen nekwervels te hebben en kunnen dus hun nek niet buigen. Bij het afscheid van Richard gaf ik hem de sleutelhanger met de hollandse klompjes eraan. 'Die zal ik aan m'n vrouw geven' zei hij en toen was het weer tijd voor 'how do you want your egg in the morning'.
Onze spulletjes werden door een kruier opgehaald en toen konden we plaatsnemen in een minibus. Deze bracht ons naar de grens met ZIMBABWE. We kregen er een mooi plaatje in het paspoort bijgeplakt en we werden al weer opgewacht door het busje van de volgende lodge. En, het werd al een goed gebruik, meteen na de grensovergang zagen we weer een hele kudde olifanten die links en rechts van de weg stonden te grazen. Er was nog een jong bij dat onder de buik van zijn moeder door kon lopen. Wij hadden hier geleerd dat ze dan nog geen jaar oud zijn. We reden in ruim één uur van de grens naar Lokuthula Lodge. We reden door het stadje VICTORIA FALLS. We werden weer vriendelijk ontvangen met koude limonade en nadat de formaliteiten waren afgehandeld werden we voor ons huisje afgezet. Deze keer met z'n viertjes in een groot huis met twee verdiepingen. De jongens hadden hun slaapkamer boven. Het zag er allemaal goed uit.
In plaats van ramen en deuren naar buiten zat hier zwaar tentdoek dat je kon oprollen en dichtritsen. Als we al de doeken hadden opgerold hadden we een prachtig uitzicht op een stukje brousse van Zimbabwe en achter de rivier lag Zambia. We hadden ook een complete keuken. Wat boodschappen hadden we bij de receptie besteld. Die zouden ze nog komen brengen. We namen de tijd om wat spulletjes een plek te geven en alles eens uitgebreid te bekijken. Er lagen ook folders van allerlei activiteiten die we nog konden gaan doen. O.a. de mogelijkheid om te gaan olifant rijden tussen de leeuwen. Nu leek ons dat niet erg gepast om dit te gaan doen nu we zo hadden genoten van deze dieren in hun natuurlijke omgeving. We hadden het gevoel dat dit een beetje dieronterend zou zijn. Hetzelfde gold voor de activiteit: wandelen met tamme leeuwen....
Onder het genot van een koel drankje werd alles eens bekeken en besloten we naar het stadje te gaan en de volgende dag de Falls te bezoeken. Er was een shuttle van het hotel op de lodge naar het stadje. We begonnen op de markt waar allerlei handwerk werd verkocht. Er waren daar op dat moment geen andere toeristen en we werden werkelijk belaagd. Ongeveer 30 stalletjes en ze verkochten allemaal ongeveer hetzelfde. Voor de verkopers een soort struggle for life. Door de problemen rondom de verkiezingen met Mugabe was het toerisme sterk afgenomen. Hierdoor hadden deze verkopers ook vrijwel geen klanten meer en dus geen inkomen. De druk om iets te kopen werd behoorlijk opgevoerd en met name Harm vond het maar niets. Na een overzichtsrondje langs alle 30 stalletjes kochten we op een paar plaatsen wat.Het geeft ook een onbevredigend gevoel als je dan gaat afdingen maar 's lands wijs... Ze bleven ons maar aanklampen en wilden eigenlijk geen geld meer hebben voor hun spulletjes, maar onze sokken, schoenen, t-shirts en noem maar op, het geld was immers toch niets waard en morgen waarschijnlijk nog minder...
Na met deze harde werkelijkheid te zijn geconfronteerd gingen we bij de Wimpy een broodje hamburger eten en moesten daar 1.840.000.000. Z$ voor betalen. Dat was dan ook wel voor vier personen! Wat een groot probleem heeft dit land. Wij hoorden dat nu Mugabe de verkiezingen heeft verloren er nieuwe verkiezingen komen, maar dat hij eerst de militairen een geweldrondje op het platte land heeft laten maken om mensen met geweld te dwingen op hem te stemmen... Op het eind van de middag namen we de shuttlebus terug naar de lodge en namen een pilsje in de tuin en kletsten nog wat na over alles wat we hadden beleefd in Zimbabwe tot nu toe. Er kwam nog en berichtje van de receptie dat niet alle bestelde boodschappen geleverd konden worden. Ook in het stadje hadden we lege supermarkten gezien dus het verbaasde ons niet. De maaltijd hadden we gepland in het BOMA restaurant hier op het terrein. Toen we er naar toe liepen hoorden we op afstand de djembé's al roffelen. We kregen allemaal een Afrikaanse doek omgeknoopt en een witte stip op de wang geverfd.
Nadat we ons tafeltje toegewezen hadden gekregen werd er traditioneel gemaakt bier geserveerd. Dit was gemaakt van maïs, millet en suiker om te fermenteren. Het smaakte niet. Daarna werden wat voorgerechtjes geserveerd, allemaal lokale gerechten. Daar zaten wel lekkere dingen bij, niet altijd even duidelijk te herleiden wat het was. Verder was er een enorm buffet, heel veel locale gerechten, veel groenten, een vegetarische hoek en dan nog heel veel vlees wat je kon laten grillen. Er was keuze uit eland, warthog, pork, sirloin, kudu, krokodil. Maar ook vis was er volop. De mannen liepen heel wat keertjes, eindelijk, dat grote buffet! Ik keek vol verbazing toe toen ze dat alles afsloten met een bord chocolademousse. Tijdens de maaltijd was er een optreden van een muziek- en dansgroep. Later kwam er nog een groep djembéspelers achteraan. Er werden overal in het restaurant aan de gasten ook djembé's uitgedeeld en het werd een samenspel van de profs met de zaal. Gert en ik trommelden ons partijtje mee, de jongens moesten nog eten... Ze hadden tussendoor ook nog hun diploma mopane-rups-eten gehaald. Het was een zéér gezellige Afrikaanse avond. Thuis werd nog een kopje koffie gemaakt, maar dat heb ik niet meer langs zien komen, de ogen waren al dicht!
Vrijdag 25 april.
Er was afgesproken om 8 uur op te staan. Het ontbijt deden we in de tuin. Geroosterd brood en de mannen gingen aan de eieren. Jaap was van de honger wakker geworden, zei hij...!!?? Daarna volgde een discussie over het avondeten maar de jongens boden nog een avondje BOMA aan, dus daar hoefde dan niet verder over gepraat te worden. Rond onze braai scharrelden een groep warthogs. De mannen wisten nu hoe ze smaken! Op weg naar de Falls, in de bus vertelde een Amerikaan dat hij er al was geweest. Een poncho of paraplu was echt niet nodig zei hij. Het was indrukwekkend, wat een water valt daar naar beneden!
En wat een lawaai maakt dat, echt oorverdovend. Nu zaten onze oren ook al snel vol met water, want die Amerikaan had het helemaal mis gehad. Door zijn advies hadden we maar een poncho gehuurd en dat was duidelijk te weinig. We werden gewoon zeiknat, omdat de wind vanaf de Falls op het wandelpad ertegenover stond. Het was eigenlijk niet mogelijk om op de uitkijkpunten te komen, zo waaide het water over het pad.
Maar je bent er maar een keer en we hebben het geriskeerd om toch wat foto's en film te maken. Halverwege zijn we omgedraaid en ben ik nog even langs het standbeeld van Dr. David Livingstone gelopen. Hij was de eerste blanke die, in de 19e eeuw, de watervallen aanschouwde. Hij was er zo van onder de indruk dat hij ze naar de toenmalige koningin noemde ( hij had geen vrouw, want hij was missionaris). De 'Victoria Falls'. De lokale Kololostam had de watervallen een meer poëtische naam gegeven 'Mosi-oa-Tunya' wat betekent: 'Rook die dondert'. Hij had een mooi standbeeld gekregen.
We waren inmiddels zo koud en nat dat we een plekje op een zonnig grasveldje zochten, de schoenen leeggoten en de sokken uitwrongen. Met de bus reden we weer terug naar het stadje waar we onze internetpagina weer bijwerkten. Meteen konden we het laatste nieuws uit Nederland lezen. Dat ging in 30 minuten voor 2 US$. Intussen gingen Jaap en Gert op zoek naar kaartjes voor een helikoptervlucht. Ze kwamen terug met één kaartje, dus Jaap ging in z'n eentje, althans zonder familie de lucht in. We hadden nog tijd voor een broodje en een bakkie koffie op een terrasje. De straatjochies die op straat steeds met ons meeliepen keken op een afstand toe.Dat was teveel voor mij. Zitten eten met twee hongerlapjes op afstand. Dus ik heb mijn broodjes in een servetje gewikkeld en ze waren er reuze blij mee!
Harm enGert gingen terug naar de lodge en ik ging met Jaap mee naar de helihaven. Daar probeerde ik nog even of ik toch niet alsnog een kaartje kon kopen, maar helaas. Ik zwaaide Jaap uit en een 20 minuten later was hij weer terug, zeer enthousiast, met prachtige foto's. Hij had nu een mooie indruk van de grootte van de Falls. Wij werden netjes afgezet op de lodge waar we in ons eigen tuin een drankje namen. Tegen de avond liepen Jaap en ik naar het terras van het hotel waar je een mooi uitzicht had over een waterhole en de omgeving. We beleefden samen onze allerlaatste zonsondergang van deze vakantie. Een heel speciaal moment! Eigenlijk namen we toen daar al een beetje afscheid van Afrika en onze vakantie. We hadden natuurlijk nog wel een echte Afrikaanse avond in de Boma tegoed.
Het was weer net zo'n leuke en lekkere ervaring als de dag daarvoor. Het eten was weer prima en overdreven veel, zeker als je weet hoe het er buiten dit resort aan toe gaat... We speelden natuurlijk een stuk beter op de djembé en tussendoor haalde ik ook mijn diploma mopane-rups-eten. Bij thuiskomst zat er ter verwelkoming een spin ter grootte van mijn handpalm op onze slaapkamerdeur. Gert probeerde hem te pakken maar hij viel en we zagen hem ineens nergens meer. We hadden een grote klamboe om ons bed, dus ik kon met een gerust hart gaan slapen....
Zaterdag 26 april.
Bij het opstaan zag ik de hele grote spin, die we de vorige avond niet meer terug konden vinden, onder de klamboe op weg naar mijn bed. Hij heeft het niet mogen overleven. We konden het rustig aan doen. Pas om 11 uur werden we opgehaald met onze spulletjes bij het huisje.
Toen begon de lange reis terug naar huis. We vlogen in 2 uur van Vic. Falls naar Johannesburg. We wierpen nog een blik op de Falls die zelfs op deze hoogte goed zichtbaar waren. In Johannesburg dachten we ruim tijd te hebben om te eten en te shoppen, maar een slechte service aan de KLM balie maakte dat we daar drie en een half uur moesten wachten op onze boardingscards. Uiteindelijk schoven we nog net op tijd een restaurant binnen voor een maaltijd, de eerste na het ontbijt. Daarna zijn we snel nog op zoek gegaan naar een muziekwinkel om te zoeken naar Afrikaanse en liefst Namibische muziek voor de film. Net op tijd, want winkels en restaurants gingen al sluiten.
Toen zat het erop, 23.30 uur stegen we op en 11 uur laten zetten we weer voet op Nederlandse bodem.Toen was het inmiddels
Zondag 27 april geworden.
Traditiegetrouw eerst een bakkie bij de Delifrance voor we de weg naar huis opreden, aan de goede kant van de weg....
Els Bouwmeester, augustus 2008.
Welkom op dit reislog, we gaan naar NAMIBIË!
Hallo en welkom opdeze reislog!
Wij gaan met viertjes in april een reis maken naar Namibië. Enkele jaren geleden hebben we ook samen een reis gemaakt naar Zuid-Afrika.Daar zijn we toen besmet geraakt met het Afrika-virus en nu willen we nog een keer samen terug naar Afrika.Het lijkt ons leuk jullie op de hoogte houden van onze ervaringen d.m.v. een kort verslag en foto's.Deze site wordt de plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens onze reis. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waarwijons bevinden en waarwe zijngeweest! Meer informatie over ons en de reis diewe gaan maken vind je in het profiel.
Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.
Wij zienje graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!
Leuk dat je metons meereist!
Groetjes,
Gert, Els, Harm en Jaap.
MALI, Kerstreis, reisorganisatie: BAOBAB
Rondreis van 19 december 2007 tm 3 januari 2008
woensdag 19 december
Het vliegtuig had vertraging...Dus vlogen we niet om 13.40 uur, maar zeker 1½ uur later. Met als gevolg dat we ook vanaf Charles de Gaulle later weg waren. We vlogen met Air France. En vanaf Parijs hadden we nog zo'n 5 uur te gaan.
De ophaalploeg in BAMAKO had een paar uurtjes op ons moeten wachten. Het was er donker en warm. Nadat we onze bagage hadden gevonden maakten we kennis met David en Adema, de reisbegeleider en de chauffeur.
Na wat heen en weer gezoek door David bleek dat er één persoon zijn tas miste! Dus dat werd wachten, omdat hiervoor allerlei formulieren moesten worden ingevuld. Zo wisten we meteen maar weer: 'Reizen is vooral ook veel wachten'. Uiteindelijk arriveerden we om 1.30 uur Nederlandse tijd in hotel B?HAN. Daar konden we nog voor we het bedje opzochten euro's wisselen naar CFA's.
Zeer moe en uitgeblust lieten we de douche voor wat hij was en sliepen we volgens mij nog voor we goed en wel in het bed lagen....
donderdag 20 december Het ontbijt was, buiten de onmenselijke tijd van 6.00u. (3½ uur slaap...), prima verzorgd. Eitje, croissantje, harde broodjes, smeerkaas en jam.
We zagen nu ook wie er bij de groep hoorden en de eerste namen vielen al gauw.
De reisbegeleider bleek een man met veel reiservaring. Helaas niet opgedaan in Mali.
Dit was, net als voor ons, de eerste keer voor hem.
Hij blonk uit door zelfvertrouwen en allerlei wijsheden werden meteen ruim uitgedeeld.
Zo vond hij b.v. een bezoek aan een schooltje, wat Baobab had aangekondigd in zijn reisbeschrijving, maar onzin, daar zag hij het nut niet van in. Wel had iedereen daar spulletjes voor meegenomen....
Die kon hij wel ergens anders gaan afgeven, zo dacht hij.... Een andere mening van hem was: Moslims geven één aalmoes per dag. Wij zijn geen moslims, dus hoeven niets te geven....Kortom hij maakte niet meteen een warm gevoel bij mij wakker. Maar het was nog maar een eerste indruk!
We vertrokken met twee bussen. Een wat grotere en een kleinere, in de laatste zaten meestal zes passagiers. We kwamen tegen 13.00 uur aan op de plaats van bestemming SEGOU.We verbleven daar in Hotel L'Auberge.
Gelegen dichtbij de rivier de Niger. Het was een mooi hotel met zwembad. Voor we het stadje gingen verkennen hadden we eerst een briefing met David en werd ons het reisprogramma uitgelegd. We sliepen steeds maar één nacht op dezelfde plaats. Dus de bagage hoefde weinig uitgepakt te worden!
De Niger bleek een ontzettend brede rivier. Er lag een grote Nigerstomer afgemeerd. Verder was er veel bedrijvigheid door vooral de vrouwen. Er werd de afwas gedaan, verschillende mensen namen een bad, de rivier werd als toilet gebruikt, er werden brommers en auto's in gewassen en verderop werd hout vanaf ezelkarren op kleine piroques geladen. Verder slingerde er overal vuilnis.
Het diner werd in de tuin opgediend. Een lange tafel voor 20 personen. Heerlijk smaakte het, de eerste 'capitaine' van deze vakantie.Ik was moe dus de tafelgesprekken gingen wat langs mij heen. We hadden een goed bed en met de airco zachtjes aan sliep het prima.
vrijdag 21 december Vandaag een lange reisdag gepland. Om 06.00 uur vertrek en aankomst verwacht rond 15.00 uur. Lunchpakketje werd meegenomen in de bus. Het reisdoel was het motel in S?VAR?. Het was inderdaad een lange, warme dag. Dus toen we een uur eerder dan verwacht arriveerden in Sévaré was iedereen blij verrast.De bagage werd snel op de kamers gelegd, even een natte lap over de toet en weer aantreden bij de bus voor een excursie naar MOPTI.
Mopti werd aangekondigd als het Venetië van Afrika. Dat hebben wij niet kunnen vinden of het moest het open riool in de stad zijn wat die indruk moest wekken.... Het was een volle, drukke, runoerige en vuile stad. De mensen waren weer heel vriendelijk. Fotograferen en filmen was meestal geen enkel probleem.
De moskee was een bezienswaardigheid. We mochten er jammer genoeg niet in. De buitenkant was net gerestaureerd. Dit moet iedere 2 jaar gebeuren. Dit omdat de muren van leem zijn gemaakt, tijdens iedere regenperiode spoelt er een groot deel weg dus moet er dan weer een nieuwe laag op aangebracht worden.
We wandelden uiteindelijk naar de haven. Daar was een hele bedrijvigheid en ook een terras met een mooi uitzicht over de haven en de rivier. We namen daar een pilsje en een cola voor 1700 CFA. ( 1 euro is 650 CFA).
Op weg naar Sévaré zagen we vandaag veel mooie landschappen. Open landschappen met verspreid staande struiken en bomen. Veel baobabs die ze, dat zagen wij nog nooit eerder, hadden teruggesnoeid. Waarschijnlijk werd het snoeihout gebruikt om eten op te koken. De dorpjes zagen er anders uit dan we ooit eerder zagen in Afrika. Groepen vierkante lemen huisjes die weer in het vierkant waren ommuurd. Alle muren waren van gedroogde kleisteen, afgesmeerd met leem. Tussen de huisjes stonden rijen ronde lemen hutjes op een verhoging van grote stenen.
Dit zijn de voorraadschuurtjes, zij hebben puntdakjes van takken. Verder zie je wat buiten de bebouwing in de dorpjes ook nog een soort vergaderruimte, de Togona. Een open onderbouw van dikke takken met daarop een laag dak van een dikke laag hooi. Dit wordt gebruikt om het gras te drogen dat in schrale tijden dient als veevoer. Maar tevens dient dit lage, dikke plafond om opspringende mannen tijdens verhitte discussies weer snel op hun zitplaats terug te krijgen, doordat ze meteen flink hun hoofd stoten....De kleur van de aarde en bouwsels is bruin/grijs. De daken zijn plat en worden afgesmeerd met een mengsel van stro, zand en ezelpoep. Dit bevat namelijk een soort olie wat maakt dat het dak waterdicht is.
We aten weer in de tuin en om 20.30 uur zochten we het bed weer op. De wekker moest worden gezet op 04.30 uur.
zaterdag 22 december De bagage werd uitgezocht, want we konden niet alles meenemen op de boot.Dus keuzes moesten worden gemaakt... We reden een uurtje naar de boot. Een flinke piroque met een dak van gevlochten gras. En dan was er achterop een houten hokje waar je boven een gat kon hurken. Wat je liet vallen verdween dan meteen onder je in de rivier! Het dak was open dus genoeg ventilatie! Over privacy praten we dan maar niet... We gingen de komende drie dagen varen we op de rivier de NIGER naar Timboektoe.
De Niger is na de Nijl en de Kongo de derde rivier van Afrika. Hij stroomt in een soort lus door Mali en halverwege splitsen tal van stromen zich van de Niger af waardoor een enorme delta ontstaat. Deze loopt tot Timboektoe. De Niger is niet helemaal bevaarbaar door deze delta en allerlei stroomversnellingen. De rivier is 4160 km. lang.
Nadat alle bagage een plekje had gevonden op de punt onder een groot zeil, kon iedereen een plaatsje opzoeken en op het moment van wegvaren verscheen het zonnetje aan de horizon. Hierdoor werd de sky-line van het dorpje met de contouren van een moskee prachtig rood gekleurd! Het ontbijt werd geserveerd, d.w.z. het werd doorgegeven vanaf de kokkin door de hele boot tot aan de punt. Het was frisjes maar al snel kreeg de zon warmte en werd het lekker en konden de truien uit.
Op de oevers zagen we kleine nederzettingen, voornamelijk van tenten. Veel zwaaiende mensen en kinderen. Heel kleurig zag het er allemaal uit. De kleren en ook het zwervend vuil is kleurig. We zagen veel visnetten bij de hutten, dus we konden wel raden waar hier het dagelijks voedsel uit bestaat.
We legden een keer of drie aan bij een klein dorpje aan de kant. De reisorganisatie, Baobab had ons in de beschrijving 'niet toeristische dorpjes' beloofd en dat werd ook waargemaakt. Moeders met baby's op de rug stonden van een afstandje het afmeren te volgen. Kinderen kwamen meteen enthousiast aanrennen. We liepen redelijk ongestoord door de dorpjes en konden vrij fotograferen. Sterker nog, de kinderen vroegen erom! Ze poseerden en wilden dan graag het resultaat bewonderen. Ze reageerden dan uitgelaten en riepen merci, merci!
Overal lagen visnetten bij de hutjes. Langs de rand van de dorpjes werd wat groente verbouwd, meest uien. Op de houtvuurtjes lagen wat magere kippenpoten en veel kleine visjes.Deze onderbrekingen waren welkom, want het was een lange zit. De boot was niet ruim genoeg om door te kunnen lopen, dus alle verplaatsingen moesten via het gangboord. En dat had niets van ontspannen wandelen. We zaten wel lekker in de schaduw. Wie toch wilde zonnebaden kon dat doen door op het gangboord of op het dak te gaan zitten. Toen het al wat begon te schemeren werd de boot aangelegd en moesten we snel de tent opzetten. Want als het in Afrika schemert is het snel donker.
Gelukkig was er die avond al vroeg een volle maan die ons voldoende bijscheen. Terwijl wij de tenten opzetten, bereidde de kokkin een heerlijk diner. Spaghetti met tomatensaus, casave, kool, aardappel en ui. We zaten met z'n allen op het dekzeil van de bagage dat op het zand was gelegd. Na het eten vertelde David dat het vertrek volgende ochtend al om 5.30u. stond gepland. Dat betekende dus... om 05.00 uur opstaan!
Verschillende mensen twijfelden of ze dan maar meteen naar bed zouden gaan. Maar het was nog geen 20.00 uur en dat was toch nog wel erg vroeg. Besloten werd bij het licht van de volle maan nog maar een blokje om te gaan.
Het landschap veranderde niet in dat blokje. Veel wit zand met af en toe wat doornige struikjes. Slechts een enkele boom en daar kwam je elkaar dan weer tegen om te plassen.nDe hippo's lieten zich wel horen maar bleven op grote afstand. Het koelde flink af.
zondag 23 december Iedereen was op tijd weer present met bagage en ingepakte tent. Net toen we de tenten gingen opruimen verdween de maan en moesten we toch nog op zoek naar zaklantaarns. De kokkin was al druk bezig. Tegen zevenen was het licht en liet het zonnetje zich meteen goed zien. Het ontbijt werd weer doorgegeven vanuit 'de keuken'. Brood,roerei, jam, honing, duo penotti en puntjes smeerkaas. En natuurlijk koffie en thee. De dag verliep verder hetzelfde als de dag ervoor. De rivier was wat wilder en de voorste bank kreeg soms een overspattende golf te verwerken.
De rivier is wel een kilometer breed. We voeren meestal in het midden, dus we hadden niet zoveel zicht op de oevers. Ook de hippo's die we afgelopen nacht duidelijk hoorden lieten zich nu niet zien. Gert zag af en toe wel wat leuke vogelsoorten overvliegen en probeerde wat leuke foto's te maken. Er werd door een groepje gebridged. Maar er werd vooral veel gel
ezen.We legden weer aan en terwijl wij wat rondkeken kocht 'de crew' twee levende kippen. Deze werden later aan boord geslacht en geplukt en we vonden ze gebraden en wel terug in de lunch. Later bezochten we weer een dorpje en daar kochten ze wat moten capitaine voor het diner. Tegen vijven viel de wind wat weg en werd de rivier weer rustig. Het begon alweer te schemeren toen we onze kampeerplek naderden. De tenten stonden snel in het losse zand en het diner werd weer verorberd op het grote zeil in het licht van de volle maan. De boot lag afgemeerd op een gladde rivier, met daarin weerspiegeld het licht van de maan! Een plaatje om stil bij te worden, maar dat lukte eerst niet met 20 mensen... Op verzoek zong de kokkin, Aiwa, een Malinees lied. Toen werd het dus wel doodstil. Het was een prachtige ervaring, die vrouwenstem die in haar eentje, zonder begeleiding, in dat mooie decor haar volkslied zong.
Later toen Gert en ik wat wegliepen van de groep zagen we de hippo's in de rivier. We zagen hun ogen oplichten in de schijnwerper. Hun gebrul is echt een soort oergeluid. Prachtig. Even schrokken we nog toen ze ineens wel heel erg dichtbij opdoken. We sliepen niet lang daarna in met het geluid van briesende en snuivende hippo's.
maandag 24 december Om 06.00u. stonden we weer bepakt en bezakt bij de boot. We kenden nu de gang van zaken en nadat alles op de boot bevestigd was konden we weer een plaatsje zoeken. Voor de eerste keer zaten Gert en ik nu wat dichter bij elkaar. Maar één rij ertussen. Het ontbijt smaakte weer goed en het was heerlijk om je warme kopje thee vast te houden...We 'deden' weer twee dorpjes. Een was heel klein en een wat groter, heerlijk authetiek. Het graan lag tussen de hutten te drogen. De visjes lagen op het houtskool of op het dak, ook te drogen. De kinderen waren snel enthousiast te krijgen om mee te zingen en te klappen. Zo vergaten ze helemaal om te vragen om een cadeau of bonbon.
De laatste lunch van Aiwa, macaronisalade, aten we op een mooi wit strandje. Rond 12.00 uur kwamen we aan in TIMBOEKTOE. We gingen met jeeps naar het hotel, La Colombe. Daar aangekomen nam David meteen de mogelijkheden voor de komende dagen met ons door. Gert en ik kozen als enigen van de groep voor de lange kamelentocht. D.w.z. met overnachting bij de Toeareg. Wij vinden het wel geschikt dat de anderen besluiten niet mee te gaan. Het is na deze dagen wel duidelijk dat deze groep niet echt het groepsgevoel gaat kennen.....
Het opgeven voor deze excursie betekende voor ons dat we tot 16.30 uur tijd hadden om een klein rugzakje voor de komende nacht te pakken, even te douchen, een klein wasje te doen en toen werden we door Alpha naar de kamelen gebracht. Er sloten nog drie Japanse meisjes bij ons aan. We stijgen op en de eerste 10 minuten is het nog wennen, daarna is het alleen maar heel leuk. We reden door de woestijn, maar die bestond hier niet uit alleen zand. Er stonden ook overal wat lage struikjes. Maar toch wel voornamelijk zand, veel zand. We reden ruim een uur voor we arriveerden bij het kamp waar we ook bleven slapen. Het zonnetje was toen al onder. Het was geen mooie kleurige zonsondergang geworden. Er hing namelijk een hele laag stof of zand boven de horizon waar de zon langzaam in oploste.
We werden uitgenodigd om plaats te nemen naast een tent. Er was gezorgd voor beschutting tegen de wind door een afscheiding van kamelenhuid. Onze Toeareg gastheer schoof bij ons aan en de theeceremonie begon.
Het was al vlug donker maar onze ogen wenden er al snel aan. De thee werd gezet in een klein blauw theepotje op gloeiende kooltjes. Er werd een glas kruiden en een glas suiker aan het kokende water toegevoegd. Vervolgens werd de thee van grote hoogte in een glaasje geschonken. Daarna werd hij vanuit het glas weer teruggedaan in het potje. Dit herhaalde zich enkele malen. Dan werd de thee geproefd en nog niet goed genoeg bevonden. Het inschenken en teruggieten ging nog een tijdje door. Ondertussen legde hij uit dat je bij de Toeareg altijd drie kopjes thee krijgt geserveerd. De eerste heet de 'thee van de dood'. Deze was ook erg sterk en bitter. De tweede heet de 'thee van het leven'. Deze smaakte al een stuk aangenamer. De derde heeft de naam 'thee van de liefde' en dat was gewoon een lekker bakske! Deze hele ceremonie nam ruim tijd in beslag. Dat was niet erg, het was kerstavond en we hoefden nergens meer naar toe. We genoten van de hele ceremonie, zo buiten onder een prachtige sterrenhemel.
Tussendoor spreidde moeder Toeareg ook nog haar kleedje met sierraden uit en konden wij nog wat shoppen. We hadden de hele avond gezelschap van onze gastheer die tot verbazing van de Japanse dames ook nog twee woordjes Japans bleek te kennen. Verder werd de hele conversatie in een mengeling van Engels en Frans gevoerd. We leerden zo veel over de gebruiken en tradities van de Toeareg. En hij was ook nieuwsgierig hoe een aantal zaken bij ons geregeld waren. Tegen 09.30 uur bracht hij ons naar bed. De matrasjes die tot dan als stoel fungeerden werden nu onze matrassen. Gert kreeg er twee van hem, met een lachje en de mededeling dat hij wel moe zou worden met al die vrouwen in een tent.... Het was een koude nacht.
dinsdag 25 december, eerste kerstdag Het zonnetje kwam mooi op tegen zessen. Zo werd het 1e kerstdag in de woestijn bij de Toeareg. Het ontbijt werd naast de tent geserveerd. Een zakje met stukjes droog brood en een potje kokend water met theezakjes en een blikje nescafé. We zagen dat de kinderen ook met een stuk brood in de hand liepen. Na het ontbijt konden we weer shoppen, nu bij een oom en zwager van onze gastheer. Het bieden en afdingen werd gedaan door de getallen met de vinger in het zand te schrijven. Ik maakte nog wat foto's van een van de Japanse meisjes. Ze vond het leuk om voor me te poseren, nadat ik had uitgelegd waar ik het voor nodig had.Zo kom ik dan misschien toch nog aan een aziatische kop.... Na enig wachten kwamen de kamelen er weer aan. Die lieten ze 's nachts los grazen in de woestijn, dus moesten die 's morgens eerst opgespoord en teruggebracht worden. De terugtocht ging prima en ik zat erop met een gevoel of ik dit al veel vaker had gedaan.
Tegen 10.00 uur waren we terug in Timboektoe. Alpha kwam ons al tegemoet. Hij stelde voor om na het opfrissen meteen de stadstour te gaan doen i.v.m. de markt. Dus 20 minuten later liepen we door de stad. Timboektoe was vroeger een handelscentrum. Zout uit de woestijn werd er van kamelen overgeladen op boten. Goud ging de omgekeerde weg. De Toeareg hielden hun nomadische levenswijze, maar hadden wel de militaire en economische controle over Timboektoe. In de 15e eeuw was de stad een van de belangrijkste commerciële centra in West-Afrika.en van groot belang voor de islam en de wetenschap.
Het verval van de stad is ingezet na de invasie door Marokko. Vanaf de 18e eeuw trokken Europese ontdekkingsreizigers het binnenland van Afrika in met als doel Timboektoe, de goudstad. De meesten overleefden hun avontuur niet. De naam van de stad heeft nog steeds een magische klank. Alpha gaf ons uitleg bij alle woningen van Europeanen die ooit de doortocht door de woestijn hadden gehaald en in Timboektoe veel goede dingen hadden gedaan. Maar allemaal bleken ze naderhand toch weer vermoord, meestal om redenen van geloof. Het was erg stoffig in de stad. We bezochten de moskee, die 's middags pas open ging, het museum met veel oude geschriften, soms zelfs met letters in bladgoud. We doorkruisten de stad die bestond uit kleine winkeltjes, vierkante lemen huizen. En ook veel Toeareg tenten. Het maakte een rommelige indruk. Ook al omdat er in iedere straat een open riool lag.
We werden nog in een tent uitgenodigd op de thee en om weer wat sierraden te bekijken. Ze hebben hier veel zilveren hangers waar dan weer allerlei symbolen ingegraveerd staan. Of ze hebben een bepaalde vorm waardoor ze dienen als sleutel om een bepaalde Toeareg gemeenschap te mogen betreden. Tijdens de onderhandelingen in de tent vloog een vuurvinkje af en aan. Deze bleek een nestje te hebben in de wand van de tent. We aten in een restaurantje wat ons door Alpha werd aanbevolen.
Daarna zochten we ons hotel weer op en was het tijd voor een siësta en een frisse douche. Overdag was de temperatuur tussen de 35 en 40 graden C. De nachten waren wel koud. De bedden in de hotelkamers hadden vaak niet meer dan een laken. Dan kwam onze slaapzak goed van pas! We aten gezamelijk met de groep bij een restaurant aan de andere kant van de stad. Het eten was goed. Er had nog een groepje mensen ingetekend voor een toeareg dansavond. Wij niet, dus lagen we na een aantal nachten kamperen voor het eerst weer in een echt bed.
woensdag 26 december 2e kerstdag. Het werd een reisdag van Timboektoe naar Sévaré. Ontbijt om 05.30uur. De helpers begonnen vast de bagage vast te sjorren op het dak van de jeeps. We reisden met jeeps, omdat de kwaliteit van de weg niet geschikt was voor een bus. De weg was inderdaad allerbelabberst. Ik weet nu wat het wasbordgevoel is. We wisselden regelmatig van plaats om niet altijd in de zon te hoeven zitten. We stopten voor koffie, maar iedereen nam een frisdrankje. We stopten ook nog voor een lunch op een lekker schaduwterras. Daar kocht ik mijn nieuwe tafelkleed (Bogolan). Na heel wat afdingen en praten voor 12.000 CFA's met een kettinkje. In totaal reden we met vijf jeeps drie lekke banden.
Onderweg zagen we veel nomaden trekken. Alle bezittingen op ezels gesjord. Ook moeder de vrouw met de baby's zat op een ezel. De grotere kinderen en de mannen liepen dan met het vee. Het waren dan wel meerdere gezinnen die zo met elkaar verhuisden. Aan het eind van de middag arriveerden we in motel Sévaré. Ons inmiddels al bekend. We kregen onze achtergebleven bagage ook weer terug. Wat hadden we nu ineens veel spullen.. Lekker gerommeld, gedouched, gedineerd, capitaine met frietjes en toen plat!
donderdag 27 december We werden een uur te vroeg gewekt. Weer anderen waren helemaal niet gewekt en die versliepen zich dan ook. We bleken nu ook een zieke te hebben die niet mee zou gaan de DOGON in. Het was 2½ uur rijden naar het vertrekpunt van de Dogontrack. Daar werd onze bagage op ossewagens geladen en begonnen wij aan onze wandeling, onder begeleiding van de plaatselijke gids Ismaël. De geïsoleerde ligging van het Pays Dogon heeft er sterk toe bijgedragen dat het Dogonvolk in hoge mate hun eigen cultuur heeft weten te behouden. In dit gebied is geen elektriciteit, waterleiding en wegen en daardoor geen gemotoriseerd verkeer. Je kunt je alleen te voet of per ezel- of ossekar door het gebied verplaatsen. In Pays Dogon zijn geen restaurants, hotels of winkels. Je bent dus volledig op een gids aangewezen.
We liepen onder langs een rotswand. Deze had alle kleuren oker, geel en terra. Het zand waar we op liepen was rood. Prachtig. Er stonden veel bomen met groene kruinen die het kleurenspektakel compleet maakte. We bezochten het eerste dorp TELI. We dronken wat en bezochten in de rots, na wat geklauter, de eerste huisjes van de Tellem stam. Zij gingen zo hoog in de rots wonen om veilig te zijn voor rivaliserende stammen en bekeerders van de islam. We wandelden weer verder naar het volgende dorp ENND?. Daar vonden we verkoeling in een soort tent van gevlochten gras. We kregen daar de lunch en konden onze tent opzetten op de binnenplaats.
Verder was het de bedoeling tot 16.00 uur in de schaduw te blijven. Dat moesten we wel, want het was te warm voor welke activiteit dan ook. Mooi moment om het dagboek bij te werken...Toen de ergste hitte voorbij was brachten we een bezoek aan het dorpje. We zagen een leerlooierij, indigoverven, kleden verven met verf die gemaakt was van de bast en de vruchten van de baobab. Verder waren er natuurlijk ook weer sieraden en kalebassen, bekleed met kamelenleer, te koop. Vrouwen waren massaal aan het rijst stampen.
Het was wel erg leuk, maar we waren met teveel witte mensen... Ik zonderde me soms wat af en ging dan alleen bij de mensen de erven op en had dan wel wat leuke contacten en kon meteen wat, door Ine gehaakte, hoofddeksels geven. Op de terugweg kwamen we langs een voetbalveld en daar introduceerde ik de frisbee. De kinderen waren enthousiast en ook onze gids Ismaël deed fanatiek mee. Terug op het 'kamp' bleken de tafels nu buitengezet en had onze kok zich op het avondeten gestort. David schept op uit de grote schaal.
Na het eten kwam Ismaël nog wat uitleg geven over besnijdenissen. Dat is hier nog steeds gebruikelijk bij mannen en vrouwen. De handeling wordt uitgevoerd door smeden.Of de kwaliteit en de scherpte van hun messen daar de reden van is, vertelt het verhaal niet. Bij zo'n besnijdenis hoort dan meteen een heel initiatieritueel van enkele dagen. De masseur meldde zich bij David en hij had meteen al een klant.
We sliepen weer lekker in de tent. Nu geen geluid van hippo's. Maar ook ezels, hanen, buffels, koeien en slapende mensen kunnen heel wat geluid produceren.
vrijdag 28 december Ook bij het ontbijt bleek weer dat we een prima kok bij ons hadden. Poffertjes, oliebollen, warme broodjes en een grote sortering beleg: smeerkaas, jam, honing, duo penotti en ook nog een gekookt eitje. Na veel gedraai en gekeutel vertrokken we naar het schooltje. Er was weer een zieke, die bleef achter met zijn vrouw en zou later teruggaan naar Sévaré. Op het schooltje kregen we te horen hoe het schoolsysteem in elkaar zit in Mali. Het werd duidelijk uitgelegd. De meegebrachte spulletjes werden uitgestald op een tafel. Men was er erg blij mee. Subtiel werd er ook nog om geld gevraagd. Men deed dit door een schrift door te geven waarin je samen met je naam kon schrijven hoeveel je had gegeven. Het was kerstvakantie dus er waren alleen wat aangelopen kinderen in de klas.
Hierna begon de wandeling van die dag. We hadden 8 km voor de boeg, meestal door los zand in een bakkend zonnetje. Halverwege stopten we voor een koel drankje bij een smederij. Even dachten we terug aan de uitleg van gisteravond over de besnijdenissen. Het was geen prettig idee dit in verband te brengen met deze zwarte mannen. Natuurlijk zwart van huidskleur maar ook zwart van het roet van het metaal bewerken. Ze verkochten daar ook souvenirs en wij vonden er een mooi masker.
Onderweg zagen we ook nog een flinke groep mensen aan het werk in een vochtig stuk aarde. Hier werd leem/klei uit de grond gehakt. Daarna in een model geperst en later te drogen gelegd in de zon. Van deze stenen worden hier de huizen gebouwd. Het nieuwe overnachtingsadres zag er weer goed uit. De tenten konden weer op de binnenplaats of op het dak gezet. Het was ook mogelijk om zonder tent zo in de slaapzak op het dak te gaan liggen. Wij kozen voor de tent op de grond. Na aankomst hadden we weer rust tot 16.00uur. Gezien de warmte een prima regel. Daarna liepen en klommen we tegen de rotsen omhoog om een heilige offerplaats van de Tellem te gaan bezoeken. Daar waren de ontmoetingen met de Hogon, de hoogste persoon bij het Tellemvolk. Er waren resten van dieren die geofferd waren. Er lagen in de rotsspleten nog muziekinstrumenten.
De rotsen stonden vol met oude en nieuwe muurschilderingen. Van bovenaf had je een prachtig zicht op de lager gelegen dorpjes en de wijdse rode vlakte. We klauterden naar beneden en weer naar boven en kwamen bij een spleet tussen de hoge rotsen waar een meer tussen lag. Kinderen liepen af en aan met grote bakken water op het hoofd, balancerend op de rotsen. En dat op blote voeten of teenslippertjes. Op de terugweg passeerden we een dorpje waar we een oud baasje aantroffen die een hele verzameling zakjes en gebruiksvoorwerpen om zijn middel had geknoopt. Hij liep met een pijp in de hand. Hij wilde ons wel laten zien hoe hij daar de brand in kreeg. Mooi hoe primitief dat moest maar hoe handig het lukte. Met een dotje katoen, een vuursteen en een stukje ijzer.
Net voor donker schoven we weer onze binnenplaats op. We kregen couscous met geit voor het avondeten en er was weer niets mis mee. Na het eten meldde de masseur zich weer met veel bombarie. En hij vond ook weer een klant. Hij had kleine kalebasjes bij zich, gevuld met karitéboter. Dit is een vet gemaakt uit bladeren van de karitéboom. Een van de grondstoffen van Oil of Olaz. Onze masseur gebruikte deze boter bij de massages. En terwijl wij nog wat natafelden onder een prachtige sterrenhemel begonnen de eerste djembés al te roffelen. Net buiten de poort hadden zich al muzikanten en dansers verzameld. Door het geluid van de djembé kwamen er steeds meer mensen om te spelen en te dansen. Wat begon als een kleine opvoering voor een groepje toebabs ontaardde spontaan in een groot dansfeest. Prachtig!
Wij waren inmiddels gewend om rond 20.00 uur naar bed te gaan... Dus tegen 09.30 uur plaste ik nog een keertje in het veld onder begeleiding van de djembémuziek onder een van de mooiste sterrenhemels ooit. Bedtijd! Kort daarna stopte het feest.
We sliepen onrustig door de hevige wind. Toen we 's ochtends de spullen gingen inpakken lag alles, ook in de tent, onder een laagje fijn rood stof.
Zaterdag 29 december Reveille om 06.00 uur en ontbijt om 07.00 uur. De bagage werd gewikt en gewogen, want deze dag kunnen ook de ossenkarren ons pad niet volgen. We moeten over de rotsen klauteren. Dus alles werd over dragers verdeeld die het op het hoofd meenamen. In het eerste dorpje kon je met de gids naar boven voor een bezoek aan de tellemwoningen. Wij kozen om beneden bij de kinderen te blijven en onze voetbal op te blazen. Ze waren er blij mee. Er werd meteen een veld ontdaan van vuil en takken, twee doelen gemaakt met palen en spelen maar....
Vandaar klommen we naar boven. We passeerden een pas en eenmaal daaroverheen kwamen we in het dorpje waar we weer zouden blijven. BEGNEMATO. We hadden een plaatsje gevonden voor de tenten tegen de kerk aan. Dat moest wel veilig slapen... We lunchten en daarna was het weer siësta. Nadat het dagboek was bijgewerkt maakten we nog een kort wandelingetje door de velden net buiten het dorp. Er was een groot voetbalveld uitgezet. De lijnen waren getrokken met een asspoor. Een mooi schoolgebouw hadden ze en er werden nog lokalen aangezet. Een bord meldde dat deze school was gejumeleerd met een school in de Haute Savoie in Frankrijk.
Stipt 16.00 uur waren we weer terug voor de wandeling met Ismaël. We klommen de rotsen op net buiten het dorp en zagen een begraafplaats van de Tellem, hoog tegen de rotswand. Een compleet raadsel hoe ze daar konden komen en daar dan ook nog eens de kruiken konden achterlaten. De lichamen werden in de rotsen gelegd. Voor ze daar in gingen werden ze gewassen met water dat in kruiken werd meegenomen. De kruiken met het waswater, dat nog een deel van de ziel zou bevatten, werden afgedekt op een richel achtergelaten. We liepen nog wat tussen de hutjes in het dorp. We kwamen langs de woning van een jager. Dit was duidelijk te zien aan alle apeschedels die hij tegen zijn huis had geplakt, ook veel dierenhuiden, slangenvellen en hele rijen met kaken.
Een beetje luguber wel. Het dorp bestond uit drie delen. Het islamitische deel, het christelijke deel helemaal aan de andere kant en wat hoger op de rotsen het animistische gedeelte. Borreltijd! Er werden nog wat worsten opgediept uit de bagage. Wij hadden onderweg nog wat pelpinda's gekocht dus ook de borrelhapjes waren aanwezig. Na het avondeten begon de bel van de kerk te luiden en schoven wij mee de kerk in. Het was er klein, lemen bankjes op een lemen vloer. Op een omgekeerde doos voor het altaar stond een kerstgroep. Een mariabeeld was behangen met ziveren slingers en rechts stond een houten kruisbeeld tegen de muur.
De mannen zaten rechts, de vrouwen links en de toebabs overal. Het bleek geen echte mis maar een soort Mariaverering. Er werd voorgebeden en geantwoord en daarna ook nog gezongen. De pastoor vertelde ons, na afloop, dat er de volgende morgen om half negen een mis zou zijn. Wij stapten vanuit de kerk ongeveer direct onze tent in. Het kerkvolk bleef rondom onze tenten staan napraten. Het deerde ons niet, we sliepen vrijwel meteen.
zondag 30 december Ik was al vroeg weer op de rotsen geklommen om een mooie zonsopkomst te kunnen zien. Helaas was er sluierbewolking dus geen mooie kleuren. Wel mooie contrasten!
Bij terugkomst bleek de tent al ingepakt en de hele groep al aan de warme broodjes te zitten. Ik kon nog net mee aanschuiven. Tussen de boterhammen door kocht ik nog een mooie geweven indigolap voor Marjon. Zij had mij veel spulletjes van haar overleden moeder meegegeven om weg te geven. Gert had gisteren interesse getoont voor een bronzen beeldje van een Peul. Dit is een stam in Mali die van de veeteelt leeft. Ze zijn herkenbaar aan hun grote houten hoeden. Dus nu kwam de verkoper nog eens horen en omdat hij flink gezakt was met zijn prijs ging Gert de onderhandelingen aan. De vraagprijs gisteren van 50.000 CFA. Vandaag werden de onderhandelingen gestart met 35.000 CFA.
Het resultaat was dat ik verder met een behoorlijk zwaar souvenir in mijn dagrugzak rondliep.....maar we waren wel 25.000 CFA lichter geworden! Voor we aan onze wandeling begonnen werden we eerst nog mee de rotsen op genomen en daar werden we getrakteerd op een maskerdans. Prachtig al die kleuren in het ochtendlicht. Het zag er geweldig uit.
We kregen ook uitleg over de betekenis van de verschillende maskers. Sommigen beelden de jagers uit anderen de aarde, sommige jonge, kinderloze vrouwen. De hele hoge maskers in de vorm van een kruis zijn de bekendste Dogonmaskers. Hele oude afbeeldingen ervan zagen we getekend hoog boven in de rotsen. Hierna begonnen we aan onze laatste wandeling in de Dogonvallei. Het werd een stevige klim over de rotsen heen en eenmaal daar zagen we in de verte onze busjes al staan wachten. We namen afscheid van Ismaël die een geweldige gids was geweest en ook van Adema, de perfekte kok. Ook van de masseur werd hartelijk afscheid genomen; hij was een kleurrijk figuur op onze tocht.
En toen volgde natuurlijk ook weer een blij weerzien met Adema en Mohammed, onze buschauffeurs. Reizen is ook een doorlopend kennismaken en weer afscheid nemen. Soms wel heel jammer om mooie, leuke, fijne mensen weer te moeten achterlaten.... Ismaël gaf ons ieder nog een hanger met daarop een geluksschelp, voor een gelukkig leven!
We lunchten onderweg naar DJENN? in een mooie schaduwrijke tuin. Via Sévaré, waar we de achtergebleven zieken ophaalden, voeren we met de pont over naar Djenné, een flinke stad op een eiland. Op naar Hotel Campement Djenné en een warme douche...
maandag 31 december Om 7 uur zaten we aan een Frans ontbijt, broodje met jam. We hadden een prima kamer met voor de eerste keer deze reis ook een klamboe, De douche waar we zo onze hoop op hadden gevestigd deed het niet maar een kraan op 1 meter boven de grond gaf wel water en daarmee ging het ook prima. Na het ontbijt wandelden we op ons gemakje Djenné in. Alle gebouwen in Djenné zijn van leem in Sudanese bouwstijl. De straatjes zijn klein en lopen kriskras door elkaar. Op het stadsplein staat de Grande Mosquée.
Op straat gaf een Maraboet koranonderwijs. De leerlingen, jonge jongens, hadden schrijfplankjes waarop Arabische tekens stonden. Ze lazen gezamelijk, hardop de koranteksten. Djenné is door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. Daarbij is bepaald dat er niets aan het straatbeeld mag worden verandert. Met als gevolg dat ook de open riolen in het midden van de straten intact moeten worden gehouden.... Het was maandag, de dag van de weekmarkt, die dan ook langzaam gestalte kreeg. Overal kookten de grote kookpotten en er werd pap en soep in gekookt, in grote hoeveelheden. Er waren houtskoolvuurtjes waar voornamelijk vis op werd gebakken. Ook zagen we ze gefrituurd worden in olie. Iemand veegde het zand en nog geen twee meter verderop werden poffertjes gebakken...
Overal vandaan kwamen mensen met koopwaar aangelopen. Meestal met torenhoge stapels op het hoofd maar ook vaak op ezelkarren. Bussen werden uitgeladen en daartussendoor liepen overal kinderen en als ze nog niet konden lopen hingen ze op een rug of lagen aan de borst. En overal vuil en afval. Aan de buitenrand van de stad leefden de meeste mensen in een soort tenten die tegen de buitenmuur van huizen was gehangen. Veel armoede! De moskee van Djenné was inderdaad de mooiste die we tot nu toe zagen, ook de grootste. We vonden een bankje en lieten het schouwspel op ons inwerken. Zo kon ik goed filmen en ik hoorde de klik van Gert's camera met grote regelmaat.
Om 11.00 uur moesten we de bagage inleveren bij de bus en nadat deze was vastgesjord vertokken we weer zoals we waren gekomen met de pont terug naar het vaste land. Het was ongelooflijk wat daar allemaal stond te wachten om nog naar de stad overgevaren te worden.
Ezels met karren die in smalle piroques geladen werden. Althans dat werd geprobeerd, een ezel blijft een ezel en je kunt hem nog zoveel slaan.....Als hij niet wil dan gaat hij niet. We zagen het voor onze ogen weer bewezen worden. Nu ik al deze mensen zag begreep ik ook beter waarom er in de stad van, die grote pannen pap en soep werden gekookt... Het werd een lange rit naar SEGOU, met weinig variatie in het landschap. Om reistijd te sparen aten we de meegebrachte sandwich op onder een boom. De resten gaven we aan viier knullen die met een kudde koeien rondliepen. Ze bewaarden ze om mee te nemen voor de familie. Wij zaten in het kleine busje wat het voordeel had dat we de benen languit konden strekken op de klapbankjes en zelfs af en toe een dutje doen.
Aan het eind van de middag arriveerden we in Hotel L'Indépendance. Een groot hotel helemaal aan de rand van de stad. Met, en daar waren een aantal mensen in de groep ook weer heel blij mee, een zwembad in de tuin. Om 20.00 uur schoven we aan voor het laatste diner van dat jaar. We lieten het ons goed smaken. Het geheel werd opgeluisterd met een muziekband die afwisselend westerse en Afrikaanse muziek speelde. Er deed zelfs een dansgroep aan mee. Het kon ons allemaal niet zo bekoren, we waren moe en om 21.15 uur doken we het bed in.
Ik werd wakker van enkele harde knallen. Gert was ook wakker en een blik op de klok vertelde ons dat het nieuwe jaar 10 minuten oud was. We sliepen lekker verder.
dinsdag 1 januari 2008 We waren de eersten aan de ontbijttafel. Toen de rest aanschoof hoorden we dat de meesten al voor middernacht op een oor lagen. Na het ontbijt wandelden we naar het centrum van Segou. Dat was een wandeling van 1½ uur. We pikten een terrasje. Deden nog wat side-seeing langs de Niger. Kochten nog twee overhemden voor de jongens en liepen in één uur weer terug. Het was leuk om nog even deel uit te maken van het Afrikaanse leven wat zich toch hoofdzakelijk op en langs de straat afspeelt. Het was meteen ook een beetje afscheid nemen... Na de lunch stapten we weer in voor de laatste halte: BAMAKO.
Het werd een lange rit van 235 km. over een redelijke weg. En weer laat in de middag reden we het terrein van Hotel Béhan op. We kenden het nog van de eerste nacht, die we ook hier hadden doorgebracht. Het diner werd op het dakterras geserveerd. Het eten was prima, het bed minder. We hadden deze reis besloten om in twee persoonsbedden te slapen. Maar dat was niet echt een beste keus. Die brede bedden blijken vaak diepe kuilen te hebben. Dus na een nacht steile wand klimmen werd ik niet uitgerust wakker...
woensdag 2 januari Na het ontbijt, waar een van de gasten nog een groot blok goudse kaas uitpakte...(heel verwonderlijk dat die nog in de bagage zat na het zienvan al die armoede onderweg...)moesten we ons om 10.00 uur weer melden met de koffers. We gingen de bagage al inleveren bij een kantoor van Air France in het centrum van Bamako. Dit was zo geregeld om eventuele drukte 's avonds te kunnen omzeilen. Daarna, inmiddels na twaalven, wandelden we richting markt. Het is de enige grote stad in Mali en heeft 1,3 miljoen inwoners.
De hoofdstraten waren geasfalteerd, maar de zijstraten waren onverhard met diepe kuilen, spelende kinderen en loslopende geiten. Maar op die asfaltwegen was het een drukte van jewelste. Straten vol wachtende en rijdende groene taxibusjes. Daartussendoor laveerden heel veel brommers. Langs de kanten liepen drommen mensen, mannen en vrouwen met koopwaar op het hoofd. En een vreselijk lawaai van toeterende auto's. En slingerend vuilnis, overal. Een grote stad in Afrika.....!
We bekijken op de markt de afdeling waar ze fetisjen verkopen.Allerlei onderdelen van dieren die worden gebruikt voor geneeskunst, religie en magie.
Het was een beetje kijk en huiver.
We wandelden door al de drukte naar het museum waar we eerst genoten van een lekker lunch met een glas bissap. Daarna bewonderden we de tentoongestelde maskers en alle soorten textiel met hun be- en verwerkingsvormen. Het was een mooi museum. Mooi verzorgd, ook het gebouw en de entree was de moeite waard. Daarna lieten we ons door de taxi terugbrengen naar het hotel waar we de tijd doodden door nog wat te kletsen en een dutje te doen. Na het diner vertrokken we naar het vliegveld waar het grote wachten weer begon. We vertrokken op tijd.
donderdag 3 januari Nog in het donker, rond 05.00 uur landden we in Parijs waar het rond het vriespunt was, licht motregende en er gestrooid was op het vliegveld. Na heel veel controles konden we door naar Amsterdam. 12.00 uur waren we weer thuis. Het was een mooie, afwisselende reis door een prachtig land met een vriendelijke bevolking. We hadden een goede organisatie, Baobab en een gezelschap om snel weer te vergeten....
.
UGANDA --- RWANDA 2007 reisorganisatie: HABARI TRAVEL
Vrijdag 27 juli 2007. Met een thuis, van het Internet, uitgeprinte boardingcard vertrokken we met de trein naar Schiphol. Het liep op rolletjes. 15 minuten hadden we nodig om de bagage in te leveren en door de douane te gaan. Nog tijd genoeg voor een bakkie en een krantje. We gaan op pad naar Uganda en Rwanda. Deze landen liggen in Centraal Afrika met als buurlanden Tanzania, Dem.Rep. Congo, Burundi, Soedan en Kenia.
Uganda wordt doorsneden door de evenaar. Het is 3,5 keer zo groot als België en Nederland samen. Het heeft 21,3 miljoen inwoners. De officiële taal is Engels. De gemeenschappelijke taal, die in een groot deel van Oost- Afrika wordt gesproken, is het Swahili. 85% van de bevolking in Uganda heeft een Christelijke godsdienst; 13% is moslim. De munteenheid is Ugandese shilling: 1 Euro is ca. 2500 Ugandese shillings.
Tegen 11.30uur vertrokken we met enige vertraging van Schiphol. Om 20.00 uur landden we op Entebbe Airport. Nadat we onze bagage hadden verzameld maakten we buiten kennis met Lydia en Isma en de reisgenoten. We stapten daar voor de eerste keer in de grote truck en keken wat onwennig naar elkaar. Het einddoel van die dag was het Guesthouse van Bart Munting in Entebbe. Hij zorgde dat iedereen een kamer en een drankje kreeg. We zaten aan een lange tafel in een tuin die in het donker al prachtig leek. De temperatuur was zeer aangenaam en het bed even later ook!
Zaterdag 28 juli. Vroeg op, want deze dag ging onze reis beginnen. Het ontbijt werd geserveerd in het restaurant. We kregen nog wat uitleg en instructies van Bart. Daarna werd onze bagage in en op de truck geladen. We werden uitgezwaaid door Bart. Onderweg werd bij een marktje gestopt. Daar werd een flinke partij fruit ingekocht die de komende dagen bij het ontbijt en de lunch gegeten zou gaan worden. Lydia kocht ook nog warme cassave waar iedereen van kon proeven. Lekker! Het smaakt wat naar aardappel, maar dan wat zoeter. En omdat we nu toch bezig waren, testten we meteen ook maar of dat de kleine banaantjes inderdaad zo lekker waren als in onze herinnering. We reden naar het noorden en onze eerste stop was Budunga Forrest. Het landschap was inmiddels heuvelachtig geworden.
Dit bos was een regenwoud en we gingen hier in 3 groepjes op zoek naar chimpansees. Na ongeveer 15 minuten lopen hoorden we veel herrie en gekraak van takken. We zagen een groep hoog in de bomen. Wij keken naar hen en zij keken naar ons en dat was onze eerste kennismaking met chimpansees in het wild. Het begon al te schemeren toen we aankwamen bij ons einddoel Paraa Tented Camp, ongeveer 300 km van Kampala.
De chauffeurs hielpen ons met de tent opzetten. Mooie stevige tenten met zware buizen. Het was voor ons even puzzelen hoe het systeem werkte. Maar de chauffeurs hielpen een handje en net voor het donker werd lagen onze spulletjes erin. We aten in het restaurant van de camping. Het was druk op het kamp, dus dat werd slapen met de oordopjes in. Daar kreeg ik later wel weer spijt van, want zodoende heb ik ook de hippo's, die op het kamp liepen te grazen, niet gehoord!
Zondag 29 juli. Het ontbijt werd in het ochtendschemer bij de truck genuttigd.Vandaag stond er eerst een game-drive met de truck op het programma. Murc hisons Falls Parc is het grootste Nationale Park van Uganda. Rond 1908 brak in dit gebied de slaapziekte uit. Dit maakte veel slachtoffers. De regering besloot tot evacuatie van alle inwoners uit dit gebied. Als gevolg daarvan kon het wildleven en de natuur zich zonder belemmering ontwikkelen. Het gebied maakte daarna nog eens een moeilijke periode door in de tijd van Idi Amin. Maar dankzij inspanning van overheidswege is het nu een prachtig park met veel wild. We zagen o.a.buffels, olifanten, giraffes en veel bokken. Er is veel begroeiing en het ziet er allemaal groen uit. Ja, we zijn weer in het 'echte' Afrika!
Maar ook veel vogels, African fisheagle, de wevers, bijeneters, sunbirds, arenden, gieren en trappen. Ook apen waren te zien in de bomen; bavianen en franjeapen. De chauffeur reed nog wat te hard naar onze zin. Moest nog even wennen denk ik. Het was een welbestede ochtend. We gebruikten de lunch op de camping en om 14.00u. meldden we ons weer voor een boottocht over de rivier. De Victoria Nijl, waarin zich de watervallen bevinden waaraan het gebied zijn naam dankt, doorkruist het park over een lengte van 120 km.nWe zagen aan de rivieroever grote groepen olifanten en buffels, prachtig te fotograferen. In het water veel nijlpaarden. Ook weer veel vogels, de bonte ijsvogels vlogen in grote getale rond, af en toe een visje verschalkend uit de rivier. Prachtige rode bijeneters die hun nesten hadden in de hoge zandoever. En natuurlijk kon die niet ontbreken: de Nijlkrokodil op de oever. Forse exemplaren in groepen bij elkaar.
Toen betrok de lucht, het werd donker en bliksemflitsen schoten door de lucht. We voeren tot bij de waterval. Vanwege de sterke stroming bleven we op veilige afstand. Morgen zullen we wandelend wel dichterbij kunnen komen. Ik probeerde om voor het diner nog een douche te nemen, maar het was erg druk, tengevolge van het weekend hoorden we later, en het putje zat verstopt. Dus dat opfrissen lukte niet echt....Het eten smaakte ons heerlijk, een soort linzen in rode tomaten-chilisaus met rijst. En nog warme bananenpudding toe. De reisbegeleidster zat bij ons aan tafel en vertelde al heel wat bijzonderheden over haar land. Lydia is een vogelaarster en een prima meid!
Ik vond het een goed gevoel geven dat deze drie mensen (Lydia, Isma en zijn assistent) ons hun land lieten zien en daar alles over vertelden.
Maandag 30 juli. Om 5.45 uur liep de wekker af. Nog helemaal donker buiten. Vannacht werden we wakker van de nijlpaarden die grazend voor onze tent langs liepen. Zo dichtbij dat ik ze had kunnen aanraken! Nu was het volle maan, ze aten erg hoorbaar dus je kon ze bijna niet missen. Verder liepen er ook nog wrattenzwijnen rond de tent te grazen, maar die zag je enkel overdag. We moesten zo vroeg opstaan voor weer een boottocht, maar nu in tegenovergestelde richting. De kant van Lake Albert en Congo. We zagen hier lage oevers en veel papyrusgras. En grazend langs de oevers zagen we buffels, water- en bushbokken. Maar vooral veel vogels met als hoogtepunt, toen we de heuvels van Congo al in de verte zagen liggen, de schoenbekooievaar.
Dit was voor Gert een nieuwe soort en het is in de vogelclub gebruikelijk dat als iemand een nieuwe soort scoort diegene dan op appeltaart trakteert. Hij was zo blij dat hij hem zag dat hij er dus meteen 'appeltaart' uitflapte. Dat vroeg dus wel om enige uitleg aan de groep. Lydia had het meteen door en vanaf dat moment probeerde ze hem zoveel mogelijk nieuwe soorten te laten zien. Ze hield duidelijk ook wel van appeltaart. Gert was de enige vogelaar in de groep, dus terwijl Gert met Lydia naar vogels speurde hield de groep zich bezig met de vraag welke ingrediënten we al bij ons hadden om op de camping een taart te kunnen bakken. Dit bleef de hele vakantie een uitdaging....
Verder zagen we de Goliath Herron nog prachtig staan. En natuurlijk weer de African fisheagle, ijsvogels, bijeneters en veel slangenhalsvogels. We hadden een goede kapitein die steeds alert was op wat de groep wilde zien en daarvoor eventueel een extra rondje wilde varen. We vertrokken in een plensbui, maar het klaarde al snel op. Het zonnetje liet zich jammer genoeg niet meer zien.
's Middags stond er een wandeling op het programma. We reden met de truck naar de watervallen. Ze zijn 60 meter breed en wel 45 meter hoog. We liepen eerst naar boven om goed zicht te hebben op de bovenloop. Daarna daalden we af tot het water, dat met een grote kracht langs ons heen denderde. Het was een indrukwekkend gezicht. De wandeling was niet erg zwaar en we werden door Isma weer teruggebracht naar het kamp. We vulden de tijd met een borreltje en dat was een mooie gelegenheid om de groepsgenoten wat beter te leren kennen
Dinsdag 31 juli. Ook vandaag weer vroeg uit de veren. De tent moest weer opgevouwen worden, want het werd een reisdag. Isma had weinig vertrouwen in onze wekker, want al om kwart over vijf zette hij de truck met draaiende motor tussen onze tenten.En dat geeft op dat tijdstip enorm veel herrie! Het werkte wel, want we vertrokken nu ongeveer een half uur voor de geplande tijd. Wel moet gezegd dat de chauffeurs erg goed hielpen bij het opvouwen en inpakken. Het had de hele nacht geregend maar bij het opstaan was het gelukkig weer droog. De reis ging naar het zuiden via Fort Portal naar Kibale Forest.
We stopten aan het begin van de reis bij een supermarktje om wat te kopen voor de lunch die we in de truck gingen eten. Vanwege de lengte van de reis werd er zoveel mogelijk doorgereden. Wij kochten ook meteen maar een paar voetballen, die komen meestal wel van pas onderweg! We hotsten en botsten van de ene Pi-stop naar de andere. De omgeving was mooi. Veel bloeiende bomen, gele, blauwe en rode. Bloeiende canna's. Hoog in de bomen groeiden grote varens die op afstand wel wat op onze hertshoorn leken. Verder veel paarse bloemen en roze hibiscus. De huisjes zijn van gebakken stenen. Deze stenen worden tussen de huizen gemaakt en ook gebakken. Er wordt aarde in mallen geperst en daarna in grote stapels gezet. Er is dan, in de stapel, nog een ruimte middenin waar dan een vuur wordt gestookt. Zo worden ze gebakken. Na het bakken zijn ze weer net zo rood als de aarde waar ze van zijn gemaakt. De bevolking woont in kleine huisjes ter grootte van een Nederlands schuurtje. Soms zijn ze gebouwd met drie, soms ook met een hele rij aan elkaar.
Het landschap werd tijdens de rit alleen maar mooier. Een rode zandweg slingerde zich omhoog en omlaag door het land. De bevolking zag er armoedig uit. De kinderen liepen echt in lompen. De vrouwen die aan het werk waren op het land maakten naar ons het gebaar van eten en honger. Dit vond ik wel erg schrijnend met een zak brood en chips op schoot, en geen honger.... Tegen het eind van de rit kwamen we in een gebied met theeplantages. Dit gaf een mooi uitzicht. Helaas regende het flink en moest het raamplastic naar beneden. Tegen zessen kwamen we aan in Fort Portal. De planning was om daar thee te drinken. Nu begon het al te schemeren, de weg was door de regen nat en glibberig geworden. We besloten een cola te drinken en dan snel weer door te gaan; nog een uurtje volgens Isma. Het regende inmiddels goed door en de weg liep schuin af naar de kant dus het passeren van tegenliggers was een linke zaak. De truck slipte regelmatig en het werd donker en stil achter in de truck. De weg ging steeds verder omhoog en net toen het helemaal donker was arriveerden we op de kampeerplaats in de stromende regen. De poncho's werden opgezocht en met man en macht werden in no-time de tenten opgezet en lag de bagage erin. We hadden allemaal bewondering voor de chauffeurs die na een zodanig zware en lange rit meteen weer zo hulpvaardig waren bij het opzetten van de tenten! Lydia ging alle tenten langs met de menukaart en bestelde alvast voor ons in het restaurant. Gelukkig was er geen douche, want daar had ook niemand nog zin in. Het eten smaakte ons prima en we dronken er, heel luxe, zelfs een wijntje bij!
Woensdag 1 augustus. Heerlijk geslapen, de regen tikte op de tent. We ontbeten bij de truck. De stoelen kwamen er voor de eerste keer uit.Degelijk materiaal net als de tenten en ze zaten prima. Lydia bakte pannenkoeken en maakte een heerlijke fruitsalade van verse ananas, banaan, passievrucht en papaya. Na deze zegeningen gingen we naar het hoofdkantoor van Kibale Forest.
We kregen uitleg over het park. Het bestaat hoofdzakelijk uit bossen en dan vooral regenwoud. In dit park leven 60 verschillende diersoorten. Ze zijn erg moeilijk te zien vanwege de dichte begroeiing. We gingen vol verwachting op pad. We hoopten allemaal op een ontmoeting met chimpansees. Wij liepen door het regenwoud, de bladeren glommen van het vocht. Er vielen overal nog druppels, hoewel het niet meer regende. We zagen verschillende paddestoelen op dode takken en op de grond. De paden waren ook flink glibberig. De gids hield het tempo hoog en had contact met de andere groepen met een mobile phone. We zagen een paar maal een groep chimps hoog in de bomen. Ze waren een beetje moeilijk te fotograferen vanwege het tegenlicht. Maar hier moesten we het toch mee doen.
Na een voortreffelijke lunch in het nieuwe restaurant op de camping vertrokken we in de middag voor een swamb-walk. Deze wandeling was zeer de moeite waard. We zagen wel vier verschillende soorten apen. We ontmoetten veel kinderen die, met de schoolboeken nog in de hand, allemaal in waren voor een praatje. Een van de groepsleden had een polaroid camera bij zich en maakte direct klaar foto's.Dat was een groot succes.De route liep voor een deel over houten plankiers door het moeras. We zagen daar ook veel vlinders! Langs de route zaten ook kinderen die hun zelfgemaakte, gebakken kleiwerkjes verkochten. Leuke eenvoudige beeldjes.
We hadden een goede plaatselijke gids bij ons, die behalve van apen en planten ook veel vogelkennis had. Daardoor zagen we ook veel vogels en ook weer een nieuwe soort voor Gert. The shining blue kingfisher. Het appeltaartrecept werd meteen weer behandeld.... Terug op het kamp nog even een douche genomen. Ze bleken er toch een te hebben. Hij was eenvoudig maar zeer functioneel. Warm water werd gemaakt door op een gemetselde stenen zuil een grote oliedrum vol water te leggen. Onderin deze stenen toren brandde een houtvuur en zo konden we met warm water douchen in deze verder open bush-douche. Wij waren wat aan de late kant, het vat was al ver leeg. Hierdoor hadden we wel een zeer warme douche....Maar het blijft een speciale ervaring om zo in de natuur te douchen. Ook de toiletten waren hier prima en schoon, misschien wat ver lopen maar dat krijg je als je in de natuur wilt kamperen. Na weer een goed diner werd de rekening voldaan: 25 euro voor 2 diners, een lunch en de nodige pilsjes en wijntjes; dat was niet duur.
Lydia sprak het programma voor de volgende dag met ons door en het beste nieuws daarin was dat we mochten uitslapen! Breakfast at eight o'clock!!!
Donderdag 2 augustus. Wij waren een vroege groep. Altijd ruim voor de afgesproken tijd was alles weer ingepakt. De chauffeurs hielpen ons weer mee. Lydia bakte op bestelling omeletten en had ook al weer een heerlijke fruitsalade klaarstaan.Het brood was intussen wel oud geworden; we moesten eerst de schimmelplekken eraf snijden....We vertrokken dus weer mooi op tijd richting Fort Portal. De weg was nu opgedroogd en goed berijdbaar. De ramen konden nu open en we genoten van de mooie uitzichten op de theeplantages. Onderweg altijd roepende en zwaaiende kinderen. Soms zag je ze niet eens staan. Maar je hoorde ze wel roepen en gillen...MZUNGO...en dus zwaaide je maar. Zij zien jou schijnbaar wel. Als je terugzwaait en in je handen klapt beginnen ze vaak te dansen en te zingen. Het is een prachtig gezicht om die vrolijke toetjes dan te zien genieten. Dit maakt het reizen een stuk aangenamer want de wegen zijn vaak allerbelabberdst.
In Fort Portal werd op de markt inkopen gedaan. Voor het ontbijt van de komende dagen brood, fruit en eieren. Op een van de volgende campings was geen restaurant, dus ook de ingrediënten voor het avondeten werden hier aangeschaft tot en met de kaarsjes voor de sfeerverlichting! In deze plaats was een internetcafé. Dus hier konden we voor de eerste keer het thuisfront op de hoogte stellen van het verloop van onze reis. Iedereen had zelf iets voor zijn lunch gekocht. Het moment dat we de evenaar passeerden was een goede gelegenheid om te gaan lunchen.
Onze nieuwe camping lag in het noorden van het Queen Elisabeth Parc. Dit park is bijna 2.000 km² groot. Het landschap is heuvelachtig. Ook hier heeft de Tsetse vlieg (de overbrenger van de slaapziekte) in het verleden veel slachtoffers gemaakt onder de bevolking. We reden al 40 km door het park voor we op de camping arriveerden. Dus het was goed opletten of we al wild konden spotten. De camping was mooi gelegen met uitzicht op het Kazinga channel en Lake Edward onder handbereik. De wrattenzwijnen scharrelden rond de tent. We mochten de tent niet te dicht tegen de begroeiing zetten, omdat we hier weer kans maakten op nachtgasten! Bijvoorbeeld nijlpaarden en bush- en waterbokken die komen grazen. Maraboes zag je overal op de camping. Vreemde niet echt aantrekkelijke vogels, ook niet van dichtbij!
We hadden na aankomst een uurtje over en dat werd benut door de handen in het (koude) sop te steken en een wasje te doen. Lijntjes werden gespannen tussen de tenten en dat gaf wel een mooi plaatje die schone was met de grazende wrattenzwijnen ertussen. Apart zoals die op hun 'knieën' lopen te grazen. We besloten de dag met een game-drive met plaatselijke gids. We zagen veel vogels, roofvogels, veel Coucals, Mousebirds, Guineafowls en Francolins. En ook een olifant! We besloten de dag in het restaurant van de camping aan een buffet. Het smaakte weer goed. Een paar mensen moesten de was nog even uit de week halen en ophangen. Daarna hoorde je al snel weer de bekende slaapgeluiden om je heen.
Vrijdag 3 augustus. We stonden weer op zo'n tijd op dat we het zonnetje konden zien opkomen. Vandaag staat een game-drive op het programma in de richting van Lake George. Dit ligt aan de andere kant van de asfaltweg, die het Queen Elisabeth Parc doorsnijdt, dan de route van gisteren. De Ugandakob werd veel gezien. Deze antilopensoort komt alleen voor in het westen van Uganda en het oosten van Congo. Het is 'mating season' zodoende zien we veel mannen bezig hun territorium te verdedigen. We stopten bovenop een heuvel en hadden daar een mooi zicht op een kratermeer dat in de diepte lag. Er liggen hier zeven van die meren in de omgeving. Ze bevatten veel alkali en zien er dus leeg uit. Een klein groepje flamingo's stond er te foerageren. Verder troffen we nog buffels met jongen, roofvogels en weer een olifant. Al met al een wat mager resultaat voor 5 uur rondtoeren. Terug op het kamp sloeg de stemming weer snel om bij het zien van een heerlijk ontbijt wat Lydia voor ons had gemaakt. Ze liet ons Jackfruit proeven. Verder zagen we gekookte eieren, warme worstjes , passievruchten alle soorten zoetbeleg en onbeschimmelt brood! We genoten lekker in het zonnetje rondom een soort van open hut met dak. Deze stonden op iedere camping de groepen kunnen hier hun kooktoestellen, tafels en stoelen zetten, eten bereiden en ook overdekt eten als dat nodig is. We waren nog maar net klaar met het ontbijt toen de juf van een schooltje ons op kwam halen. We hadden met Lydia afgesproken dat zij een bezoek aan een schooltje zou regelen tijdens deze reis. Dit omdat we allemaal wat spullen bij ons hadden om weg te geven en het ons maar het beste leek om dit centraal op één plaats te doen. Dit om het bekende schooien langs de weg niet aan te moedigen. We werden ontvangen door de kinderen met liedjes, gedichtjes en een dansdemonstratie. Het was goed verzorgd en we hadden de indruk dat ze blij waren met onze spulletjes.Prachtige foto's hebben we kunnen maken van deze spelende en zingende kinderen.Na dit bezoek moesten we ons al weer snel melden voor een boottocht op Kazinga Chanel.
Hier was het overweldigend wat we aan wild en vogels zagen. De gids die tevens vogelaar was wees ons iedere soort aan. Veel, echt heel veel nijlpaarden in het water, waar we op korte afstand langs voeren. Buffels en olifanten liepen op de oever. Grote groepen van 2 soorten pelikanen stonden samen met aalscholvers te drogen op een uitloper van de oever. Gert werd helemaal enthousiast toen hij een grote groep schaarbekken ontdekte. De vissers waren net hun vangsten aan het uitladen. Zij woonden in een dorpje wat hoger gelegen op de oever. Na de tocht was iedereen zéér tevreden! We gingen een borreltje drinken in de luxe Mweya lodge. Meteen bood dit de mogelijkheid om niet alleen onze batterij maar ook die van de apparatuur weer op te laden. Met allerlei dubbelstekkers werden de stopcontacten optimaal benut. En natuurlijk allemaal gauw even gebruik maken van de prachtige toiletten! We hadden een prachtig uitzicht over het Lake Edward dus we bleven daar tot het zonnetje achter de horizon wegzakte.
Het maal genoten we weer in het restaurant en Isma reed ons met de truck naar de tent, want vanwege allerlei wild, dat op het kamp vrij rondliep, mochten we dit kleine stukje niet te voet doen.... Ik werd nog een paar maal wakker van nijlpaarden en wrattenzwijnen. Ook floot er een vogel heel hard, maar die kon ik niet thuisbrengen.
Zaterdag 4 augustus. Het was weer een verplaatsdag dus alles werd weer ingepakt. We werden al wat handiger met de tenten! Het was even doorhebben hoe je moest vouwen... Lydia had het ontbijt al weer klaarstaan voor ons. Na in alle rust te hebben gegeten zochten we ons plaatsje in de truck weer op. De bestemming van deze dag was het Kigezi wildreservaat. Dit ligt in het zuiden van het Queen Elisabeth Parc. De natuur is hier duidelijk uitbundiger en de temperatuur wat lager, omdat dit deel wat hoger ligt. In het gebied komen tientallen meertjes voor, wat aantrekkelijk is voor vogels en vogelaars! Onderweg stopten we in Maramagamboforest. We bekeken daar een vleermuizengrot, wandelden erdoorheen en beleefden de ervaring van tientallen vliegende vleermuizen om ons hoofd. Het merendeel bleef aan het plafond hangen. Het waren Egyptian Fruit Bats, die ook overdag uitvliegen om te gaan eten. In een diepe holte nog net zichtbaar lag een dikke python nog uit te buiken van een lekker maaltje vleermuis. Die leefde daar echt in de hof van Eden....We reden verder en er stonden veel plassen op de wegen.Daar zagen we veel vlinders omheen zwermen, groot en klein in allerlei prachtige kleuren. Onderweg zagen we een enkele olifant, veel topi's en Ugandakobs.
Gert was heel tevreden met een gespotte Martial eagle op zijn nest. We eindigden onze reisdag op Ishasha River Camp. En dat moment hadden de weergoden uitgekozen om de hemelsluizen open te zetten. Gelukkig begon het zachtjes, dus de tent werd nog zonder problemen opgezet. De rangers van het kamp maakten een groot kampvuur. Wij werden aan het werk gezet voor het diner. Groenten wassen en snijden. Lydia zat achter het kookstel. De chauffeurs deden de vuile vaat van gisteren. Het was een gezellige bedoening en het resulteerde in een heerlijke maaltijd, in de kookhut, met kaarslicht. Het kampvuur deed zijn stinkende best om niet uit te gaan in de hevige regen. We sliepen met het geluid van de regen op onze tent. Tot een uur of 5, want toen kreeg een grote groep bavianen ruzie op het kamp en dat ging er niet zachtjes aan toe!
Zondag 5 augustus. Het kampeerterrein lag er prachtig bij. Een mooi groen grasveld omzoomt door bomen. Aan een zijde lag het aan een wild stromende rivier (de grens met Congo). We zagen en hoorden daar regelmatig nijlpaarden. De sanitaire voorzieningen waren niet bijzonder. Maar daar begonnen we al aan te wennen. Iedere dag werden we een beetje minder fris... Deze dag begonnen we met een game-drive van half acht tot elf uur. We hoopten de boomklimmende leeuwen te ontdekken. Deze komen alleen in Uganda voor.We zagen heel veel bomen maar helaas geen leeuwen daarin. Verder was er ook weinig wild. Het was inmiddels wel droog geworden maar zwaar bewolkt en druilerig. Zo was de stemming ook! Maar Lydia was weer de reddende engel. Ze had een prima ontbijt klaarstaan en een gevulde maag zorgde meteen ook weer voor een beter humeur. In de rivier waren twee nijlpaarden aan het stoeien en dat gaf en hoop gebrul en gespetter.
Een reisgenote was deze ochtend met buikklachten op het kamp gebleven.Tijdens onze afwezigheid was ze naar een dokter gebracht. Die kon haar niet helpen. Uiteindelijk kwam ze in het ziekenhuis van Kampala terecht. Eerst nog onder begeleiding van Lydia. Isma nam haar taak zolang over. En daarna nam Bart de begeleiding van de zieke weer van haar over. Dat was toch wel een groot voordeel van een Nederlandse reisorganisator die in dit land woont en werkt. Na een paar dagen ziekenhuis in Kampala werd ze doorgevlogen naar Nairobi ( Kenia) We hebben haar en haar man tijdens de reis niet meer gezien. UIteindelijk kwam ze, volledig hersteld, een paar dagen na ons weer in Nederland aan.
Na het ontbijt werden de tenten weer ingepakt. We vertokken voor een lange rit naar Lake Bunyonyi. Dit is een meer of eigenlijk een merengebied, in het zuiden van Uganda, tussen Kabale en Kisoro. Het werd een monsterrit van 7 uur! Maar voor we het Queen Elisabeth Parc uit waren ontdekte Lydia vanuit de rijdende truck een luipaard in een boom. Wat een ogen heeft die meid! Hij was prachtig te bekijken en te fotograferen. Daarna ging het verder, maar niet zo heel veel want Isma vond toch nog een boom met vier leeuwen. Nu ging iedereen wel uit zijn dak en was de ellende van 's morgens weer vergeten.
Maar toen werd de reis toch serieus begonnen. De weg was weer enorm slecht dus het was weer hotsen en schudden. Het vlotte dan ook niet erg. We reden over hoge bergtoppen en de weg was vaak glibberig. Isma was een prima chauffeur die zeker geen risico's nam. De uitzichten waren prachtig op een heuvelrijk landschap. Het waren steile hellingen die kort bij elkaar lagen. Deze waren tot aan de top in cultuur gebracht. Men verbouwde er bananen, thee, rietsuiker, casave, boontjes, een soort couscous en mais. Bloeiende bomen in prachtige kleuren en ook koffieplanten. Langs de riviertjes die door de dalen stroomden groeiden lange rijen datura's, wit en geel. De schemering begon al te vallen toen we ze ontdekten, dus ze geurden al heerlijk! Het was inmiddels half acht en Isma stopte in Kabale om brood te kopen voor de volgende dag. Nog een half uurtje rijden, beloofde hij, en dan zijn we bij Bas.Bas was de beheerder van het kamp 'Kalebas' aan het meer. Nederlander, getrouwd met een Ugandese, die geweldige pizza's kon bakken.
Toen we aankwamen op het kamp stond hij al met de menukaart in de hand te wachten. We konden meteen onze bestelling doorgeven. In de tijd dat wij de tenten opzetten werden de pizza's gebakken. De 'meisjes' in de groep deden luxe en namen een kamer dus die waren snel klaar. We waren toe aan een hapje, want na de pannenkoeken 's morgens hadden we niet meer gegeten. Het was genieten, met voor de liefhebbers een koud pilsje of wijntje erbij. We sliepen in met het geluid van wel honderd kwakende kikkers voor onze tent.
Maandag 6 augustus. Nu zagen we, bij daglicht, waar we terecht waren gekomen. Prachtig zag het er uit. Een groot meer en wij stonden met tentjes op een mooi groen grasveld op de oever. Veel bloeiende planten om ons heen. Hetsanitair was goed. Deze morgen stond een kanotocht op het programma. De kano's zijn uitgeholde boomstammen. Het was even tricky om in te stappen maar daarna was het genieten. We lieten ons roeien op het immense meer waar allemaal eilanden in liggen die ook weer bewoond zijn. Het was die dag marktdag dus was er veel vaarverkeer op het meer. Er waren veel volgeladen kano's op weg naar de markt. Een heel kleurig schouwspel. Jammer dat ook vandaag het zonnetje zich weer schuil hield achter de wolken. Alles ziet er altijd zoveel mooier uit in het zonlicht!
We voeren ongeveer anderhalf uur en toen gingen we aan land. We liepen terug nar de camping, wat een hele mooie wandeling was. Johnson, onze gids deed erg zijn best ons alles te laten zien. Hij legde voor ons contact met de vrouwen die op het land werkten en met schoolkinderen die weer op weg waren naar huis. We genoten van de uitzichten op het meer, die zo vanaf de wal nog mooier waren dan vanuit de boot. In het meer zaten otters die we af en toe boven zagen komen. Helaas waren ze te snel voor een foto. Weer terug bij Bas deden we nog even het marktje aan. Het was echt erg klein. Veel westerse kleding te koop die wij herkenden van enkele jaren terug, ook schoenen. En verder was er veel houtskool te koop. De markt was duidelijk ook een heel sociaal gebeuren. Je zag overal groepen mensen staan kletsen. Ook werd er zelf gebrouwen bier gedronken. Na de lunch zwommen we nog een rondje in het meer en verder hebben we gerelaxed in de tuin van Bas. Ook wel eens lekker!
Dinsdag 7 augustus. Vandaag werd de tent weer ingepakt en namen we afscheid van Bas.We gingen een wandeling van ± 14 km doen rond het meer. Het pad was soms een beetje stijgend maar meestal dalend. Er liepen steeds weer kinderen met ons mee. Hier in Uganda is het al net als overal. ' In Africa you never walk alone'. De uitzichten waren werkelijk fantastisch. Op de hellingen werd door vrouwen op het land gewerkt.Er werd geschoffeld tussen de casave en de zoete aardappelen.Vroeger was dit een groot bos, maar omdat de bevolking zo snel groeit is er veel gekapt en wordt het nu voor landbouw gebruikt. Het was duidelijk oogsttijd en er werd gedorst. De sorghum stond in schoven op het land. De maïs was al geoogst. Rond de hutten stonden veel bananenbomen. Verder zagen we veel bloeiende planten. Onbekende, maar ook bekende zoals de datura, lantana en de winde. De weg was onverhard en in het zand zagen we veel afdrukken van blote voeten. Na vier uur flink doorstappen kwamen we weer bij de truck die alvast vooruitgereden was. Vanaf dit punt gingen we verder met de truck op weg naar Kisoro. We waren het er allemaal over eens dat dit de slechtste weg was die we ooit hadden gehad! We hadden twee en een half uur nodig voor een afstand van 31 km. We reden naar het uiterste zuidwesten van Uganda, de uitzichten waren prachtig. Vanaf een bergpas zagen we een vlakte met daarin oprijzend de vulkanen van het Virungagebergte. Dit gebergte ligt zowel in Rwanda, Uganda en in de Congo.
Het stadje Kisoro ligt aan de voet van die vulkanen. We logeerden in Travellers Rest. Een mooie verblijfplaats in een aardig stadje. De kamers lagen rondom een binnentuin waar we konden lunchen en 's middags rustig zitten lezen. Het was ineens wel erg luxe na die weken kamperen. Fris opgedekte bedden, een badkamer met een schoon eigen toilet, een wastafel en een douche voor onszelf met koud en warm stromend water. Het laat zich raden wat we het eerste gingen doen. Hier kwam Lydia ook weer terug bij de groep. We hoorden van haar het nieuws en de belevenissen van de zieke. Toen werd het tijd om te gaan internetten in het stadje. Het viel niet mee, de verbinding was erg traag en van het toetsenbord waren de meeste letters afgesleten. Geen probleem voor de mensen die blind konden typen.....! Het diner werd gezamenlijk met alle gasten genuttigd in de eetzaal. Het was allemaal heel smaakvol ingericht met Afrikaanse kunst en maskers aan de muren en op de tafels. Na de maaltijd gingen we in de lounge nog wat drinken en nakletsen. De open haard was aangestoken, want het koelde hier 's avonds flink af.
Woensdag 8 augustus. Lydia was weer terug, dus ze regelde meteen weer een programma. Na een ontbijt om je vingers bij af te likken...3 verschillende soorten pan-cakes...eieren op 6 verschillende manieren bereid, je kon maar kiezen, gingen we op pad voor de village-walk. Het was een flink stuk rijden voor we aankwamen bij een klein dorp. Daar werden we hartelijk ontvangen. We zagen hoe sorghum werd vermalen zodat er pap of bier van kon worden gemaakt. We bekeken wat huisjes. Iedereen was vriendelijk en we mochten foto's maken. Via een gids konden we met de bewoners praten. Het geld wat we aan deze excursie betaalden, werd aan de bewoners van het dorp gegeven, zodat zij er ook beter van werden. Habari bezoekt zo steeds een ander dorp.
Aan het eind van het bezoek mochten we gaan zitten en namen er enkele vrouwen tegenover ons plaats. Zij wilden verschillende dingen van ons weten over het leven in Holland. Zij vroegen zich o.a. af hoe het nu moest met het land bewerken nu wij weg waren. Ze waren ook erg benieuwd naar onze leeftijd... Na dit dorp bezochten we nog een huis om bananenbier te proeven. Iedereen was het erover eens dat een Jupiler honderd maal beter smaakt. Die middag gingen we winkelen en wat souvenirs aanschaffen. Nu begon het ook weer tegen te avond te onweren. Dit lijkt een beetje een vast patroon te worden. Meestal maar korte buien. Deze avond waren we voor de laatste keer met de hele groep bij elkaar, want de volgende dag zouden er al twee personen door gaan naar Rwanda voor een gorillatracking.
De andere drie gaan dat doen vanuit Kisoro. Ze waren erg gespannen en deden flink inkopen voor het geval ze erg lang onderweg zouden zijn om een groep gorilla's te vinden.
Donderdag 9 augustus. Na weer zo'n heerlijk ontbijt gingen we met drieën en Lydia op stap voor een bird-walk. We kregen een plaatselijke gids mee die beslist geen aanwinst was. Hij wist weinig van vogels. Verder irriteerde hij ons door steeds te vertellen dat hij er trots op was dat een man niet werkt in Uganda. Dat doen de vrouwen! De mannen gaan alleen maar naar de bar om bier te drinken en spelletjes te doen.... Gelukkig konden Lydia en Gert wel heel wat vogels spotten. We zagen de kroonkraanvogel, het symbool van Uganda, prachtig van dichtbij. Prachtige meren met blauwe waterlelies. Veel wevernesten in de struiken. Terwijl de anderen druk waren met het determineren van de vogels leerde ik twee kinderen vliegeren. Ik had een vlieger meegenomen uit Nederland en hier bij het meer waaide het goed. Het duurde wel even voor ze het door hadden.
Al met al zagen we veel kinderen op de wandeling. Ze waren slecht gekleed en hadden duidelijk honger en gingen niet naar school. Ze vroegen ons om eten en geld. Ik leidde ze af door ze te leren fluiten. Binnen 5 minuten floot de hele groep het melodietje na. Terug naar Kisoro ging we over dezelfde slechte weg als heen. Ongeveer een uur rijden. Onderweg passeerden we veel vrouwen met mooie omslagdoeken in felle kleuren, baby's op de rug en een hoge stapel bagage op het hoofd. Op blote voeten liepen ze zo naar Kisoro, waar het die dag markt was. En dat over een weg die vol lag met scherpe lavastenen. Na de lunch wandelden ook wij naar de markt. We werden aangestaard of we de eerste blanken waren die men ooit zag... Het was een zeer grote markt, waar ook spullen te koop waren uit Congo en Rwanda. Vrouwen waren uren aan het lopen met hun koopwaar op het hoofd. We zagen 's middags tegen 4 uur nog steeds mensen aan komen lopen. En zo moesten ze al die uren ook weer terug! Maar het was een prachtig gezicht, al die kleurrijke vrouwen rondom hun koopwaar. Veel enorme witte kolen, ook suikerriet, aardappelen, tomaten, aubergines, passievruchten. Veel huishoudelijke artikelen en rekken vol met kleurige lappen stof. Niemand wilde op de foto. Alleen als je wat kocht kon je dat soms bij de prijs bij bedingen. Terug op Travellers Rest namen we afscheid van de Rwandagangers.
Vrijdag 10 augustus. Vroeg op, want de beklimming van de Mgahinga stond op ons te wachten. We namen veel water en een lunchpakket mee. Over een zeer slechte weg reden we naar het Mgahinga National Parc waar de vulkaan in ligt. Op het infocentrum kregen we eerst een breefing van Michael, onze gids van die dag.
Het Mgahinga National Parc ligt op het grensgebied met Rwanda en R.D. Congo en maakt deel uit van het National Parc des Volcans in Rwanda en het Parc de Virungas in R.D. Congo. Het bestaat uit tropisch regenwoud en is bergachtig. Dit park heeft veel te lijden gehad van oorlogen en stropers. Het aantal berggorilla's is nog maar een fractie van het aantal dat er oorspronkelijk leefde. Het Bamboebos is erg in trek als voedsel voor deze dieren. Er leven nog drie andere soorten primaten in het park, de zeldzame golden monkey en twee subsoorten van de blue monkey. Qua planten zijn er de speciale heidebomen en de giant lobelia's, en veel vogelsoorten. We moeten speuren naar de Augar Buzzard en de Fiscal Shrike. Na de uitleg gingen we op pad. Er ging vanwege de aanwezige buffels een ranger mee met geladen geweer, Mister Habib.
Het was wat druilerig weer. Onze gids Michael was de kleinzoon van een medicijnvrouw. Hij vertelde over het medicinale gebruik van veel planten. De uitleg was erg interessant maar vormde ook steeds een welkome pauze tijdens het klimmen. Het ging in een behoorlijk tempo. De paden waren in het bamboebos goed. Daarboven was het vooral glad en glibberig. Op steile stukken stonden gladde trapjes, van takken gemaakt. Gelukkig waren de dragers jong en behulpzaam en hield Mister Habib ook alles goed in de gaten. We moesten 1100 m. stijgen om op de top van 3474m hoogte te komen. Daar zou ons een prachtig uitzicht op het kratermeer wachten... Helaas, ook hier veel bewolking en geen zicht. We aten onze lunch op in een koud windje, daarna gingen we snel weer op pad voor een spannende terugtocht. Want ook bij het dalen waren die trapjes enge dingen... We kwamen weer heel beneden en hadden in totaal 6 uur over de wandeling gedaan! Eenmaal beneden keken we nog eens vol verbazing om naar de afstand die we die dag hadden gewandeld. En alsof hij ons wilde groeten kwam de top nog even uit de wolken. We namen afscheid van onze begeleiders en de taxi stond al weer op ons te wachten. Het vervoer van en naar de excursies was steeds geregeld door Habari Travel; het enige wat wij daar nog aan hoefden bij te dragen was een fooi voor de chauffeur.
Een lekkere warme douche in Travellers Rest was meer dan welkom. Daarna moesten we nog even het stadje in om de T-shirts, die we als groep hadden laten bedrukken, op te halen. Na de maaltijd werden ze in de bar ook uitgedeeld aan de chauffeurs en was het tijd voor een 'groene' groepsfoto. De volgende dag moesten we weer van 2 mensen uit de groep afscheid gaan nemen. Zij gingen niet mee naar Rwanda en vertrokken eerder dan wij naar Nederland.
Zaterdag 11 augustus. We vertrokken met maar 4 mensen in de grote truck naar Rwanda. Dus iedereen kon languit. In een goed half uur waren we bij de grens. De gebruikelijke verplichtingen werden gedaan. Kaartjes invullen langs de politie, langs de douane, stempels halen en weer langs de politie... Het is altijd een heel ritueel waarbij iedereen heel ernstig kijkt. Toen waren we in Rwanda. Het land met een heel beladen naam voor veel mensen. Maar nu een rustig land met een goede infrastructuur. Het was opmerkelijk dat we, na alle slechte zandwegen in Uganda, meteen vanaf de eerste meter in Rwanda schitterende asfaltwegen hadden.
Rwanda is het dichtstbevolkte land van het continent Afrika en dat was op de wegen goed te zien aan een ononderbroken rij van lopende mensen. Met takken of manden op het hoofd, of met een ezel beladen met bagage. En de vrouwen met een baby op de rug en de anderen aan de hand. Ook zagen we dragers met een zelfgemaakte draagbaar van 2 stokken en een doek zieken naar een dokter of ziekenhuis brengen. Dit is het land van de duizend heuvels en dat geeft een prachtig landschap. De hellingen zijn vrijwel allemaal in cultuur gebracht met veel gegraven kanaaltjes voor de bevloeiing. Dit geeft mooie mozaïeken. Genietend van de uitzichten hoorden we de enthousiaste verhalen van de gorillatrack van Willem en Yvonne. We hadden hen, samen met Lydia, bij de grens weer opgepikt. Na een vrij korte klauterpartij waren ze gestuit op een groep van 18! De kleintjes nog aan de borst en een mooie silverback als beschermer van de groep. Prachtige foto's hadden ze gemaakt. Ook zij kregen hun groene shirt en hoorden er meteen weer bij.
Ons lunchpakketje werd opgegeten in de rijdende truck. Het landschap was afwisselend en mooi. Onderweg zagen we verschillende Memorials van de genocide. Na een koude rit van 10 uur kwamen we aan bij het Guesthouse dat is gelegen aan het grootst aaneengesloten tropisch regenwoud van Afrika: Nyungwe Forest. We kregen een kamer toegewezen en konden snel aan tafel. Beef en kip met frites. En een pot mayonaise die snel leeg raakte tot verbazing van Mister Eric, de eigenaar van het Guesthouse. We borrelden nog na bij het kampvuur in de tuin en rolden daarna naar elkaar toe in het tweepersoonsbed.
Zondag 12 augustus. Een ontbijtje met een soort rijstpap! Gelukkig ook toast met jam, duo penotti en zo'n heerlijk klein banaantje. Dat was een goede basis voor de wandeling die we met een gids gingen maken. Je kon kiezen uit verschillende wandelingen, de waterval, het swamb, orchideeën of een primatenwandeling. Wij gingen voor de vogeltocht. Ook hier liep de gids weer met een geweer, want er leven behalve 13 primatensoorten ook nog luipaarden, de Golden Cat; Serval's en wilde katten in het bos. We zagen veel bloeiende planten en ook orchideeën. Mooie rupsen en de Rwenzori Turaco bleek de vogel van de dag. De wandeling voorde ons ook nog door het Swamb (moeras) waar we op houten plankiers liepen.Terug in het Guesthouse werd ons een lichte lunch geserveerd. Dat licht hadden ze bij de aankondiging wel weg kunnen laten, want we kregen een heerlijke gebonden soep met kaastosti's en ananas toe.
's Middags wandelden we naar het dorpje. Daar waren ze duidelijk geen toeristen gewend, want we werden echt aan- en nagestaard. De kinderen hadden duidelijk wat minder reserves en liepen meteen met ons mee. Ze waren in voor spelletjes, liedjes (vader Jacob in het Frans, Nederlands, en Rwandees) En veel dierengeluiden bleken in Rwanda hetzelfde als bij ons. Zo werd het een gezellige wandeling die we, samen met de dag, afsloten bij het kampvuur.
Maandag 13 augustus. We zaten al weer bepakt en bezakt in de truck toen de zon opkwam boven de theeplantages. Zaterdag waren we van het uiterste zuidwesten van Uganda naar het uiterste zuidwesten van Rwanda gereden. Aan de westkant hadden we zicht op Dem.Rep. Congo en in het zuiden keken we naar Burundi. In het Nyunwe Forest liepen, met het oog op deze grenzen, veel militairen in het park. Nu reisden we naar het noordoosten. We hadden meteen weer mooie vergezichten, maar ditmaal in het ochtendzonnetje. De eerste stop was in Butare . We kochten daar iets voor de lunch onderweg en bezochten daar het Nationaal museum van Rwanda. We zagen daar veel over de gebruiken van het land. De gereedschappen, de manier van wonen. De parken en de dieren. Buiten zagen we mensen aan het werk in nagebouwde hutten en werk-ruimtes. Ze vlochten manden en maakten sierraden etc. Ook was er nog een Botanische tuin. Verder ging de reis naar Kigali, de hoofdstad van Rwanda. Grenzend aan de stad ligt een heuvel die door de Unesco helemaal is volgebouwd voor mensen die terugkeerden na de genocide. We bezochten er ook het Memorial. Hier kregen we wat meer inzicht in de enorme ramp die zich hier heeft voltrokken meteen nadat President Habyarimana werd vermoord in 1994. In 3 maanden tijd werden er meer dan één miljoen mensen vermoord en was er zeker eenzelfde aantal mensen op de vlucht. Het waren schokkende foto's. We lazen hoe een en ander in de geschiedenis was te herleiden en zagen beelden van de berechting van daders achteraf. We bezochten in de tuin het kerkhof en daar waren we in gedachten even bij alle slachtoffers en nabestaanden. Het is vreemd als je dan je weg weer vervolgd door een stad die leeft en functioneert als iedere grote stad. Je zoekt op straat nog even of je inderdaad een Hutu of eenTutsi kunt herkennen aan hun lichaamsbouw.
Maar toen nam het vakantigevoel het weer over. We zagen dat er in deze stad heel veel ambassades zijn. Gevestigd in grote moderne gebouwen. Dit was de eerste grote stad na weken, dus we keken onze ogen uit en waren blij dat we er alleen maar doorheen reden op weg naar het volgende natuurpark. Het was nog drie uur rijden naar Akagera N.P. waar we dan ook in het donker aankwamen. Het was een lange reisdag met veel indrukken. We sliepen in een groot hotel en schoven 's avonds aan aan het dinerbuffet.
Dinsdag 14 augustus. En ook het ontbijt was in de vorm van een buffet. Zeer uitgebreid! We vertrokken weer op tijd. Het hotel lag een uur rijden van het Park. We kregen weer een plaatselijke gids mee. De voertaal in Rwanda is Frans. Onze gids sprak een mengeling van Frans en Engels en was niet altijd goed te volgen... We zagen niet veel dieren, wel redelijk wat vogels maar de gids was helaas geen vogelaar. Het park grenst aan Tanzania. Een groot deel van het park werd aan de bevolking gegeven voor de terugkerende vluchtelingen. In het overgebleven gebied leven toch nog wel veel soorten zoals olifanten, buffels, giraffes, zebra's, impala's luipaarden etc. Wij zagen als enige van al deze soorten de giraffe en die liet zich dan ook mooi fotograferen. Het landschap was mooi, heuvelachtig.De middag werd besteed aan wat wandelen rond het hotel. Er was een zwembad in de tuin, maar daar was het wat te koud voor.
Woensdag 15 augustus. We pakten onze koffers weer in en gingen weer op pad. Onze truck was weer schoongemaakt, ontdaan van alle bladeren, takken en rood zand van de game-drive van de vorige dag. Het was vier uur rijden naar de grens met Uganda bij het plaatsje Mirama. Al na goed anderhalf uur rijden moesten we een garage opzoeken omdat er problemen waren met de versnellingsbak. Dit moest ter plekke gerepareerd worden. Meteen verzamelden zich een groep kinderen rond de truck die om allerlei zaken gingen vragen. Gelukkig hadden we nog een voetbal in de truck en daar waren ze wel voor in. Eenmaal bij de grens voltrok zich het bekende ritueel weer. Stempels, politie en douane en 50$ betalen. De klok kon weer een uur vooruitgezet en de taal was weer Engels. En de wegen weer van zand met kuilen! We hadden nog een lange weg te gaan. Af en toe een Pi-stop en we lunchten deze keer in een restaurant waar de mannen nog een biljart ontdekten. We reden langs Brahama waar de huidige president Yoweri Kagutu Museveni woont. In het gebied na de grensovergang was opvallend veel bananenteelt. Vrachtwagens vol, maar ook veel fietsen volgehangen met bananen. Al game-drivend kwamen we op onze plaats van bestemmig: Lake Mburo N.P. We scoorden onze eerste zebra's en impala's van deze reis. Dit park is het kleinste N.P. van Uganda. Vroeger woonde hier het Bahimavolk, veehoeders. Maar ook in dit gebied werden de mensen verjaagd door de slaapziekte. Pas rond 1960 was de tsee-tseevlieg afdoende bestreden en keerden de Bahima's terug. Het wildleven had zich inmiddels flink uitgebreid dus de nieuwe bewoners begonnen op grote schaal te stropen om hun vee te beschermen. De Ugandese overheid stak hier een stokje voor en maakte een wildreservaat van het gebied. Inmiddels is besloten dat een kleine groep Bahima's in het gebied kan blijven wonen, voornamelijk om te kunnen blijven vissen. Maar tijdens een game-drive kun je ook kuddes 'gewone' koeien tegenkomen. In dit park leeft ook de eland antilope, luipaarden en veel bavianen. Op de camping zat al hoog in de bomen een koppel African Fish Eagles op ons te wachten.
De camping lag aan de rivier en je hoorde de hippo's brullen en stoeien in het water achter de bosjes. Wel spannend want het sanitair was van zo'n kwaliteit dat wij ook af en toe achter die bosjes moesten....Het diner hadden we in een open gebouwtje op de camping. Voor omgerekend 4 euro hadden we een prima maal in een prima omgeving; gewoon de vrije natuur om ons heen met alle daarbij horende geluiden. De kampwachters hadden een kampvuur aangemaakt tussen de tenten om 's nachts ongewenste viervoeters af te schrikken.
Donderdag 16 augustus. Om 5.00 uur werd ik wakker, het waaide hard, het vuur brandde nog. Ik hoorde de krekels en af en toe een hippo. Buiten zag ik voor de eerste keer deze reis een mooie sterrenhemel. De hele vakantie hadden we steeds veel bewolking. Gisteren hadden we onderweg zelfs nog een flinke regenbui! We begonnen de dag met een game-drive. We mochten kiezen lopen of met de truck. Wij besloten tot die laatste mogelijkheid. We vertrokken nog in het donker. In de verte kleurde de hemel rood. Prachtige luchten vanwege de inmiddels weer aanwezige bewolking. In het ochtendschemer zagen we als eerste een groep impala's. Wat stonden ze daar mooi in het ochtendlicht We konden daar alleen maar van genieten want het was nog te donker om te fotograferen. Daarna doken de buffels op met jongen en een hele grote vaderbuffel op de uitkijk! Ook de topi's waren mooi te bekijken, ook deze groep had jongen. Verder nog waterbokken, en ook zebra's met jongen. Af en toe grote groepen apen ruziënd in de bomen en een grote groep koeien met enorme horens. Het werd inmiddels tijd voor ons ontbijt. Na het eten zei Isma nog een keer CHOP-CHOP en opgevoed als we inmiddels waren wisten we wat er dan van ons verwacht werd...vertrekken...! De bagage ging in de truck, de tenten werden voor de laatste keer ingepakt. Zo begon onze laatste rit, terug naar Bart in Entebbe. De route liep via Masaka en Kampala. We lunchten in een souvenirwinkel en we stonden weer op de evenaar. De bekende proefjes lieten we voor wat ze waren en er werden nog even souvenirs aangeschaft in de stalletjes rondom. Vandaar was het nog een lange rit. Af en toe een Pi-stop en een lege tank. Echt Afrikaans komt er dan uit het niets toch weer iemand met een jerrycan diesel aangelopen en waren wij weer gered tot de volgende benzinepomp.
We reden door de voorsteden van Kampala en het zag er zwart van de mensen... Het had net geregend dus stonden er overal plassen op de zandwegen tussen de winkeltjes die soms niet meer waren dan een open container. Heel veel uitlaatgassen en modder! We keken onze ogen uit en lieten meteen het plan varen om de volgende dag te gaan winkelen in Kampala. Na drie weken in de natuur werden we nu weer geconfronteerd met de dagelijkse leefwereld van de grote stad. Tegen 19.00 uur reden we het terrein van Entebbe's Guesthouse weer op en was het rondje compleet.
De tafel stond al klaar in de tuin. De crew werd bedankt, mooie gemeende woordjes werden gezegd en de enveloppen werden uitgedeeld. Lydia deed nog een woordje terug. Zij bedankte ons ook, ze had zich samen met Isma 'part of the family' gevoeld. Het diner werd binnen geserveerd, want buiten werd je zelf het avondmaal voor de vele muggen. En wat kregen we als toetje? Appeltaart!! Geregeld door de twee meiden die eerder naar huis gingen en dus ook een paar dagen voor ons al bij Bart waren.
Vrijdag 17 augustus. Onze laatste dag in Uganda en een vrije dag. We besloten naar de botanische tuin te gaan en dat bleek een goede beslissing. Het kon te voet want het lag op loopafstand van ons guesthouse. Daar zagen we veel terug van wat we ook tijdens de reis al waren tegengekomen. De apen klommen vrij door de bomen. Diverse aparte vogels vlogen in verschillende landschappen. Zelfs het tropisch regenwoud was aanwezig met reuze varens en tilantia hangend in de bomen.Het was een ontspannen wandeling. We hadden nog wat tijd over, dus liepen we van hier naar de ZOO. Daar zagen we nog de laatste van onze Big Five, de neushoorn.En ook nog een groep chimpansees spelend op de grond. Nog snel even wat foto's gemaakt!
Zo was het een heel gezellige dag waarin we alvast begonnen herinneringen op te halen. Bart verraste ons nog met een heerlijk laatste avondmaal . Allemaal een grote Tilapia uit het Victoriameer. Verser hadden we die nog nooit op! We bekeken nog de foto's die Lydia tijdens de reis met een digitale camera van Bart had gemaakt. We kregen allemaal een c.d. mee naar huis.Zo konden we thuis meteen wat foto's laten zien; service van Bart. Lydia kwam nog voor een laatste groet 'on the African way', ze ging naar huis. En om 19.00 uur was het ook onze tijd om te gaan. Zonder problemen checkten we in voor de nachtvlucht.
Zaterdag 18 augustus. De vlucht verliep voorspoedig. Bij het ontbijt kregen we wentelteefjes. We landden om half zes op Schiphol. We vlogen in acht uur 6375 km in de airbus A330- 200. De klok ging weer 1 uur terug en om negen uur waren we weer thuis, in Teteringen. We hebben een prima reis gehad in Uganda en Rwanda. Een goed gezelschap, zeer eensgezind en allemaal in voor een grapje. Ook allemaal de instellig; ‘Niet zeuren..GENIETEN. We waren allemaal ervaren reizigers en Afrikagangers. De reisdagen waren soms erg lang, de wegen slecht, vaak heel slecht!
Het weer werkte lang niet altijd mee. Maar de natuur was prachtig. Schitterende landschappen. Veel bloemen. Veel vogels. Wat minder groot wild, alleen soms wel bij de tent! Super vriendelijke bevolking, zowel in Uganda als in Rwanda. Zelfs winkelen is hier een genot. Je loopt zonder dat een opdringerige verkoper je hindert zo winkel in, winkel uit. En, last but not least een perfecte crew. Isma had goede manieren, was een prima chauffeur en hij stond altijd klaar, ook na een inspannende reis om weer te helpen met het opzetten of afbreken van de tenten.Zijn lach was heerlijk en het CHOP-CHOP zullen we niet vergeten. En Lydia was een prima meid, regelde alles goed en gaf ons heel veel informatie over haar land en cultuur. Ik ga haar en haar land niet snel vergeten....
Augustus 2007 Els Bouwmeester.
(1) BRAZILIË rondreis Organisatie SNP ism Wereld Natuur Fonds
Groepsrondreis van 22 juli tm 14 augustus 2006
Zaterdag 22 juli 2006. Om 6.00 uur komt Jaap aangefietst om ons naar Schiphol te brengen. We rijden vlot aan en zijn al om 7.45 uur op Schiphol. Een drukte van jewelste is het daar. We treffen, na enig wachten, de rest van de groep en ook de reisleider Merijn van Leeuwen. Het inchecken verloopt trubbelig. Het eind van het liedje is dat Gert en ik weer niet naast elkaar zitten deze reis... Niet leuk! Met één uur vertraging vertrekken we naar NEW YORK. Ik heb wel een gezellige buurvrouw getroffen. De tijd vliegt en de acht uur zijn zo om. Met een praatje, een hapje en een drankje, af en toe een dutje, kunnen we de veiligheidsriemen weer vastmaken om te landen op NEW YORK. Helaas hadden we bij het landen geen zicht op de Big Apple. Op de luchthaven moesten we een interview ondergaan. Daarna onze koffer weer ophalen en inleveren. Vervolgens was het wachten bij de juiste gate.
Met één uur vertraging konden we instappen. Het vliegtuig was een ouwetje, een lang smal model, de airco stond nog niet aan....Het vliegtuig zat tjokvol, buiten was de temperatuur ook niet mis. Dus het werd warmer en warmer. Na nog eens één uur wachten in het vliegtuig, omdat eerst de airco niet wilde starten en toen de 2e motor niet, gingen we als warme sardientjes in een blik dan toch de lucht in. Twee uur later landden we in ATLANTA. Het vliegveld van Atlanta was zeer groot en mooi, dit in tegenstelling tot dat van New York, wat maar klein was en ook een erg vervallen indruk maakte. Hier geen interviews en onze bagage bleef ook buiten beeld. Wel kwamen we er al snel achter dat onze vlucht vertraagd was. Het vliegtuig bleek overboekt. Er werd 400$ per plaats geboden met daarbij een overnachting en 3 maaltijden, als je een dag later wilde vertrekken. Maar er was weinig animo voor deze oplossing, dus het duurde en het duurde maar. Het voordeel was wel dat de groep elkaar inmiddels een beetje had leren kennen en de namen zaten er al goed in. Door met iemand van plaats te ruilen konden we toch nog naast elkaar slapen... We kregen een drankje en nog een maaltijd en na het taxfree winkelen kon iedereen gaan slapen.
Zondagmorgen 23 juli Na negen en een half uur vliegen landden we op het vliegveld van RIO DE JANEIRO om 9.00 uur 's morgens. Onderweg hadden we de klok een keer vijf uur achteruit gezet en een keer één uur vooruit. Dus al met al waren we zo'n 33 uur onderweg geweest. We kregen een mooie kamer in Hotel de Bret, met uitzicht op het Copacabana strand. Na een koffie en een sandwich een dut en een verfrissende douche namen we om 17.00 uur de taxi voor een rit naar de suikerberg. We gingen met de kabelbaan omhoog en hadden een prachtig uitzicht over de stad Rio. De avond viel snel en we dineerden op de 12e verdieping van ons hotel.
Maandag 24 juli. Het ontbijtbuffet was zeer compleet tot en met taartjes en pudding. De excursie ging vandaag naar Poços das Antas waar we, in het wild levende, leeuwaapjes konden gaan bekijken. Onderweg pikten we twee mannen op met antennes. Zij konden hiermee de leeuwaapjes, die voorzien waren van een zender, zo opsporen. Al snel zagen we een groep van 10-12 aapjes. We konden ze van dichtbij bekijken en met het zonnetje op hun vacht leken ze inderdaad wel gouden haren te hebben. Later kwamen er nog wat penseelaapjes bij. Nadat iedereen mooie foto's had gemaakt deden we nog een wandeling door het bos en kregen we uitleg over planten en dieren. Ook Merijn, onze reisleider/ bioloog kon ons e.e.a. vertellen. Later werd in het documentatiecentrum het hele apenproject nog eens helemaal uitgelegd. We begrepen dat de steun van het WNF inmiddels ver over was, maar dit schijnt ook de werkwijze te zijn van dit fonds. Ze helpen zo'n project op gang en als het dan eenmaal goed loopt trekken ze zich terug.
Rodriquez was die dag onze gids. Een knul uit Rio die werkelijk perfect Nederlands sprak. Hij vertelde wat over Rio, de provincie met 11 miljoen inwoners, de stad en Copacabana. Copacabana heeft alleen al 60.000 inwoners.Er is weinig industrie in Rio, alleen petroleum wordt er verscheept. Ze hebben een grote doorvoerhaven. Een 40 km lange brug verbindt de delen van de stad met elkaar. Deze brug is er pas sinds 1997. Daarvoor moesten ze voor deze oversteek 100 km omrijden of met een pont varen. Op de terugweg zagen we veel kleine bosbranden. Rodriquez vertelde dat dit werd veroorzaakt door de warmte. Het was er nu winter met een temperatuur van 34 graden. Het had nu lang niet geregend, waardoor zelfs al een klein stukje glas zo'n brand kon veroorzaken. De landschappen waar we doorheen reden waren prachtig. Veel korte, hoge bergen met veel graslanden, omzoomd met bosjes van cactussen. We zagen die dag ook veel mooie kleurige vlinders en natuurlijk vogels. Zeker op ons lunchadres, een boerderij die ook bij het apenproject hoorde. Daar hingen de feeders met suikerwater buiten voor de ramen. We konden dus ook tijdens de lunch gewoon doorgaan met vogelen. Af en toe kwam er gewoon een kolibrie door de open ramen naar binnen gevlogen! Merijn is ook vogelaar en zeer enthousiast. Verder zijn er nog twee mannen wel geïnteresseerd. De lunch was heerlijk en zeer uitgebreid in de vorm van een buffet met plaatselijke gerechten. Terwijl we in de file over de lange brug weer terug reden zagen we het zonnetje ondergaan. De avondmaaltijd gebruikten we in een 'kilo'restaurant. Er moest naar gewicht(wat er op je bord lag) afgerekend worden. We hadden allemaal nog niet echt honger, want de lunch was zeer volumineus geweest. Bij de toetjes ging ik toch overstag....ze zagen er ook allemaal zo lekker uit! Nog een Caïpirinha bij het vogelscoren en toen het bedje opgezocht. Het was een relaxte dag en toch heel veel gezien en gehoord.
Dinsdag 25 juli. We hebben weer zo'n heerlijk ontbijt genuttigd en daarna vertrokken we in een busje. We concludeerden dat de busjes iedere dag kleiner werden. Het was nu even passen en meten maar toen had toch iedereen een plekje ....We gingen op weg naar de Corcovado. Het Christusbeeld op de berg. Het verkeer in Rio is zoals in iedere miljoenenstad zeer druk en de auto's krioelen door elkaar als de mieren in een mierenhoop. Het geeft een wat chaotisch beeld en menigeen in het busje is blij niet op de bestuurdersplaats te zitten. Ik ontdekte verschillende stadsbussen met op de zijkant de tekst BREDA/RIO. Alsof dat een busverbinding zou kunnen zijn.... Bijna op de top stopten we op een uitzichtpunt. Rondom hadden we uitzicht op de stad Rio de Janeiro, gehuld in nevelen... En vanaf de hoogte, niet eens meer zo ver weg, keek 'de Heer' op ons neer. Er werden mooie foto's gemaakt. Op de parkeerplaats ontdekten we in de bomen kapucijnapen. Zij lieten zich even lokken met een stukje banaan, maar waren dan ook heel snel weer weg. Toen ging het verder omhoog naar het beeld zelf. Niet echt mooi, wel erg groot. Toch wel speciaal om hier zo rond te lopen. (12-10-2006 is de Corcovado tot heilige plaats benoemd).
Al rondkijkend ontdekte ik nog een andere plantenliefhebster in de groep: Martie, uit Purmerend. Vanaf het terras op de berg hadden we een mooi uitzicht en al sapje- en koffiedrinkend zochten en vonden we in het panorama ons 'eigen' Copacabanastrand. Beneden maakten we een wandeling door het stadspark van Rio. Heel heuvelachtig was het met veel oude bomen. Prachtig en eigenlijk ook onvoorstelbaar dat er in een miljoenenstad nog zo'n groot, mooi park ligt. Vandaar ging het weer in ons busje naar de Botanische tuin. Daar genoten we eerst van een heerlijke lunch, uiteraard met een vers sapje. Om een goede spijsvertering te waarborgen hebben we daarna een uurtje door de tuin gewandeld en verschillende mooie vogels gezien en de enorm hoge palmen bekeken. Verder zagen we nog veel kleurige vlinders maar die lieten zich helaas niet fotograferen. Terug in het hotel snel omgekleed om een strandwandeling te gaan maken.Vanaf Copacabana wandelden we naar Ipanema. Je weet wel van dat liedje: A girl from Ipanema....
We aten die avond weer in een kilorestaurant met, naar zuidelijk gebruik, meerdere televisieschermen in het restaurant en...allemaal met de Braziliaanse soap! Na de maaltijd zijn de meeste van de groep nog op zoek gegaan naar het nachtleven van Rio. Ik koos voor m'n dagboek en bed.
Woensdag 26 juli. Het ontbijt stond gepland op 7.30 uur. Om 9.00 uur vertrek naar het vliegveld. Ik was al om 6.00 op en heb genoten van de zonsopkomst. Met het zicht op zee en het geluid van de aanrollende golven heb ik mijn dagboek bijgewerkt. Jammer dat de reis weer verder gaat. We hadden hier een prima hotel met een grandioos uitzicht. Prima locatie! Maar de natuur trekt toch ook wel, dus met een beetje weemoed maar vol verwachting stapten we in het vliegtuig naar FOZ DO IGUACU We vlogen met TAM, een airbus A320 PR MAE.Mooie stewardessen en een ruim vliegtuig. We arriveerden om 13.30 uur bij het volgende hotel: Hotel Tropical das Cataratas. Een prachtig hotel uit de koloniale tijd rond 1930, mooi gelegen tegenover de watervallen.
Hier zagen we meteen het effect van een langdurige periode van droogte op de watervallen. Wat een muur van 3 km. breed van vallend water had moeten zijn was nu een rotswand met mos en varens en hier en daar een klaterend stroompje. We konden onze ogen niet geloven. Lang konden we er niet bij stilstaan, want we kregen even de tijd om de koffers op de kamer te zetten en toen moesten we ons al weer melden voor de jungletocht. Voor we in het karretje stapten wat ons door het regenwoud zou rijden toverde de gids Sandro een doos tevoorschijn met daarin een soort van Mac lunch. Wit tempex bakjes met daarin frites en jawel een cheeseburger.
Al etend en genietend van veel prachtig gekleurde vlinders om ons heen was het al snel tijd om te gaan. We werden door de jungle gereden en af en toe stopten we voor een korte uitleg over bomen en planten. Het eindpunt was, na een korte wandeling, een uitkijktoren bij een rivier . We zagen mooie vogels. Dat we ook veel nieuwe soorten ontdekten kwam mede door de kennis die Merijn had van veel Zuid Amerikaanse soorten, zodoende werden ze ook snel op naam gebracht. De dag werd afgesloten met een vaartocht. Helaas was de waterstand zo laag dat halverwege de helft moest overstappen in een andere boot, omdat we steeds op de stenen vastliepen. We konden nog een blik werpen op Parrot Island in de schemering en hoorden toen wel duizenden papagaaien en parkieten die in de vallende duisternis hun slaapplaatsen opzochten.
We ontdekten nog wat zwarte gieren en verderop nog een clubje toekans in een boom, duidelijk herkenbaar aan hun grote snavels. In de rivier scharrelden nog twee jonge ooievaars, nog helemaal zwart en ook nog een zwarte snavel. In het donker meerden we af en kregen meteen weer een snackpakket en drinken uitgereikt. Omdat we binnen een half uur al weer moesten opdraven voor het diner werd unaniem besloten om de snack maar te bewaren voor de volgende dag. En dat bleek maar goed ook, want aangekomen in ons hotel stond een enorm buffet voor ons klaar. Al tellend kwamen we uit op een keus van 30 gerechten. En denk niet dat het dat dan was, nee daarna kwam een nog grotere verleiding....de toetjes... Ook dit was gewoon niet te geloven zoveel taarten en puddingen. Het zag er allemaal even verleidelijk uit en je kon natuurlijk ook 'gewoon' fruit nemen, de heerlijkste soorten en allemaal vers: ananas, papaja, verschillende soorten meloen, druiven, sinaasappels... Maar samen met Martie viel ik toch voor de 'zondige' dingen en genoten we van al het lekkers wat we thuis moeten laten staan! Heerlijk, heerlijk. Na het diner deden we nog een nachtwandeling met de zaklamp, goed voor de spijsvertering, maar helaas weinig oogjes gevangen in het licht. De kamer was perfect met nog een betere douche dan in Rio. Ook genieten!
Donderdag 27 juli. We werden op tijd wakker, prima bedden daar niet van, maar Merijn had afgesproken dat hij om 6.00 uur bij de voordeur zou staan om met liefhebbers te gaan vogelen. En ja, liefhebbers zijn we wel! Het was een hele wandeling van de kamer naar de voordeur. We sliepen in een zijvleugel in kamer 3222... Aangekomen bij de voordeur bleek het nog aardedonker te zijn buiten. We waren maar met ons drietjes, Merijn, Gert en ik. We besloten om eerst maar te gaan ontbijten en onze monden vielen weer open bij het zien van het ontbijtbuffet, wat een overdaad!! En de warme hapjes moesten nog komen, daarvoor waren we te vroeg...Uiteindelijk gingen we om 7 uur lopen, toen begon het net licht te worden. Een uur later dan in Rio dus. We zagen mooie vogels, ook een zeldzame dachten we, een Guan. We konden hem mooi observeren hoog in de boom.En nog 2 neusberen die op hun gemakje rondscharrelden. Ze gingen mooi rechtop zitten eten. Om 8.00 uur kwam Sandro ons met een grote bus halen om naar Argentinië te gaan naar de waterval. We ontdekten onderweg dat er meerdere soorten watervallen zijn..bijv. een 'spraak' waterval. Hij kon er wat van! De paspoorten werden ingeleverd bij de gids. Bij de grens kregen we geen stempel omdat we maar één dag bleven. Blijf je langer in Argentinië, dan moet je een stempel kunnen laten zien.
We wandelden in één uur naar Foz de Iguaçu. Halverwege werden we nog overvallen door een onweersbui waar een ontzettende plensbui bijhoorde. Gelukkig hadden de regenkleding bij de hand!Het pad ging over een loopbrug, een open rooster. Wel even wennen. We begrepen dat het water normaal onder deze brug door denderde, maar nu leek het meer een stilstaand meer. En daar waren ze dan, de watervallen, toch nog zeer indrukwekkend! Jammer wel dat je dit dan altijd weer met erg veel mensen moet delen, een beetje dringen was het wel op die roosters. En er zijn ook altijd weer mensen die proberen er een centje aan te verdienen. In dit geval stonden er mannen op trapjes om van de mensen die dat wilden foto's te maken met de waterval op de achtergrond. Sandro nam ons mee de trein in en we gingen lunchen in en Argentijns grill restaurant. De groenten, rijst en piepers haalde je bij het buffet. Voor het vlees moest je bij de grill zijn. En inderdaad, ze konden er wat van, die Argentijnen. Zelfs als niet vleeseter kon ik het toch zeker waarderen.
Daarna met de trein en bus weer terug naar het hotel gegaan. Ook op de terugrit stond de mond van Sandro niet stil. We hadden allemaal medelijden met zijn vrouw, want je zult toch zo'n spraakwaterval thuis hebben...Later vanuit het hotel deden we nog een wandeling langs de Braziliaanse kant van de waterval, mooi, maar niet zo spectaculair als aan de andere kant. Het buffet deed zeker niet onder voor dat van de dag daarvoor. Ook nu weer een Braziliaans trio die de maaltijd muzikaal omlijsten.Na het diner, nog niet klaar met genieten, aan de bar nog een Caïpirinha genomen. Dé Braziliaanse cocktail met lime en cachasa. Als laatste daad van die dag nog een mailtje naar familie in Nederland gestuurd vanuit de internetkamer. In Nederland was het nog steeds 36º, maar de regen was in aantocht.
Vrijdag 28 juli.Vroeg op! Kwart over vier, dat noem ik persoonlijk wel vroeg! Koffers inpakken en op de gang zetten, ontbijten en om half zes verzamelen. Sandro had gezorgd voor de tickets en hij zorgde voor een snelle incheck van de bagage bij de balie. En we waren weer los. In ongeveer één uur vlogen we naar SAO PAULO. Wat een stad, ± 16 miljoen inwoners. Tijdens de landing hadden we er mooi zicht op. We vlogen met een airbus A 320 van TAM. Overstappen in Sao Paulo in een F 100. Toen was het inmiddels half tien geworden en om half elf stonden we op het vliegveld van CAMPO GRANDE, de hoofdstad van de provincie Mato Grosso do Sul. Ik moest het even opschrijven want onthouden kon ik het niet...Toen we bij de bagage stonden te wachten konden we de klok een uur terug zetten. We konden daar alle tijd voor nemen, want inmiddels was iedereen al weg en hadden wij nog steeds geen bagage. Er werden allerlei gissingen gedaan wat er was gebeurt, maar de meest waarschijnlijke was dat ze verkeerd gelabeld waren en zodoende met het vliegtuig verder gevlogen naar de volgende bestemming. Van het vliegtuig dan. Toch vreemd als je ineens je spullen niet meer onder handbereik hebt.
Nu moest iedereen een beschrijving geven van zijn koffer of tas. Dat was ons als eens eerder overkomen en toen had ik mij vast voorgenomen om dat eens op een briefje te schrijven en, nee, dat niet in mijn koffer te stoppen...Maar goed, zoals wel meer gebeurt met goede voornemens, nu was het dus weer even piekeren over kleur en merk. We konden vertrekken, de spullen zouden ons achterop komen. Het was weer wat krapjes in de bus maar ach als je zit hoef je verder ook niet veel anders meer te doen. We hadden veel tijd verloren op het vliegveld dus het ging in gezwinde spoed naar de PANTANAL en al die vogels langs de weg, alleen een enkele glimp, om ons lekker te maken. Na een lunch van de grill ging het weer verder, nu konden we een enkele keer stoppen om eens beter te kijken. We zagen een capibara, kleine herten, hyacint ara's, kaaimannen, Jabiroes ( grote ooievaars), reigers, meerdere soorten en ijsvogels, 2 vosjes, de reuzenmiereneter, nandoes, kortom het hield maar niet op.
Rond 18.00 uur naderden we Pousada Xaraès, waar we vier nachten gingen verblijven. Zo'n 500 meter voor de poort kwamen we met het busje vast te zitten in het losse zand. De laatste 20 km. reden we aldoor al op onverharde weg. De chauffeur wilde eerst nog niet opgeven en door maar flink de wielen te laten draaien zakten we alsmaar verder in het zand. Er kwam een jeep van de ranch om ons los te trekken en ook die raakte vast. Het was inmiddels donker geworden. Op de tast zochten we onze schamele bezittingen ( geen koffers meer) bij elkaar en het laatste stukje te voet gedaan, door mul zand, over een wildrooster. In het midden van zo'n rooster zat op deze ranch een groot gat, dus was voorzichtigheid geboden. Helaas had een van ons, Gré, het niet in de gaten en ze viel er met een flinke klap in. Met bloedend hoofd en beschadigde armen en benen was ze nog niet eens zo slecht weggekomen. Een gids op de ranch ging voor haar meteen wat ijs hakken en schoot met het mes uit in z'n hand, dus flink bloedend kon hij onze gewonde gaan verzorgen.
Wat was dit toch voor een dag?? Dus onze entree verliep wat rommelig, zonder bagage, met 1 nee 2 gewonden. De kamers werden ons gewezen en meteen werd erbij vermeld dat de education over een half uur begon. De kamer zag er geweldig uit. 1 klein gekkootje in de douche. De education bleek een uitleg over de blauwe ara's. Hoe het project verloopt, wat ze al voor resultaten hebben geboekt en wat over de levenswijze van deze vogelsoort. We hadden wel even moeite om de aandacht erbij te houden na zo'n hele lange dag reizen. Om 20.00 uur konden we aanschuiven voor het diner en nu was iedereen ineens weer klaarwakker! Wel een buffet, maar veel minder keus en dat vond iedereen prima. Het smaakte goed, gesnoept van de lekkere toetjes! Gekletst met Rob en Martie en rap het bedje in. Dat kon rap want ook de toiletspullen waren nog ergens onderweg.....
Zaterdag 29 juli. De vogelgeluiden wekten mij, vreemde vogelgeluiden en erg hard. Ik hoopte op tijd te zijn om het zonnetje te zien opkomen dus snel naar buiten, maar helaas de lucht was zwaar bewolkt. Dat viel tegen. Maar buiten was het toch genieten. Ik ontdekte 2 hyacintara's in de boom naast onze kamer. Verder nog veel bekende en onbekende soorten. De monniksparkiet, de kiskadee. Gert kwam mij al snel achterna en even later dook Merijn ook op. Snel enkele soorten gescoord en daar zagen we een truck aankomen met onze koffers. Wel prettig, want er zijn van die dingen die je eigenlijk niet kunt missen... Bij het ontbijt blijkt dat de groep in tweeën is gedeeld, wel en niet paardrijders. Wij hoorden bij de eerste en we werden voorgesteld aan Gabriëlla, zij was verder hier onze gids en zo bleek later, we hadden het goed getroffen met haar.
Onze eerste activiteit was de Hyacintara's. We gingen met twee biologen op pad. Gisteravond hadden zij de uitleg gedaan over het hele project. We gingen met hen kijken of we nesten konden vinden en zo ja, dan zouden ze ons laten zien hoe zij aan hun informatie over deze dieren komen. Al snel werd er een nest ontdekt, op een hoogte van zo'n 16 meter, we zagen twee ara's hoog tegen de stam voor een opening zitten.Er werd een lijn overgeschoten en via die lijn kwam een dikker touw waarmee een bioloog omhoog klom om in het nest te gaan kijken. Het bleek een beginnend nest, dus ze konden er nog niet veel informatie uithalen. Het nest werd wel helemaal opgemeten en vanaf nu regelmatig geïnspecteerd op eieren of jongen. De toekomstige ouders lieten zeer luidruchtig horen niet gecharmeerd te zijn van dit bezoek. Het blijkt dat ze altijd weer terug gaan naar het nest, dus wat dat betreft kan het zonder problemen bijgehouden worden. De echte fotografen hebben niet de rust om het hele verhaal af te luisteren. Er vliegt zoveel moois rond dat allemaal nog op de gevoelige plaat moet worden vastgelegd..... We reden met een open wagen door een landschap met hoge bomen en ook geel bloeiende bomen. Gabriëlla vertelde ons dat deze bomen maar tien dagen per jaar bloeien en dat wij lucky people waren dat wij nu net daar waren. Het was inderdaad een prachtig gezicht en we zouden nog menig keer verzuchten wat ‘n boffers dat wij waren... Verder nog veel palmbomen die het erg moeilijk hadden met een wurgvijg om zich heen. Mooi om dat proces in zoveel stadia te zien en hoe sterk zo'n palm dan toch nog is. Verder liepen er buffels en koeien die ook een beetje op de buffels lijken, te grazen in het gras. Het gras werd overal in Brazilië verstikt door Donkeytail, een hogere grassoort die het vee niet lust. Boeren steken vaak velden in brand waardoor deze donkeytail tijdelijk verdwijnt en het nieuwe, verse gras kans heeft om weer op te groeien.
Op de terugweg stuitten we nog op een dode koe. Volgens de gids ten gevolge van een slangenbeet. Oeps, ineens realiseerde ieder zich dat we allemaal maar zo'n beetje in het hoge gras hadden rondgescharreld. De gieren zaten er al op, maar konden, waarschijnlijk omdat de huid nog te taai was, niet met eten beginnen. Het wachten was op iets met een grotere snavel of sterkere tanden... We passeerden nog een soort van slagerij, een klein gebouwtje waar vlees aan haken hing. Twee cowboys sleepten net een onwillige koe aan de horens naar de slachtpaal. De hele groep vond het maar een zielig gebeuren, maar niemand besloot om verder als vegetariër door het leven te gaan. Het was een koude bewolkte dag, vast niet warmer dan een graad of 18. We keerden terug op de Pousada over het wildrooster, dat vanaf nu, heel oneerbiedig, de naam: Gat van Gré kreeg. Na de lunch kregen we vogeluitleg van Merijn. Na deze les zag je dan ook iedereen rondscharrelen met de kijker om de nek en elkaar tips geven wat waar te zien was. De uitleg had duidelijk effect gehad.
Om 16.00 uur moesten wij ons weer melden voor een boottocht over de rivier de Abobral. We zagen veel ijsvogels en reigerachtigen, een boom vol kwakken (Night Herron), de ovenbird die een prachtige roodbruine kleur heeft als hij opvliegt in het zonnetje. Zoals zijn naam al zegt maakt hij zijn nest in de vorm van een oven. We zagen er verschillende tijdens deze tocht. En dan ook nog capibara's. De grootste knaagdieren van de wereld. Ze kunnen zich in het water goed redden doordat ze kleine zwemvliezen tussen hun tenen hebben.De kaaimannen hebben hier zoveel vis te eten dat ze, volgens Gabriëlla, niet talen naar mensenvlees...De opengesperde muilen lieten toch wel gevaarlijke tanden zien! We zagen nog enkele heel speciale vogelsoorten, waarvan de gids het ook zeer bijzonder vond dat we die zagen: een soort nighthawk, de Common Poto en een reiger met mooie sprieten op de kop, de Capped Herron. Gert had vandaag in totaal 60 soorten gezien! Na de boottocht een half uurtje rust en dan werden we al weer verwacht voor de education...hoezo, vakantie??
Deze keer kregen we uitleg over het gebied van Brazilië waar we nu waren, de Pantonal. Een gebied wat ieder jaar vrijwel geheel overstroomt. We zagen foto's van de droge en de natte tijd. En van de dieren die er voorkomen en van de cowboys in actie. De ranch waar we nu verbleven had de grootte van de hele provincie Noord-Brabant! Lekker gedineerd. Keuze tussen vlees of vis of vegetarisch of alles tegelijk. Niet de overdaad van de vorige hotels, maar zeker voldoende en zeer smakelijk. Terwijl we in de lounge nog een afzakkertje namen, een wijntje of een Caïpirinha, konden de mannen daar nog biljarten en dan werd het al snel weer tijd voor een welverdiende nachtrust.
Zondag 30 juli. Vreemd.. dat het vandaag zondag is...Ik was al vroeg wakker en hoorde het leven, op het kamp, langzaam beginnen. Het personeel was eerst en daarna begonnen al snel de vogels te roepen en zingen. Hoorde ik een uil? Als de Ara's begonnen was dat geen vraag maar meteen erg duidelijk...Ook de monniksparkieten konden er qua volume wat van! Daar vlogen er heel wat van rond. Maar het mooiste geluid 's morgens vroeg maakte wel de House-Wren. Een klein op een winterkoninkje lijkend vogeltje,....Rond 6 uur hield ik het niet meer en ben ik buiten de zonsopkomst gaan fotograferen. Altijd een speciaal moment, in ieder land waar we tot nu toe geweest zijn. Een nieuwe dag vol beloftes! Om 7.30 uur hadden we ons maagje gevuld en stonden we klaar voor safari en hike. 'Nandoes' gezien, de grootste vogel van Brazilië.
We werden al snel uitgeladen uit de truck en moesten te voet verder. Twee soorten spechten in de palmen. Gabriëlla gaf uitleg over de bomen en kleine insecten. Zij was een prima gids, wist veel en
kon het ook duidelijk vertellen. De wandeling eindigde bij de ranch met de cowboys. Daar kregen we een bakske Braziliaanse koffie en keken meteen toe hoe moeder de cowboyvrouw de kop van de
gisteren geslachte koe uit de oven haalde. Een lekkernij werd ons verzekerd...
Terug op de Pousada gingen we, niet te stuiten, voor de lunch nog even een watertje inspecteren. Het was de moeite waard. Een Jabiroe, een ooievaar van 1.60 meter hoog, vloog over.
Een groep van 70 Night-hawks lag te rusten in het zand en vloog op toen we te dichtbij kwamen. Hun schutkleur was zo goed dat we ze eigenlijk pas zagen toen ze opvlogen. Verder nog kluten, geelpootruiters, verschillende ibissen, ijsvogels groot en klein. Een kleine Tirant =vliegenvanger met een zwart lijfje en een wit kopje. Kaaimannen, verschillende reigers, een Jacana, een snoepje van mooie kleurtjes bij elkaar. En voor we het in de gaten hadden was het alweer twaalf uur en moesten we opeens haasten om op tijd te zijn voor de lunch. Rust...om 15.0 uur0 weer melden voor de volgende activiteit. Met de truck naar de boerderij waar tien paarden werden gezadeld. O,o, waar ben ik aan begonnen...het begint vreemd te draaien in m'n buik...zou ik er nog onderuit kunnen? Nee dus! Een voor een werd ons een paard toebedeeld en werden we erop gehesen.In mijn geval was dat letterlijk zo. En daar zat ik dan, zo'n smal nekkie voor me, de teugels in de hand en maar hopen dat hij niet gaat bewegen.. We zitten wel heel luxe op een aantal schapenvachten en leren lappen.
De paarden stonden rustig te wachten tot het sein vertrek gegeven werd.Na zo'n kleine tien minuten durfde ik al een beetje om me heen te kijken en wat later kon ik hem ook al wat sturen. En na nog een tijdje begon ik al wat zelfvertrouwen te krijgen. We gingen door het water dat ongeveer 40 cm. hoog stond. We een aparte ervaring en het was natuurlijk ook een de enige mogelijkheid om door dit gebied te gaan. Gabriëlla vertelde weer over de bloemen, de bomen en de verschillende vogels die we onderweg zagen. Verschillende kuddes koeien kwamen wel erg dichtbij kijken.... Het waren allemaal rustige, vriendelijke paarden die goed luisterden en geen vreemde trekjes hadden. Dus, uiteindelijk, voelde ik me een bevoorrecht persoon dat ik zo op een paardenrug door de Pantanal werd gedragen.Jammer dat m'n filmapparaat in mijn rugzak zat en mijn rug op dat moment onbereikbaar was...
Terwijl de avond gaat vallen rijden we terug naar de ranch en daarna naar de Pousada waar we de anderen weer troffen en de verhalen van die dag konden worden uitgewisseld. Dat gebeurde onder het genot van een heerlijke Caïpirinha. Zij deden verslag van hun boottocht...een hele familie reuzenotters hadden ze goed kunnen bekijken! We genoten met ze mee en hoopten op net zoveel geluk morgen tijdens de kanotocht.
Maandag 31 juli. We werden na het ontbijt weer opgeladen in de truck met een aanhanger voor de kano's. Na een flink eind rijden, in de kou, kwamen we bij de rivier waar onze kanotocht kon beginnen.Ik had samen met Martie geluk bij de verdeling van de boten. Wij zaten bij Gabriëlla in de boot. Ze nam het peddelen helemaal voor haar eigen rekening. Terwijl ik mijn verslag zat te schrijven, in het zonnetje aan de rivier tijdens de middagpauze, kwam eerst de Dalmatiër, het huisdier van de Pousada me gezelschap houden. Niet lang daarna schoof ook Chica, de huisaap, aan. Het was heel speciaal...
Het was heel stil op de rivier, alleen het geluid van de peddels door het water. En natuurlijk het geluid van de vogels. Ook wij werden er helemaal stil van. Genieten! Een boom vol kwakken, die hier Night-Herrons heten. Kaaimannen lagen aan de rand van het water Een ijsvogeltje probeerde zijn net gevangen prooi stuk te slaan op en tak. Het leek wel alsof we meespeelden in een natuurfilm. Helaas lieten de reuzenotters zich niet meer zien! Terug op de Pousada hadden we tijd voor onszelf. Dit was een prima adres om te verblijven. Per dag twee programma's maar ook voldoende vrije tijd daartussen om ook zelf dingen te ondernemen in een omgeving waar genoeg te beleven was: vogelen, lezen, zwemmen, zonnen of een dagelijks terugkerende plicht: het dagboek bijwerken.
's Middags deden we nog een safari met de truck, nu weer eens een heel andere kant op. Net op pad zagen we al een miereneter,reuze! En natuurlijk weer volop vogels. We zagen Capibara's, verschillende 'deers' een witlip peccari en 2 neusberen. En ook nog, in het schemer, dat was de klapper van de dag, een TAPIR! De maaltijd was weer prima en het bedje, daarna, ook!
Dinsdag 1 augustus. De ochtendgeluiden op de filmcamera vastgelegd. Ik bedoel dan de vogelgeluiden buiten...Het verblijf hier was ten einde gekomen. Er werd hartelijk afscheid genomen, on the Brazilian way wilde Gabriëlla dat. Niemand had daar bezwaar tegen. En tijdens deze omhelzingen werd haar een vette fooi overhandigd. Mede door haar kennis, inzet en gevoel voor humor was ons verblijf op de Pousada Xaraès een echt succes geworden. De truck die ons naar het volgende adres ging brengen was verlaat dus we hingen wat rond in het ochtendzonnetje.
Zo ook de dalmatiër Perdido en de aap Chica.. De hond lag plat op het grasveld op te warmen in het zonnetje. Chica zag dit, bekeek de situatie eens. Ze vond waarschijnlijk dat hij verkeerd om lag want ze pakte hem bij de poten en draaide hem gewoon op de andere zijde. Vervolgens vleide ze zich heerlijk tegen hem aan en zo deden ze samen nog een dutje in het zonnetje. We hadden van Gabriëlla gehoord dat Chica volwassen begon te worden en ook moederlijke gevoelens begon te ontwikkelen. Dit werd geconcludeerd uit het feit dat ze af en toe met een kip onder haar armen liep. Een beetje of ze een baby vasthad....Allison was onze nieuwe gids. Hij bracht ons naar de Sao João Farm.
Dit ging deels met een truck en deels te voet.We zagen al kort na vertrek een Golden Collared Macaw, een Arasoort die we nog niet hadden mogen aanschouwen. En even later ook nog een Chesnut Eared Aracari. Leuk, weer 2 nieuwe soorten. Ons pad liep door een stuk bos waar de zwijnen een stuk hadden omgeploegd en zo liepen we naar een meertje waar we een reuzenotter zagen zwemmen.Toch nog gezien dus... De farm lag mooi in het landschap. Omgeven door moerassen en weilanden met grazende paarden. Terwijl ik de boerderij film zie ik een aantal paarden onder een boom staan wachten...toch niet nog eens paardrijden? Het was de vorige keer goed gegaan, maar alleen al bij de gedachte aan nog een keer begon er in m'n buik alweer iets te draaien...
Aangekomen op de Farm konden we meteen de eetzaal in, om aan te schuiven voor een traditionele lunch. Heerlijk, veel bonen, maïs, aardappelen en worst. En natuurlijk sla. De adviezen van de GGD, die betreffende het eten van rauwe groenten, werd deze vakantie door velen niet opgevolgd. Toch ging het goed en zijn er geen problemen met de gezondheid geweest. Om een goede spijsvertering te verkrijgen hadden we na de lunch de gelegenheid voor een wandeling. Of onder een rieten afdak heerlijk met z'n allen bungelen in een hangmat. Er waren er ruim voldoende en dat was maar goed ook, want dit bleek een favoriete 'bezigheid'. Daarna was het onvermijdelijk; we moesten er toch weer aan geloven. We stegen weer op, deze keer op de ruggen van muildieren.Het ging allemaal een stuk soepeler dan de eerste keer...We hadden een schitterende tocht van teew uur door het natte gebied van de Pantanal.
Veel bloeiende planten. We reden grote stukken door water maar kwamen ook door bos. Het was weer echt genieten en deze muilezels bleken ook zeer rustige dieren. We zagen het zonnetje ondergaan in een roodgekleurde hemel. Toen was het tijd om de reis voort te zetten naar Passo do Lontra, waar we de komende twee nachten gingen slapen. Onderweg scheen Allison nog met een sterke lamp in de bermen, op deze manier zagen we nog een nachtzwaluw, de Scissor Tailed Nightjar. Herkenbaar aan de mooie punten aan zijn staart. We sliepen hier in houten huizen. twee kamers beneden en twee boven. De looppaden zijn hier loopbruggen, omdat het land waarop het park ligt meestal onder water ligt.
Woensdag 2 augustus. Voor het ontbijt nog een rondje gelopen op het nieuwe kamp. Omdat we gisteren in het donker aankwamen hebben we er nog niets van kunnen zien. Deze hele lodge ligt op palen dus het rondje ging over loopbruggen langs de rivier. En passant een zonsopkomst meegepikt. Na het ontbijt stond er een boottocht op het programma. We voeren op de Rio Miranda en een zijrivier daarvan de Rio Vermelho. Opvallend was dat we tot nu toe steeds kleine kaaimannen hadden gezien, hier op de grote rivier waren ze ineens een stuk groter.
We zagen veel Capibara's. Zoveel dat er al mensen afhaakten met het foto's maken van ze. Brulapen in de bomen. Jabiroes met jongen op het nest. Langs de oever de footprint van een jaquar. We ontdekten weer een nieuwe reigersoort nml. de Boat Billed Herron. Hier wat minder ijsvogels, waarschijnlijk omdat de rivier hier wat breder en het water vrij troebel was. We hadden een prima boot. Met allemaal zwemvesten in gevechtsprint zag het er heel stoer uit. We zaten op heerlijke kussens en hadden een dak boven ons hoofd voor de schaduw. Zoals de meeste excursies op deze reis verliep deze ook weer heel ontspannen. We waren pas na twaalven weer 'thuis'. Na de lunch was het weer tijd voor een siësta.
Na twee koude dagen op Xaraès was het weer nu flink verbeterd. Het was zonnig en de temperatuur haalde de 30 graden wel weer. 's Middags deden we nog een wandeling met Allison . We doorkruisten het hele kamp over loopbruggen en paden. We merkten dat als we door de inspanning gaan zweten we meteen ook veel last hebben van muggen zo boven het moeras.Toen de schemer begon te vallen stapten we weer in de boot. We genoten van weer een mooie zonsondergang en gingen verder op zoek, met een schijnwerper, naar dieren op en in het water. We zagenn schaarbekken overvliegen, daarwaren Merijn en Gert zeer gelukkig mee.
Na het diner, dat in een luidruchtige eetzaal werd genuttigd, ging Merijn met de liefhebbers nog een rondje speuren. Wij hoefden niet zo ver weg, we hadden een boomkikker in de voorkamer. Later vonden we er nog een op de veranda.We besloten de avond met het treffen van voorbereidingen voor de verjaardag van Oscar, de volgende dag.
kapot
(2) BRAZILIË rondreis Organisatie SNP ism Wereld Natuurfonds
Vervolg van rondreis Brazilië deel 1
Donderdag 3 augustus. Om 06.00 uur was iedereen wakker in het kamp. De brulapen lieten zich horen. In eerste instantie dachten we dat er een hele groep zit te brullen, maar het bleek slechts één mannetje te zijn. Wat een kabaal, ze deden hun naam echt eer aan. De zon was nog niet op, maar het eerste licht filterde reeds door de bomen. En van boven uit de boom kwam dan dit vreselijke oergeluid, vlak voor onze kamer. Wat bijzonder om mee te maken! Toen de apen zwegen namen de vogels het over. De Chaco Chachalaka's kunnen er ook wat van! De Yellow Billed Cardinal liet zich mooi zien. Nog mooier is zijn neef, de Crested Cardinal. Zeer mooi in het zonnetje met een echt vuurrode kuif. Op enkele plaatsen hangen bakken waar vogelvoer in werd gegooid. Je kon daar veel soorten schitterend van dichtbij bekijken. Ook de Caracara mengde zich daartussen.
In het restaurant werd door de versierploeg vast het bordje en glas van Oscar versierd met eigengemaakte slingers( servetten) en bloemen (bougainville.) Hij reageerde goed op dit alles, kon het wel waarderen. Na het ontbijt verspreidde de groep zich over het terrein. De een om te vogelen, de ander om nog wat plaatjes te schieten, weer anderen gaan nog even op de stoelen langs de rivier zitten met de hoop op een laatste blik op de reuzenotter. Voor het ontbijt was hij nog gezien!
Rob moest nog even dicht langs de kaaimannen sluipen, omdat hij zijn bril had laten vallen en die lag nu in het hoge gras onder de loopbrug. Ook weer goed afgelopen. We gingen weer met het kleine busje terug naar CAMPO GRANDE. De plaatsen waren nu wat beter verdeeld, gelet op de airco en iedereen zat nu goed. Zo goed dat, op een enkeling na, iedereen al snel in dromenland was. We stopten weer bij een wegrestaurant voor een laatste Pantaneiro lunch met heerlijk gegrild vlees. Daar kreeg Oscar ook het cadeau van de groep uit handen van Merijn aangereikt. Een boek over de hyacintara's van het WNF. We arriveerden op het vliegveld om 16.00 uur. En voor zover het nog niet bekend was leerden we deze reis ook weer dat reizen ook veel wachten betekent.
Om 17.50 uur moesten we boarden en om 18.30 uur vertrek in een F 100 van de maatschappij TAM. We kozen nu in deze reis voor de achtste keer het luchtruim. Anderhalf uur later zetten we voet aan de grond in SAO PAULO, waar we meteen de horloges weer een uur vooruit konden zetten. Het was een onduidelijke zaak welke bus we moesten nemen naar het Hotel. Toen werd het ook nog onduidelijk in welk hotel wij verwacht werden...Toen moest Merijn, zo laat op de avond, toch nog aan het werk. Hij zette ons aan het werk om op kosten van de SNP iets te eten te bestellen, dus wij genoten van een hapje, een drankje en deden een Sudoku. We kropen die avond wel wat laat in een prima bed op een mooie kamer in Hotel Dobly. Het leek wel een torenflat met z'n 14 verdiepingen, gebouwd in carré om de centrale hal heen. De sauna, fitness en swimmingpool op de 14e, maar daar was het echt te laat voor!
Vrijdag 4 augustus. De wake-up call was om 6.30 u. Het ontbijtbuffet was zoals bij dit hotel te verwachten was, zéér, zéér uitgebreid. Dus we hebben ons alles eens lekker laten smaken hoewel dat voor Gert niet helemaal opging. Na een paar dagen last van zijn keel te hebben gehad was nu de verkoudheid toch echt doorgebroken. Dus die moest even een tandje terug en de paracetamol werd staande bij gehouden. We vertrekken met een luxe, grote touringcar naar het regenwoud.
Het nationale parc ITATIAIA. Dit is een primair, Atlantisch regenwoud.We sliepen daar in huisjes. Ze lagen mooi tegen een helling waardoor iedereen, na wat klimmen, een prachtig uitzicht heeft op het ons omringende park. Bij aankomst vielen we met ons neus meteen weer in de boter, of wel, de lunch. Ook hier hadden ze buiten, in het zicht van het restaurant, feeders met nectar en schalen met fruit hangen voor de vogels. Er wordt veel van gesnoept de kolibries vliegen zo dicht langs je heen dat je de neiging krijgt ze te pakken. De kleinsten maken tijdens het vliegen een grappig bromgeluid. Nog even over de lunch... de uitgebreidste tot nu toe en we waren al heel wat gewend. Wel een beetje dubbel zo'n overdaad in een land dat toch zoveel armoede kent. Gert duikt na de lunch z'n bed in, ziek. De groep maakt een wandeling naar de watervallen die in de buurt van het hotel lagen. Ook Petra voelt zich niet lekker en ik loop met haar terug naar het Hotel. Daar nog even het zwembad geprobeerd, maar het water was zo koud dat ik mezelf moest toespreken om toch drie baantjes te zwemmen, maar toen heb ik toch maar meteen een warme douche opgezocht. Heerlijk wat is dat dan lekker.Vervolgens nog een klein wasje gedaan en het dagboek bijgewerkt. Het schemerde alweer dus... tijd voor een Caïpirinha!
Zaterdag 5 augustus. Alweer twee weken op pad! Gert sliep alles bij elkaar ongeveer 36 uur en voelde zich nu weer wat opgeknapt. We hadden hier in Hotel do Ype een huisje met twee verdiepingen. De benedenetage heeft twee eenpersoons bedden, twee leren fauteuils voor een open haard (hout ligt opgestapeld klaar), een tafel met twee stoelen om de brieven, kaarten en dagboek te schrijven. Een badkamer met toilet, wastafel en douche. De bovenverdieping heeft een twee persoons bed. Een badkamer met toilet, wastafel en douche. Zowel de boven als de benedenetage hebben een balkon met zitje. Omdat Gert zich niet zo lekker voelde hebben we ieder een eigen etage genomen. Over de buffetten ga ik vanaf nu niets meer vertellen. Want het was weer zeer overdadig!
We kregen een lunchpakketje mee voor de wandeling naar de Tres Picos. Een wandeling die door Atlantisch regenwoud naar uitzichtpunten boven voerde. Het begin was een prachtige ontspannen wandeling, volop tijd om te genieten van de omgeving. Alles zeer weelderig begroeid. Veel mossen, varens en bromelia's. Ook veel verschillende soorten bamboe. Toen we zo ongeveer de helft van de wandeling achter ons hadden werd het pad ruiger, smaller en glibberig. De stenen, groot en klein, die over het pad lagen waren bemost en zeer vochtig, dus glad. Het werd een klim en klauterpartij, waarbij we elkaar regelmatig moesten helpen om over of onder of tussen stenen en takken door te komen.. af en toe stapte iemand mis of maakte een uitglijder maar we vorderden langzaam zonder al te grote problemen. Op het eind, net voor de waterval, moesten we zowat verticaal op de kant zonder rugzak tussen 2 grote keien door. Daarna kwamen we op een zeer glad plateau uit bij de waterval. Gert maakte aan het eind nog een flinke schuiver met als resultaat dat alle spullen in zijn rugzak drijfnat waren geworden. Geld, paspoorten, vliegtickets incluis.
We lunchten op de gladde stenen naast de waterval die zich met een donderend geraas in de diepte stortte. Er kwam nog een klein rood kolibrietje uitgebreid baden in een zijstroompje. Toen werd het weer tijd voor de terugweg. Het was goed te doen maar wel heftig. Met moed, beleid en helpende handjes aan elkaar ging het kalmpjes aan. Oscar stuitte nog op Gré die net klaar was met een sanitaire verpozing. 'Mevrouw' zei hij, en hij kon dat heel plechtig zeggen...'Voor dit soort gelegenheden hoort een dame een gevarendriehoek bij zich te hebben'. Om 15.00 uur waren we weer op het kamp. Allemaal zeer besmeurt en bezweet maar ook uiterst voldaan. Er was verder die dag geen programma dus lekker aangerommeld, genoten van het zonnetje en een paar bladzijden in het boek gedaan.
Oscar trakteerde het aperitief, vanwege zijn verjaardag eerder die week. De flessen rode wijn gingen snel rond en leken goed te smaken, zo in een kring rond de open haard.
Zondag 6 augustus. 6.00 uur ontbijt 7.00 uur vertrek! We maakten weer kennis met een nieuwe gids, Daniëlle. Ze was met een busje aan komen rijden, dat er op het eerste zicht niet echt luxe uitziet! Als we gaan zitten blijkt dat die indruk juist was. Het rammelde aan alle kanten, de ruiten lijken er wel los in te hangen. De vering was echt minimaal. En op onverklaarbare wijze kwamen er uitlaatgassen binnen. Mijn rug werd zwaar op de proef gesteld, want de weg is ook hots-knots met veel drempels. We hadden drie uur rijden voor de boeg....Halverwege mogen we even de benen strekken en daarna mocht ik i.v.m. de rug voorin gaan zitten waar je niet zo'n last had van de slechte vering. Dat was meteen 200% beter. De weg bleef erg slecht met veel grote keien en flinke kuilen. De bus werd aan het begin van het natuurgebied geparkeerd en toen ging het verder te voet naar de trail. Omdat het hier een natuurgebied is worden er zo weinig mogelijk auto's toegelaten.
Het aanlooppad was niet erg interessant, maar wel een goede opwarming voor de eventuele stijve spieren van gisteren. De trail was mooi. Verre uitzichten op de omliggende bergen. Het landschap bestaat hier uit alpien struikgewas en granieten pieken. De hoogste top van het park is de 2787m. hoge Pico das Agulhas Negras. Daar klommen we niet op, maar we hadden er mooi zicht op. Wij klommen naar een hoogte waar enorme granieten 'wolzakken' lagen. Veel mooie bromelia's en, heel speciaal, piepten er vanuit de spleten van de rotsen flinke Amaryllissen. De meeste nog in knop maar enkelen al met mooie grote, rode bloemen. We aten ons lunchpakketje bij de enorme grote stenen, genietend van het uitzicht. De hoeveelheid bloemen en orchideeën viel erg tegen, maar het was tenslotte ook winter, daar hadden we even niet aangedacht. Het was twee uur lopen terug, bergaf. Het ging soepel alleen het pad van de trail naar het busje was wel erg lang. Het leek ons wel twee keer langer dan op de heenweg.
We hotsten met het gammele busje weer terug naar het hotel. Halverwege nog gestopt bij een souvenirwinkeltje waar we wat lekkere snoepjes kochten en toen we weer verder gingen was het al helemaal donker. Dit was achteraf niet echt een geslaagde dag. We reden zes uur in een gammele bus om vier uur te wandelen. Om 19.00u. waren we weer 'thuis'. Moe maar niet helemaal voldaan. De wandeling was mooi maar niet zo'n hele reis waard. Hoewel ik wel moet zeggen dat de humor de groep niet in de steek liet en er achterin het busje heel wat werd gelachen en plannen gemaakt voor de volgende dag. Na het avondeten hadden we de tijd om nog lekker na te tafelen. Het vertrek voor de volgende dag was van 8.00 naar 9.00 uur verplaatst.
Maandag 7 augustus. Al om 7.30 uur zat iedereen aan tafel, blijkbaar was iedereen het uitslapen verleerd! Maar we hadden nu wel een keer de tijd om eens uitgebreid van de vogels op het balkon te genieten. We raakten niet uitgekeken op al die mooie kleuren. De honingzuigers hebben soms zelfs metallicachtig iriserende kleuren. Merijn had gisteren al gekkend met de rest achterin de bus bedacht dat hij van z'n mond ook een soort feeder kon maken met bloemblaadjes. Iedereen bleek bereid mee te helpen aan dit experiment. We smeerden hem honing rond de mond en plakten daar bloemblaadjes van de bougainville op. En met een slok suikerwater in de mond ging hij daar op het balkon verleidelijk staan lonken...Naar de kolibries dan. De kolibries vlogen om hem heen, maar echt drinken, dat durfden ze toch niet aan. Jammer, het experiment was mislukt maar het leverde wel mooie foto's op!
We hadden nog net voldoende tijd over om de koffers in te pakken en daar wachtte de bus alweer. Een zeer luxe deze keer. Voldoende ruimte om allemaal een plaats apart te hebben. Er werd meteen een folder uitgereikt van het stadje waar we nu naar toe gingen. Daarna kwam de chauffeur nog langs met een schaaltje snoepjes. Straks stijgt hij ook nog op...hoorde ik Gert zeggen.( Bij de inlandse vluchten kreeg je voor vertrek ook altijd een zuurtje aangeboden). Het werd een mooie reis door een prachtig landschap. Eerst nog de bossen van het regenwoud. Daarna een open berglandschap waar wij op een redelijke hoogte doorheen reden. En uiteindelijk reden we door de Serra do Mar naar de zee. Een heel mooie kust. Blauwe zee, wit strand en voor de kust lagen in zee veel beboste eilandjes.Met een koffiepauze tussendoor arriveerden we om 13.30uur in PARATI.
Een oud-Portugees stadje met autoloze straatjes van wat groot uitgevallen kinderkopjes en witte koloniale huizen en kerken. Die hadden dan allemaal weer gekleurde voordeuren en raamkozijnen wat dan uiteindelijk weer een heel fleurig beeld gaf. Wel een stadje wat op toeristen was ingesteld, veel boetiekjes. En dan nog even over het hotel, de buffetten, daar zou ik het niet meer over hebben, maar dit hotel was werkelijk als een filmdecor, zo mooi. Een prachtige binnentuin met allermooist bloeiende planten. Zeer exotisch, met in het midden een zwembad met daaromheen weer ligstoelen en dan daarachter onder een rieten afdak de bar. Met daarbij dan ook weer zitjes van rotan. Wat verderop weer een ronde rieten kap met daaronder de tafels en stoelen waar morgen het ontbijt geserveerd en genuttigd ging worden. Dit geheel werd omsloten door de kamers. Twee etages, met zwaar houten balkons, houten luiken voor de ramen. De ramen en de deuren omzoomd met een rij mooi geglazuurde tegels. Het was een plaatje...
En dan de volgende verbazing bij het betreden van de kamer... Een voorkamer met een éénpersoons bed. Helemaal ingericht met kast, schrijftafel en zitje. Doorlopend kwam je in de grote slaapkamer met een flink tweepersoons bed. Tafel met stoelen, televisie, eendriezitsbank, sidetable, twee kasten. Doorlopend kom je in de badkamer met luxe sanitair en een afgescheiden doucheruimte. Alles in koloniale stijl ingericht. Veel schilderijen, tegelplateaus, klokken en midden boven ons bed ons Heer aan het kruis. Nadat we dit alles op ons hadden laten inwerken zijn we de stad ingegaan. Wat gewinkeld, ge-internet en fietsen bestelt voor morgen. De lunch en het diner deden we in het stadje, met de hele groep en de kosten daarvoor zaten al bij de reissom inbegrepen.
Dinsdag 8 augustus. Terwijl iedereen nog op één oor lag, heb ik de binnentuin gefilmd en met een zeepje waarop de naam van het hotel in mijn zak het stadje doorgeslenterd en wat gefilmd in de haven. Het was laag water en in het slik stonden veel reigers en eenden, langs de kant liepen de zwarte gieren in groepen bij elkaar visresten op te peuzelen. De boten lagen schuin op het drooggevallen slik. Het opkomende zonnetje scheen daar mooi overheen en maakte alle kleurtjes nog en tikje feller. Teruggekomen in het hotel, zag ik Gré al op een bank in de binnentuin zitten genieten. Het zeepje had ik niet nodig gehad. Op eigen kracht weer thuisgekomen! Om 9.O0 uur konden we terecht bij de VVV om onze fietsen op te halen. Echte mountainbikes. Vering in het stuur en standje vooroverliggend. Kortom, geen gezicht en echt wel even wennen dat als je je remmen inknijpt, je stuur naar beneden veert....En dan een mannenzadel!
We gingen op pad, lekker de gang erin en genoten van de omgeving. Mooie bloemen en vooral ook al die mooie vlinders die met ons meefladderden. Het trappen ging heel langzaam aan toch steeds zwaarder en ons vermoeden bleek juist. Vals plat! Dat viel tegen, een ontspannen fietstochtje was ons voorgesteld en onze kuiten begonnen flink te protesteren. Martie hield het voor gezien en ging terug naar het hotel. De ligstoelen bij het zwembad en een goed boek leken haar op dat moment meer vakantie. Het fietsen ging over in lopen en net op het moment dat ook Gert de brui eraan gaf bleek het nog 50 meter tot het terras, de koffie een heerlijke houten stoel in het zonnetje. De bikes werden aan een hek gebonden en Merijn ontdekte dat zijn waterfles had gelekt in zijn rugzak, waardoor hij nu zijn vogelboek kon uitwringen. Zeiknat! We namen een kop koffie en een frisje en Merijn vier rollen toiletpapier. Het papier werd velletje voor velletje tussen de bladzijden gelegd en omdat het nogal een dik boek was kregen onze benen een welverdiende rust. Toen de klus geklaard was konden we bijna geheel fris aan de wandeling naar de waterval beginnen. Het zag er mooi uit bij de waterval in het regenwoud, prachtige vlinders gefotografeerd.
Toen weer terug, de berg af. Dat ging in een flink tempo met de haren wapperend in de wind. Vooral die van mij! Terug bij het hotel was het een zaak van omkleden voor het strand en weer de fiets en de berg op om te gaan lunchen op het strand. Een tafeltje in de schaduw met de voeten in het zand. Een heerlijke kop vissoep voor de neus, dat is ook vakantie! Dit uitstapje werd afgesloten met een duik in het zilte nat van de Atlantische oceaan. De temperatuur was perfect, nog wat schelpen verzamelt omdat ik dat toch gewoon niet kan laten en voor de schemering weer inviel de berg weer afgedaald naar het stadje, bijna geen trap hoeven doen...
Na een verfrissende douche werd de jacht op de souvenirs geopend. Dat bleek nog een moeilijke zaak te zijn. Je probeert dan altijd iets echt Braziliaans te vinden, maar omdat we alleen maar in de natuur waren geweest hadden we er niet echt een idee van wat nu echt Braziliaans was. Dus met een mooie omslagdoek en een streng kralen hielden we het maar voor gezien. Het aperitiefje werd genuttigd op de binnenplaats, Caïpirinha, en daarna het avondmaal in het stadje gedaan. Eenmaal weer terug nog een slaapmutsje, Caïpirinha, genomen bij het verlichte zwembad in de binnentuin. Toen was het wel weer tijd om weer plaats te nemen onder ons Heer op de grote slaapzaal. Afgelopen nacht had er een mug rondgezoemd, maar het leek een onmogelijke opgave om die te gaan vangen, gezien de grootte van de kamer en we hadden ook nog eens een puntdak met balken, dus dat was echt een onmogelijke opgave! Het hoofd onder de lakens en die zorgdendan voor een flinke slaapmuts! Het was eigenlijk wel bijzonder en zegt ook wat over de mensen die nu bij elkaar en groep vormen...Na ruim 14 dagen in de natuur te hebben rondgezworven. Al die tijd hadden we geen winkel of dorp gezien. Nu kwamen we dan in een stadje en het eerste wat we deden was fietsen huren om naar de watervallen, bossen en strand te kunnen gaan. En drie personen schreven zich nog in om, te gaan snorkelen en duiken.
Woensdag 9 augustus. Het was weer een relaxte start deze dag. Vandaag staat de reis naar ILHA GRANDE op het programma. Eerst reden we weer door een prachtige omgeving met mooie uitkijkjes op de zee en kust naar Angra dos Reis. Soms reiken de bergen tot in de blauwe zee. Soms ligt er nog een spierwit strand te glimmen in de zon. In de kustlijn liggen verschillende kleine en grote eilanden. Soms met een huis erop, soms een heel regenwoud en mooie stranden. Net een filmdecor. In de haven van Angra dos Reis ligt een grote schoener voor ons klaar. Een tweemaster. Hij brengt ons op de motor naar Ilha Grande. Ieder vond al snel z'n plekje, languit bijbruinen op een kussen op het grote dek, of staand op de punt in de wind, genietend van het uitzicht, of flirtend in de buurt van de bemanning. We zagen Bruine Genten over het water scheren.
Na een vaartocht van anderhalf uur gingen we aan wal en brachten de kruiers onze bagage naar Pousada Portal das Borbas. Een mooi fleurig gekleurd hotel met kamers, twee hoog, aan een galerij in de tuin. Het lag ± 70 meter van zee. De lunch deden we gezamenlijk, we schepten op en lieten ons bordje weer wegen en ook hier betaalde Merijn. Daarna hadden we geen programma meer en ging iedereen op eigen houtje wat doen. Wij wilden wat door het stadje gaan lopen, maar raakten al snel uit het centrum en voor we het goed en wel in de gaten hadden liepen we weer te zweten en hijgen bergop. Maar hopend op een mooi uitzicht op de kust gingen we nog even door, maar toen het pad ook nog eens glibberig werd zijn we maar verstandig geworden en omgekeerd. We wilden het wel relaxed houden.
Daarna hebben we nog wat geslenterd in het dorpje, winkeltjes en mensen bekeken en eindigden op een terrasje op het strand. Een Caïpirinha onder handbereik...Het was er prachtig, het zonnetje ging onder. De bergen op de achtergrond veranderden steeds van kleur en weerspiegelden zich in het water. De pont vertrok naar het vaste land, een zwarte roetpluim achterlatend. Aan de andere kant klom de volle maan langzaam boven de bergen uit. De kaarsjes op tafel werden aangestoken en we besloten nog een tweede drankje te bestellen... Dat bleek nu weer niet zo'n verstandige zet, want daardoor ging mijn eigen kaarsje snel uit en heb ik de avond en het diner maar overgeslagen....
Donderdag 10 augustus. De hele nacht bleef het wat rumoerig op straat en tot overmaat van ramp zoemde er ook nog een mug rond. Dus om 4.00 uur ging het licht aan en ging Gert op muggenjacht. Om 6.00 uur was wat mij betrof de nacht gedaan. Gedouched en mijn spulletjes gepakt om naar het strand te gaan. Helaas eindigde deze onderneming al bij de poort van het hotel, die zat namelijk op slot. Dus heb ik de plannen bij moeten stellen en besloten om in de tuin mijn dagboek bij te werken. De kolibries vlogen om mij heen. Om 8.00 uur vertrok 'onze' boot, de Ana Maria III. Op de kade eerst flippers gepast en een snorkelset meegenomen. Na een korte vaartocht langs de kust meerde hij af bij een strand. We kregen allemaal en lunchpakket en de wandeling begon.
Door een regenwoud. In zo'n bos zijn de bladeren aan de bomen en struiken opvallend groot. We zagen veel struiken die wij van thuis kennen als kamerplant in een klein potje op de vensterbank. We liepen langs een mierennest van de parasolmier. Heel groot, wel twee bij twee meter, met verschillende ingangen. We hadden even zicht op de grootste vlinder van Brazilië, en toen vloog ze te snel al weer weg, prachtig blauw. We passeerden army-ants die zeer gemeen kunnen bijten en Rob kon dat onmiddellijk bevestigen. Al wandelend kwamen we aan op een prachtig strand met fluitzand. Zulke fijne korreltjes dat als je erop loopt, je een fluitend geluid hoort. Het strand was helemaal voor ons en de oceaan had drie tinten blauw. We konden een baantje trekken of tussen de rotsen gaan snorkelen. Ons lunchpakketje verorberen, een dutje doen, in het zonnetje. Wel tussen de afgevallen bladeren, want het was tenslotte nog steeds winter! Of nog wat schelpen verzamelen. Rond 15.00 uur wandelden we via een andere weg weer terug naar de boot.
Onderweg kwamen we nog penseelaapjes tegen die door de bomen langs ons pad sprongen. Ze vonden mijn appel zo lekker dat ze het aandurfden om daarvan stukjes uit mijn hand te pakken. De camera's klikten volop, want nu kon iedereen van zeer dichtbij schitterende foto's maken. We voeren weer naar een rotsig eiland waar we te water werden gelaten om te snorkelen. Veel vissen in mooie kleuren. De zee-egels vond ik het mooiste, lila waren ze. Van de kou ben ik weer aan boord geklommen en eenmaal aangemeerd in het stadje in het zonnetje een ijsje gegeten en toen was het tijd voor een warme douche, want het zonnetje was alweer onder. Gegeten in het stadje, Abraaõ. Afscheidsdiner! Daarna nog een drankje op het plein, the place to be voor de jeugd...
Vrijdag 11 augustus. Merijn had nog een vroege wandeling gepland. Om 6.30 uur vertrek. We waren met vieren. Al vogelend liepen we de berg op. Altijd een speciaal moment,vind ik altijd, zo vroeg rondlopen als de stad en de mensen bezig zijn met ontwaken. De zon begon net boven de berg uit te komen. We zagen enkele bijzondere vogels: Blue mannekin, the rufus winged ant wren en een blue cheeked gneteater. Aan de reacties van de vogelaars te horen waren het wel mooie soorten. Na het ontbijt opfrissen,de laatste spullen nog in de koffer of juist eruit omdat je ze onderweg misschien nog nodig hebt... Toen die klus was geklaard moest ik nog op pad om geld op te halen voor de envelop voor Merijn en een paar handtekeningen op de bedankkaart.
Een laatste wandeling over het strand, nog wat kleine schelpjes geraapt, de laatste foto's van strand zee en boten... Het verblijf werd afgesloten met een drankje op het strand, waar Merijn heel hartelijk bedankt werd voor zijn inzet. Iedereen, niemand uitgezonderd, was zeer tevreden over hem. De gezamenlijke lunch in het Biergartenrestaurant, kiloprijs. Die formule van opscheppen wat je maar wilt, wegen en dan afrekenen kwam nu goed van pas want we hadden niet veel tijd meer over. Deze formule werd hier ook toegepast in de ijssalons. We zo'n 40 soorten ijs waar je uit kunt kiezen en dan nog veel verschillende sauzen en allerlei versiering van chocolade balletjes, nootjes, slagroom e.d. Er werden prachtige creaties gemaakt. Wat ook bijzonder is in Brazilië zijn de karretjes op straat waar je toetjes, taarten in puntjes of helemaal en allerlei andere zoete lekkernijen kunt kopen. Deze aangekochte spullen werden dan meteen,op straat uit een bakje of servetje opgegeten. Nu ik toch bezig ben...we misten de bekende bijbel in de hotelkamers, wel hing er altijd een paraplu klaar.
Dit hotel was duidelijk de minste van allemaal. Onvriendelijk personeel, te kleine lakens op het bed. Erg lawaaiig 's nachts rond het hotel. Gehannes met de rekening bij het uitschrijven...Bij het opstappen op de boot (13.30 uur) hoorden we dat in Engeland,op de luchthavens 18 mensen waren gearresteerd. Zij wilden vluchten naar Amerika saboteren. Er waren nu extra controles aangekondigd. Alle vloeibare dingen zoals drankjes, potjes crème, gels, neusdruppels, deodorant, tandpasta dit moest allemaal uit de handbagage. En dus ook de cachaca!!! die de grootste liefhebbers van Caïpirinha nog hadden gekocht om mee te nemen. Sandro vertelde ons het maar meteen, nu konden we aan boord nog een en ander verschuiven van de hand naar de kofferbagage. Toen de eerste schrik van het nieuwtje voorbij was zocht iedereen weer een prettig plekje aan boord om te genieten van ons laatste tochtje op de boot. Sommigen hadden daarbij de ogen open, maar opvallend veel konden dat het beste plat uitgestrekt op de kussens met de ogen dicht.
Aangekomen in ABRAS DAS REIS (15.30 uur) stond er weer een bus klaar en binnen twee minuten was al de bagage overgeladen van de boot naar de bus, zwaaiden we de bemanning van de laatste dagen uit, wierpen nog een laatste blik op zee en daar kwam de chauffeur al weer langs met z'n snoepjes. We dronken één keer koffie onderweg en doordat de chauffeur niet al te veel remde in de bochten arriveerden we binnen drie uur op de luchthaven van RIO DE JANEIRO. We namen afscheid van de chauffeur en van Brazilië.
Om 19.00 uur ging het loket open voor de bagage in te checken. We kregen een interview nadat ons nog eens was verteld wat we zeker niet mochten meenemen in onze handbagage. Eenmaal de bagage ingecheckt gingen we een hapje eten, geld wisselen, bakkie doen, beetje slenteren en een beetje kletsen en toen konden we door de douanecheck. En vervolgens gaan wachten om te boarden. ( 22.15 uur).Toen begon het wachten...
Zaterdag 12 augustus. Om 0.10 uur konden we het vliegtuig in. Alle tassen werden nog eens handmatig gecontroleerd en dat veroorzaakte ook weer een lange rij. Onze plaats opgezocht, ons naast elkaar geïnstalleerd en toen kwam de mededeling van de captain dat de computer. Nu ik toch bezig ben...we misten de bekende bijbel in de hotelkamers, wel hing er altijd een paraplu klaar. Dit hotel was duidelijk de minste van allemaal. Onvriendelijk personeel, te kleine lakens op het bed. Erg lawaaiig 's nachts rond het hotel. Gehannes met de rekening bij het uitschrijven...
Bij het opstappen op de boot (13.30 uur) hoorden we dat in Engeland,op de luchthavens 18 mensen waren gearresteerd. Zij wilden vluchten naar Amerika saboteren. Er waren nu extra controles aangekondigd. Alle vloeibare dingen zoals drankjes, potjes crème, gels, neusdruppels, deodorant, tandpasta dit moest allemaal uit de handbagage. En dus ook de cachaca!!! die de grootste liefhebbers van Caïpirinha nog hadden gekocht om mee te nemen. Sandro vertelde ons het maar meteen, nu konden we aan boord nog een en ander verschuiven van de hand naar de kofferbagage. Toen de eerste schrik van het nieuwtje voorbij was zocht iedereen weer een prettig plekje aan boord om te genieten van ons laatste tochtje op de boot. Sommigen hadden daarbij de ogen open, maar opvallend veel konden dat het beste plat uitgestrekt op de kussens met de ogen dicht.
Aangekomen in ABRAS DAS REIS (15.30 uur) stond er weer een bus klaar en binnen twee minuten was al de bagage overgeladen van de boot naar de bus, zwaaiden we de bemanning van de laatste dagen uit, wierpen nog een laatste blik op zee en daar kwam de chauffeur al weer langs met z'n snoepjes. We dronken één keer koffie onderweg en doordat de chauffeur niet al te veel remde in de bochten arriveerden we binnen drie uur op de luchthaven van RIO DE JANEIRO. We namen afscheid van de chauffeur en van Brazilië.
Om 19.00 uur ging het loket open voor de bagage in te checken. We kregen een interview nadat ons nog eens was verteld wat we zeker niet mochten meenemen in onze handbagage. Eenmaal de bagage ingecheckt gingen we een hapje eten, geld wisselen, bakkie doen, beetje slenteren en een beetje kletsen en toen konden we door de douanecheck. En vervolgens gaan wachten om te boarden. ( 22.15 uur). Toen begon het wachten...
Zaterdag 12 augustus. Om 0.10 uur konden we het vliegtuig in. Alle tassen werden nog eens handmatig gecontroleerd en dat veroorzaakte ook weer een lange rij. We zochten onze plaats op,deze keer naast elkaaren toen kwam de mededeling van de captain dat de computer kapot was en de troubleshooter was on his way! Tegen half 3 kwam het laatste bericht, in knauwend Amerikaans van captain Anderson, dat de flight was cancelled. De veiligheidsmaatregelen waren zo dat, om een veilige vlucht te kunnen garanderen, deze computer moest werken, dus...
Onmiddellijk stond iedereen op om z'n spullen te pakken en te vertrekken, maar zo simpel ging dat niet. We moesten wachten tot het reïntegratieteam van de luchthaven was teruggeroepen. Want ook al waren we nog nergens geweest we werden toch weer gecontroleerd bij terugkomst op de luchthaven en even zo goed moesten onze schoenen weer uit! We kregen een transitcard en moesten onze bagage weer ophalen. Met zoveel moeite was deze ingecheckt en nu stonden we er weer mee in de hand! We vonden een taxi en na een snelle rit door Rio arriveerden we in Hotel Gloria. Onze kamer was op de zevende etage met zicht op zee, dichtbij de plaats waar onze vakantie in Brazilië, drie weken eerder was begonnen.
We waren in een goed hotel terecht gekomen, mooie kamers, voucher voor een ontbijt en recht op drie minuten bellen met het buitenland. En dat voor alle passagiers, geen wonder dat de tickets zo duur zijn. Voor het slapen gaan nog even CNN opgezocht voor enig nieuws over de gebeurtenissen in Londen. We hadden tijdens het eten op het vliegveld al gezien dat alles in de wereld gewoon was doorgegaan tijdens onze reis. In Israël waren nog steeds aanslagen, de lijst van arrestanten kwam in beeld. Daarop veel Arabische namen Er was noodweer geweest in China, veel regen en overstromingen. Dat alles werd gevolgd door de populairste soap van Brazilië, want ineens waren alle ogen gericht op de T.V. schermen. Zoals we al in meer landen hebben gezien is het ook hier niet mogelijk om in een restaurant iets te eten zonder zicht op een werkende T.V.
We hadden maar een kort nachtje en een goed ontbijt. Om 11.45 uur moesten we ons weer melden in de hal van het hotel. Wat een mensen en bagage verzamelen zich dan in zo'n hal. Zou iedereen zijn eigen spullen nog terugvinden? Met een bus werden we, door Rio de Janeiro, weer naar het vliegveld gebracht. Leuk hoeveel dingen je dan al herkent in zo'n stad. Ons hotel stond bij Flamenco Parc.
Eenmaal op het vliegveld begon het lange wachten weer van voren af aan. We stonden drie uur in de rij om onze bagage in te leveren. De tijd werd gevuld met een grap en een flauwekulletje en soms ook een beetje mopperen. Daarna ging het snel, we kregen een bon voor een burger aangeboden door Delta Airlines en een drankje. We konden boarden om 17.15 uur. De captain meldde nog speciaal dat de deur nu dicht was en we echt gingen vertrekken. We zetten de klok één uur terug, kregen nog een maaltijd, en vielen in slaap tot de landing om 1.15 uur in ATLANTA. In de U.S.A.
Zondag 13 augustus. We gingen daar weer door diverse controles. Lieten een afdruk achter van de linker en rechter indexfinger. We keken nog even diep in een camera en lieten onze koffer achter om hem na heel veel lange gangen en roltrappen weer terug te vinden. De handbagage en de schoenen gingen nog een keer door de röntgenkast en omdat we de vlucht naar A'dam natuurlijk dik gemist hadden door de gecancelde vlucht werden we ondergebracht in Hotel Wellesley Inn. Het was toen 3.15 uur. Het duurde even voor iedereen een ontbijtbon en een kamer had, dus het was 4.00 uur toen we in een prima bedje kropen voor weer een te kort nachtje. Om 9.30 uur werden we weer wakker, beetje aangerommeld, nog gezocht naar een schoon shirt... WE waren inmiddels een beetje het gevoel van dag en nacht en enig ritma volledig kwijt...
Met onze vouchers gingen weop pad naar het Waffle restaurant. DE vliegmaatschappij Delta had iedereen twee bonnen gegeven. Een voor het ontbijt en een voor de lunch. We werden hartelijk welkom geheten in het restaurant en kregen een tafeltje toegewezen aan het raam.
Net toen we de kaart aan het bestuderenwaren kwamde serveerster: Hi, how are you, I am from Georgia. Wij deden niet onder voor haar..Hi, we are from Holland. Oh, zei ze, let's keep on joking. Maar na enig denken vroeg ze toch nog of dat misschien in de U.K. lag. We namen een breakfast special. Een flinke wafel, een kwakje rösti, twee gebakken eieren, toast, bacon en een kop thee. Dat was een zeer vullend ontbijt! We zagen nog enkele zeer omvangrijke klanten binnenschuiven, maar dat zou ons ook overkomen als we regelmatig naar het Wafflehouse zouden gaan. We hadden nog even een probleempje bij de kassa omdat onze bon niet geheel toereikend was voor wat we hadden genomen. Ze vonden het geld dat Gert bij zich had niet geldig meer. Maar een heer aan de bar redde ons. Merry Christmas zo zei hij, en let me pay. Wij wensten hem ook maar een geslaagde kerst en gingen om de tijd te vullen en de spijsvertering wat op gang te helpen nog een blokje om.
Het was een nieuwbouwwijk, herkenbaar van de Amerikaanse films. Weinig mensen en weinig vogels te zien. Wel overdreven vriendelijk waren De mensen die we tegenkwamen waren overdreven vriendelijk.... ze zwaaiden naar ons of we gisteren nog samen hadden geborreld.
Toen was het weer tijd voor de shuttle van het hotel naar het vliegveld. De bagage was deze keer snel ingeleverd. Nog even gewinkeld en wat Hershey chocolade gekocht, en de bekende peanutbuttercups... De douanecontrole werd nog even op de blote voeten genomen. En nu kregen we het gevoel dat het toch echt gedaan was met de vakantie. De lunchbon opgegeten in een sandwichbar, niet echt honger maar ja, een gratis bon moet je toch gebruiken...
En toenstond er een Delta airplane voor ons klaar. De B 767-300 ER. Zouden we nu dan toch echt naar huis gaan? Om 18.00 uur stegen we zonder problemen op en de stewardessen spraken Nederlands. Voor de eerste keer sinds drie weken bleef het nu langer licht. Om 20.00 uur ging het zonnetje onder.
Maandag 14 augustus. Om 1.00 uur 's nachts kwam hij al weer op... Aan het einde van de reis gingen onze horloges zes uur vooruit en om 8.30 uur landden we op SCHIPHOL. De eerste trein die we konden nemen ging om 9.30 uur. Om 12.00 uur staken we de sleutel in ons eigen voordeur. We moesten toen gaan proberen onze ogen verder open te houden die dag. We keken regelmatig op de klok, omdat we werkelijk geen idee meer hadden van de tijd en welk deel van de dag het nu was....
We waren alles bij elkaar 64 uur onderweg geweest.
(1) KENIA TANZANIA kerstreis 2005
17 DAAGSE KERSTREIS KENYA & TANZANIA.
VERTREK 23 DECEMBER 2005
Reisorganisatie SAWADEE Reisbegeleidster; Annet Osinga.
DAG 1 vrijdag 23 december Dit eerste deel van de reis, naar Schiphol,ging voorspoedig, Vijf kwartier duurde de rit naar het vliegveld. En tot onze verbazing had half Nederland zich daar verzameld om massaal Nederland (en de familie?) te ontvluchten met de feestdagen. Het vliegtuig vertrok op de geplande tijd, om 10.15 uur.
Helaas zaten we in het midden van het vliegtuig en hadden we dus geen uitzicht. De verzorging met hapjes en drankjes was weer prima. Maar het was toch een lange zit, zeven uur en een aantal minuten. We vlogen met een nieuwe Boeing 777, met voor iedere passagier een eigen schermpje in de stoel voor je.Je kon nu kiezen uit films, computerspelletjes, vluchtgegevens, nieuwsuitzendingen, e.d.. Al heel snel zat iedereen geconcentreerd naar zijn eigen scherm te kijken. De klok kon alvast twee uur vooruit gezet worden. Om 19.00 uur Kenyaanse tijd landden we in Nairobi.
Eerst gingen we een visum kopen en daarna hebben we de bagage gehaald.Toen kwam het moment om ons geld te gaan omwisselen inShillings en kenniste makenmet Annet, de reisbegeleidster. Het duurde even voor de hele ploeg compleet was. Met Pim, Leanne en hun kinderen Kyra en Tyko, hadden we al in het vliegtuig kennisgemaakt. We zaten namelijk op dezelfde rij. Toen iedereen er was en het eerste rondje voorstellen was gedaan konden we instappen in de grote truck en gingen we op weg voor de eerste nacht in een hotel : 'A haven in the heart of Nairobi'. Nog een pilsje of een wijntje op het terras rond het zwembad, een voorzichtige eerste kennismaking met wat groepsleden en toen het bedje in....
DAG 2 zaterdag 24 december. Om 5.00 uur vond de Imam dat het tijd was om Allah te prijzen.Het ontbijtbuffet hebben we alle eer aan gedaan. Het was zeer uitgebreid, van goulashsoep tot oliebollen, flensjes en omeletten, maar nee, geen kerststol..... Na het ontbijt verzamelden we ons met bagage bij de truck. Deze werd door ons nog even voorzien van kerstversiering en daar begon dan onze trektocht door Kenya. Het was welwat frisjes zo, met zonder ramen zeker als er snelheid werd gemaakt!
We reden langs veldjes met koffie, maïs en ananas. Onderweg stopten we één keer voor een bakkie koffie. Niet ver van de stopplaats was een groentemarktje. De eerste kennismaking weer met de Afrikaanse bevolking. De mensen waren wat terughoudend. Wel mooi en kleurig gekleed. Het eerste souvenir werd aangeschaft: een mooie batiklap.Na zo'n vier uur rijden, kwamen we aan op een Camp-site 'Bantu-camp'. Dit ligt aan de voet van Mount Kenya. We kregen van Annet les in het opzetten van de tent. Makkie!Wezagen intussen veel mooie vogels en bavianen om ons heen.
De kok had zich intussen ook geïnstalleerd en er werd ons een heerlijke lunch voorgezet. Boterhammen, beleg (kaas, worst, jam en pindakaas) en een rodekoolsalade. We leerden ook hoe we voor iedere maaltijd een één-twee-drie-viertje moesten doen. Drie bakken op een rij en op het eind een ketel warm water. Eerst de handen wassen met zeep in bak één, afspoelen in bak twee, vervolgens ze dopen in bak drie, daarin zat een dettoloplossing en dan afspoelen onder de ketel met schoon, warm water. En dan pas mag er gegeten worden!
Na de maaltijd ga je dan met je bordje, beker en bestek weer naar een ander rijtje van bakken, maar nu om af te wassen en te onsmetten.Tijdens de maaltijd deden we een rondje voorstellen en hoorden we waar iedereen in het Nederlandse leefde en wat voor werk hij/zij daar deed. Om 15.00 uur begon een wandeling door de omgeving. We kregen wat uitleg over bomen, bloemen en geneeskrachtige kruiden. We zagen mooie vlinders, waarvan er enkele ons bekend voorkwamen uit Emmen en ook al bijzondere vogels. De wandeling werd afgesloten met een Afrikaans pilsje 'Tusker' bij de lodge, op het terras in de tuin in het zonnetje.... dat is pas vakantie! Het avondeten smaakte ons goed, we konden er zelfs een wijntje bij krijgen. Wel zelf aantekenen op de drankenlijst!
Bordje op schoot en zelf afwassen. 's Avonds konden we nog naar een dansvoorstelling gaan kijken in de lodge, maar ik was te moe. We zochten ons tentje op en sliepen snel na al die nieuwe indrukken.
DAG 3 25 december 1e kerstdag! We moesten vroeg op, na een beetje poedelen aan een wastafeltje buiten,de tent inpakken en ontbijten.Na het ontbijt werd de truck ingepakt en gingen we op weg naar Samburu National Parc. Tijdens de rit hadden we mooie uitzichten op Mount Kenya. Het landschap werd al droger en stoffiger.in het landschap zagen we veeldoornige acaciastruiken en bomen. Het was echt koud in de truck, dus alles wat onder handbereik was aan sjaals, truien en mutsen werd aan en om gedaan.
We stopten voor de lunch bij een rivier.Daar mochten wij even wandelen en vogelen terwijl de kok de lunch ging bereiden in een overdekte ruimte. We aten ook overdekt en dat was wel nodig, want de zon brandde flink op onze witte wintervelletjes. Van kou was ineens geen sprake meer.... Nu hadden we faktor 30 niet voor niets meegenomen...... Een oude neger ging zich baden in de rivier.
Gert zag in de rivier allerlei speciale steltlopertjes. De lunch, genuttigd na het één-twee-drie-viertje, het smaakte ons weer goed en over het toilet praten we verder niet! Na de lunch werden we opgewacht door een hele groep kleurig aangeklede dames van de Samburustam. Zij zijn verwant aan de Masai.
Eeuwen terug, aan de rivier de Nijl, waren er een man en vrouw die zich afzonderden van de rest van hun groep. Zij stopten met jagen ze geloofden in de God van de berg die hun vertelde dat zij de hoeders waren van alle dieren. Zij voedden zich met bloed en melk van de dieren. Zij kregen twee zoons. Toen de ouders waren gestorven lieten zij de zoons twee dingen na: een brieventas en een voorraad kralen( gekleurde zaden). De zoons stichtten nu zelf ieder weer een nieuwe stam. De zoon die de kralen meenam werd de Masaistam en de zoon met de brieventas, dat werd de Samburustam. De brieventas werd ons getoond.
Deze uitleg kregen we in het dorpjezo werd er door de vrouwen een dans gedaan en ik werd met nog twee anderen uitgenodigd om mee te doen. We bekeken het dorpje en maakten foto's, voornamelijk van de kinderen. De hutten waren erg eenvoudig gebouwd, takken en gras vormden de wanden en aangesmeerde mest bekleedde het dak.
Na dit bezoek reden we het Samburu National Parc in en begon onze eerste game-drive. Al snel zagen we twee koppen onder een boom, iedereen enthousiast....leeuwen....maar na een blik door de verrekijker bleken het twee cheetahs te zijn, des te beter! Heel ver weg liep een giraffe. We zagen olifanten, dik-diks, steenbokken en impala's. Kortom genieten, speuren, fotograferen en filmen.... Het filmen ging nu wel goed, de start was wat moeilijk...: Gert wilde de dansgroep in het dorp filmen - ik was zelf het hele filmapparaat vergeten - maar hij kreeg het apparaat niet aan de gang: geen beeld op het schermpje...Net toen hij het wilde opgeven kwamen we er achter dat we de lensdop waren vergeten te verwijderen.....
Na twee uur van speuren en turen kwamen we aan bij de rivier en vonden we een mooie plek, direct aan de rivier om de tenten op te zetten. Dat moest wel rap gebeuren, want de duisternis viel snel in. De kampeerplaats werd wel eerst aapvrij gemaakt. Hele groepen blauwbalapen en bavianen scharrelden er rond. We kregen de instructie om de bavianen niet in de ogen te kijken, ze geen eten te geven en ook zeker geen eten in de tent te laten. Dit als we de tenten nog heel wilden houden.
Er waren twee extra knullen bijgekomen om de apen te verjagen. Prettige bijkomstigheid daarvan was dat ze ook meteen de afwas deden.... Het kamp stond snel, nadat vele handen de bagage uitlaadden en uitdeelden. De Tusker kon ontdopt worden om ons eerste wild te vieren en natuurlijk het was ook Kerstmis... De kok had intussen de tafels weer neergezet en het houtskoolvuur opgestookt. Ik gaf de kok en de chauffeur een mooie rode kerstmuts. Ze werden met een big smile aangenomen en meteen opgezet. Gert gaf zijn kerststropdas aan Edward, die er zeer verguld mee was.
We aten lekker (karbonades, stoofvlees en rijst) met een kerstservet en als toetje had Annet een kersttaart gekocht. Bij de koffie kregen we, vanwege de kerst, een Amarula! Er werd een beetje gebabbeld, intussenkwam er nog een genetkat aangelopen, op zoek naar restjes. Een mooi beestje!
En toen naar bed, het was te warm voor de slaapzak!
DAG 4 26 december 2e kerstdag Om 7.00 uur vertrok de truck voor de gamedrive. Wassen gebeurde in de tent met vochtige doekjes en plassen in de bosjes na een controle op slangen en apen. En, niet onbelangrijk, er even weer aan denken om je schoenen eerst leeg te schudden voor je ze aan trekt. We begonnen de dag met een heerlijk ontbijtje: gebakken ei, vlees, kaas, toast, pindakaas....koffie, thee, vruchtensap. De apen sprongen om ons heen. Het was zaak je bordje op schoot te houden, anders gingen ze met je ontbijt aan de haal!
Meteen al in het begin van de gamedrive stuitten we op een grote groep olifanten. Prachtig om deze grote dieren van zo dichtbij te kunnen zien, fotograferen en filmen. Je krijgt er geen genoeg van, maar er was meer. Veel giraffen vandaag, schitterend in het vroege ochtendlicht. Impala's en andere gazelleachtige. Ook de Generuk, extra sierlijk door de lange slanke nek. De waterbok met grote fluwelen oren. De Thomson gazelle met een mooie donkere streep op de flank. De kleine Dik-Dik. Hij lijkt een beetje op een grote haas als hij de bosjes in vlucht.
Het was genieten. Gaandeweg de ochtend werd het flink warm in de truck. De flessen water gingen er snel door en, het kon niet uitblijven, een sanitaire stop werd ook hoognodig. Op een stil plaatsje mochten we er even uit, de benen strekken en een bosje of greppel zoeken voor de andere zaken.... De game drive eindigde bij een lodge, Annet ging daar bespreken om op het heetst van de dag met de hele groep te gaan zwemmen in het zwembad en/of een douche te pakken. Het was een chique lodge en wij waren niet alleen vies en stoffig, maar voelden ons in deze omgeving nu ook zo. Toch ook maar snel even op de gewone toilet gaan zitten....en... dit was ook ineens een luxe....even je handen wassen aan de wastafel...Nog maar drie dagen op een sober kamp en in het rode stof rondrijden en je wist dit al hooglijk te waarderen. Het sanitair op onze campsite was een in tweeën gedeeld hokje . De ene kant had een douchekraan, waar helaas geen water meer uit kwam en in het hokje daarnaast was een houten kist met een gat erin gezet. Daar kon je dan wat in laten lopen of vallen. Dat moest wel met de neus dicht, want er kon niet worden doorgespoeld. De berg daar onderin werd gewoon steeds hoger...... en de geur steeds sterker.
Maar genoeg daarover, want de kok had weer een heerlijke lunch bereid. Hij had zelfs pannenkoeken gebakken, lekker, met honing! De kerstdagen waren we vrijgesteld van de afwas. Dat kwam zo: er waren drie jongens ingehuurd om de apen van de etensvoorraad en de tenten weg te houden. Zij bleven de hele dag in het kamp. Dus, ondertussen konden zij mooi aan de afwas...
De temperatuur was hoog , zeker 35?C.Het was echt zweten bij alles wat je deed en dat met het stof van de safari nog op je huid, in je haar en in de kleren...we zagen er niet uit! Maar de redding was nabij. We wandelden na de lunch naar de lodge met het zwembad. En, ook prettig, een bar gelegen aan de rivier. En..., stopcontacten bij de receptie! Eerst de opladers aangesloten en toen de bar met terras aangedaan. We zaten met een prachtig uitzicht over de rivier. Daar zat niet meer veel water meer in, voornamelijk rood slik.
Hoe mooi dat uitzicht was kregen we pas echt door toen er nieuwe mensen op het terras kwamen zitten die meteen begonnen te wijzen en te roepen....a crocodile... Verrek, bleek die boomstam ineens een krokodil... En nog niet eens een kleintje, zo'n 3½ meter lang. Voor de twijfelaars sperde hij zijn bek wijd open en toen klikten de fotocamera's weer volop. Verder zagen nog een we een hamerkop in het water, de grijskopijsvogel, heilige ibissen die ook een paar keer prachtig kwam overvliegen.Witruggieren, havik, grijze reiger, groenrugreiger, ook liepen er nog twee nijlganzen met jongen. Ook hier was het opletten op je drankjes, want er waren genoeg grijpgrage vingertjes in de buurt. Het waren echter niet alleen de apen die hun vingers naar andermans bezittingen uitstaken.
Toen we wat wilden gaan wandelen wilde ik m'n fotocamera pakken, maar die was nergens te bekennen. Dat was echt schrikken, want hij lag de hele tijd op tafel, we hadden niet het idee dat deze apen ook geïnteresseerd waren in fototoestellen. Eens nagevraagd bij het zwembad en iemand van de groep, die aan dezelfde tafel zat,, had hem per abuis in zijn eigen tas gestoken...Gelukkig, weer terecht!
We pikten nog een douche bij het zwembad, daar moesten we omgerekend nog 15 euro voor betalen ook! Maar schoon en wel werden we weer opgehaald door de truck voor een tweede game-drive. Een giraffe liet zich in alle standen fotograferen, eerst aan de ene kant toen aan de andere kant van de truck, prachtig in het licht. En ik maar filmen, het is nog een hele toer om dat ding stil te houden, maar we zien thuis wel. We zagen nog een olifant en enkele gazelle's verder was het rustig met dieren.
Terug naar het kamp voor het tweede kerstdagdiner. Gebakken aardappelen. Kip met gesmoorde groentes en rijst. Vooraf een soepje en het toetje was fruitkwark. Rood wijntje erbij en genieten maar, met het bordje op schoot! Terwijl we nog zaten te eten kwam Margareth van de Samburustam er al aan. Ze pikte een aardappeltje mee, wat wel apart was voor iemand die normaal bloed en melk op het menu heeft...... Het was ook een mooi gezicht zoals ze daar stond, in de rij, in haar traditionele kleding, aan de opscheptafel en nadien op het klapstoeltje, ook het bordje op schoot. Ze was 25 jaar, had zich zelf Engels geleerd, meest van de toeristen. Ze had twee kinderen, was gescheiden van haar man, omdat hij haar mishandelde. Nu woonde ze weer in haar eigen dorp bij haar ouders.
We kregen van haar uitleg over haar manier van leven. We hoorden dat een man net zoveel vrouwen kan nemen als hij kan betalen, dit gebeurt dan met koeien of geiten. Het kan wel oplopen tot tien vrouwen! Op de vraag of er dan geen mannenoverschot was, wordt uitgelegd dat er veel jongens sneuvelen als ze in opleiding zijn voor krijger. Er worden ook regelmatig jongens, maar ook vrouwen en kinderen, vermoord door andere stammen.... Gemiddeld krijgt een vrouw acht tot tien kinderen. Vrouwen wonen met de kinderen in een eigen hut. De kinderen gaan naar school, maar houden toch vast aan de eigen cultuur.
Wat het eten betreft is dat vaak wel moeilijk en wordt er ook wel eens gezondigd, waaronder dus ook door Margareth. Kinderen zien geen films en geen T.V. Zieken worden bekeken door een Witchvrouw of -man, die stelt de diagnose. Dit kan gedaan worden door stenen te gooien en deze dan te lezen. Voor behandeling gaan ze dan naar een medicijnman of vrouw die dan met kruiden of zaden de behandeling doet. Scheidingen komen voor, vrouwen gaan dan met de kinderen terug naar de eigen ouders.
Jongens worden besneden als ze 14 jaar zijn, ze gaan dan buiten de dorpsgemeenschap in aparte hutjes wonen. Ze gaan dan in training voor krijger en hebben dan geen contact met vrouwen en kinderen. Meisjes worden besneden als ze 12 jaar zijn. Dit moet omdat ze onrein zijn en anders ook onreine kinderen krijgen...Ze zijn er wel erg ziek van! Men eet maar één keer per dag, in de middag. Als ze voldoende bloed en melk in een maal hebben is dat soms voldoende voor drie dagen. 't Schijnt erg voedzaam te zijn. Deze stam slacht geen dieren.
Ze hebben verschillende feesten, bij besnijdenis, huwelijk, bij het naam geven vier dagen na de geboorte. Verjaardagen kennen ze niet, maar tegenwoordig wel kerst en oud en nieuw. De stam bestaat uit meerdere clans en er mag onderling getrouwd worden. Er kwam een discussie op gang, omdat haar gevraagd werd of alles wel zo zou blijven nu de jeugd naar school gaat en zo kennis neemt van andere leefwijzen. Ze stond haar mannetje en bleef geloven in het voortbestaan van de tradities in haar stam. Ook vond ze het erg belangrijk de gebruiken van haar stam uit te dragen naar de toeristen, zodat men ook buiten Afrika van hun gebruiken op de hoogte is.
Het liep wel goed, de Nederlanders hadden duidelijk hun bedenkingen bij al die regels, maar men bleef toch respectvol naar haar toe. Opeens werd er iemand onrustig in de kring en vroeg om een zaklamp. Toen die achter haar in de bosjes scheen zagen we ineens een heuse olifant met slagtanden en al grazend aan de hoge struiken. Daarna nog een en nog een en nog een kleintje ook.... De chauffeur en de kok werden erbij geroepen. Edward startte de truck en ja hoor, in het licht van de koplampen zagen we drie grote olifanten staan. Het kleintje bleef in de buurt van zijn moeder. Edward liet de motor van de truck draaien. Hij vertelde dat de olifanten onrustig konden worden van het opgewonden gepraat van de mensen. Motorgeluid zijn ze gewend in de parken.
Toen kwamen natuurlijk de sterke verhalen van eerdere reizen los. Van het kamp in de Serengeti, waar wij ook nog naar toe gingen, waar mensen uren in hun tentje hadden gezeten omdat daar een paar leeuwen een buffel neerlegden in het kamp. Niemand durfde toen meer uit de tent te komen. Die groep werd toen direct vanuit de tenten in de truck geladen. Edward en de kok moesten de tenten inpakken.... In alle consternatie was Margareth verdwenen voor we haar goed konden bedanken voor het gesprek. Nog even nagepraat en toen zéér moe naar bed.
Het bed werdweer rechtgetrokken, dit rol ik nml. 's morgens stevig op zodat er geen beesten in kunnen kruipen..., de plasfles klaargelegd en knorren! Tot 3.30 uur.Toen gilde en krijste de genetkatalles bij elkaar. Opgejaagd of gepakt door een leeuw? Nadien begonnen de apen te keffen en door de bomen te springen, waardoor er takjes, blaadjes en zaden op de tent vielen. Weer een beetje ingedut en toen hoorden we iets erg groots, vlak achter de tent, door de bosjes schuifelen. Dat kon niet anders dan een olifant zijn....
Er was ons gezegd onder geen beding uit de tent te komen dus was het wachten tot het 5.30 uur was. De afgesproken tijd om op te staan. Gert viel meteen weer in slaap toen de grote voetstappen zich hadden verwijderd. Ik schreef vast wat in mijn dagboek.
DAG 5 dinsdag 27 december. Om 5.30 uur liep de wekker af. Eerst ging ik me opfrissen in de tent, daarna plassen in de bosjes, gelukkig geen olifanten meer, en alle spullen in de tas pakken. Het ontbijt, deze keer met scrumbled eggs, werd bekeken door een rij blauwbilapen die zich voor de ontbijtende mensen had geposteerd Achter die rij lag de rivier waar net het zonnetje opkwam.
Helmparelhoenders kwamen op exact dezelfde tijd als de dag daarvoor aangelopen om aan de overkant van de rivier te gaan drinken. Er landde een Maraboe in de rivier, de apen hadden wat uit de vuilnisbak gepikt en zaten elkaar schreeuwend achterna. Gert ontdekte in een van de bomen de grijskopijsvogel, dus die was verder zoet met zijn camera.... Ik moest toch nog even iets kwijt op het toilet en zag dat de bewakers in de kuil naast het toilet vuilnis aan het verbrandden waren. Rondom de kuil, naast mijn toilet, zat een groep bavianen, groot en klein die probeerden er nog iets eetbaars tussen uit te pikken. Van een afstandje leek het net of er een groep apen aan de barbecue zat....
Gezamenlijk werd al het materiaal weer in de truck geladen en wewaren weweer los! Onze weg liep nog doorhet park, waar we nog twee cheetah's spotten,zo gingenwe op weg naar Thomson Falls. Het werd een lange reisdag met een koffiestop op het adres waar we op de heenweg ook stopten. We schaften een masker en een schild met speren aan in de winkel bij de bar. Er werd flink onderhandeld over de prijs en we betaalden de verkoper ook nog wat zwart. De pick-nick hadden we op onze eerste campingplaats 'Bantu campsite' en verder was het een beetje de rit uitzitten. We maakten foto's van dorpjes en mensen vanuit een rijdende truck, want Edward stopte niet veel. En dan was er ook in de bus nog wel wat aan mensen te fotograferen, slapend....
Een paar maal werden we uit onze dromen opgeschrikt als de andere truck van Sawadee ons passeerde. Dit ging met luid getoeter en geroep. In de andere truck zat de familiereis Kenya. Zij volgden de eerste zes dagen hetzelfde programma, daarna vertrokken zij naar de kust. We zagen ze dus regelmatig onderweg. Deze dag leken de chauffeurs wel een wedstrijd te doen, dit tot grote hilariteit van de kinderen. David, hun chauffeur, had gewonnen, zij waren het eerst bij de waterval. Het zag er mooi uit op de lodge, een douche, een toilet die doorgespoeld kon worden en een gewoon bed... Even een klein wasje gedaan, de waterval bekeken en een borreltje genomen in de tuin. Het diner hadden we aan een tafel, en dat was dan ook wel weer gemakkelijk. Er werd gesmuld van de victoriabaars en de gebakken aardappeltjes. We hadden vers fruit met custardvla toe.
Om 21.30 uur lag ik al in bed. Gert was nog een paar uur bezig om alle batterijen weer opgeladen te krijgen. We hadden nml. maar één stopcontact....
DAG 6 woensdag 28 december. Het bed sliep lekker, maar kraakte vreselijk. Om zeven uur zijn we opgestaan, ontbeten in het restaurant. Voor diegenen die het leuk vonden was er een wandeling naar de voet van de waterval. Wij bleven en beetje keutelen op het terrein.
Foto's gemaakt van twee kameleons, nog een souvenir gekocht, een Merry-go-round: een mobiel met dansende negers. Gemaakt van bananenblad en sisal. Om 9.30 uur was het vertrek naar Nakuru. We kwamen daar aan om 12.00 uur en mochten winkelen, lunchen en geld wisselen tot 14.30 uur. Joseph en Annet maakten een boodschappenlijstje en gingen de inkopen doen. Wij togen met een groepje naar de bank om te wisselen. Onmiddellijk werden we belaagd door hele hordes knullen die wat wilden verkopen. We lunchten in een restaurantje. Daarna gingen we naar een internetcafé om E-mails te versturen. Er werd toch nog wat onderhandeld met de verkopers van halskettingen, tien voor 600 shilling. Vier kaartenkochten wevoor 100 shilling, meteen naar het postkantoor voor de postzegels en ze in de brievenbus gestopt. De boodschappen stonden inmiddels in de truck en wij konden er nog maar net bij.
Zo vervolgden we de rit naar Lake Nakuru National Park. In een recordtempo waren de tentjes opgezet. Dus snel zaten wij weer in de truck voor de game-drive naar de flamingo's. Ongelooflijk zoveel, niet te schatten hoeveel...duizenden, honderdduizenden? één miljoen????? Geweldig, het hele meer werd omzoomd door een roze lint van flamingo's. Verder zagen we op de vlakte voor het water nog neushoorns, maraboes, pelikanen, buffels en veel grote roofvogels. Je zag ze vliegend in de lucht, maar ook rustig zittend, met vier tot acht in een boom en verder nog jakhalzen, impala's en waterbokken Joseph was in het kamp achtergebleven. Toen we wegreden zagen we hem nog net met een schop achter een baviaan aanrennen. Wij hoopten maar dat hij nog aan eten koken toe zou komen.... We besloten de game-drive met een uitzicht bovenop de bavianenrots. We keken uit over het meer en hadden nu een goed overzicht hoeveel flamingo's er stonden....héél véél...! Roze linten gaven de randen van het meer aan. Op de vlakte ervoor graasden de neushoorns, zebra's en buffels. Ook impala's en wat kleinere...het was een prachtig zicht. Zou de hof van Eden en zo uit hebben gezien??
Teruggekomen op het kamp bleek dat Joseph de bavianen goed op afstand had kunnen houden en ook nog een heerlijk maal had bereid. De maan en de sterren stonden boven ons. Een prachtige sterrenhemel! Waarschijnlijk doordat de lucht hier niet verontreinigd is lijkt het dat de sterren veel dichterbij staan. Het kampvuur laaide hoog op. Een geweldige omgeving om ons maal goed te laten smaken en dat afwasje...dat deden we weer gewoon zelf! Deze avond hadden we een groot kampvuur, want enige tijd geleden waren hier twee rangers aangevallen door leeuwen.... Gezellig gekletst met eenAmarula bij de koffie en om 22.00 uur doken we het bedje in de tent in.
DAG 7 donderdag 29 december. Wakker worden, hmm, het is nog donker...hoe laat is het??...waar is mijn zaklamp....waar is de wekker....chips...pas half vier...licht weer uit...lekker gaan liggen....hmm...ik moet plassen...nee hè...eerst nog maar proberen te slapen....draaien en draaien....tot half vijf. De eerste Imam begint te roepen, en daarna nog een paar....Draaien en keren, ogen open en ogen dicht....Toch maar besloten om die doorgeknipte waterfles te gebruiken want we mogen niet uit de tent...het bed lag nu wel ineens een stuk beter, nog even een klein uiltje geknapt!
Om zes uurstonden we open na een snel kopje thee met een bammetje de truck in voor een game-drive. Het begon nog maar net licht te worden en we vertrokken nu naar de overkant van het meer. Zeer koud was het in de truck, we kropen maar wat dichter tegen elkaar aan en alle dikke truien en sjaals die we konden vinden werden aan en om gedaan, maar het bleef zeer koud! We stopten voor de eerste maal bij een groep waterbokken, mooi! Daarna neushoorns, zeer dichtbij; vier grote met één jong dat een slokje ging drinken bij zijn moeder. Verder zagen we nog veel buffels, impala's, roofvogels soms wel zeven tegelijk in een boom. De Tawny-, de Wahlberg-, de Schreeuw- en de Steppenarend.En ook nog twee Afrikaanse visarenden naast elkaar in een boom.
De begroeiing was schitterend, gele acacia's in het ochtendlicht en daartussen liepen grazende zebra's en giraffes. Aan de rand van het meer stopten we weer, daar hadden we een prachtig zicht op grote groepen flamingo's. Twee soorten, de Afrikaanse, die is donkerroze met rode poten en de Europese, bijna wit met roze plekken op de vleugels. Verder nog en grote groep witte pelikanen. We hadden meer tijd genomen dan was gepland, dus toen we terugkwamen op het kamp moesten snel de tenten ingepakt en ging ook het ontbijt in een rap tempo. Erny en Sibert ontdekten dat hun tent tijdens hun afwezigheid met een bezoekje van de apen was vereerd......Alles ondergesche.....de slaapzakken, de matrasjes, de tassen, toiletzakken...wat een puinhoop... Zij konden dus in plaats van eten aan de grote schoonmaakom alles af te spoelen bij het ene kraantje dat het kamp rijk was.
Joseph had weer voor een lekker ontbijt gezorgd! Gebakken eitjes, bacon, kwartjes sinaasappel, pindakaas, nutella of suiker. Koffie, thee, melk en vruchtensap. Het ontbijt werd nog even 'verstoord' door een groep impala's die met grote sprongen via ons buffet het kamp doorkruisten. Vele handen maakten weer licht werk en na het eten was het hele kamp, inclusief het afval, in een ommezien weer in de truck geladen. En daar gingen we weer. Iedereen was voorbereid op een lange rit naar Kerio Valley, gelegen in de Afrikaanse slenk. Die grote, brede geul die de slenk dus is, was heel goed zichtbaar in het landschap.
Nog voor de koffiepauze kon ik mijn fotocollectie van slapende medereizigers uitbreiden. Nog twee en dan heb ik de groep compleet! Voor de lunch stopten we in de buurt van een rivier. De tafels werden uitgezet en ook de bakken voor het één-twee-drie-viertje.
En meteen kwamen er al een aantal nieuwsgierige kinderen aangelopen. Zij vertelden dat ze niets hadden en ook geen eten en ook veel honger. Dat riep een reactie op bij mensen in de groep. Er waren er die vonden dat wij nu niet konden gaan eten daar....Anderen vonden dat we hen koekjes moesten geven...En weer anderen vonden dat dat die kinderen nu juist helemaal niets hielp, dat dat nu structureel niets veranderde aan de situatie en dat je alleen maar in de hand werkte dat vervolgens iedere passerende truck lastiggevallen zou gaan worden...Het werd een wat ongemakkelijke lunch. Mijn mening was dat het niet verkeerd was om iedereen een boterham te geven, maar dan wel goed gecontroleerd uitdelen en niet zo maar een zak brood achterlaten of iets aan één persoon geven...De ervaringen uit Zuid-Afrika en Gambia en Senegal hadden ons geleerd dat er dan gemeen gevochten zou gaan worden tussen de kinderen. Er werd uitgebreid over gesproken met Annet en advies gevraagd aan Edward. Hij vertelde dat er vaker brood werd gegeven en dat we zelf moesten bepalen wat we ze wilden geven. Besloten werd om brood en limonade uit te delen en te zorgen dat het goed verdeeld werd, zodat dus ook iedereen wat kreeg.
Ik overhandigde drie flessen limonade aan een wat grotere knul die ik liet beloven 'we share everything' Nu was het nog een klein stukje naar de Kerio Valley.
Dat zag er heel mooi uit. Een camping aan de rand van de vallei met een schitterend uitzicht. Het was nog vroeg dus we konden alles lekker relaxed doen. Zelfs warm douchen.... In een hutje, met uitzicht over de vallei, zaten drie local girls, die wel zin hadden in een praatje. Dus zij leerden ons enkele woordjes in het Swahili en wij vertelden hen het een en ander over Holland. Joseph kookte buiten onder een afdak en maakte binnen bij de bar een buffet. Zodoende aten we vandaag weer aan een tafel.Het menu was biefstuk met en heerlijke saus, aardappelpuree en gestoofde courgette, fruit toe en nog een bakkie thee na.
Toen we zo nog gezellig zaten na te tafelen ontstond het idee om Salsa lessen te gaan geven. Josée en Rick hebben in Ridderkerk een eigen dansschool! De tafel werd aan de kant gezet, ergens vandaan kwam een gettoblaster. Tyko werd benoemd tot D.J. en Rick beloofde ons dat we in vijf minuten Salsa konden dansen....en in nog eens vijf minuten de Merenque.... Zij gaven een idee hoe dat de Salsa moest, door dat samen voor te doen. Dat swingde heerlijk! Het personeel van de bar vond het prachtig en kwam ook kijken. Daarna waren wij aan de beurt. Het was leuk en gezellig, de Salsa leek wel eenvoudig te leren maar dan niet voor zo'n stijve hark als ik ben.... Mijn dag was inmiddels lang genoeg geweest en het kaarsje was op. Nog even van de mooie sterrenhemel genoten en de oogjes dicht laten vallen in ons tentje met m'n lekkere zachte vest als kussensloop....
DAG 8 vrijdag 30 december. In een keer doorgeslapen tot 6.30u. Snel het bedje uit, kussensloop weer omgedraaid en aangetrokken, om de zonsopkomst te fotograferen....
Het tentje kon nog een dagje blijven staan, dus zokonden we ontspannen aan het ontbijt dat om 7.00 uur was gepland. Om 8.00 uur vertrokken we voor een wandeling met Emanuelle. We liepen eerst door een bos en hij vertelde ons welke boom werd gebruikt om gif uit te halen voor de pijlen en ook weer welke boom geschikt was om dan weer tegengif uit te maken. We kwamen langs de kauwgomboom, het gebruik was dat kinderen daar 's avonds een snee maakten in de bast. De volgende morgen had er zich dan een grote bal gom op de snee gevormd. Die konden ze dan op weg naar school 'plukken'. De eerste die er dan 's morgens, op weg naar school, langskwam haalde de bal eraf en ging heerlijk kauwend naar school!
De school had hier baat bij, vertelde Emanuelle, want omdat de snoepers het eerste bij de boom wilden zijn, waren de kinderen ook altijd op tijd op school. Emanuelle dacht dat dit ook de reden is dat Kenya zoveel beroemde hardlopers heeft..... Er woont een bekende hardloper in deze omgeving Hij heeft hier ook een trainingskamp, waar vaak buitenlanders komen trainen. De bekende (Nederlandse) hardloopster Kiplegat komt oorspronkelijk ook hier uit de streek.
De volgende bijzondere boom was een lijmboom. Daarna stopten we bij een uitzichtpunt, een mooi zicht over de vallei.We bekeken het schooltje in aanbouw. Op enige afstand, verscholen tussen bomen en struiken zagen we een aantal hutten. Bij navraag bleken hier jonge knullen, die net besneden waren, in afzondering te wonen.Het was nog een flinke klim omhoog. We passeerden nog een plek waar houtskool werd gemaakt. Eenmaal boven, kwamen we uit bij dorpjes, en verschillende landjes waar van alles werd verbouwd. De volwassenen, maar ook de kinderen willen geen van allen gefotografeerd worden. Dat is jammer, want de omgeving, met al die authentieke hutjes in een mooie natuur leende zich erg om mooie foto's te maken. Maar we zijn hier te gast en zullen hun wensen en manier van leven accepteren, alhoewel niet iedereen van de groep zich ook kon beheersen....
Terug op de camping wachtte ons een heerlijke lunch en een paar uurtjes vrij, de een deed een sudoku, de ander las een libelle, waar kwam die dan ineens vandaan, de volgende deed een dutje of een wasje....En ergens rolden de dobbelstenen voor yatzee.
Het zonnetje sceen, en de ingeleverde was hing aan de waslijn te drogen. Om 15.00 uur was het weer tijd om mee te gaan met Emanuelle. Trots liet hij zijn boerderij zien. Zijn uitleg was eerst wat moeilijk te volgen tot we door kregen dat zijn Engels was gemengd met Nederlandse woorden. Hij vertelde dat hij de aarde eerst vrij maakte van stenen die hij dan weer heel klein maakte, zodat ze in de bouw gebruikt konden worden. De grond had hij langzaam van rood naar zwart gemaakt door veel te mesten. Hij werd daar eerst om uitgelachen door de boeren uit de omgeving maar nu ze zagen hoe goed zijn oogsten zijn was het lachen hen vergaan en nu kwamen ze bij hem voor advies. Zijn vader is eens de beste boer van Kenia geweest en mocht toen, dat was de hoofdprijs, 14 dagen naar Europa met het vliegtuig. Hij is toen in Denemarken en België geweest en daarvandaan had hij allerlei ideeën en zaden meegenomen. Nu heeft zijn zoon, Emanuelle, zich in het hoofd gezet om zo zijn best te doen dat hij ook een keer met het vliegtuig naar Europa kan... Hij was goed bezig, had al een keer een prijs gewonnen maar werd toen te jong bevonden om al de beste boer van Kenia genoemd te worden. Hij liet ons artikelen zien die over hem en zijn werk geschreven waren.Hij was als eerste begonnen met paprika's te kweken. Natuurlijk was daar geen vraag naar, men kende ze niet... Nu kreeg iedereen die bij hem groente kocht een paprika's cadeau.Totdat men ze lekker ging vinden en er vraag naar kwam. Vanaf dat moment ging hij ze verkopen voor een paar shilling per stuk...
Zo had hij ook een mooi verhaal over deuien die hij oogstte. Diewaren veel groter dan men hier in de regio gewend was. Eerst was dat een nadeel want er werd niet verkocht, totdat bleek dat ze in de hotels erg gewild waren....Minder nodig en handiger te schillen...Nu wilden ze daar alleen nog maar die grote... We kregen ook een 'rondleiding' door zijn huis.
We werden uitgenodigd om plaats te nemen in zijn kamer. De banken en de tafels lagen vol met kanten kleedjes. Toen iedereen zat toonde hij ons trots zijn kast...In Afrika een bijzonder meubelstuk...Achter een deurtje zat een televisietoestel en met een gezicht van nu zal ik jullie eens helemaal verrassen opende hij het deurtje onder de televisie en daar bleek een video te staan. Electriciteit haalde hij van een zonnecollector. Met zes tegelijk mochten we de slaapkamer en zijn flushing toilet en douche bekijken. Hij had ooit in een hotel een flushing toilet gezien en wist toen: dat moet ik ook hebben....
De hele plumbing had hij ook zelf gedaan en uit de douche kwam ook warm water van dezelfde voorziening die hem in de 'keuken' ook warm water voor de afwas gaf.. Hij had de waterleiding zo geleid dat die onder het vuur van de kookgelegenheid doorliep. Dat vuur brandde altijd, zodoende had hij ook altijd warm water. Hij had vroeger bij zijn vader geoefend met het loodgieterswerk. Dat was toen nog niet zo uitgebreid maar het bleek een goede basis geweest te zijn voor zijn eigen huis. De keuken was een klein hoekje in de tuin, onder een afdakje. Hij wees ons ook nog even op de andere kant van het pad....'That's my afdruiprek' En dat bevatte dan ook meteen de hele keukeninventaris.
Hij bleef de Nederlandse woorden rondstrooien, want vervolgens gingen we naar zijn Friese cow. Hij had er drie en die werden gevoed met bananengroen en schillen. Er was geen mest te zien, want zodra een koe wat liet vallen werd het meteen opgevangen om als mest te dienen voor het land. Zo ook in het kippenhok. Dat was nog in aanbouw maar hij had al zo'n constructie bedacht dat de mest er weer onderuitgehaald kon worden. Geweldig zoals hij zelf allerlei constructies had bedacht. Hij had ook nog wat schapen. We namen afscheid van Emanuelle, we konden nog mee met een bergwandeling maar er was geen belangstelling meer voor. Er werd wat bij de tent gerommeld en we gingen op tijd aan de borrel.
Ik heb hier de tas met kleren etc., bijna 9 kilo, achtergelaten voor het schoolhoofd. Leanne had ook nog een tas met schrijf en schilderspullen die er meteen bij gezet werd. Naar bed en lekker slapen...Halverwege de nacht met het hoofd aan de andere kant gaan liggen...want we lagen wel een beetje op de helling....toch nog niet zó ervaren in het opzetten....
DAG 9 zaterdag 31 december . Al een week zijn we met elkaar op pad. Het inpakken loopt dan ook gesmeerd. Ons ontbijteitje is vandaag gekookt. Om 8.00 uur zat alles en iedereen weer in de truck en werden we uitgezwaaid door al het personeel van de camping. Dit werd een lange reisdag naar Kisii. Het eerste deel van de reis ging door een droog en dor landschap. Ineens veranderde dat en lagen de hellingen vol met theeplantages. Hier stopten we. We konden hier ons lunchpakketje smeren voor in de truck maar de meesten aten hun boterhammetje ook meteen maar op.
Onder een afdak konden we lekker in de scahduw zitten met het zicht op de theeplantage want het was weer goed warm! Hierwerd ons verteld dat de oogst niets was dit seizoen, veel te droog, het wachten was op de regen. Dit hoorden we in bijna het hele land. We reden verder langs velden vol koffie, thee, rietsuiker, ananas en ook rijst. Heel veel rondavels in het landschap. Eerst was alles nog groen en bergachtig maar gaandeweg de rit verdwenen de bergen meer naar de achtergrond en werd het een superdroge vlakte met nog steeds veel hutjes en zwaaiende kinderen. In de truck werden verschillende uiltjes geknapt, boeken gelezen, en sms-jes verstuurd. Een vuilnisbak werd midden in het gangpad gezet en diende als tafel om op te yahtzeeën.
Tegen 15.00 uur arriveerden we op de missiepost, een groot gebouw met een flink hek eromheen. Het waren nette kamers, het bedje werd getest, lekker hard! Douche ook prima, heerlijk, haren gewassen en dat alleen geeft al een fris gevoel... Wat ook heerlijk was met een bed...de tas erop en staande de boel herschikken. De was werd in een aparte zak gedaan. De gekochte souvenirs konden eens worden bekeken en bij elkaar gestopt. Batterijen in de oplader, het zou hierdaarvoorde laatste mogelijkheid zijn!
En toen, in de schone kleren, een rondje gelopen door het stadje Kisii. Het was er lelijk en erg vies, heel veel mensen, niet al te vriendelijk. Vanzelf gingen we de vergelijking met Gambia maken, moet je natuurlijk niet doen, maar toch...Terug op de kamer hebben we even op bed gelegen en geprobeerd de telefoon te activeren. Die had het begeven op het moment van aankomst. Hij gaf geen teken van leven meer en dat net nu het nieuwe jaar eraan zat te komen... Om 18.45 uur was het verzamelen om naar de Blues bar te gaan, een bar, restaurant waar voor ons was gereserveerd...Het restaurant was vreselijk, twee televisies, keihard aan. en de temperatuur was zeer hoog... Er was voetbal op de t.v.Of je het wilde of niet we zagen Manchester winnen met 4-1. Het eten was slecht. Er was een Afrikaans meisje mee aangeschoven, ze had een zielig verhaal, geen ouders, geen huis, geen werk....Hans nodigde haar uit om mee te eten.Uiteindelijk kreeg Rick hierdoor zijn de van te voren bestelde maaltijd niet. En ook met het toetje ging het nog mis. De muziek stond erg hard dus een gesprek lukte ook niet...
Om te proberen de oudejaarsavond nog te redden gingen we naar een hotel tegenover de missiepost. We konden daar met z'n allen in de tuin zitten. De temperatuur was goed, nog steeds met blote armen en benen, uiteraard was alles wel goed in de DEET gezet! De Afrikaanse sterrenhemel boven ons deed ons het vervelende diner weer snel vergeten. De president hield een toespraak, zagen we op de TV die binnen stond. En zodoende konden we op het goede tijdstip het kusritueel inzetten. Zo gingen we, met een flesje Sprite in de hand het jaar 2006 in.
Annet had gezorgd voor kaarsjes op tafel en een fles champagne, helaas wel een beetje warm.... Tyko had sterretjes en een enkele knaller. Joseph vond het vuurwerk maar niets, vorig jaar was er iemand bij geweest met mooi siervuurwerk..... Al met al was het niet verkeerd om maar lekker in bed te kruipen, klamboe eroverheen en knorren....
DAG 10 zondag 1 januari 2006. Om 6.00 uur werd ik wakker. Geen imam gehoord hoewel de moskee praktisch om de hoek stond. De buik begon weer wat te rommelen...Net voor we de truck ingingen toch maar een pilletje immodium geslikt. We waren nog maar net los toen we al weer stopten...voor een winkeltje met speksteen. Speksteen of zoals het hier genoemd wordt, zeepsteen, wordt hier gevonden in de rotsen/grotten.
Ze hadden mooie spulletjes en er werden allerlei deals gemaakt. Met drieën drie olifanten gekocht in een koop, nog wat schaaltjes en een klein olifantje voor Oma. Sabine, die in het normale leven klassenassistent is bij een ZMLK school, had al snel een groepje kinderen om zich heen en leerde hen liedjes. Het zag er erg gezellig uit. Iedereen had z'n collectie souvenirs weer uitgebreid en toen was het verder een lange zit die dag. De picknick was bij een meertje waar net de koeien en geiten stonden te drinken.
Dus hadden we weer toeschouwers bij de lunch. Nu verliep het rustig. Vanaf het moment dat we de Serengeti binnenreden zagen we grote kuddes gnoes en zebra's. Het was toen niet ver meer naar het Lake Victoria. Het eindstation was Speke-bay Lodge, gerund door Nederlanders.Het bleek eenmooi aangelegd kamp, voor ons stonden tenten klaar met over iedere tent een rieten afdak. Gewone bedden erin en mooie schone douches en toiletten. Wel een lampje maar geen stopcontacten, jammer! De bar lag aan het strand, helaas was er die dag veel wind en weinig zon.... Bij de truck werden de stoeltjes uitgeklapt en ging Joseph meteen aan de slag voor het avondmaal.
Wij hadden een paar uurtjes vrij om te vogelen en te genieten van de schitterende natuur, wel oppassen voor de hippo's was de boodschap. Het was Joseph weer gelukt om een heerlijke maaltijd te bereiden. Spaghetti deze keer, met kool, worteltjes en doperwten en tomatensaus met gehakt. Maar voor iedereen z'n bordje leeg had kwam er een invasie van motten. De lamp werd wat verder weg gehangen...iedereen schoof wat meer in het donker...Maar het werden er meer en meer...ze vlogen in je haar en tussen je kleding en tussen je eten...honderden...Dus al snel lieten de meeste het eten voor wat het was en verdwenen naar de bar aan het strand. Zo kwam er een abrupt einde aan de maaltijd. Bij de bar lagen ook hele rijen stopcontacten met al onze opladers. Dat was wel iets waar iedereen steeds mee bezig was...hoe vol zijn de batterijen nog...In de fotocamera's, de filmcamera's, de telefoons en de harde schijven....
Ik ging me trakteren op een lekkere douche en vroeg naar bed. Het was erg heet in de tent dus het effect van de douche was al snel weer weg, maar het bed lag lekker en ik was zeer snel vertrokken. Gert was nog druk doende met het opladen van de batterijen aan de bar....
DAG 11 maandag 2 januari. Om 6.00 uur begon voor ons de dag. Gauw aangekleed en de zonsopgang gefotografeerd. Om 7.00 konden we ons melden voor de birdwalk.Aan de voetafdrukken is te zien dat de hippo's achter onze tent langs zijn gekomen, ik heb erg vast geslapen en er, jammer genoeg, niets van meegekregen. Onze vogelgids van deze morgen heette Benjamin. Hij wist er veel van en kon de verschillende soorten ook goed vinden. We zagen de pygmee kingfisher, die volgde ons van boom tot boom. Benjamin wees ons ook een nachtzwaluw aan die in een bosje gras onder een boom verscholen lag.
En nog meer, grotere ijsvogels. Een rode paradijsvogel met een enorme lange staart. Het hol van een stekelvarken. Een grote varaan in een boom. Hij wees mij de whistling tree.Een boom waar grote galappels opzitten die worden bewoond door mieren. Om in die 'galappels' te komen maken de mieren daar kleine gaten in. Als nu de wind door de boom waait geeft dit een fluitend geluid . Wij waren als twee enigen meegegaan met de wandeling want Annet had verteld dat de excursie $ 30 kostte.Er waren wel meer mensen die belangstelling hadden maar het werd toch wat te prijzig gevonden. Nadien bleek dat het $30 per groep van maximaal zes personen was. Jammer voor Tim, een jonge knul die graag had meegegaan maar het niet kon betalen. Nu volgde hij ons op afstand en als de gids ergens naar wees keek hij gauw met zijn verrekijker en had zodoende toch ook wel een aantal vogels kunnen zien. Maar het viel ons dus $30 mee, de groep was teleurgesteld.
Ook wel jammer dat we hier maar één nachtje waren, er waren hier veel mogelijkheden voor excursies. Varen op het Victoriameer, een fiets of wandeltocht naar het dorpje en nog een uitgebreidere wandeling met een vogelgids. Maar omdat we de verkorte kerstreis hadden moesten we om 10.00 uur weer verder. Edward stopte meteen al bij het eerstvolgende dorpje. Joseph ging op zoek naar vis, hij had ons verse tilapiafilet beloofd. En de houtskool moest ook weer aangevuld worden. Wij gingen er meteen ook even uit. Direct stond ereen horde kinderen om mij heen die allemaal doorm'n verrekijker wilden kijken.
We hebben ook nog even naar lappen gekeken en ook ook maar een mooie gekocht. Zoveel kans is er niet op deze reis om eens in een dorpje rond te kijken en souvenirs te kopen.
Daarna konden we goed op de, overigens prima, stoelen gaan zitten, want we hadden een flinke rit voor de boeg. Een deel daarvan ging al door de Serengeti. Vanaf dat moment hadden we genoeg te kijken. Het park was heel uitgestrekt, de meeste stukken kaal, dor en droog. We gingen op het heetst van de dag door dit deel van de Serengeti, hierdoor stond veel wild in de schaduw van de bomen. Meest acacia's, helemaal zilvergrijs met enorme stekels.We zagen grote groepen gnoes met daartussen zebra's. Dit beeld herkenden we van films die we thuis zagen op Animal Planet. Maar om er zo in het echt doorheen te rijden, de warmte te voelen, deapartegeur te ruiken, heel speciaal, ook de geluiden om je heen, de laag stof over je heen.
Het was toch heel indrukwekkend en een goed moment om even stil te staan bij het feit wat een bofkont je bent, dat je dit kunt beleven, zomaar rondtoeren door Afrika....Geweldig !! We zagen ook groepen olifanten, veel zebra's, rijen sjokkende buffels, impala's en andere gazelleachtige. We konden niet steeds de truck stoppen om foto's te maken omdat we dan te laat op de campsite zouden arriveren. Soms wel jammer want we zagen mooie plaatjes aan ons voorbijtrekken. Rond 18.00 reden we het kamp op. Het bestond uit een overdekte open ruimte die duidelijk voor de kok was gereserveerd. Verder nog een soort langwerpige parasol van hout en een dak van gras. En een grote tank, die zag er een beetje uit als een voedersilo. Met daaronder een betonnen bak en een kraan. Het bleek de watervoorraad te zijn. En iets verder weg een betonnen gebouwtje waarin 4 toiletten waren. Het zag er redelijk uit. Het rook alleen wel ontzettend. Het waren gewoon putten die na ieder gebruik gewoon weer wat voller werden....
Seronera Public Campsite. De toegang tot Serengeti National Parc kost $ 50 per persoon. Het kamperen kost $ 20 per persoon per nacht. Er rijden ranchers door het park en die komen gedurende de nacht wel eens kijken. Maar dit alles was wel midden in de Serengeti, geen hek of andere afrastering.... We mochten dus weer niet de tent uit ‘s nachts. We aten heerlijk, de tilapia met rijst en gesmoorde groenten die weer heerlijk gekruid waren.
Na het avondeten begon de andere Nederlandse groep, we staan hier met 3 groepen, muziek te maken. Er was iemand met en gitaar in die groep. Dat geeft altijd wel een sfeertje, gitaarspel bij het kampvuur zeker onder een schitterende Afrikaanse sterrenhemel.... De Spaanse groep deed nog een stoelendans maar toen lag ik al in bed. Om 5.15 uur was ik echt wakker, mijn blaas was te vol en dat voelde niet lekker, dus maar even achter de tent gehurkt. Eerst even goed rond geschenen met de zaklamp. Toen ik later nog een bezoek bracht aan het toiletgebouw, begeleid door Gert, stond daar een hele groep zebra's te grazen.
DAG 12 Dinsdag 3 januari. Het is nog donker en de sterrenhemel prachtig als we om 5.30 uur naar het toilet lopen. Tijdens het ontbijt kwam de zon op en het was een uitdaging om daar een mooie foto van te maken.7.00 uur is de vertrektijd voor de gamedrive. Het licht was prachtig met die opkomende zon. Alles kreeg een rood tintje. We zagen weer veel wild en kregen nu ook de tijd voor foto's.Lange tijd stonden we bij een grote plas water. Zeker zo'n 100 dieren, vooral gnoes en zebra's drentelden daar rond om te gaan drinken. Steeds liep er een groep het water in en als dan alles rustig stond te drinken schrok de een of andere van iets in het water of gewoon van het dier naast hem en als dan de eerste uit het water spurtte gingen de anderen in een geweldig gespetter mee. Ze stonden dan even aan de rand van het water te wachten en wat later gingen de eersten al weer het water in. Het was een prachtig schouwspel. Terwijl we daar stonden herhaalde zich dit een aantal keren. Het leverde mooie foto's en film op.
Dit was eengoede afsluiting van onze ochtend drive. Daarna reden we terug naar het kamp waar Joseph voor een prima lunch had gezorgd, pannenkoekjes en salade. Al tijdens de lunch, die we opaten onder de overkapping, want het zonnetje scheen fel, werden er plannen gemaakt voor die middag. Er waren 's morgens veel foto's gemaakt, dus het probleem hoe vullen we de batterijen diende zich weer aan. Er werd besloten om de siësta te doen bij het visiting center van het park. Daar konden de batterijen aan het infuus en voor een koud drankje waren we ook wel in. Dus zo gezegd zo gedaan, van een tot half vier luierden we wat op het terras van het visiting center. Er waren natuurfilms te bekijken en op het terras liepen vogels van allerlei pluimage, ook nog klipdassen en mangoesten. We genoten van een koud pilsje of wijntje en konden aan tafel de dagboeken bijwerken.
Daarna gingen we weer op pad. Edward kwam ons ophalen en de volgende gamedrive had als hoogtepunt twee leeuwen, lekker gelegen onder een boom. Zij wilde wel wat en liep uitdagend om hem heen. In eerste instantie reageerde hij met een grauw en een snauw, maar ze bleef aandringen en ja hoor....daar kwam hij overeind en bleek bereid tot een nummertje. Voldaan lagen ze daarna weer in de schaduw van de boom. Maar niet voor lang want zij wilde wel weer... Toen ze haar verleidingskunsten weer op hem uitprobeerde werd haar met een luid gebrul te kennen gegeven dat het wat hem betrof genoeg was geweest. Kort daarna zagen we een luipaard in het gras liggen, jammer dachten we, geen actie. Maar daar kwam hij toch overeind en ging aan de wandel, onze Edward schatte dat goed in.Hij startte de motor, reed een blokje verder en toen kwam datzelfde luipaard op ons af gelopen. Geweldig zo dichtbij dat we het idee hadden dat we hem konden aaien.... We boften wel met dit alles.
De dag sloten we af op het terras van een luxe lodge. We zaten hoog op de rotsen die nog nagloeiden van een dag vol zonneschijn. Een glas wijn in de hand en het uitzicht op de Serengeti, waar langzaam de avond viel. Het was een goed gevoel na een dag met allerlei belevenissen. Edward moest in het donker de weg zoeken naar ons kamp. Daar bleken zich inmiddels nog drie andere groepen geïnstalleerd te hebben. Een drukte van belang en het vertroebelde een beetje het idee van kamperen in de vrije natuur.
Het was een lange dag geweest dus niet lang na de hap zochten we ons tentje weer op. 's Nachts liepen hyena's en grazende zebra's rond de tent, maar ik heb er niet echt van wakker gelegen.Het plan voor de volgende dag was: 6.00 uur op, 7.00 uur ontbijt ( tent ingepakt), 8.00 uur vertrek.
DAG 13 woensdag 4 januari. Het opstaan gaat zonder douche vrij snel. Even met de vochtige toiletdoekjes opfrissen. M'n kussensloop omdraaien zodat het weer een vest werd en klaar.... We pakken verder niet veel uit, het bleef bij de toilettas, zaklamp, zakdoeken en het puzzelboekje. Dus dat is ook snel weer ingepakt! In het afbreken en invouwen van de tent hebben we al snel een routine gevonden dus kunnen we Annet ook een handje helpen, zij moet dit allemaal alleen klaren. De mannen hebben inmiddels flink stoppels gekregen...De voeten worden iedere dag een beetje zwarter. Zelfs sokken houden dat niet meer tegen.
Om 8.00 uur was het spul weer aan kant. Alles was met vereende krachten in de truck geladen, al het kookmateriaal, stoelen en tafels, houtskool en takken en stronken voor het kampvuur. Joseph en Edward waren zuinig op het hout, want ons volgende kamp lag vrij hoog aan de rand van de krater. Dus we moesten onsvanwege de hoogtevoorbereiden op een koude nacht.
Al game-drivend gingen we op weg naar de Ngorongorokrater. Het eerste dier waar we voor stopten was een luipaard, liggend onder een boom.Iets verderop werd in de boom zijn prooi ontdekt. Een volwassen impala, boven in de takken van een flinke boom, wat zal dat een gesjouw geweest zijn... Het luipaard ging aan de wandel, Edward volgde hem met de truck. Wij volgden hem met onze camera's net zo lang tot hij zich prachtig installeerde boven in een boom. Verder, zagen we nog enkele hippo's in het water.Bij de volgende stop, hij moest wel stoppen want het gebeurde bijna op de weg...werd net een buffel doodgebeten door een leeuw. Hij spartelde nog even maar de leeuw had hem stevig in de nek beet en klemde zo de bloedvaten dicht. Ondertussen hadden twee andere leeuwen de buik al opengemaakt.
Dit was ongelooflijk, om mee te maken. Zo dichtbij...de reacties in de truck waren dan ook heel divers, van afschuw tot toch ook wel genieten van de belevenis. We hadden volop de tijd om de mooiste foto's te maken. We stonden na enige tijd met zo'n 25 jeeps om het tafereel heen. De leeuwen lieten zich daar geen moment door afleiden.
Maar we moesten verder dus Edward startte de motor en Annet liet de doos met koekjes rondgaan...KOEKJE ERBIJ...! Toen moesten we ineens haast maken en streep door naar de uitgang van het park. Het was zaak om daar voor 12.00 uur te zijn omdat we niet over de 48 uur mochten komen die we in het park waren anders moesten we weer voor een hele dag bij betalen. En het was nog een flinke rit om de Serengeti uit te komen. Het landschap werd zeer open, alleen gras en af en toe wat verdwaalde enorme stenen met wat bomen en struiken erop. Het aantal dieren nam ook af. Nog wat loopvogels, secretarisvogel, struisvogels en een enkele trap. Soms nog wat clubjes impala's. Aangekomen bij de parkgrens moesten we twee uur wachten voor we het volgend park in konden, dit was om de tijd wat gunstiger te maken die we dan in de Ngorongorokrater zouden kunnen doorbrengen.Want ook hier gold weer om 14 uur erin, dan de volgende dag om 14 uur eruit.
We vulden de tijd met een koud drankje, even de souvenirshops bekeken en een wandeling door de omgeving.
Daarbij zagen we nog een kolonistenagame, bijzonder met een rode kop en een blauw lijf en zelfs nog twee olifanten op een korte afstand. Eenmaal in het volgend park begonnen we met een picknick op de parkeerplaats en vervolgens hadden we een mooie rit naar de camping. In het landschap dat inmiddels wat groener en bergachtig was geworden zagen we de Masai lopen met hun kuddes.Zoals beloofd stopten we bij een dorpje.
Daar werd een dansdemonstratie gegeven. En inderdaad, wat springen ze hoog! Vervolgens werden we meegetroond een hut in. De hut was donker, een vuurplaats om het eten te koken en aan beide zijden van takken en bladeren een bed gemaakt Achterin hing aan plantenstengels een plankje waar wat keukengerei oplag. Hij vertelde dat hier een gezin met vijf kinderen in woonde. We mochten foto's maken en hij wilde ook graag wat geld voor zijn uitleg... Weer buiten de hut werden we meteen belaagd door veel vrouwen die onmiddellijk mijn armen volhingen met armbanden. Ik moest heel duidelijk zijn dat ik niets om mijn nek wilde. Ook nadat ik een paar armbanden had gekocht viel het niet mee om ze verder op een afstand te houden, ik kreeg er een beetje een vervelend gevoel van en we zijn dan ook vrij snel buiten het dorp gaan staan.
Daar kwam meteen de man die ons de hut had laten zien, hij nam ons mee naar het schooltje waar veel kinderen op de bankjes zaten en een liedje voor ons zongen toen we binnenkwamen. Ook daar werd weer geld voor gevraagd! De Masai die ons rondleidde was helemaal onder de indruk van Gert's verrekijker, hij deed hem om en pas toen we de truck weer ingingen werd hij teruggegeven. En steeds maar vol verbazing de omgeving afspeuren door dat ding!
Het was nog vroeg toen we op de camping arriveerden. Het tentje werd opgezet bij een prachtige boom. We liepen meteen hoopvol naar de douches, maar helaas, niet echt geschikt, vuil, geen plaats om je kleren te laten en koud water. Ik heb m'n voeten maar in de wastafel gehangen en ze eens flink met de nagelborstel bewerkt. Dat gaf ook een goed gevoel; schone voeten.... Mijn borsteltje werd verder dankbaar door de hele groep gebruikt.
Hier mochten we niet van de camp-site af i.v.m. onze veiligheid. Dat was wel jammer want al met al bewogen we niet erg veel. Al vrij snel begon het af te koelen en was een plekje bij het kampvuur zeer aangenaam. Het bleek eengoede plaats om het dagboek eens bij te werken. Overdag was het steeds flink warm geweest, de temperatuur zat dan meestal tussen de 35 en 40 graden.Maarin de ochtend en de avondwaren een dikke trui en een sjaal geen overbodige luxe. De dag werd afgesloten met een lauw pilsje of een rood wijntje. Er werd nog wat nagepraat over het bezoek aan de Masai. Sommige vonden de mensen opdringerig en onprettig in het contact, bij die groep hoorde ik ook. Maar anderen hadden het zeer de moeite waard gevonden, accepteerden de mensen zoals ze waren omdat ze veel mooie foto's konden maken. Hierover werden we het niet eens, de meningen liepen uiteen. We kregen door dat we volgende ochtend om 5.00 uur het bed uit moesten, dus heb ik de discussie maar gelaten voor wat hij was en heb mijn tent opgezocht.